N$. 9389. Maandag 29 September A*. 1890. <§eze (Qmirant wordt dagelijks, mei uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. l)it nommer bestaat uit YIEK Bladen. Kikeriki. Leiden, 27 September. Femlleton. GLÜCK AUF! FEU8 DEZER COURANT; Ybot Lei dar. per S id winden1.10. Ftbboo per poet.1.40. JLfaonderHjke Nommen.6.00. PRIJ8 DER AD VERTEN TIEN: Ven 1—0 regele 1.05. Iedere regel meor/O.lTfc Orootere lettere neer pleatereinate. Voor hot 1b leren buiten de eted wordt 0.10 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit nommer verzonden No. 1 van Kiktriki. dit dc ÉMaatsbegroolIng voor 1891. Departement van Oorlog. Meer 582,695, waarvan onder de gewone uitga .en omstreeks 100,000 ter uitvoering van do wet tot verlenging van den militie- ilienstmd en ƒ76,000 voor pensioenen. De uitgebreide werkzaamheden aan het departement kunnen bezwaarlijk met het tegen woordige pereoneel wenden uitgevoerd. Daarom zal de indeeling dor afdeeliugen van het depar tement in bureaux worden opgeheven, ton ■o'nde over ruimer werkkrachten te kunnen beschikken. Aangezien de kapiteins, hoofden van bureaux, daardoor hunne toelage komen te verliezen, wordt eene andeie regeling hunner toelagen voorgesteld, waardoor de begrooting met 800 wordt verhoogd. Voor eene billijke verhoo ging van bezoldiging voor vorschoidene bur gerlijke ambtenaren is ƒ2000 uitgetrokken. Het traktemont voor een generaal-majoor, inspecteur van het militair onderwijs, in 1891 in functie te treden, is weer op de begrooting gebracht. Hem zal een kapitein worden toe gevoegd. Twee kolonels zullen in gewone tijden aan den chef van den generalen staf worden toegevoegd. Daartegenover staat dat voortaan geen hoofdofficier, doch een kapitein als directeur der militaire verkenningen zal optreden. Eene uitbreiding van het personeel der corp sen belieft o. a. voor de infanterie en vesting artillerie, do sergeant-majoors respectievelijk tot 36 en 4 in verband mot het in dienst houden van 7 lichtingen; voor liet 4de reg. vesting artillerie met 4 onderofficieren (ser geant-majoors), ten oinde op de kustbatterjjen to worden belast mot do hoofdleiding van den dienst der afstandmeting en voor eene uit breiding van personeel voor het remonte depot. Voor 1S91 wordt 21,000 meer aangevraagd op den post kampueren en manoeuvres. Het plan is om in dit jaar veldoefenmgon op groote schaal te doen houden door twoe divi sion en daaraan te doen deelnemen door de drie regimenten huzaren, elk van 4 eskadrons. Voor do topografische inrichting is 3200 meer geraamd, o. a. om aan hot tijdelijke pereoneel eenige uitbreiding te kunnen geven. Voorts wordt gerekend op de verdere uit breiding van het wapen der marechaussee tot de complete sterkte volgens de nieuwe formatie; op gelden voor de aanscha'fmg van 133 paarden voor het remonte-depot; 113,000 voor kanonnen op het fort Pampus100,000 voor uitrusting dier vuurmonden, zoomede die op de batterijen by Diemerdam en Durgerdam. De noodige vuurmonden van 15 en 10 cM. zullen gaandeweg worden aangemaakt en de minister van oorlog wenscht met kracht te voorzien in de behoefte aan uitrusting, projec tielen en buskruit voor die vuurmonden. Kort na het nemen der beslissing omtrent het in te voeren stelsel van snelvurondo ka nonnen, acht de minister het dringend noodig tot eene bestelling van een zeker aantal over te gaan. Voor aanschaffing van schietkatoen,ladingen voor torpedu's, en uitrusting en de reserve aan torpedomateriëel wordt 60,000 aange vraagd. Te Utrocht, Leiden, Arnhem en Amers foort zal door aanbouwing in de noodige berg ruimte voor munitie der bereden artillerie moeten worden voorzien, weshalve daarvoor de noodige gelden zijn uitgetrokken. Een bedrag is aangevraagd voor herstel lingen en verbeteringen aan de tot tijdelijk verbiyf van het corps genie troepen te Utrecht gebezigde loods op Damlust, aangezien voor eerst niet zal kunnen worden overgegaan tot den zeer wenschelyken bouw van eene nieuwe kazerne voor dit corps. De schietin- richting in het fort aan De Bildt zal worden voltooid door het maken van nog 2 schiet banen, voor de afstanden van 250 en 300 meter. Gelden worden gevraagd voor bestrating van den weg naar het schietterrein bjj Kat wijk en voor het bouwen van eene gymnas tiek- en schermzaa) achter het militair hos pitaal te L3iden. Met den bouw van eene kazerne te Assen wenscht de minister zuinigheidshalve niet aan te vangen vóór 1892. Er zijn slechts 40,000 aangevraagd om in het begin van 1891 de voor den bouw der kazerne noodige gronden aan te koopen en daaraan eenige voorbereidende werkzaamheden te verrichten. Tot voortzetting van den bouw eener ka zerne voor een regiment infanterio te Amers foort is 218,500 uitgetrokken. Op deze begrooting is minder aangevraagd voor den aanmaak van tenten en zyn geene gelden gevraagd voor de aanschaffing van kampdekens. Daarentegen zijn geldon uitge trokken voor aanschaffing van 300 stuks cavalerie-zadels. Departement van Koloniën. De bijdrage aan de koloniale geldmiddelen van de kolonie Suriname is voerloopig ge raamd op ƒ215,856.00. Onvoorziene uitgaven. Deze zijn, evenals voor 1890, wederom op ƒ60,000 geraamd. Wet op -dc middelen. Met het oog op da uitkomsten over 1890 en op de vermoedelijke vermeerdering van de belastbare opbrengst, kan de hoofdsom der grondbelasting voor 1891 geraamd wor den op ƒ11,150,000; de personeele belasting wordt begroot op ƒ10,500,000; het patent recht op ƒ3,350,000. Het aandeel van het Ryk in de opbrengst van de exploitatie der Staats spoorwegen is geraamd op 4,355,000. De inkomsten uit den arbeid der gevange nen zyn begroot op 157,700 tegen 171,100 voer 1890, de bijdragen voor pensioen van bur gerlijke ambLenaren ingevolge de nieuwe pen- «ioenwet en van de vóór 1 Juli 1846 in dienst getreden burgeriyko ambtenaren op 577,000. Aan den Raad dezer gemeente is het volgende adres gericht: „Geeft eerbiodig te kennen de ondergetee- kende 'Willem Frederik Verhey Van Wyk, induBtriëel alhier; dat hij met leedwezen gezien heeft dat op de gemeentebegroting voor 1891 alweder een post is uitgetrokken voor subsidie aan den Schouwburg; dat adressant niet behoort lot het grootste deel der ingezetenen dat om gemoeds- of andere bezwaren den Sehouwburg niet be zoekt, doch dat hy van tyd tot tyd de voor stellingen aldaar 'oywoont, en met genoegen kan constateeren dat het lokaal meestal dicht bezet is; dat adressant nimmer vernam dat Com missarissen van den Schouwburg pogingen hebben aangewend om door eene geringe verhooging der toegangsprijzen het aanvra gen en vorkrygon van eene gemeentelijke toelage ennoodig te maken; dat evenwel zulk eene verhooging stellig de kunst in het algemeen in onze gemeente zal ton goode komen, daar men hier in Lei den voor oen minimum van uitgaaf het beste verlangt wat op tooneel- en muziekgebied te krijgen is, waarvan het gevolg is dat dik- wyis het beste van den tweeden of derden rang bleek te zyn en het helaas meermalen ie voorgekomen dat hetgeen op kunstgebied door particulieren ondernomen werd, niet tot ontwikkeling komen kon en moest worden opgegeven dat adressant daarom met vrymoedigheid zich tot Uwe achtbare Vergadering wendt en met aandrang verzoekt de subsidie aan den Schouwburg niet te verleenen." Naar aanleiding van dit verzoek deelen B. en We. den Raad mede dat de inhoud van bedoeld adres hun geene aanleiding geeft om den op de ontwerp-begrooting wederom uit getrokken post van ƒ1500 voor toelage aan de eigenaars van den Schouwburg, van do begrooting te schrappen. Nu sedert tal van jaren door den Raad steeds met overgroote meerderheid van stem men is besloten genoemde toelage te ver leenen, vertrouwen zy dat ook by de vast stelling vaD de begrooting voor 1891 dezelfde subsidie wederom zal worden toegestaan. Op de Staatsbegrooting voor bet volgende jaar is voor de herstelling der Hooglandsche kerk te Leiden wederom eou subsidie uitge trokken, d. i. het vierde sedert met de restau ratie begonnen is. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar den Congo Staat, door middel van hot stoomschip „Afrikaan", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven enz. uiteriyk Dinsdag ochtend om 7.55 bezorgd zyn. De wüze van verzending behoort duidelyk. op het adres vermeld te worden. In den ouderdom van ruim 77 jaren ie te 's-Hage overleden jbr. mr. D. F. Van Alphen, oud substituut-griffler van de voor malige rechtbank te Leiden. Het voornemen bestaat om het corps machinisten b j de zeemacht in 1891 uit te breiden met 1 officier-machinist 1ste en 3 officieren-machinist 2de kl., zoowel in het belang van het corps machinisten der marine, als ter voorziening in de toenemende behoefte aan officieren-machinist voor den torpedo- dienst. Namens den Koning heeft do minister van binnenlandsche zaken gunstig beschikt op het tweede adres van den gemeenteraad van Zype (N. H.), houdende verzoek om vrystelling van de verplichting tot het heffen van school geld. Voor zoover de „N.R. C." weet, is dit da eerste gemeente, die deze ontheffing beeft gekregen. Roman van E. WERNER. 75, „Hebt ge gewandeld, mejuffrouw Mólanie, en zut ge vorweg geweest?" „Och neen, niet ver! Papa heeft my ver boden, groote wandelingen te doenhij wil bovendien niet gaarne hebben dat ik tegen woordig alleen uitga. Laat het zich waariyk zóó govaarlyk met onze mijnwerkers aanzien, mfinheer Wilberg?" „Gevaarlijk? Hoe meent ge dat?" vroeg Wil berg dipomatiscli. „Dat weet ik eigenlijk niet, maar papa is soms zóó ernstig en afgetrokken, dat ik er my angstig over maak; ook heeft hg er al van gesproken dat mama en ik maar zoolang in de stad zouden gaan logeeren." De jonkman trok zija gelaat in eene droef geestige plooi. „We beleven ernstige, hoogst ernstige ty- den, jufficmw Mélanie! Ik kan het uw vader niet ten kwade duiden, dat hy zyne vrouw en dochter in veiligheid wil brengen, als wjj, mannen, moeten Strijden en p al staan tot den laatsten man." Het jonge meisje ontstelde. „Tot den laatsten man Om 's Hemels wil, myn arme papa!" „Nu, nu, ik meende dit maar in ovordrach- telgken zin", stelde Wilberg haar gerust. „Van persoonlyk gevaar is geen sprake, en mocht hot onverhoopt hiertoe komen, dan is uw vader door zyne jaren, door zyne plichten als man en vader hiervan uitgesloten. Dan moeten wy, jongeren, in de bres springen!" „Gy ook?" vroeg Mólanie met een eenigs- zins wantrouwenden blik. „Zeker, juffrouw Mólanie, ik voorop!" En Wilberg legde de hand plechtig op de borst, om zyne betuiging des te meer kracht bij te zetten, toen hij yiings achteruit en zoover mogeiyk zijwaarts week, waar Mólanie hem niet minder gezwind volgde. Dicht achter hen stond de reusachtige ge stalte van Hartman, die de brug ongemerkt was overgekomen en nu een minachtenden glimlach niet kon weerhouden, toen hij den schrik der beide jongelieden zag. „Ge behoeft niot zoo bang te z\in, myn heer Wilberg",' zeid9 hy kalm; „ik zal u geen kwaad doen." De jonge beambte scheen nu toch te be- grypen dat hij zich bospoftelyk aanstelde met aldus achteruit to wyken, on dat hy boven dien als geleider en bescherinor eener jonge dame wel verplicht was eene andere hou ding aan te nemen. Hij raapte dus al zyn moed byeen, plaatste zich vlak voor de niot minder angstige Mólanie en antwoordde vrij kordaat „Ik zou het ook nooit van u veronder stellen, Hartman, dat ge ons hier op den publieken weg zoudt aanvallen." „De heeren beambten schynen toch zoo iets te denken", spotte Ulrieh. „Z9 loopen allen weg, zoo haid zo kunnen, zoodra ik my maar laat zi6.n, alsof ik een slruikroover ben. Alleen mynheer Berkow maakt eene uitzondering en Hartman's slem klonk weer dof en mokkend, als kostte hot hem moeite dien gehaten naam uit te spreken „hij alleen durft my het hoofd bieden, al heb ik al de bergwerkers achter my." „Mynheer en mevrouw Berkow zijn ook do eenigon uit den geheelon omtrek, die niets vermoeden.hernam Wilberg zeer onvoor zichtig. „Die wat niet vermoeden?" vroeg Ulricb, terwyl hy hom een somberen en vorsabenden blik toewierp. Hetzy de jonge beambte zich btleidigd gevoelde door den onmeedoogenden spot. waarvan hij en zjjns collega's de voorwerpen waren geweest, hetzu hy het noodzakelijk achtte aan Mclanie zyn helfdhaftigen aard te toonen, hy kreeg althans plolselir.g een aanval van moed, waardoor vreesachtige na turen niet zelden tot het uiterste worden ge dreven, en antwoordde scbielyk: „Neen, Hartman, we loopen niet weg, om dat gü het werkvolk opruit en alle toenade ring tusschen beide partyen onmogelyk maakt, daarom niet! Maar wy gaan u uit den weg, omdat.hier liet hy zijne stem dalen, zoo dat het jonge meisje zijne woorden niet ver staan kon, „omdat de touwon gebroken zyn, toen gij verleden met den ouden heer Berkow uit den put kwaamt als gy hel dan vol strekt weten wilt, waarom ieder u ontwykt." Dit gezegde was zeer driest en onbezonnen, in het byzonder voor oen man als Wilberg; en hy bad dan ook inderdaad de uitwerking hiervan niet voorzien. Ulrieh hief zich trillende op met een ge- smoorden kreet van woede, maar op hetzelfde oogenblik werd zyn gelaat doodsbleek. De dreigend gebalde vuist zonk nedc-r en klemde zich krampachtig om do ijzeren leuning van da brug. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1