N°. 9375,
Vrijdag US ésseptemlbei*.
A0, 1390.
<§sze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 11 September.
Feuilleton.
GLÜCK AUF!
PRIJS DEZER COURAUT:
Voor Lolden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommere0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer0.17\.
Grootere lottere naar plaatsruimte. Voor het Ln-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
De heer J. H. Donner Jr., theologisch
student alhier, hoopt a. s. Zondag, des morgens
te tien uren, op te treden in de Ned.-Ger.
kerk te Koudekerk.
De groothertog van Saksen, vergezeld
van zijne dochter en gevolg, bracht gisteren
een bezoek aan Leiden, van waar ky des
avonds om 6 u. 40 m. in de residentie terug
keerde.
De veelbesproken kerkelijke stemming
te Leimuiden van 3 September das vorigen
jaars, toen aan den aftredenden diaken C.
Van Poelgeest valschelyk eene meerderheid
werd bezorgd, en welke stemming door het
vasthouden van bedoelden diaken achtereen
volgens door het classicaal bestuur van Leiden,
het provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland
en eindelijk door de Synode vernietigd is
moeten worden, heeft men op 9 September
van dit jaar, nadat de laatste middelen om
die te verschuiven, uitgeput waren, opnieuw
kunnen houden.
36 lidmaten namen daaraan deel, met het
gevolg dat tot ouderling gekozen is de heer
H. C. De Rijk, ook reeds op 3 December des
vorigen jaars gekozen, en tot diaken de heer
L. De Rijk, beiden met 33 stemmen.
De diaken C. Van Poelgeest, die dus thans
de administratie van zijn ruim 20-jarig beheer
der armengelden aan andere handen zal'moe-
ten overgeven, verkreeg slecht 2 st. (AT. R. C
De Staatscourant van heden bevat een
besluit van 9 dezer, waarbij wordt bepaald
dat de tegenwoordige zitting der Staten-
Genoraal zal worden gesloten op Zaterdag,
13 dezer, des namiddags te 3 uren. De minis
ter van binnenlandsche zaken is gemachtigd
zich op dat tijdstip naar de vergadering der
Staten-Generaal te begeven, ten einde in eene
vereenigde zitting der beide Kamers, de zit
ting in '8 Konings naam te sluiten.
Morgen, Vrijdag, zal te 's-Hage aan
komen een detachement, sterk 1 officier en
26 onderofficieren en minderen, van het tweede
regiment huzaren, onder bevel van den eersten
luitenant J. Staats Boonen, om dienst te doen
bij de sluiting en opening van de zittingen
der Staten-Generaal. Het detachement keert
den lSden September naar zijne garnizoens
plaats, 's-Hertogenbosch, terug.
De audiéntie van den minister van binnenl.
zaken zal 13 dezer niet plaats hebben.
De Koningin is voornemens om, ook in
gezelschap van prinses Wilhelmina, een bezoek
te brengen aan Rotterdam. In verband bier
mede zijn bij het gemeentebestuur reeds in-
lichtingen ingewonnen, of de merkwaardig
heden der stad in één dag waren te bezich
tigen. Ook hielden de leden der manége reeds
eene vergadering tot het nemen van maat
regelen voor het vormen van eene eerewacht.
Aldus luidde het eerste bericht, doch spoedig
werd daarop het volgende bekend
Nader kan worden medegedeeld dat van
wege het dagelijksch bestuur zelf de beide
vorstelijke personen eene officiéele uitnoodigirg
tot dit bezoek hadden ontvangen, doch dat
gistermiddag, namens de Koningin, b(j den
burgemeester een telegram is gekomen, waarbij
voor deze uitnoodiging wordt bedankt. Als
reden daarvoor moet gebrek aan tijd zijn op
gegeven.
De Raad der gemeente Katwijk herbe
noemde tot wethouder den heer C. Wassenaar.
De rekening der gemeente werd vastgesteld
in ontvangst op f 59,802 en in uitgaaf op
f 59,155, batig saldo f 647.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Noord-Holland zijn tot de evangeliebediening
in de Ned.-Herv. kerk toegelaten de heeren
J. C. Klomp en F. Hacquebord, candidaten
te Utrecht.
Door het prov. kerkbestuur van Utrecht
de heeren A. Yan Geest, theol. docts. te
Monster, en J. D. Bierens De Haan, theol.
docts.
Door het provinciaal kerkbestuur van Fries-
land de heer M. W. Snoep, alsmede de heer
G. H. Wagenaar, van Heerenveen, candidaat
in de godgeleerdheid aan de universiteit te
Leiden.
Hedenmorgen te kwart voor tienen kwam
de extra trein van het Loo naar 's-Hage met
de Koningin en de Prinses te Utrecht voorbij.
Eene grootejmenigte juichte de booge reizigsters
toe, die op het balkon van den salonwagen
kwamen en minzaam groetten. Na het ver
wisselen van de locomotief, vertrok de trein
naar de residentie.
Lang vóór dat het tijdstip was aangebroken,
waarop naar het vastgestelde plan de Koningin
en prinses Wilhelmina aldaar zouden aan
komen, had zich eene belangstellende menigte
om en bij het Rijnspoorstation geschaard,
hare komst verbeidende.
Langs de voornaamste wegen, welke naar
het station leiden, was de driekleur ontplooid
en aan het station zelf wapperde mede de
nationale vlag.
Ook op het perron van het station bevond
zich eene talrijke menigte ter weerszijden van
de Hofwacbtkamer.
Toen de koninklijke trein te 10 u. 43 min.
het station binnenreed, ging er een hartelijk
gejuich en hoezee onder het publiek op. H. M.
stond op dat oogenblik met de Prinses op
het voorbalkon van den salonwagen.
De eerste, die H. M. te gemoet ging, was
de groothertog van Saksen-Weimar, die H. M.,
zjjne schoonzuster, en de Prinses met een
hartelyken kus verwelkomde, evenals des
groothortogs dochter, H. K. H. de hertogin
van Mecklenburg, hare verwanten omhelsde.
Ter begrooting van de vorstelijke personen
waren voorts aan het station vele hooge per
sonages tegenwoordig.
H.M. droeg een donkerblauw zijden kleed
met een crëme-kleurigen visite, en de Prinses
was door een witten peluchen overmantel tegen
het frissche weder beveiligd.
Beide vorstelijke personen zagen er zeer
welvarend uit.
Na eene korte begroeting in de wacht
kamer met de autoriteiten, begaf de Koningin
met de Prinses zich in het gereed staande
open rijtuig.
Op het buitenplein vond H. M. eene depu
tatie van de Nationale Vereeniging, met ba
nier, geschaard, en toen de Koninklijke koets
wegreed langs de dichte rijen, weerklonken
luide en herbaalde hoezee's.
H. M. groette vriendelijk de vertegenwoor-
digers der Nationale Vereeniging.
Ee grootheitog en zijne dochter volgden op
het rijtuig van H. M.
Dadelijk na aankomst maakten de Koningin
met de Prinse3, gevolgd door baronesse Van
Ittersum en miss Saxton Winter, de gouver
nante der Prinses, een rijtoer door de Jacoba-
laan en de laan van Nieuw Oosteinde naar
Voorburg, in welk dorp van schier elke wo
ning de nationale kleuren wapperden, terwijl
de bevolking de vorstelijke bezoeksters op de
meest hartelijke wjjze toejuichte.
Over de Hoornbrug en den Rjjswijkschen
weg werd naar de residentie teruggek3erd,
waarna H. M. en de Prinses met de dames
van het gevolg een langdurig bozoek brachten
aan het paleis van kroonprinses Wilhel
mina, op den Kneuterdijk, hoek Heulstraat,
en daar eenige zalen bezichtigden, zoomede
eene daar aanwezige collectie fraaie aquarellen,
waarvan eerlang op verlangen van H. M.
eenige naar het Loo zullen worden over
gebracht. Ongeveer kwart voor twaalven
kwamen de hooge bezoeksters voor het paleis
in het Noordeinde. Eene zeer talrijke menigte
verdrong zich daar en juichte H. M. en de
Prinses hartelijk toe. De Prinses beantwoordde
die blijken van genegenheid door een vrien
delijk wuiven met haren zakdoek.
Aan den ingang van het paleis werden H.
M. en de Prinses ontvangen door den hof
maarschalk, baron De Constant Rebecqne,
wien H. M. minzaam de hand drukte.
Na het dejeuner in het paleis, gedurende
hetwelk de Koninklijke Militaire Kapel zich
op het voorhof deed hooren, verschenen de
Koningin en de Prinses tot tweemaal voor
het balkonvenster en werden levendig toege
juicht door eene groote menigte.
In een open rijtuig a la Daumont reden
zij vervolgens naar Scheveningen, brachten
er eon afscheidsbezoek aan den groothertog
van Saksen-Weimar en reden toen n3ar het
Rijnspoorstation, om te 3 u. 45 min. te ver
trekken.
O veral heerschte veel geestdrift.
Uit Luxemburg wordt aan de „Frank
furter Zeitung" gemeld dat de minister
Eyschen vertoeft op het slot Hohenburg, de
verblijfplaats van hertog Adolf van Nassau.
Men brengt dit bezoek in verband met minder
gunstige berichten, welke daar over don toe
stand van den Koning-Groothertog uit Den
Haag ontvangen zouden zijn.
Volgens inlichtingen van het „Hbl." be
staat voor dergelijke geruchten niet de minste
grond, daar in den toestand des Konings niet
do minste ongunstige verandering is gekomen.
Het stoomschip „Merapi", van Rotter
dam naar Batavia, vertrok 11 Sept. van
Suezde „Werkendam", van Nieuw-York naar
Amsterdam, passeerde 10 Sept. Prawlepointde
„Edam", van de Plata rivier naar Rotterdam,
vertrok 10 Sept. van Boulogne sur-Merde
„Sumatra" vertrok 10 Sept. van Batavia naar
Amsterdam; de „Both" arriveerde 10 Sept.
van Amsterdam te Bataviade „Burgemeester
Den Tex", van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 10 Sept. te Genua; de „Prins van
Oranje", van Amsterdam naar Batavia, pas
seerde 10 Sept. Perim; de „Borneo", van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 11 Sept.
Dungeness.
Bij koninklijk besluit is benoemd tot
substituut-griffier by de arrondissemer.ts recht
bank te Rotterdam mr. J. F. Van der Lek de
Clercq, thans rechter-plaatsvervanger in de
arrondissements-rechtbank, advocaat en ge
meentesecretaris te Zieriksee; tot substituut
officier by de arrondissements rechtbank te
Haarlem mr. J. P. Van Outeren, thans sub
stituut-officier van justitie by de arrondisse
ments-rechtbank te Leeuwarden.
Roman van E, W E R N E R.
46,
„Wys my", besloot de heer Berkow, „een
tweeden vader, die zooveel voor zyn zoon
heeft gedaan als ik!"
Gedurende deze geheele ontboezeming had
Arthur zwygend uit het venster gezien; nu
richtte hy zich naar de deur.
„Ge hebt volkomen geiyk, papa; maar ik
zie, dat u thans zoowel de tyd als het ge
duld ontbreekt, om aan te hooren, wat ik
plan had u te zeggen. Na tafel dus!"
Hy ging heen, terwyl Berkow hem hoofd
schuddend nazag; zyn zoon kwam hem tegen
woordig soms zoo vreemd, zoo onbegrypelyk
voor. Intusschen scheen hy werkelyk haast
te hebbonschieiyk sloot hy zijne schryf-
tafel, nam zijn hoed en begaf zich naar de
spreekkamer met een trek op zyn gelaat,
welke den hier wachtenden beambten juist
niet veel goeds voorspelde.
Oadertusschen hadden de gezamenlyke berg
werkers zich in het mynhuis vereenigd, om
dien dag voor de tweede maal naar beneden 1
te dalenzy wachtten op den hoofdopzichter,
dje zich nog altyd niet liet zien.
Het waren mannen van iederen leeflyd
en ieder ambacht, zooals de werkzaamheden
in de mynen vereischten, terwyl ook al de
opzichters dezer afdeeling zich onder hen be
vonden; doch allen te zamen bewogen zich
slechts om één middelpunt, Ulrich Hartman,
die, met den eenen voet op de trap van den
mynput en de armen over elkander geslagen,
al sprak hy op het oogenblik niet, ontegen-
zeglyk de hoofdpersoon van de geheele groep
scheen te zyn.
Men kon niet onderstellen, dat hier gere
gelde onderhandelingen gevoerd werden; tyd
en plaat3 waren er te weinig toe geschikt;
maar zelfs by deze korte en toevallige ont
moeting schenen zaken besproken te zyn,
welke tegenwoordig by de mynwerkers aan
de orde van den dag waren.
„Ge kunt er op aan, Ulrich, op de andere
werken volgen ze ons voorbeeld niot!" zeide
de jonge mynwerker Lorentz, die naast Hart
man stond. „Ze vinden het nog wat te vroeg,
ze zyn nog niet met alles gereed, kortom:
ze hebben er geen zin in en willen eerst nog
wat da kat uit den boom zien."
Ulrich wierp het hoofd in den nek.
„Dat moeten zy weten! Dan gaan wy
5BSHS
alleen voor. Wy hobben geen tyd te ver
liezen
Sommigen onder het werkvolk gaven eenige
blyken van verbazing. „Alleen?" vroegen er
een paar. „Zonder onze kameraden?" voegden
een paar anderen er by, terwyl het meeren-
deel bezorgd uitriep: „Nu al?"
„Nu, zeg ik!" herhaalde Ulrich op gebie
denden toon, een uitdagenden blik in het
rond werpende. „Is er iemand onder u van
een ander gevoelen, dan kome hy er mede
voor den dag!"
Niet weinigen van de aanwezigen schenen
van een ander gevoelen te zyn, doch nie
mand waagde het, hom bepaald tegen te
spreken; alleen Lorentz merkte op aarze-
lendon toon aan
„Gy hebt immers zelf gezegd dat het beter
was, als al de mynwerkers in d9n geheelen
omtrek opeens het werk staakten?"
„Kan ik het helpen, als zy talmon en
talmen, tot ons eindelyk het geduld vergaat?"
vroeg de jonge opzichter driftig. „Willen zij
wachten, best; wy kunnen het niet, dat
weten ze ook wel. Maar zy willen ons de
kastanjes uit het vuur laten halen en eerst
zien hoe de onderneming ons bekomt. Echt
kameraadschappelykWelnu, we kunnen die
zaak ook best zonder hon klaren!"
„En gelooft go dus wezenlyk dat hy"
Lorentz wierp een blik in de richting, waar
hot landhuis van den chef lag „dat hy
toegeven zal?"
„Hy moet", antwoordde Ulrich vastberaden,
„of hy richt zichzelven ten gronde. Juist nu
zyn hem een paar ondernemingen mislukt;
daarby heeft hy in al de schulden van zyn
zoon moeten voorzien, en het nieuwe huis
in de stad zal hem ook wel om en by de
honderd duizend kostenals nu het werk in
de mynen bovendien een paar maandenlang
stilstaat, juist nu de groote contracten zyn
gesloten, is het uit met al zyn glan3 en
heerlijkheid. Twee jaren geleden had hy het
misschien nog uitgehouden, nu met meer.
We krygen alles gedaan, als we hem hier
mede dreigen."
„De Hemel geve, dat we nu ook werkelijk
iets gedaan krygen!" zuchtte een dor myn
werkers, een reeds bejaard man met bleeke
en uitgeteerde gelaatstrekken. „Het zou schrik-
kelyk zyn, als wy ons al die ellende tever
geefs op den hals haalden en wekonlang m6t
vrouw en kinderen honger leden en als alles
dan toch by het oude bleef. We moesten
liever wachten, totdat ook onze kameraden.
(Wordt vervolgd.)