jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (§on~ en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 29 Juli. Feuilleton. PRIJS DEZER COURANT: Toer Leiden per S meenden.f 1.10. Frenco per post.1.40. Alzonderlgke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Ten 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17|. Grootere lettere neer plaateruimte. Voor hot in- ceseeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend. N°. 9337. "Woensdag 30 Juli. A°. 1890. OiHeieel© Kennlegerlngen, De Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter algemeene kennis dat op heden aan den ontvanger der Directe Belastingen alhier is tor hand gesteld het kohier van het Patentrecht van wijk 8, executoir ver klaard den 24sten Juli en herinnert voorts de belang hebbenden aan hunne verplichting om hunnen aan slag op don bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 26 Juli 1890. DE KANTBR. In het gymnastieklokaal alhier werd gis teren door den heer Hoenkamp, hoofd eener openbare school te Utrecht, eene der confe renties gehouden, welke van regeeringswege gegeven worden in de maanden Juli en Augus tus van dit jaar. Na door den arrondissements schoolopziener, mr. J. F. Houwing, alhier, namens den districts-schoolopziener aan de ongeveer tachtig opgekomen onderwijzers en onderwijzeressen te zijn voorgesteld, begon de heer Hoenkamp te tien uren zijne belang wekkende voordracht, die, met een uur pauze, tot ver in den namiddag duurde. •J. Spreker ving aan met het bekende woord van Potgieter, dat er een tijd was, waarop ons kleine land op het gebied van kunst vele meesterstukken leverde. Twee eeuwen gele den en nog lang daarna waren de kunstvoort brengselen op elk gebied in Nederland be roemd en in het buitenland alom zeer gezocht; tegenwoordig echter niets daarvan. Toen voor ongeveer dertig jaren de wereld tentoonstellingen aan de orde kwamen, bleek het maar al te duidelijk, dat de meeste lan den van Europa op het gebied van kunst -•eene aanmerkelijke hoogte hebben bereikt. Nederland daarentegen gaf hiervan geen enkol blijk. Ja, de Nederlandsche gezant te Parijs betreurde het, dat er uit ons land gedurig kunstwerken, vervaardigd in de zeventiende en achttiende eeuw, derwaarts gaan en soms voor een gering bedrag koopers vinden. Een merkbare achteruitgang was dan ook in alle opzichten te bespeuren in het beoefenen van kunst. Men behoefde slechts te vergelijken de bouwwerken van vroeger en van thans, de schilderstukken, de behangsels, het glas werk, het porselein, enz. Dit alles getuigde van stiletand, neen van achteruitgang. Gelukkig is men dit in den allerlaatsten tijd gaan inzien en langzamerhand is hierin verbetering op te merken. Maar zal men verbeteren, dan is ook het teekenen een eerste vereischte. Welk schilder b. v. zal een kunstwerk ver vaardigen zonder daarbij goed te kunnen - teekenen en alle schilders van vroegeren of Stille wateren. Uit het Duitsch. „Veel valt er niet van te vertellen", ant woordde Klaas. „Ik was by Fred Van Spyker gij kent Fred toch, oom Andries?" „Ik ken niet ieder, neef Klaas", veront- schuldigde Fontein zich. „Vertel evenwel maar verder." Klaas achtte het echter zijn plicht door eene omvattende genealogie van het huis Van Spyker te gemoet te komen aan de onkunde van don oom, en zoo nam zijn verhaal een goed half uur in beslag. Na afloop van hot verhaal wist ik ten minste zooveel, dat de springbokken reeds !in de vlakte ten noorden van het Kapater- gebergte gezien waren, en dat men zich ook van deze zijde op een bezoek der gasten i diende voor te bereiden. „Denkt gjj dat zij dezen keer weer door de drakengang zullen komen, evenals voor zes jaren?' vroeg Piet Puthoorn, die tot 1 dusver gezwegen had. „Welzeker, neef Piet, waar zouden zij anders een weg kunnen vinden?" lateren tijd waren tevens uitmuntende teeke naars. Wat is nu teekenen Teekenen is de kunst om op een plat vlak alles te kunnen afbeelden, wat bestaat. Het omvat: le. Het maken van vlakversieringen zonder relief, zooals Grieksche randen, bladvormen enz. 2e. Het reliefteekenen, zooals kapiteelen met gestijliseerde bloemen enz. 3e. Het projectieteekenen met platten grond en opstand. Men dient b(j het tweede vooral ook reke ning te houden met licht en schaduw en ook met de kleur. Al wat men op bord, lei of papier afbeeldt, is men gewoon teekening te noemenzoodra men iets met verf op doek of hout afmaalt, heet men dat schilderij. Men kan toekenen le. Naar een model, dus iets, dat men ziet. 2e. Uit het geheugen, dus iets, dat men gezien heeft. 3e. Uit gevoelsuiting, dus iets, dat men nooit gezien heeft (compositie). 't Spreekt vanzelf dat de lagere school de plaats niet is om compositieteekenen te leeren alleen het model- en geheugenteekenen kunnen daar beoefend worden. Het doel der lagere school is dan ook niet om kunstenaars te vormenhet teekenen aldaar moet alleen en voornamelijk leiden tot acherping van het waarnemingsvermogen der leerlingen. Dan komt het teekenen niet alleen te pas bjj den schilder, den bouwmeester, den timmerman enz., maar ook kleermakers, smeden, banketbakkers, hoedenmakers, schoen makers, borduursters, naaisters, ja, wien al niet, dien het teekenen bi) de uitoefening van z(jn bedrijf ten goede kan komen. De spreker behandelde nu vervolgens een dertigtal hoofdpunten, welke de hoorders in druk voor zich kregen. Hij gaf hierbij vele nuttige wenken, waarschuwde zijne hoorders om toch vooral geen kind afgebeelde voor werpen te laten nateekenen, maar dit te laten doen naar de voorwerpen in natura. Hy weos hun op den tijd, aan dit vak te besteden, op het maken van niet te kleine teekeningen, op het laten verbeteren van fou ten door de leerlingen zeiven, op het gebruik van bord, lei, papier, teekenpen, kryt enz. Ook behoefde men niet angstvallig de geheele vlakversieringen eerst af te laten werken voor men aan het reliefteekenen begonby eenigs- zins gevorderde leerlingen kon men het tee kenen van voorwerpen uit de omgeving laten „Hm, als zy tegen den avond komen, kunnen zy ook van het poortje by het stille gat gebruik maken, oom Dirk." „De Hemel beware ons, neef Piet 1 Zy vin den den ingang in het poortje niet." „Komen de springbokken elk jaar, mynheer Van der Toerten?" vroeg ik. „Gelukkig niet, mynheer", antwoordde onze gastheer. „Alleen wanneer, zooals nu, de regen uitblyft, dryft de honger hen uit hunne eenzaamheid in het binnenland hierheen. Maar dan vermag kloof noch berg den stroom te stuiten, en waar zy komen, blyft op de velden niets dan de naakte grond achter." „Maar als men hen met honden en vuur wapenen te lyf ging?" vroeg ik. De beide ooms lachten, en zelfs de neven zetten, ondanks hun respect voor den vreem den mynheer, een spottend gezicht. „Beter in het gezicht uitgelachen dan achter den rug bespot neem ons dus niet kwa- lyk, mynheer", hernam oom Andries. „Men bemerkt dat mynheer nog geen springbokken- jaar beleefd heeft. Probeer het maar eens, u tegen zulk een stroom aan van tien, twaalf of wel twintig duizend springbokken te ver zetten. De honden worden als kurken door dan stroom voortgesleurd, en men moet wel een goed paard onder hot lyf hebben, zoo men afwisselen met de eene of andere min of meer ingewikkelde vlakversiering. Het aantal draad en blok-teekeningen moest ook niet te uitge breid wezenalleen die vormen moesten be handeld worden, welke aanleiding geven tot het teek6nen van eenvoudige voorwerpen om ons heen. Een twaalf- en twintigvlak kon men daarby gerust missen, want welk voor werp uit het dagelyksch leven heeft in een dezer twee lichamen zyn grondvorm? Na het behandelen van zyne dertig hoofd punten gaf de inleider gelegenheid tot debat, waarvan door eenige hoorders gebruik werd gemaakt. Zeer voldaan ging men huiswaarts. Aanstaanden Zaterdag, 2 Augustus, zal ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin door het geheele garnizoen om twaalf uren eene groote parade op het Schut tersveld alhier worden gehouden. By kon. besluit van 25 Juli is, met in gang van 1 Januari 1891, by het weduwen- en weezenfonds voor burgerlyke ambtenaren o. a. benoemd tot commissaris dr. P. Van Geer, hoogleeraar aan de universiteit alhier. Door den heer H. J. Bool, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en wet houder te Leiden, is aan het Ryks-Ethno- graphisch Museum alhier ten geschenke gege ven een dolk, afkomstig van Sumatra. De beschryving komt voor in de „Staatscourant" van 27/28 Juli. Den schenker is de dank der regeering betuigd. De eervol ontslagen ambtenaar ter secre tarie te Hazerswoude, de heer Oswald Van Eek, zal van 1 Augustus a. s. af als ambte naar ter secretarie alhier werkzaam zyn. Gistermiddag werd te Woerden de 15de jaarlyksche algemeens vergadering gehouden van aandeelhouders in de spoorwegmaat- schappy Leiden-Woerden. Aan het daarin uitgebracht verslag ontleenen wy het volgende: De constructierekening van den weg Leiden Woerden beliep met het einde des boekjaars (30 April jl.) 3,733,910, zynde 133,910 meer dan het maatschappelyk kapitaal, welk meerder bedrag door de Nederl. Rhynspoor- wegmaatschappy tegen de overeengekomen rentevergoeding is voorgeschoten. Uit de exploitatierekening bleek dat het aantal reizigers was vermeerderd met 3.686, de opbrengst daarvan, inclusief bagage, met 3223. Het goederenvervoer ging achteruit met 4591 ton en de opbrengst daarvan met ƒ1218. De vermeerdering van het aantal treinen bracht ook een hooger bedrag van exploitatiekosten mede, die 1677 meer be- 1 droegen dan het vorige boekjaar. Het batig niet omvergeworpen en weggespoeld wil worden." Ik wilde juist eene nieuwe vraag doen, toen Butenheem ongeduldig uitriep: „Maar waar is Antje vandaag, tante?" „Antje? Die zal wel in den tuin zyn, waarde neef," meende de tante, en waariyk, wy von den haar in den tuin aan het werk. Zy be goot de groenten, elke plant afzonderiyk, want het water was kostbaar. De eenigszins gebogen houding, welke zy by dit werk aan nam, verschafte my terstond den voordeelig- sten indruk van hare krachtige en toch slanke gestalte. Toen zy echter by het gedruisch onzer voetstappen zich oprichtte en ons het gezicht toekeerde, kon ik, sedert langen tyd den aanblik van ware schoonheid gemist hebbende, een uitroep van bewondering niet onderdrukken. Antje Van der Toerten was werkeiyk schoon, eene prachtige gestalte met sierlyke handen en voeten, met een ryken, prach- tigen haartooi en een langwerpig, frisch ge zicht met een glad, niet al te hoog voorhoofd, rechten neus, roode, eenigszins geopende lip pen, welke de onberispelykste tanden lieten zien, en langbewimperde, blauwe oogen, wier uitdrukking een kalm, maar toch ontvan- keiyk gemoed verried. saldo dezer rekening bedroeg ƒ51,969 en moet dus worden aangevuld met 83,070, om te komen tot het door de N. R.-S.-My. gewaarborgde bedrag van 135,040, welke bydrage derhalve weder door genoemde Maat- achappy renteloos moet worden voorgeschoten op rekening van toekomstige winsten. De netto opbrengst der exploitatierekening bedraagt nu 133,268, zoodat na eene plaats gehad hebbende voorloopige uitkeering van 3.50 per aandeel nog 5 per aandeel van 240 zal worden uitgekeerd. Tot directeur werd herkozen mr. H. Ames- hoff, die deze benoeming met het oog op het overgaan van den Rhynspoorweg aan den Staat onder voorbehoud aannam. De heer A. P. Zaalberg nam zyne herbenoeming als com missaris aan. Hedenmorgen om tien uren hield de gemeenteraad van Zoeterwoude wederom eene vergadering naar aanleiding der aanhangige plannen tot annexatie van een gedeelte dier gemeente by Leiden. In deze vergadering kwam nu ter tafel het aan de Gedeputeerde Staten in te dienen rapport, opgemaakt naar aanleiding van de veertien dagen geleden gevoerde discussien in de toen gehouden openbare raadsvergade ring, waarvan we dienzelfden dag bereids een overzicht gaven. Nadat 'het bedoelde tweeledig rapport, dat zich in de eerste plaats tegen de annexatie zelve verklaart en, mocht het niettemin tot annexatie komen, dan eene andere grens scheiding als wordt voorgesteld, in overwe ging geeft, was voorgelezen, werd het met algemeene stemmen goedgekeurd, waarna de vergadering werd gesloten. Vervolgens kwam de commissie uit de ingezetenen te zamen, die, evenals de ge meenteraad zelf, de bewuste plannen moet onderzoeken en daaromtrent rapport uitbrengen. Ingevolge de voorschriften der Gemeente wet, was de burgemeester ook van deze ver gadering voorzitter. Na de heeren verwelkomd te hebben, stelde hy hun de vraag of eene openbare dan wel eene geheime vergadering zou gehouden wor den tot bespreking der annexatie-voorstellen. Al de heeren waren het niet cons, want na eenige discussie werd met 8 tegen 3 stem men besloten dat de vergadering met gesloten deuren zou plaats hebben. Van wat deze elf uit de ingezetenen van Zoeterwoude gekozenen hier bespraken, kan dus geen verslag worden gegeven. De pers kon heengaan, maar ook de gewone raads- Vriendeiyke bedaardheid scheen haar ken merkendste karaktertrek, want noch by den aanblik van Butenheem, noch toen deze haar met myn naam en rang bekend maakte, gaf zy biyk van eenige verrassing, maar be paalde er zich toe, my vriendeiyk welkom te heeten en zette daarna haar werk voort. „Komt gy niet binnen, Antje?' vroeg de jonge Boer. „Waartoe dat, Aart? Gy ziet immers dat ik hier wat te doen heb?" „Maar men zou toch ook wel een paar woorden met u willen spreken." „Dat kunt gy altyd." „Hier, in de verschrikkelyke hitte?" „Weggas de hitte is het toch juist noodig, dat ik hier ben; dat zult gy, hoop ik, be grepen, Aart 1" „Welzeker, die stomme groente verdient meer zorg dan een van ons", merkte Buten heem bitter op. „Maar, myn hemel, wees toch niet boos, Aartgy blyft immers den geheelen dag hier Wy hebben nog tyd genoeg om te praten." „Neen, ik biyf niet den ganschen dag hier", zeide Aart. „Ik wil nog met mynheer het stille gat bezoeken." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1