Bossttfaa rnr-a&icjaaMQ^
zou Den Haag de regeling van dezen stand
en van de scheepvaart geheel in handen heb
ben gehad. Dat kunnen Gedep. Staten toch
ook niet goedkeuren. Overigens wil spr.zich
thans hierover niet verder uitlaten, orr.jat
de zaak in het college van Delfland n.'og niet
bisprokcn is.
De heer Conrad was het geheel eens met
den heer Blussé, maar niet met den heer
Duynstee.
Hy betoogde en wees dit met cijfers aan,
dat Delfland zooveel water kan uitbrengen
als het wil, bij den waterstand van de rivie
ren. Gedurende den zomer van 1889 was er
geen enkele dag dat geen water kon uitge
laten worden in den boezem van Delfland.
Niet by krachtige spuiing, maar bij doorgaande
langzame afstrooming van het water kan steeds
genoeg tot verversching van Delfland's boezem
worden uitgelaten.
De hoer Duijnstee repliceerde dat bij lang
durige droogte het water, dat wordt ingelaten,
voor een zeer groot deel verdampt en er dan
zeer weinig overblijft.
De heer Conrad hernam dat in 1868 200,000
kub. meters in Rijnland zijn ingelatentoen
moest ook een groot gedeelte van het water
dienst doen voor de polders. Als men thans
gebruik maakt voor het eene gedeelte van
de 5 sluizen en voor het overige van de
Oranjesluizen en die te Maassluis, dan kunnen
feitelijk 200,000 kub. meters op Delflands
boezem worden ingelaten en heudt men toch
nog genoeg over tot keering van de polder-
bezwaren.
De beraadslagingen werden daarop gesloten.
Aan Gedep. Staten werd dankgezegd voor
de gegeven inlichtingen.
De vergadering is verdaagd tot Dinsdag
15 Juli, te 11 uren des morgens. Als de Eerste
Kamer dan mocht vergaderen, zullen de Staten
in het lokaal der Tweede Kamer bjjeenkomon.
Gemcugd Nieuwe.
De koetsier van den heer M. al-
hier, A. J. J. genaamd en wonende te Zos-
terwoude, kwam hedenvoormiddag met den
veldwachter J. "W. langs den Vrouwenweg
en ontmoette eene kar, bespannen met eeri
hond. Toen beiden dachten dat de hondenkar
voorbij was, keerde de hond om en sprong
den koetsier tegen het lijf, zoodat deze in de
Vrouwen vaart viel. Doordien do veldwachter
hem dadelijk op het droge bracht, kwam J.
met den schrik vrij.
De „Haagsche Courant" bevat
heden als advmié.lti? bet volgende versje, dat
wel geene nadere toelichting behoeft:
G(j, Leden van den Raad,
Die naamt het dwaas besluit
Van n i e t te Spuien, denkt
In '91 gaat ge er allen uit.
Men meldt onsuitKatwykaan
Zee, dd. 8 Juli: Hedenavond z(jn ter haring-
visscherjj vertrokkenKW. 30 „de Vrouw
Neeltje", 6chipper P. Van der Plas, van don
reeder P. Haasnoot Nz., en KW. 57 „de Gezus
ters", schipper D. Ros, van den reeder N.
Haasnoot Nz. Deze schuiten zouden gisteren
eskorte behoorde, en zeide toen glimlachend
„Welnu, waarde graaf! Wanneer zal de
bluier opgelicht worden Wanneer zullen wij
eindelijk vernemen, waarom mijn gemaal
koning van Jeruzalem is?"
„Binnen weinige uren, majesteit", ant
woordde Palffy.
Te Brody aangekomen, reed de stoet naar
het huis van den bankier Hautsner, waar
voor het keizerlijk echtpaar kamers in orde
waren gebracht.
Nadat de hooge reizigers het stof afge
schud en zich verkleed hadden, werden ver-
verschingen gepresenteerd en terstond daarna
deputaties van de stad, den handel en ver
schillende instellingen.
Volgens het gebruik van dien tijd bracht
men den keizer en de keizerin rijke ge
schenken mee.
Het kostbaarste was een pels, dien do
pelshandelaren van Brody de keizerin aan
boden. Hj) was in den vuisten zin van het
woord een prachtstuk en verraste de kei
zerin zoozeer, dat zij hem terstond omsloeg
en zich door haren gemaal en de heeren van
het gevolg daarin bewonderen, door de dames
benijden liet.
Intusschen had zich op het groote plein
voor het huis van den bankier eene onaf
zienbare volksmenigte verzameld, welke voort
durend juichkreten aanhief en steeds met
meer aandrang den geliefdon keizer en de
goede keizerin ve:langde te zien.
i»i i..—
reeds vertrokken zijn-, doch de wind belette
het afvaren, daar hij pal op da kust stond.
Maandagavond te ongeveer zes
uren kwam te Amsterdam een net gekleed
heer in het Badhuis op het Rokin en bestelde
een bad. Toen de badmeester hem mededeelde
dat het gereed was, betaalde hij 0.60 en
trok zich in de badkamer terug, welke door
den badmeester word afgesloten. Eenige
minuten later werd deze gescheld, hjj maakte
de badkamer open en zag de heer geheel
ontkleed, alleen met de bovenbroek aan,
liggen; het bad was onaangeroerd gebleven.
Onder de woorden „ik heb me vergeven"
stortte de man dood in elkander. De
doodelijk verschrikte badmeester riep de
dienstboden, die naar verschillende dokters
snelden. Dr. v. d. Velden, die het eerst aan
wezig was, kon slechts den dood constateeren,
veroorzaakt door het gebruik van cyan kali,
waarvan de overgebleven pijpjes nog in het
drinkglas aanwezig waren. Bij het lijk vond
men een gouden horloge en f 0.41het onder
goed was met een O. gemerkt, doch op een
glazen leitje, dat do ongelukkige bij zich had,
stond een andere naam. De man, van 30-jarigen
leeftyd ongeveer, sprak met een Duitsch accent.
Op grond van vermoedelijk ge
pleegd misbruik van vertrouwen isteLoenen
de deurwaarder H. in hechtenis genomen en
naar het huis van arrest te Utrecht over
gebracht.
In Drente vindt men vele jonge
patrijzon dood in de velden. Het gure en
natte weder wordt voor de oorzaak der sterfte
gehouden.
De rechtbank te Heerenvoen
heeft den arbeider T. v. Zwol, te Oldeouwer,
die tijdens de werkstaking aldaar anderen
noodzaakte deel te nemen aan een optocht
van stakers, veroordeeld tot oene gevange
nisstraf van 6 maanden.
Te Bonn is uit het tuchthuis
ontvlucht e9n zeer gevaarlijk persoon, ge
naamd P. Verkerk, uit Keulen, 30 jaren oud,
1.71 M. lang, donker haar, spreekt Duitscb,
Frantch en Hollandseh. Hij had nog drie
jaren tuchthuis te goed en was den dag zijner
ontvluchting geboeid, zoodat het wezen kan,
dat zijne handen verwond zijn.
Over Fargo, in Noord-Dacota,
heeft een zware wervelstorm gewoed. Een trein
werd uit het spoor geworpen, ten gevolge
waarvan een aantal personen gekwetbt werd.
Zeven kinderen werden te Fargo door een
vallend dak gedood en 13 personen gewond.
De tolegraaf-gemeenschap is verbroken.
Uit Lowell, in Amerika, komt
het bericht, dat Charles Stowell, een lucht
schipper, en Lottie Anderson, zijne bruid,
zich in een luchtballon hebben doen trou
wen, in tegenwoordigheid van 10,000 per
sonen. Toen de knoop gelegd was, stapten
de geestelijke, de bruidsjonkers en de strooi-
meisjes uit het schuitje, de bruidegom gaf
het toeken los te laten en het luchtschip
verhief zich met het jonge paar, dat werkelijk
dra in de wolken was. Het is nog niet bekend
waar en wanneer de ballon weder is neerge
komen.
De gouverneur van Galicié, baron H., die
het keizerlijk echtpaar vergezeld had, ver
zocht den keizer, zich aan de menigte te
vertoonen.
Keizer Frans aarzelde. In de stormen der
Fransche revolutie opgegroeid, had hij een
grooten afkeer van alles, wat op eene open
lijke demonstratie geleek.
Daar naderde evenwel graaf Palffy den
keizer en fluisterde hem eenige woorden toe.
Keizer Frans glimlachte, knikte met het
hoofd, nam de keizerin in den arm en ge
leidde haar naar hot balkon.
Een duizend6temmig warm „Hochl" be
groette het doorluchtige paar, dat vrien
delijk naar alle kanten groette. De keizerin
liet hare oogen verwonderd over deze menigte
zweven, waarin niet één burgerlijk kleed en
niet één cylinderhoed te zien was; niets dan
lange tabbaards in alle mogelyke kleuren
als kleeding van langbaardige mannen, ter
wijl de vrouwen in zijden overrokken en
blouses van fluweel of atlas, afgezet met
kostbaar bont en versierd met edelgesteenten
en paarlen, verschenen waren.
„Wat beteekent dat?" vroeg Carolina
Augusta eindelijk; „wat zijn dat voor
menschen
„Niets dan Israëlieten", antwoordde keizer
Frans glimlachend; „de vrjje handelsstad
Brody wordt uitsluitend door Israëlieten be
woond. Weet gij nu, waarom ik koning van
Jeruzalem heet?"
Een meesterlijke zet.
10 Juli 1690.
In herinnering gebracht door Jan Hogenkump.
De verheffing van onzen stadhouder Willem
III tot koning van Engeland was met leede
oogen aangezien door Jacobus II, die daardoor
onttroond werd, en met naijver en haat door
Lode wijk XIV, wiens veroveringszucht opnieuw
voedsel verkreeg. Al spoedig kwam het tot
eene vredebreuk tusschen beide landen, waarbij
begrijpelijk genoeg de Republiek der Nederlan
den betrokken was, en weldra werd de oorlog,
bekend als de negenjarige of dorde veroverings-
krjjg van Lodewijk, verklaard, welke oorlog
werd gevoerd tegen Nederland, Engeland,
Spanje, Brandenburg en Duit6chland.
In dien krijg zijn tal van veld en zeeslagen
geleverd, waarover wy thans niet breedvoerig
kunnen uitweiden, wellicht later één er van
ons zullen herinneren, doch voor heden kiezen
den slag bij Bevesier, omdat 't de 200ste
gedenkdag is en wij een der wapenfeiten van
onzen admiraal Evertsen, daarin verricht, nader
willen aantoonen.
Hoewel het thans goene „schitterende"
daden, zooals reeds meermalen onder uwe
aandacht gebracht zijn gelden, vonden wij de
„meeeterlijke zot" genoeg van belang er eens
op te wijzen, te mesr omdat in den genoem
den zeeslag de Franschen wel de overwinning
behaalden, maar de Britten zich schandolijk
gedroegen en de Nederlanders, ondanks hun
verlies, eervol uit het strijdperk traden. Eene
eervolle nederlaag had door samenwerking
eene roemvolle overwinning kunnen worden.
Ten aanzien van den hoofdpersoon zal het
niet van belang ontbloot zijn eenige nadere
bijzonderheden vooraf te laten gaan.
Het geslacht der Evertsens bekleedt name
lijk esne eervolle plaats in de geschiedenis van
ons zeewezen.
„In den tijd van zestig jaren waren negen
Evertsens in '6 lands dienst gesneuveld, acht
aan boord van een schip en eén aan den
wal. De vader van Jan Evertsen overleed op
zee in 1617. Zijn achterkleinzoon, Cornells
Evertsen, sneuvelde in 1773, en in de jaren
daartusschen, haddon vijftien mannen van
denzelfden naam met eere het land gediend.
Vier hunner waren admiraal der vloot geweest,
eén luitenant-generaal by het leger, een ander
luiteDant-kolonel en vyf anderen waren reeds
op hun twintigste jaar kapitein en sneuvelden
vóór hunne meerderjarigheid."
Coraelis Evertsen, de jongste, de held by
Bevesier, werd geboren in 1642, ging met zijn
tiendo jaar reeds op zee, deed verscheidene
reizen met zyn vader en werkte zich op tot
tweeden schipper. Tegenwoordig is deze rang
iets geheel anders dan in dien tyd.
In 1665 vinden wy vermeld dat hy als
kapitein van een kaperschip een verwoed en
hevig gevecht levert aan een Eogelschman,
maar, door overmacht gedwongen, verplicht
is zich over te geven. Hy werd echter door
koning Karei II, van Engeland, uit bewonde
ring zynor bekroonde dapperheid niet alleen
ontslagen, maar met een geschenk begiftigd
en naar huis gezonden.
Als vrywilliger is hy getuige vandenzwa
ren zeestryd op 13 Juni 1665, waarby Van
Wassenaer van Obdam sneuvelde. Den 21sten
Juli d. a. v. wordt hy benoemd tot eersten
bevelhebber ep het schip van zyn vader Cor
nells Evertsen den Ouden, en was tegenwoor
dig by diens sneuvelen op den eersten bangen
dag van den vierdaagschen zeestrjjd, 11 Juni
1666. Ook nam hy deel aan den tweedaagschen
zeeslag op 4 en 5 Augustus 1666, waarin
zyn grootvader sneuvelde, hielp mee op den
tocht naar Chattam en werd op zyn post ge
vonden in den slag by Solobay, 7 Juni 1672.
Later vinden wy vermeld dat hy, als com
mandant van een smaldeel, Nieuw-Nederland
en St.-Eustatius heroverde en na eene vloot
van tachtig schepen vernield en veroverd te
hebben, als ovorwinnaar ia bet vaderland
terugkeert. Hy werd in 1675 bevorderd tot
schout-by-nacht, vier jaren daarna tot vice-
admiraal en in 1684 tot luitenant-admiraal
van Zeeland. Hy maakte met Willem III in
168S den tocht mee naar Engeland en had
toen het bevel over het eerste gedeelte der
vloot. In Juli 1690 leverde hy in vereeniging
met de Esgolschen den slag bij Bevesier,
waarin hij uitmuntte door dapperheid, listen
beleid, en aldaar de eer der Nederlandsche
vlag hoog hield, maar, zooals wij later zullen
zien, het onderspit moest delven.
Sposdig daarna verliet hy den dienst, ging
niet meer naar zee en stierf in 1706.
J). J. De Liefde, Ncdc-rlandeehe zeehelden van de
zeventiende eeuvr. (Wordt vervolgd.)
BUITENLAND.
Franhrjjk.
De rechter van instructie in de zaak v?.i
den moordenaar Eyraud, de heer Dopffer
wordt tot wanhoop gebracht door de dagblad i
berichtgevers. Hy doet al het mogelyke om du-
instructie geheim te houden. Kaartjes varj
journalisten mogen hem niet worden aange
boden. Met strengheid wordt tegen dezen de.
gemaakte bepaling gehandhaafd, welke vool
de kabinetten der heeren rechters is aan
geplakt.
De beschuldigden worden bewaakt dooi
agenten, die om het uur worden afgelost. By
de verhooren is niemand tegenwoordig. Eb
ondanks alles ziet de hoer Dopffer tot zyn
verdriet eiken avond en eiken ochtend ver
slagen in de couranten, die tamelyk juist zijn
bovendien. Zyne ergernis moet te grooter
zyn, omdat daarby wel is waar geheel ver
zonnen, maar daarom niet minder hatelyke
anekdoten worden gevoegd aangaande zjjn
eigen persoon.
De Kamer van Afgevaardigden heeft
gisteren al de artikelen van het wetsontwerp
betreffende den arbeid van vrouwen en kin
deren aangenomen.
Dnltaohland.
De eerste proeftocht van de stoombooten
der nieuwe Duitsche Delagoa-postbootiyn heeft
23 Juli plaats. De boot gaat van Hamburg
naar Rotterdam, Lissabon, Napels, Fort-Said,
Suez, Aden, Zanzibar, Dar-es-Solaam, Lindi
en Mozambique. De Duitsche mail ontvangt
ze te Napels. Binnenkort wordt de volledige
dienstregeling openbaar gemaakt, alsme lo
het tarief der vrachtpryzen.
De keizer wil zyne Noorsche reis we
gens dringende regeeringszaken bskorton.
By de plechtige overgave vau Helgoland
denkt de keizer met do Duitsche vloot en de
hertog van Edinburgh met een Britsch smal
deel aanwezig te zyn.
Twintig Amerikaansebe scherpschutters
gaven gisteren gevolg aan Von Bismarck's
uitnoodiging en vertrokken van Berlyn naar
Friedrichsruhe.
België,
De buitengewone zitting van de Kamer
en den Senaat is gisteren geopend.
De Senaat heeft, ni6t eene kleine wyziging,
zyn vorig bureau herkozen.
De Kamer begon met het onderzoek van
de geloofsbrieven der onlangs gekozen afge
vaardigden. Verder kon niets gedaan worden
wegens de teraardebestelling van den oud-
minister Van Humbeek, waaraan alle leden
der linkerzyde deelnamen. Heden zal het
bureau worden benoemd en zal de regeering
het wetsontwerp indienen, waarby wordt
voorgesteld den Congo-staat finantièelen steun
te geven. In dit ontwerp wordt de eventueele
overneming van den Congo-staat door België
voorbereid.
Servië.
De minister van financiën heefc verklaard
dat hy de noodige gelden in gereedheid heeft
tot betaling van den Julicoupon der Servische
schuld en binnenkort met de betaling zal
beginnen.
Uruguay.
Eene depeche uit Buenos-Ayres van 7 dezer
vermeldt eene tyding uit Montevideo van den
volgenden inhoud: De wetgevende macht van
Uruguay heeft in geheime zitting het plan
aangenomen de verwisseling van bankbiljetten
tegen goud voor zes maanden te schorsen. Aan
den anderen kant heeft de minister van
financiën aan eene deputatie van kooplieden
verzekerd, dat de regeering geen gedwongen
koers zou uitschry ven. De depeche voegt er by
indien geen hulp van regeeringswege of door
vreemden wordt verleend, zal de bank moeten
liquideeren.
Een ander telegram uit Buenos-Ayres van
den 7den zegt: Daar het Engelsche syndicaat
weigerde de voorwaarden van het contract
voor de nieuwe leening te wyzigen, ontstond
eene paniek aan de beurs, welke heden opnieuw
de daling der waarden vermeerderde, behalve
voor goud, hetwelk met een agio van 200
pet. sluit, na 215 te zyn geweest. De minister
van financiën legde aan de Kamer eene wet
voor, machtigende tot de uitgifte van 100
millioen dollars hypothecaire biljetten, waar
van 10 pet. elk jaar zouden worden uitbetaald
en vernietigd.
Uit Montevideo (Uruguay) wordt nader ge
seind dat de paniek, welke daar is veroor
zaakt, nog voortduurt. De regeering heeft den
dag voor een nationalen feestdag verklaard,
ten einde de menschen, die hunne bankbiljet
ten willen inwisselen, tegen te houden.