N'. 9403.
Woensdag 15 October.
A*. 1890.
<§ez8 .Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
GLÜCK AUF!
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leiden per 8 m&inden1.10.
Franco per poet71.40.
A.ftonderLjjke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIE!*:
Vut 1—6 regela 1.05. Iedere regel meer 0.1?$
Orootere lettere na&r plaatsruimte. Voor het In
caseoeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
KOLONIËN.
BATAVIA, 10 tot 13 Sept. (.Vervolg.)
Naar aanleiding van het gisteren gemelde
bericht uit Flores schrijft de „Deli-Crt." het
volgende:
„Zooals men uit dit telegram ziet, heeft
onzen troepen op Flores een tegenspoed ge
troffen, welke diep te betreuren is en waarby
oen aantal dapperen een vry roemloozen dood
ia gestorven. Man voor man achter elkaar
marcheerende is het, wanneer de vyand
die daarvoor uren lang op de loer heeft ge
legen plotseling uit het dichte woud te
voorschpn schiet, onmogelpk zich ie verde
digen men heeft er eenvoudig geen tyd toe
en de manschappen zullen neergeveld zijn
geworden zonder den tyd gehad te hebben
een kreet te uiten, veelmin om zich in tegen
weer te stellen.
Hunne assche ruste in vrede 1
Wat nu? is de vraag, die wel op aller
lippen zal liggen en toch meent de „Deli
Crt." dat het antwoord niet twyfelachtig kan
zpn. Er is daar in dat ongenaakbare bergland
noch roem, noch eer, en naar 't schynt
zelfs geen tin te behalen; laat de Nederland-
sche Leeuw, die zyn klauw in een wespennest
heeft gestoken, niet ook zyn tweeden klauw
en nog minder zpn kop daarin steken, maar
eenvoudig het voorbeeld van zyn collega in
de natuur volgen en zyn poot plings terug
trekken. Srootere volken dan wp, zyn ons,
wanneer zy bleken zich vergist te hebben, in
dat opzicht voorgegaan en het is beter ten
halve gekeerd, dan ten heele gedwaald.
Moet er voor de eer van de wapenen iets
gedaan worden en moeten die dappere berg
bewoners voor hun heldhaftig verzet gestraft
worden, welnu, dan eene flinke kanonnade, dat
er geen stukje heel blpft van dat gedeelte
der kampongs, hetwelk binnen het bereik van
ons geschut valt, 011 daarmede basta. Laten
we Eko Feto en hoe de andere plaatsen op
dat eiland mogen heeten, aan de Rokkanoezen
overlaten. Niemand zal hen het bezit van dat
eiland benpden, waarvan niets te halen valt
en waar men niets van de Europeanen wil
weten. Na de ondervinding, die wy er op
deden, zal wel geene andere mogendheid er
in de diepe ravpnen of op de steile hellingen
gaan zoeken hetgeen er niet te vinden is.
Laten we liever, aldus besluit de „Deli Crt.",
al onze krachten inspannen om Atjeh tot
onderwerping te brengen en ze niet noodeloos
in geheel onbekende gedeelten van den Archi
pel verspillen.
Het „Bat. Nbl." verneemt dat by gou
vernementsbesluit is bepaald
dat tot voortzetting van het op Flores aan
gevangen onderzoek naar tinertshoudende
gronden de ingenieur van het mynwezenVan
Schelle met het hem toegevoegd personeel
zich naar de noordkust van het eiland (Kam
pong Toa) zal begeven en dat zoo spoedig
mogeiyk eene expeditionnaire macht daarheen
zal worden gedirigeerddat de expeditionnaire
macht, ter zuidkust aanwezig, in afwachting
van nadere bevelen aldaar in stelling blpft;
dat de expeditionnaire macht voor de Noord
kust van Flores wordt samengesteld als volgt
Staf en 3 eomp. (waaronder oene Europeesche)
van het 5de bataljon te Semarang; een kapt.
van den generalen staf (Granpré Molière), een
schryver, eene sectie bergartillerie tersterkto
van een luit. en 46 onderofficieren en minde
ren, 20 paarden en muildieren, een detache
ment genietroepen, sterk 9 onderofficieren en
minderen, een luit. en drie minderen der
militaire administratie, twee officieren van
gez. en tien minderen van den gen. dienst,
een luit., een adjudant-onderofficier en 2 Eur.
sergeanten, allen van het wapen der inf., be
nevens 500 dwangarbeiders ten behoeve van
den treindienst, en 30 vrouwen.
De troepen zullen overgebracht worden door
de stoomschepen „Sumbawa" en „Krawang";
het eerste vertrekt den 14den en het laatste
den 15den dezer.
Drie comp. van het 7de bat. inf. te Mage-
lang komen tydelpk in garnizoen te Semarang.
De expeditionnaire kolonne naar de onaf-
hankeiyke districten in het noorden van Padang
Lawas is samengesteld als volgtCommandant,
kapitein der infanterie Visser. Infanterie2de
luit. Van Bennekom, 2de luit. Schanzleh, 100
bajonetten. Artillerie2de luit. Doper, 2 mor
tieren met munitie, uitrusting en bediening.
Geneeskundige dienstofficier van gezondheid
2de klasse Dool met een ambulance-trein
zooveel dwangarbeiders als in de Tobalanden
kunnen worden bpeengebracht.
Men schryft van Ambarawa, dat zich
weder eenige gevallen van cholera met doo-
delpken afloop onder het garnizoen te Willem
I hebben voorgedaan.
Over het heerschen van do cholera te
Soerabaia schryft de „Soer. Crt." het volgende
Gistermorgen overleed een veelbelovend jong-
mensch, afkomstig uit de Molukken, na eene
ongesteldheid van slechts weinige uren. Den
avond te voren woonde hp nog, gezond en wel,
eene godsdienstoefening by. In de buurt van
Temanggoengan moeten in de laatste dagen
verscheidene gevallen van buikziekte zich
voorgedaan hebben, waaronder met doode-
lpken afloop. Ook in enkele kampongs van
Simpang hoort men van dergelpke gevallen.
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het gouvernement Atjeh en
Onderhoorigheden, loopende van 12 tot en
met 24 Augustus jl-, wordt het volgende ont
leend Op Groot-Atjeh viel weinig belangrpks
voor; de posten werden aanmerkeiyk minder
beschoten dan gedurende den laatsten en voor-
laatsten vorslagtyd. Den 13den Augustus rukte
van de benting Lamreng eene patrouille uit
onder luitenant Brunt, ten einde den vpand
te verdryven, die van nabp de brug over de
Kroeng Tandjoeng onzen post Lamreng be
schoot. Bij die gelegenheid werd bovengenoemd
officier, alsmede een mindere, licht gewond, en
de vpand teruggedreven tot eene meer achter
waarts liggende versterking.
Den loden Augustus trok eene gewapende
bende van -J- 30 man, met een man te paard
aan het hoofd, in het gezicht van onzen post
te Ketapang Doewa, naar kampong Goï Ketjil.
Een op die bende afgeschoten granaatkartets
deed, onder meer, het te paard gezeten hoofd
neerstorten en dreef de anderen op de vlucht.
Later bleek dat die man te paard het be
kende bendehoofd Nja Makam was, die zich
naar de IVde Moekims wilde begeven om een
onderhoud te hebben met Toekoe Oemer, en
dat bp eene wond had bekomen in de kuit,
die echter niet doodelpk scheen te zpn.
In het Edische werd de rust niet verstoord
en kwamen van daar vry bevredigende be
richten binnen, zoodat last werd gegeven om
de twee aldaar nog vertoevende compagnieën
van het 14de bataljon, met den staf van het
corps, naar Kotta-Radja te doen terugkeeren.
De benting te Segli werd in geringer mate
dan gedurende den vorigen verslagtyd bescho
ten. Ter westkust bleef de toestand station-
nair. Melaboeh werd in het geheel niet meer
beschoten.
Do gezondheidstoestand in het garnizoen
was gunstiger; het gemiddeld ziektecpfer in
het hospitaal te Kotta-Radja was per dag 22.5
tegen 30 gedurende het vorige tpdvakhet
gemiddeld aantal berri-berri-lyders was per
dag 11.6 tegen 16.7 gedurende den vorigen
verslagtyd. Het sterftecpfer was lager. De
gezondheidstoestand der bevolking scheen
beter te zyn van choleragevallen, ook in het
Edische, werd in de laatste dagen niets meer
vernomen.
O o in o ii ci Nieuws.
Eene opzienwekkende vorkla-
ring, welke wellicht leiden kan tot ontdek
king van „Jack the Ripper," is dezer dagen
tegenover de veiligheidscommissie van Whi-
techapel door eene vrouw afgelegd.
Do vrouw deelde medo dat zy omstreeks
2 jaren geleden in genoemde wyk eene kamer
verhuurde aan een jonkman, die geen werk
scheen te hebben, hoewel hp steeds volop
geld bezat. Het heette dat hp dit ontving
van zpn vader en van zyn broeder, die dokter
was. Hy had veel kleoderen, revolvers, ge
weren en andere „vreemde gereedschappen".
Gewoonlpk ging hy 's avonds om 5 uren uit
en dikwyis nadat bp laat in den nacht thuis
gekomen was, bemerkte de vrouw dat zich
bloedvlekken op zyne kleederen bevonden.
Eens was hp thuis gekomen met verschei
dene stukken lever, die bp, naar hy zeide,
van een vriend aan boord eener veeboot had
gekregen. Zy zag dat hp de lever in eene
courant pakte en aan de veiligheidscommissie
verzond. Andere stukkon pakte hy in brief
omslagen, die hp aan een paar nieuwsagent
schappen en aan de politie adresseerde, doch
vergat weg te zenden. Hp had een groot
aantal koperen trouwringen en bracht op
zekeren keer een met bloed bevlekten, witten
boezelaar thuis, welken hp aan de vrouw gaf om
te wasschen. Na den laatsten moord in Whi-
techapel verdween hp voorgoed. Een paar
pantoffels, verscheidene tasschen en eene
lange overjas, alle, volgens de vrouw, met
bloed bevlekt, liet hy achter.
De vrouw scheen zeer zenuwachtig; zy
had het geheim niet eer durven vertellen,
omdat zy gevreesd had in moeilykheden te
geraken. Ze was overtuigd dat de man, die
bp haar gewoond had, de echte „Jack the
Ripper" was, de moordenaar van Whitechapel.
In te Berlpn versehpnende bladen
wordt uit Konstantinopel gemeld dat de
Armeniërs en Drusen te Selencia in Syrië de
kazerne in de lucht hebben doen springen,
waarby 40 Turksche soldaten gedood werden.
Tevens overviolen zy de oponbare gebouwen,
vermoordden den gouverneur, beroofden da
kas en bevrpddon uit de gevangenis de Drusen,
die wegens den opstand in Libanon gevangen
waren genomen.
Volgens te Berlpn ontvangen
berichten uit Praag zyn bp den arbeid aan
de groote brug over den Moldau gistervoor
middag door het instorten van metselwerk
veertig werklieden en soldaten en één officier
zwaar gewond.
Roman van E. W E R N E R.
100)
„Wp zijn op voet van oorlog", zeide Ulrich
kortaf, „dat is uitgemaakt."
Arthur hief het gelaat tot hem op, eerst
zoo bleek, doch thans door het gloeiend
avondrood beschenen, dat beide mannen in
een purporen gloed hulde.
„Moet er dan oorlog zyn tusschen ons?
Ik bedoel hiermede niet den tegenwoordige.!
strpd, welke vroeger of later zal beslecht
zpn; ik meen dien stillen, verbitterden kryg,
dien hardheid en dwang aan de ééne zpde
en wrok en haat aan den anderen kant ein
deloos aanhitsen en voortspinnen. Zoo is het
geweest gedurende al deze jaren en zoo zal
het ook verder zpn, als dwang alleen u het
hoofd doet buigen. Wy moeten vrede maken,
oer wy ons van beide zpden hierdoor ten
gronde richtennog is het tyd, nog is er
niets gebeurd, dat de breuk onherstelbaar
maaktbinnon weinige dagen is het misschien
te laat."
De stem van den jongen chef maakte,
ondanks al hare kalmte en bedaardheid, een
diepen indruk, en men kon het Hartman
aanzien, dat hp er niet ongevoolig onder
bleef. De drieste mynwerker, die, hoe meer
hp gewoon was zyne makkers te ovorheer-
schen, des te minder den kwetsonden hoog
moed of de kwaiyk verborgen vrees der meer
aanzienlyken kon verduren, zag zich hier
plotseling oene hem tot dusver ongekende
plaats aangewezen.
Hp wist uiterst goed dat Arthur met geen
zyner ondorhoorigen, misschien met geen
zpner beambten aldus zou gesproken hebben,
dat hp deze wijze van onderhandeling alleen
aan zyne porsoonlpkheid te danken had. De
chef sprak met hem als man tegen man over
eene zaak, waarvan beider wèl en wte af
hing, en hy zou waarschpnlpk ook de zege
behaald hebben, als hp niet juist Arthur
Berkow was geweest.
Ulrich had eene veel te ongebreidelde na
tuur, om iemand, dien hp met, zpne gansche
ziel haatte, gerechtigheid te doen weervaren.
„Dat vertrouwen hebben we wel afgeleerd",
zeide hy op bitteren, toon. „Onder het bestuur
van uw vader hebben we dit in de laatste
jaren zóó geheel verloren, dat er voor zpn
zoon niets is overgebleven. Ik geloof u, myn
heer Berkow, als ge zegt, dat uw aanbod
niet uit vrees geschiedt; van oen ander zou
ik het niet gelooven, maar van u wel! Maar
daar wo nu eens begonnen zpn met onszel-
ven recht te verschaffen, geloof ik dat we
beter doen met den stryd uit te stryden. De
een of de ander, één van beiden moet in
hot einde zpn zin krpgen."
„En uwe kameraden? Kunt gp dan al de
zorg, al het gebrek, al de ellende verant
woorden, welke dat „uitstrpden van den
stryd" met zich brengt?"
„Daar kan lk niets aan doenDat geschiedt
voor hen."
„Neen, het geschiedt niet voor hen", hor-
nam Arthur onverschrokken, „maar alleen
om aan de eerzucht van hun leider te vol
doen, die zich het opperbestuur zou willen
aanmatigen, om dan nog vrywat erger des
poot te worden, dan de gehate heoren en
meesters het ooit geweest zpn. Zoo gy nog
aan uwe zoogenaamde missie gelooft, Hart
man, mp kunt gp er niet moor mede om
den tuin leiden, sedert ik zie dat gp alles
afslaat, wat ik u aanbied, om den toestand
uwer kameraden te verbeteren, en dit om
een doel te bereiken, dat ik maar al te
goed doorgrond. Gp wilt mp en de be
ambten voortaan machteloos verklaren, ten
opzichte van besluiten en vorderingen, die
gy alleen zult voorschryvengp wilt u, zoo
dra gp in naam van eene u blindelings ge
hoorzamende menigte spreekt, al de rechten
van heer en mooster aanmatigen, en slechts
den naam en de plichten daarvan aan my
overlaten; ge wilt niet de erkenning van
uwe partp, maar de onderdrukking van de
andere. D a t is het, waarom ge alles op het
spel zet, maar ge zult het verliezen 1"
Het was stoute taal tegenover zu'k een
man en Ulrich kon zpne drift dan ook niet
langer beheerschen.
„Welzoo, mynheer Berkow, gp schijnt dan
alles wel heel nauwkeurig te weten. Gy hebt
volkomen gelpk. Het is ons niet alleen te
doen om wat meer loon, om een weinig
meer veiligheid onder in de mpnen. Dit moge
diengenen voldoen, die zich voor vrouw en
kinderen aftobben en hun leven lang niet
verder komen; de moedigen en sterken onder
ons verlangen meer. De teugels willen wp
in handen hebben; geëerbiedigd willen wo
worden als uws gelpken. Dat zal misschien
een hard golag zpn voor al die eigenmach
tige heeren, maar thans is het eindeiyk ook'
onze beurt!"
Vervolg ommezijde.)