goedkeuring, op groDd van de overweging: dat do belangen van het onderwijs mede brengen, dat aan de ouders vrijheid worde gelaten hunne kinderen althans tot hun vijf tiende jaar onderwijs te doen genieten. Op voorstel van burgemeester en wethou ders verving de Raad thans zijn besluit van 27 Mei jl. door een nieuw besluit, waarin de regel, dat na het afloopen van de hoogste klasse de school moet verlaten worden, wordt gehandhaafd, met toevoeging echter van de bepaling, dat, wanneer leerlingen nogmaals de hoogste klasse willen medemaken, dit zal kunnen geschieden zoolang daaruit geene noodzakelijkheid tot versterking van het onder wijzend personeel ontstaat. Iri tegenwoordigheid van het bestuur en -vele leden van „Pulchri Studio" werd heden ter algemeeno begraafplaats te's-Hage ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer J. P. Holswilder, den bekenden teekenaar. Eenige kransen en een palmtak dekten de kist. Bjj de groeve wijdde de voorzitter van „Pulchri", de schilder Mesdag, eenige harte- lijke woorden aan de nagedachtenis van den .iongen kunstenaar, die ook als vriend en mensch hoog werd gewaardeerd. De kolonel der infanterie bij het leger in O. Indiê, de heer H. C. A. Ruempol, had gisteren een onderhoud met den minister van oorlog. Hij is te 's-Gravenhago aan het „Hotel Paulez" afgestapt en men brengt, zegt liet „Vad.", zjjn verblijf te 's-Gravenhage in verband met zijne aanstaande benoeming tot gouverneur van Atjeh. Bij koninklijk besluit is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw de heer M. Duttenhofer, directeur generaal van de buskruitfabrieken Rottweil- ■Hamburg, thans geheim handelsraad teRott- weil in Wurtemberg. Het stoomschip „Bromo," van Batavia naar Rotterdam, vertrok 23 Aug. van Mar seille; de „Conrad," van Batavia naar Am sterdam, passeerde 22 Aug. Kaap Espichel; de „Drente," van Batavia naar Rotterdam, vertrok 23 Aug. van Aden; do „Werken dam" is 22 Aug. van Amsterdam te Nieuw- York aangekomen; do „Bantam" arriveerde 22 Aug. van Batavia te Greenockde „Voor waarts," van Marseille naar Hamburg, pas seerde 21 Aug. Kaap Rocca; do „Zeeland" is 21 Aug. van Rotterdam te Batavia aan gekomen; de „Zaandam," van de Plata-rivier naar Rotterdam, vertrok 22 Aug. van Bou- ■logne-sur-Mer. Bjj koninklijk besluit zijn bij het depar tement van waterstaat, handel en nijverheid, met ingang van 1 October 1890, bevorderd -tot commies, de adjunct-commiezen G. F. Berch Gravenhorst en G. G. Bachiene, en tot adjunct-commies do eerste klerk K. G. Mennes. Gemengd Nieu \v Van gisteren af moeten do honden, die zich buiten woningen of vaartuigen (geene openbare middelen van vervoer zijnde) in de gemeente Leiden bevinden en niet binnen een afgesloten erf aan een ketting liggen, opnieuw gedurende vier maanden van een muilkorf voorzien zijn. oefende. Eugénie was blijven staan en werd met eenige verwondering gewaar, dat de jonge man haar niet volgde; thans zette zij zich op een lagen stoel dicht bij de deur neder, terwijl ze een onderzoekenden blik op zijn gelaat wierp. Het nog versche litteeken was geheel onder het blonde krulhaar verborgen, en de wor.d, die wellicht voor ieder ander gevaarlijk had kunnen zijn, had zijn ijzersterk gestel niet in het minst geschokt, zooiat Eugénie tevergeefs nog eenige sporen van de doorgestane smart op zijne wezenstrekken zocht te ontdekken. Toch had hare eerste vraag hierop betrekking. „Zijt ge geheel hersteld? Veroorzaakt de wond u geene piln meer?" „Neen, mevrouw! 't Had ook niets te be duiden." Eugénie scheen den norschen toon, waarop dit antwoord gegeven werd, over het hoofd te zien en ging oven belangstellend voort: „Den volgenden dag had ik van den ge neesheer zeiven vernomen, dat alles zich goed liet aanzien, anders zouden we u natuurlijk meer van h- lp en dienst zijn geweest. De dokter verzekerde mij ook lator, telkens als hij u bezocht had, dat de wond niet gevaarlijk was, en ook de heer Wilberg, dien ik nog 's avonds laat naar u toezond, bracht mij geruststellende berichten mede." [Wordt vervolgd.) Maandag a. s. zal het vjjf en twin tig jaren geleden zijn dat J. Raaphorst als sigarenmaker in dienst trad bjj de firma B. Paddenburg alhier. De oefeningen van het „Leger des Heils" alhier in het lokaal aan de Van- der-Werfstraat, waarbij het gezang thans met het „bespelen" van pauk en trom vergezeld gaat, zijn gedurende de laatste avonden velen een doorn in het oog geweest, ten gevolge waarvan weder ongeregeldheden ontstonden, zelfs zóó, dat men in en buiten het gebouw handgemeen werd. Ten gevolge van het op treden der politie werden verdere wanorde lijkheden voorkomen. Sommige voorgangers van het Heilsleger moesten onder hare be scherming naar hunne woningen worden geleid. Gisteravond was de waarnemende bur gemeester, de wethouder mr. N. L. J. Van But- tingha IVichers, met den commissaris op het terrein aanwezig. Deze week werden in „Rhynzigt" genomen344 zwembaden door heeren en 23 door dames. De temperatuur van het water is 18° Cel3ius. Terwjjl de moeder naar de aard- appelenmarkt was, is aan de Havenkade he denochtend een 5-jarig meisje dochtertje, van zekeren Prins, wonende aan de Havenkade, spelende in het water gevallen. Het werd er uitgehaald door Arie Bon, die daartoe gekleed te water sprong. Het kind, dat bjjna zonder leven was, is door middel van de maatregelen voor dren kelingen door eenige menschen bijgebracht waarbij ook ijverig is meegewerkt door een agent van politie en een brugwachter. Later heeft dokter Braakenburg hulp verleend. Het kind is thans gelukkig tamelijk wel. In den afgeloopen nacht is een 27 jarige koetsier, wonende aan de Tulpstraat te 's-Hage, aan den Prinsessewal aldaar slipende te water geraakt. Eenigen tijd later heeft de politie zijn lyk opgehaald. Men schrijft ons heden uit Katwijk aan Zee: Gisteravond zijn hier aangekomen van de haringvisscherjjKW. 45, schipper "W. Van der Plas, reeder L. Parlevliet, met 375 kanljes en 15,000 stuks steurharing; deze schuit is de eerste, die van de 2de reis aan komt verder de KW. 8, schipper W. Haasnoot, reeder F. E. Meerburg, met 310 kantjes, en KW. 49, schipper J. Njjgh, van de Erven van D. D. Ouweband, met 295 kantjes. Het verhaal, dat dezer dagen in verschillende bladen de ronde deed en ook door ons vermeld werd, betreffende eene dienstbode uit Haarlem, die 35 gulden uit Parijs had ontvangen enz., blijkt, r.aar de „Haarl. Crt." thans mededeelt, grootendeels verzonnen geweest te zijn; verzonnen door die dienstbode zelve. Zij had wel 35 gulden uit Parjjs ontvangen, maar van iemand, daar gevestigd, dien z(j gaarne wilde volgen. Om hare ouders te mis leiden verdichtte zij het bedoelde verhaal; toen haar vader, de zaak niet vertrouwende, onderzoek deed, bleek het natuurlijk onjuist te zijn en het scheen alsof „men" het meisje door 6ene advertentie naar Parjjs had willen lokken. De justitie, onderzoek doende naar den steller dor advertentie, heeft thans de waarheid aan het licht gebracht. Men meldt uit Woerden, dd. 22 AugustusDe driedaagsche landbouwtentoon stelling behoort weder tot de geschiedenis, en ons stadje is weer tot zjjne vorige rust teruggekeerd. Over het geheel genomen kan de commissie met voldoening op haar werk terugzien. Liet het weder soms wel wat te wenschen over, een enkel buitje was al weer spoedig vergeten en had geen invloed op de goede stemming der feestvierenden. Vele vreemdelingen hebben Woerden bezocht en vooral op Woensdag, toen 's morgens het vee tentoongesteld was en 's middags de hard draverij werd gehouden. Het spreekt vanzelf, dat er, zooals overal en altijd, nu ook wel mopperaars waren over de bekroningeneen inzender van hoefbeslag o. a. weigerde gis teren zijn 2den pr(j3 in ontvangst te nemen, hetgeen de commissie echter koud liet. Er zijn buiten de vorige vermelde prijzen nog bestuursprjjzen uitgereikt aan K. Blan- kenstein, te Woerden, voor landbouwwerk tuigen en gereedschappen; aan D. Spoor, te Bodegrave, voor alsv.aan J. Van der Graaf, te Lekkerkerk, voor alsv.aan A. J. Blok, te Woerden, voor eene electriseermachine; aan P. Smit, te Woerden, voor boekbinders- werk; aan N. Ligtvoet, te Woerden, voor konijnen en groenten; aan J. VanMouweiik, te Woerden, voor schoenmakorswerk. De beoordeelaars van de zuivelproducten waren de heeren P. Goebel, te Bodegrave, M. Slingerland, te Stolwjjkersluis, W. Van der Togt en D. De Vos, beiden te Harmeien. Die voor vee de heeren Van Capellen, te Capelle a/d. IJ8el, Kastelein, te Maarsen, cn Rjjnsbur- ger, te Koudekerk. Die voor paarden de heeren Van Esveld, te Utrecht, Van Reekum, te Deyl, en Van T.ffelen, te Tricht. Gisteravond werd ten slotte van gemeente wege op het exercitieveld een fraai vuurwerk afgestoken, geleverd door den heer Loeff, te Alfen a/d. Rijn. Het terrein was verlicht door „IJ"-!icht van het technisch bureau De Voogt te A-nsterdam, hetgeen door de in het rond staande zware opgaande boomen op het terrein een schilderachtig effect maakte. Honderden waren dan ook toegestroomd om het te aan schouwen. Met het oog op het dreigende weder werd met het vuurwerk te halftiên begonnen, in plaats van te 10 uren, zooals het plan was, en van achteren gezien bloek dit goed te zjjn, daar, toen het vuurwerk nog maar kort was afgeloopen, er weer eene flinke regenbui kwam. Sommige nummers hadden blijkbaar ook al van het weder ge leden en kwamen daardoor niet ten volle tot hun recht. Na afloop werden eenige koffiehuizen met muziek nogal weer druk bezocht. Er was in deze drie dagen geen gebrek aan muziek, daar alles wat zich koffiehuis noemde, zich muziek of een café-cbantant had aangeschaft. Een woord van lof komt ten slotte ook nog toe aan de muziekvereeniging „Cres cendo" alhier, welke de drie dagen onver moeid bezig was om alles, zoowel het ten toonstellingsterrein, als harddraverij, schoon- rjjden, prijsuitdeeling, vuurwerk, door muziek op te luistereD. TJit Rijnsburg. O tempora, o mores 1 Wjj l6ven immers in het laatst der 19de eeuw en nog wel in 't hartje van Holland? Ja, dat is zoo, maar als ik niet beter wist, zou ik denken dat we naar de Gelderscho of Drentsche hei waren verhuisd. Daar ter plaatse wordt men in den tegenwoordigen tijd nog wel eens vergast op verhaaltjes, zooals er op 't oogenblik hier een in omloop is. Verbeeld u, waarde lezer! dat onze geheele gemeente den mond vol heeft van een betooverd kind t „Ge vergist u, schrijverI" zult ge zeggen. ,,'t Moet een betooverend kind zjjn. Een kind zóó lief, zóó aanvallig, zóc- engelachtig schoon, dat het het hart der moeder van vreugde doet kloppen en zelfs den meest nurkschen kinderhater een lach van de lippen dwingt." Neen, ik vergis mjj niet. 't Kind in quaestie mist nu ten eenenmale alle eigenschappen, waardoor het op den naam van aanvallig kan aanspraak maken, 't Is een ondenkbaar mager wichtje van omstreeks 5 maanden, dat voortdurend een klagend geluid Iaat hooren en als het spreken kon, het huis zou vervullen met geklag, geween en vee! gekerm. In één woord een lijdend kind, waar de ouders ontzettend mee sukkelen. Ten einde raad gaat de moeder, vergezeld van de groot moeder, naar het academisch ziekenhuis te Leiden om voor haar zieke wicht genees kundige hulp in te roepen. Als naar gewoonte moet zij eerst eenige minuten wachten en tracht in dien tusschentvJd al loopende en sussende het kind tot bedaren te brengen. Eene andere vrouw, daar eveneens wachtende, krijgt medelijden met de moeder en vraagt, of zjj het kermende wicht even wil vast houden, hetgeen wordt toegestaan. Nadat de geneesheer zjjn advies heeft uit gebracht en geneesmiddelen heeft voorge schreven, verlaat het tweetal met het kind het ziekenhuis en loopt door Leidens straten. Laat nu, geleerde Heer, Professor of Doctor, wie gij geweest zflt, gerust uwe wjjsheid varen. Ge moogt de diagnose hebben gesteld, de therapie of hoe al die zaken heeten, ge moogt in tweestrijd gestaan hebben of de ziekte van acuten of chronischen aard is; ge hebt tevergeefs zooveel grein, scrupel of hooveel ge noodig achttet van dit of dat geneesmiddel voorgeschreven; 't helpt u alles niemendal! Ge zjjt er niet achter. De kunst loopt bjj den weg, zegt men, en dit was hier volkomen waar. Ons tweetal ontmoet namelijk op haar pad eene hoogere wijsheid in de gedaante van eene vrouw. (Wij der.ken niet, dat het eene vroedvrouw was, dit zou al te letterlijk waar zjjn.) De belangstellende kijkt namelijk, nadat zij het magere wichtje gezien heeft, moeder en grootmoeder voolbsteekenond aan, zet een derzake kundig gezicht en constateert dat het kindje in optima forma betooverd is, welke betoovering nu is aangebracht door die zoo genaamd medelijdende vrouw in de wacht kamer van het academisch ziekenhuis, die het kind eenige oogenblikken voor de moeder vasthield. O, die slang! die feeks! Het tweetal komt thuis, geheel verslagen over den toestand van het zieke kind, maar ook verbolgen over zooveel slechtheid, als door die dienstaanbiedende vrouw in het ziekenhuis was aan den dag gelegd. Vrienden, familie en geburen worden er mee in kennis gesteld. Alles is in rep en roer. Men wendt zich zelfs tot een geestelijke. Niets helpt. Het hu's loopt vol van nieuwsgierigen en nu ont wikkelt zich eene reeks spook- of tooverver- tellingen, waar de schrijver van „de 1001 nacht" een klein kind bij is. Men hoort ver halen, dat u de haren ten berge rijzen. De een heeft met eigen oogen een heerlijk blozenden appel in eene afschuwelijke pad (paddik zegt men hier) zien veranderen. Een tweede vond kluiten turf, die onder het naar huis dragen in katten veranderden. Een derde heeft een varken gehad, dat om de drie dagen betooverd werd, door eene wan gunstige gebuur. Een vierde hield de wacht op snoepende vogels in het korenveld, zag eene tooverheks, die dicht bij hem (waarschijnlijk) tooverkruiden zocht, legde zjjn pistool op haar aan (want eene tooverheks mag men vrij doodschieten), doch wat denk je? Het wapen weigerde. De hok3 lachte hem dapper uit en verdween op onzichtbare wijze. Toen zij weg was, schoot h{j met hetzelfde pistool oen aantal mus- schen dood. Een vijfde heeft van zijne grootmoeder ge hoord (en die loog nooit) dat deze in hare jeugd eene vrouw gekend had, die mensch en dier betooverde, zichzelve in eene kat, eene koe, een kalf kon veranderen, in eene kar zonder wielen met twee bokken bespannen, door het luchtruim reed en door een sleutelgat kamer of kelder inkwam enz enz. Dat is nu alles goed en wel, maar wat te doen om de heks machtig te worden, die nu dit zwakke stumpertje betooverd heeft?Men belegt raad. Men wordt het niet eens, of men een vierkant, of een cirkel of iets anders voor de woning op den grond zal zetten. Noen, dat zal men niet doen. Maar wat dan wel? Ja, na ingewonnen raad-, zal de heks vanzelve binnenkomen als men maar sterk aan haar denkt. Men windt zich onder - tusschen meer en meer op. Men zal de heks de hersenen inslaan, doch bjj gebrek aan eene bijl, kan men zulks met de handen toch moei lijk uitvoeren. Knuppels heeft men echter in voorraad en daarmede zal men de dame ont vangen en, reken er op, zij zal 't niet van 't hooren zeggen hebben. De heks blieft echter maar niet te komen en aangezien men noch haren naam, noch hare woonplaats weet, gaat het niet aan haar, onder welk voorwendsel ook, te halen. Maar is het kind nu wel betooverd? Een eenvoudig middel geeft antwoord op deze vraag. „Snijd," zoo roept een ander pbilosoof der schreiende moeder toe, „sn(jd het kussentje open, waarop het kindje slaapt." En ja, waar lijk, het bewijs is overtuigend. "Wat vindt men Drie prachtige rozen, een touwtje met knoo- pen, daarin een stropje. Wat wil men meer? „Bewaar het!" „Neen, verbrand hetroept men. Dit laatste gebeurt. Maar nu moet ook die slang, die feeks, die hek3 komen en een laatste redmiddel wordt beproefd. Eene pikzwarte kip, geen koekoeksveer, geen zilverpel of geelkraag, neen eene pikzwarte, en li:fst eene gestolene wordt genomen en spring levend in een pot met kokend water gestopt. Tijdens het koken zal en moet de gezochte heks binnenkomen. De kip echter is nu al lang gaar, al is zij niet eetbaar. De gezochte heks is evenwel nog niet verschenen en laat zich steeds wachten, spijt alle pogingen, aan gewend tot hare ontvangst. Lezer! Denk niet dat ik u iets op de mouw gespeld heb. 't Geval heeft zich werkelijk voorgedaan en gedeeltelijk ben ik er oorgetuige van geweest, 't Getal dergenen, die zulke nonsens geloovon, is hier groot en wel zóó groot, dat ik van verbazing bovenstaande regels uit do pen liet vloeien. De correspondent. Thsrmometerstandgisteravond om 8 uren 16° C. 60 S0 Fahrenheithedenmorgen om 8 uren 16° C. 60S F.; 's middags 12 uren 19° C. 66.2C F.'s namiddags 4 aren 16° C. 00.8° F.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 2