1889 uit het corps officieren van adminis tratie bp de zeemacht afgevoerde officier van administratie 1ste klasse W. E. Muller, met 2 dezer weder in dat corps opgenomen. Benoemd by het personeel der militaire administratie tot eersten luit.-kwartierm. by het 6de rog. inf., de tweede luit.-kwartierm. J. Rutgers, van het corpsen de eerste lult.- kwartierm. H. C. M. Royen, van het 4de reg. inf., krachtens punt 4o. van art. 38 der wat van 28 Augustus 1851, op non-activi teit gesteld. De heer J. H. P. Yan Kerckhoff, arts, be noemd en aangesteld tot offic. van gez 2de kl. by het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Ned.-Indiö. Gemengd Nieuws, Twee vrouwen stonden heden morgen om halfelf op den Ouden Ryn, zoo als dat wel meer met vrouwen het geval is, met elkander te praten. De eene had een kinderwagen by zich, waarin gezeten waren een jongetje van vier en een meisje van twee jaren. De wagen stond los; dan liep het ge sprek beter. Een rukwind voerde hem mee en, voor de pratenden het kondon verhinderen, lag het voertuigje in het water. Zekere J. V., die zich gekleed te water begaf, redde achter eenvolgens het meisje en den jongen, daarna werd de wagen uit het water gehaald. De vrouwen, de éóne in het b'Jzonder, die beiden wel erg geschrikt zullen hebben, mogen don redders voor hunne pryzenswaardige wel willendheid wel altyd dankbaar blyven. Na de drukkende hitte van giste- rtn, ontlastte zich gisternamiddag boven onze gemeente en hare omstreken een hevig onwe der, dat geruimen tyd aanhield, later in den avond minder hevig terugkeerde en gepaard ging met groote duisternis en stortregens. De onweersslagen waren byzonder hard en niet ten onrechto vreesde men dat het onweder hier of daar zou inslaan. Werkeiyk is de bliksem dan ook ingeslagen en wel in de cyferkaraor van het gebouw der Sterrenwacht. Langs de telegraaflynen werd het hemelvuur er ingeleid, het ging over op eene gaspyp en zocht zyn uitweg zooals het gekomen was, langs de telegraafdraden. In het gebouw ondervond men een gewel digen schok, die allen, daarin aanwezig, met ontsteltenis vervulde. Ongelukken zy'n evenwel gelukkig niet te betreuren. Het moet do tweedo maal zun dat de bliksem nu in het gebouw is ingeslagen. Ook de aangrenzende woning van den hoog leeraar Van de Sande Bakhuyzen is het hemel vuur binnengekomen en wel, naar men ver moedt, door den schoorsteen. Eene glasruit werd by het uittreden van het vuur verbry- zeld. De stukken werden buiten de woning gevonden. In de Gevangenislaan werd een boom door den bliksem getroffen. De schors werd van boven tot onder, over eene gemiddelde breedte van vyf a zes centimeter, gespleten. de boot naar Engeland vertrok, dat de brief over zee kon worden vervoerd, dat by Ame- ïika bereikte, dat hy te Boston ontvangen werd. Zy dacht aan niets anders en sloeg schier geen acht op hetgeen rondom haar gebeurde. Eindeiyk moest haren brief zyne bestem ming hebben bereikt en nu begon zy de dagen te tellen, welke er verloopen moesten vóór zy antwoord ontvangen kon. Zy had alle termynen ruim genomen, in de hoop mis schien dat zy dan door een antwoord zou worden verrast vóór zy er op had gerekend. Maar de termynen verstreken en geen ant woord verscheen. Lisa raakte met zichzelve in tweestryd of zy nog langer wachten dan wel nog aals denzelfden brief schryven zou, daar misschien de eerste verloren was gegaan. Soms zelfs rees de gedachte in haar op om zelve de zee over te steken en Christian op te zoeken. Misschien had zy eindelyk daartoe besloten, welke hinderpalen zich ook mochten voor doen, want de toestand, waarin zy thans verkeerde, was onhoudbaar, toen er eindelyk, maanden nadat zy geschreven had, een brief uit Amerika kwam. Hy was niet door Christian geschreven. Een vreemde gaf haar bericht, dat hy acht dagen gt leden de laatste eer bewezen had aan Christian Maler, die ten zynen huize aan eene hartziekte was overleden. Weinige dagen vóór zyn dood had hy een brief ontvangen, welke hom zóó gelukkig maakte, dat hij plotseling meende te herstellen. Zyn herstel was slechts schynbaar en van korten duur In de Witte Rozenlaan moest een oude boom eveneens het onderspit delven voor het heerschonde weder. Te halfzeven woedde het vreeseiyk onweder ook te Zoeterwoude en ging vergezeld van eene windhoos, welke in de richting van het zuiden naar het noorden trok. By don landbouwer G. v. L. aldaar heeft deze boos belangryke schade toegebracht. Een zware populier is ontworteld en ligt op het pannendakeen top van een anderen popu lier ligt in de zakgoot. Do rieten daken van de twee hooibergen en de woning zyn belang- ryk beschadigd. Men vond in de nabyheld van deze woning takken liggen op een afstand van 100 M. van den boom, waarvan deze waren afgeslagen. In de richting van de windhoos vond men op den Weipoortschen weg boomen van takken beroofd. Aan den Ryndyk, even voorby „Ik leer nog", legde de windhoos een voer hooi behooriyk tegen den grond. Het was esn prachtig gezicht, de ontelbare kleine wolken in de lucht door elkander te zien draaien en dwarrelen. Deze namen mede datgene, waarmede zy in aanraking kwamen. In de Weipoort is ook nog aan eene schuur belangryke schade toegebracht by den land bouwer F. 8. Kortom, om in byzonderheden hier op te geven alle schade, welke deze windhoos heeft aangericht, is onmogelyk. Nog zy vermeld dat by eenige landbouwers in de Weipoort meer dan 100 te-veld-staando hooihoopen over het land en in de slooten geworpen werden. Te Wassenaar werden een paard van den heer C. Bos en een schaap van den heer B. Beyer»berg door den bliksem gedood. Te Aarlanderveen werden by het onweer twee boomen getroffen en een paard van den heer J. K. in de weide gedood, torwyl het veulen, dat zich in de nabyheid bevond, onge deerd bleef. Ten gevolge van de groote hitte heeft een daggelder aldaar, die aan der. hooibouw was, een zonnesteek gekregen. Het hevig onweder, dat ook boven Den Haag woedde, beeft er gelukkig geene ern stige onheilen teweeggebracht. Met uitzonde ring van het inslaan van den bliksem in een manufactuurwinkel aan de Boekhorststraat en het stukslaan van een tweetal schoor- steenen aan de Koningstraat, zyn geene ver dere ongevallen bekend. Gisteravond omstreeks negen uren kwam ook plotseling te Groningen een vry zwaar onweer op met veel regen, dat geruimen tyd aanhield. Door den bliksem werden op 'tNieuwe Kerkhof een boompje en een tak van een grooteren boom verbryzeld. Omstreeks zes uren ontlastte zich eveneens boven de gemeente Utrecht het hevig onweder. Het was daarby zoo donker, als by verge vorderde schemering. Een hevige wind en zware regenbuien vergezelden het onweder, dat niet lang aanhield. gewoeat. Hy was weder ingestort en van zyn voorgenomen terugkeer naar Europa was niets gekomen. Voor zyn sterven had hy willen schryven, maar zyne krachten hadden het hem niet meer veroorloofd. Aan den schry ver van den brief aan Lisa had hy op gedragen haar deze byzonderheden mede te deelen en haar vurig dank te zeggen voor hetgeen zy voor hem gedaan had. Op zyn verlangen was de brief, welke de schynbare beterschap by hem teweeggebracht had, in zyne doodkist gelegd en door niemand gelezen. Lisa Lermsen treurde niet. Met gelatenheid droeg zy het lot, dat haar had getroffen, zich troostende met de gedachte, dat zy den eenigen man, dien zy had bemind, gelukkig had gemaakt. Peter Olofson herhaalde zyn aanzoek, maar ontving hetzelfde antwoord; ook andere par tyen deden zich voor, maar Lisa Lermsen weigerde ze allen. Na den dood harer ouders kwam zy aan het hoofd der boerdery en leefde in het oog der wereld geheel voor het beheer der uitge strekte bezittingen, haar door haven vader nagelaten; maar in haar hart leefde zy voor hem, dien zy had liefgehad en wiens nage dachtenis geen oogenblik uit hare herinnering verdween. „Toch heeft zy ditmaal niet verkregen wat zy zich had voorgenomen", zeiden hare ge zellinnen. Maar Lisa was voor zichzelve be wust van het tegendeel. Zy had zich voor genomen Christian Anholm gelukkig te maken en zy had haar doel bereikt, al had zyn geluk ook slechts weinigo dagen geduurd. Nadat de lucht eenigen tyd helder was ge weest, volgde 's avonds omstreeks halfelf eene tweede nog heviger bui, evenals de eerste van het zuidwesten komende, die vry lang aanhield en ook gepaard ging met regen. In eene der weiden aan den Amsterdamschen straatweg werd een paard door den bliksem gedood. Overigens heeft men er van ongeluk ken in de stad niet vernomen. Te Goes is de bliksem ingeslagen in hit huis van de 80-jarige weduwe Quist, aan den Oost-Singel. Hy kwam den schoorsteen in en ging de deur weer uit. De aangerichte schade is gering. Te Arkel sloeg de bliksem in den schoor steen van het ryks-stoomgemaal aan den Arkelschen Dam en deed hem over eene groote lengte barsten. De schoorsteen was niet van een bliksemafleider voorzien. Een 21 jarige boerenknecht, F. K., die zich met een paard in een weiland onder de meente Vryenban bevond, werd door den blik sem getroffen. Man en paard werden gedood. Ook woedde een hevig onweder boven de gemeente Bokstel. Op drie plaatsen sloeg de bliksem in. Vooreerst in de telegraafdraden aan het station, doch daar de batteryen waren afgesloten, gelukkig zonder onheil te stichten. Verder in eene boerdery, waar veel schade aangericht werd, doch ook hier zonder brand te veroorzaken, en eindelyk in oen huis, toe- behoorende aan Thomas De Bie. Dit laatste brandde geheel uit. Huis en inboedel waren laag verzekerd. Het huis werd bewoond door de families De Jong en Van Brunschot. Gisteravond is ook over Londen een schrik barend onweder losgebarsten, gepaard met een ontzettenden regeuval. Men schryft ons uit Katwyk aan Zee, dd. 18 Juli: Gisteren is hier de tweede haringschuit aangekomen, de K.W. S4, schipper J. Den Hollander, van den reeder N. Haasnoot Nz. Zy bracht 140 kantjes volle en 90 kantjes maatjesharing aan. Doorziekte van een der matrozen moest ze aankomen. De K.W. 20, van den reeder W. Taat, is gisteren ter haringvisschery vertrokken. Nog eene schuit staat aan het strand, welke de volgende week zal afvarendan is de geheelo vloot in zee. Uit Lisse schryft men: De bloem- bollenoogst is afgeloopen, de bollen zyn in deze streken alle binnengehaald om ze voor de verzending te drogen. Het gewas is zeer goed, bebalvo de hiacinten, welke by het rooien tegenvielen. De handel in droge bollen is aangevangen het blykt dat er goede vraag is naar hiacin ten. De pryzen zyn dan ook iets hooger dan die van 't vorige jaar. De handel in tulpen gaat niet zoo vlot als de laatste jaren; de vraag is kleinsr en wegens den ruimen oogst worden er lager pryzen besteed. De handel in krokussen is zeer flauw. De leden van de te Haarlem gevestigde Vereeniging van Industriselcn deden gisteren hun jaarlyksch uitstapje, thans naar Leiden, Noordwyk, enz. In den tuin van den heer C. Van der Meer, bloemist te Noordwyk-Binnen, is een prachtig exemplaar van Lilium Gigantum (de reusachtige lelie) te zien. De hoogte van den stengel bedraagt 9 voet en de top prykt met 10 groote witte lelies. De middeliyn van don stengel, gemeten aan den voet, is meer dan 1 dM. (Haarl. Ort.) De sleepboot de .Havik" lag gis teren voor het Kurhaus te Scheveningen om waarnemingen te doen in verband met het spuien. De man, die verleden Vry dag- avond in eene byeenkomst van het leger des heils te Rotterdam eene vallende gaskroon op het hoofd kreeg, is aan de daarby bekomen wonden overleden. Het New Bath-Hotel te Rotter- dam heeft in veiling f 58,900 opgebracht. Omtrent de treurige geschie denis in de Lange Leidschedwarsstraat te Amsterdam wordt nog het volgende mee gedeeld Beide personen wonen, zooal3 we reeds vermeldden, op dezelfde trapMeyer heeft zyne kamer boven die van Thomas. De vrouw van laatstgenoemde verzocht aan Meyer haren man uit de herberg te willen halen, wyi hy daar een leven maakte van belang. Deze voldeed daaraan en wist hom met een zacht lyntje op zyne kamer te kry- gen. Daar begon Thomas te schreeuwen en te schelden op Meyer, dat het een aard had zyne vrouw, bevreesd voor de gevolgen, had inmiddels de deur gesloten. Voor Thomas was dit geen beletsel; hy trapte de deur in en kwam, Meyer uittartend, met de tang, op het portaal, waar deze hem als om zich te verdedigen de snede over den pols toebracht. De wonde blykt niet zoo ern stig te zyn als zich eerst liet aanzien. De firma Spakler Tetterode, by wie Meyer in dienst was, moet verklaard hebben, dat, indien zich de zaak zoo toegedragen had wat zy zou onderzooken Meyer weer op do fabriek kon tosgelaten worden. Toen Thomas gistermiddag, uit het gast huis terugkomende, zyne woning naderde, liep natuuriyk het geheels „Leidache buurt- kwartier" uit. Er kwamen zooveel menschen op de been, dat de hoofdinspecteur Hazenberg zyn buren met drang verzocht toch wat ruimte te willen maken, daar anders ket huiswaartskeeren van Thomas en diens fa milie ondoeniyk was. Geheel rustig was het des avonds daar ook niet. Toen Meyer op straat kwam, werd hy gevolgd door eenige vrouwen, die hem nariepen moordenaarmoordenaar 1 De politie hield echter een oog in 't zeil. (V. v. N.) Gistermiddag ontstond te Gouds waard, op 'a Lands Gors, brand in eene riet schelf, waardoor omstreeks 1500 bossen riet, toebehoorende aan Wartjens, te Hooge Zwa- luwe, verbrand zyn. Men meldt uit Nieuwediep, dd. 17 Juli: De Tesselsche blazerschipper J. A. Kooger, van de schuit T. X. 71, heeft heden in de Noordzee, l'/i myi van Kykduin, ge vonden en alhier aangebracht eene fiescb, waarin een briefje in het Engelsch en Duitsch geschreven, waarvan de vertaling luidt als volgt „De ondergeteekenden, passagiers aan boord ss. „Obdam," van Rotterdam, werpen deze llesch in den Oceaan. Men zou ons verplichten te melden of en wanneer deze flesch wordt gevonden. Aan den vinder wordt twee dollar belooning toegekend, door E. P. Birnbaum, 1426 Franklin av. 170 str. Nieuw-York." 't Briefje was onderteekend door T. W. Tri- schen Jr., Altun James Jaft Hatfield, E. P. Birnbaum, Von Kamecke en Ewd. v. Dönhoff. Naby eiland Wight, 2 April 1890. Uit den Bredaschen gemeenteraad: De voorzitter, de heer Van Aken„Ik open de vergadering. Ik heb dezen morgen bericht van den burgemeester ontvangen, dat hy wegens ziekelyke omstandigheden verhinderd is de vergadering by te wonen. En hier heb ik een briefje van den heer Guljé. Wil de secretaris dit even voorlezen?" De secretaris leest een briefje voor, waar uit blykt dat de heer Guljé verhinderd is ter vergadering te komen. De heer De Booy: „Uw keteD, mynheer de voorzitter!" De voorzitter: „Ja, ja! Die heb ik wel! Die zit hier in dit doosje en die zal ik om hangen zoodra er ruzie komt." (Hilariteit.) Volgens de „Midd. Ct." heeft het onderzoek van het lyk van mej. S. te Amster dam aangetoond, dat werkeiyk chronische zink- vergiftiging aanleiding tot den dood heeft gegeven. Do overledene gebruikte dagelyks warme melk uit eene tinnen kan. Te Kipper, by Hagen, niet ver van Aken, hield de dochter van een waard met een dertigjarigen boerenzoon uit de buurt eene liefdesbetrekking aan, welke door de ouders van het meisje niet goedgekeurd word. Daarover verbitterd, trad hy eerglsterochtei d de woning van den waard met een dubbel loopsgeweer binnen en schoot do ouders van het meisje, die in bed lagen, eenvoudig dood. Naar men verneemt, moet hy zeer bekrompen geestvermogens hebben en reeds eenigen tyd in een krankzinnigengesticht hebben door gebracht. Te Heivoort moet zich by eene vrouw een geval van slaapziekte hebben voorgedaan. Na 14 uren slapen3 is de vrouw zonder te ontwaken overleden. Volgens de laatste te Madrid ontvangen berichten, zyn in de provincie Valencia weder 15 cholera-gevallen voorge komen, waarvan 12 met doodelyken afloop. Volgens een bericht uit Belgrado aan de „XIXme Siècle" lyit Milan van Servië aan grootheidswaanzin. Hy noemt zich keizer van Europa. Te Lübeck heeft des nachts een onweder groote schade aangericht. Een werk man viel van schrik in onmacht, verloor de stem en is nu ernstig ziek. Te Ratekau

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 2