N°. 9320, Donderdag XO Juli. A°, 1390. •it nonimer bestaat uit TWEE Bladen. Courant wordt dagelijks, mft uitsondering van (§onen feestdagen, uitgegeven. Leiden, 9 Juli. feuilleton. De koning van Jeruzalem. PBIJB DEZEB COUBANT: Ton Leiden por 3 maanden1.10. Franeo per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Officieele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lste alinea, der Wet van 2 Juni 175 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toe- ieht hij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, nder of schade kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen rgunning is verleend aan W. D. 8CHENKEVELD rechtverkrijgenden tot het oprichten van eene achtplaats in het perceel Oude Singel 138. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 1 Juli 1890. E. KIST, Secretaris. Heden werd aan de universiteit alhier de ieer G. C. G. T. Koch, geb. te Hemmen, levorderd tot doctor in de klassieke letteren, net academisch proefschrift, get.„De Juli- mo Imperatore scriptorum, qui res in IGallia tb eo gestas enarravunt, auctore disputatio." In handen der commissie van financiën t'tn gesteld het voorstel van Burg. en Weths. jetreffende het dempen der Binnenvestgracht ran de Mare tot de Tweelingstraat, en de Saarby behoorende stukken. Dat de tegenwoordige toestand dier gracht onhoudbaar is, kan, meent de commissie, moeilijk worden betwist, en hoe het Dage- lyksch Bestuur en de commissie van fabri cage hebben kunnen toelaten, dat zij in zulk sen toestand werd gebracht en gelaten, eischt nader verklaring. Zooals de zaken thans staan, kunnen, naar het inzien der finantiêele, twee wegen worden ingeslagen. Er kan worden overgegaan tot demping of tot herstel van de gracht in be hoorlijken staat. Door het eerste zou aan den leerlooier den heer J. A. Bots een ernstig nadeel worden toegebracht in zijn bedrijf, waarvoor hem naar het inzien der commissie eenlge schadeloos stelling zou moeten worden verstrekt door de gemeente. Het moge waar zijn, dat bijzondere belangen voor algemeene belangen moeten wijken, het is aan den anderen kant recht matig, dat de gemeenschap aan den enkele vergoeding verstrekke voor schade, die hjj alleen lijdt ten bate van allen. Opdat nu de Raad in staat zij met kennis van zaken eene keuze te doen tusschen de twee wegen, welke in deze openstaan, acht de commissie eenige meerdere inlichtingen wenschelijk, en wel omtrent twee puntente weten hoeveel kosten zouden verbonden zijn lo. asn het maken eener leiding, waardoor de leerlooier J. A. Bots voor hem bruikbaar water zou kunnen aanvoeren, en 2o. aan her stel der gracht in behoorlijken toestand, voor zoover dit laatste voor rekening der gemeente zou komen. Eerst door volledige inlichtingen op deze punten zal de Raad in de gelegenheid worden gesteld eene beslissing te nemen, welke stellig niet alleen mag afbangen van het bedrag der kosten van demping en herstel, maar waarop deze even stellig niet zonder invloed mogen blijven. Mocht de Raad aan demping de voorkeur geven, dan zou deze, naar de bekende over tuiging der commissie, niet uitbuitengewone ontvangsten behooren te worden bekostigd en zou de commissie het geraden achten daarvoor eene som uit te trekken op de be grooting van het volgende dienstjaar, in het welk dan tot de demping zou kunnen worden overgegaan. De finantiêele commissie heeft daarom de eer, den Raad te adviseeren, alvorens in deze eene eindbeslissing te nemen, Burg. en Weths. uit te noodigen schriftelijk nadere inlichtingen te verstrekken omtrent de beide punten, hier boven genoemd. Heden ontvingen we per Engelsche mail alleen de „Deli-Crt." van 7 Juni. De Nederlandsche mail, met berichten uit Indiê, wordt morgenoohtend verwacht. Het afdeelings-onderzoek van de Provinciale begrootingen van Zuid-Holland voor 1891 heeft o. a. tot de volgende opmerkingen en vragen aanleiding gegeven Verschillende leden hadden bezwfl&r tegen de verhooging van het subsidie aan de Kweek school voor Bewaarschoolhouderessen te Leiden, op grond dat de provincie niet behoefde te voorzien in de finantiêele moeilijkheden der instelliBg, die, blijkens het gering bedrag der particuliere bijdragen, niet zooveel sympathie schijnt te genieten om provinciaal subsidie te wetiigeil. De meerderheid ondersteunt de verhooging, als gewen8cht tot herstel van het finantiëel evenwicht en wegens de algemeen bekende gunstige antecedenten van die school. Op de vraag waarom geen preadvies over het subsidie aan de Zuivelhoeve te Oudshoorn was gegeven, werd ais reden medegedeeld dat zoomin het verslag de commissie als de begroo ting over de zuivelhoeve nog was ingekomen. Op de voordracht voor de betrekking van hoofd der openbare school aan de Ravesteyn. straat te 'e-Hage zijn geplaatst de volgende drie candidaten, die by het gehouden vergelijkend drledaagsche onderzoek het uloost hebben uitgemunt, nl. de heerenJ. M. Prins, hoofd eener openbare school te LeidenB. Schelz van Kloosterhuis, id. te Zeist; Th. J. Schip horst, id. te Delft. De leden der Provinciale Staten van Zuid-Holland boden gisteren in het Kurhaus te Scheveningen den voorzitter van hunne vergadering, mr. C. Fock, Commissaris des KoniDgs, een diner aan. De beieeningsrente van de Nederlandsche Bank werd heden voor binnen- en buiten- landsche effecten met pCt. verhoogd. Gisteren is te 's-Gravenhage in den ouderdom van 62 jaren overleden de heerB. Van Baak, resident van Djokjakarta, die zich met verlof hier te lande bevond. De overledene was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Beroepen is tot predikant by de Chr.- Ger. gemeente te Kampen de heer A. M. Donner, pred. te Assen. Door de Provinciale Staten van Limburg is voor den aanleg van den spoorweg Sit- tard—Heerlen Herzogenrath met algemeene stemmen een subsidie van 100,000 toegekend. Met ingang van 1 Augustus is de heer N. J. Bevorsen, te Groningen, benoemd tot ingenieur bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. De audiëntie van den minister van waterstaat, handel en nijverheid zal a. s. Zaterdag, 12 Juli, niet plaats hebben. Het stoomschip Batavia", van Batavia naar Amsterdam, is 8 Juli Ouessant gepas seerd; de „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8 Juli van Genua. By koninklijk besluit i3 benoemd tot procureur-generaal by het gerechtshof to 's-Her- togenbosch, jhr. mr. Th. Serraris, thans adv.- generaal by gemeld gerechtshof, zynde by tevens tydeiyk belast met de function van directeur van politie voor het ressort van meergenoemd gerechtshof. Provinciale Staten van Zuid-Holland. Ingekomen is o. a. een voorstel van Gedep. Staten tot finantiêele regeling op de begroo ting vèO? J 890 van uitgavon voor de haven van Middeiharïud. Ter verkiezing van een buitengewoon lid van Gedep. Staten, in plaats van wyien den heer Begram, werden uitgebracht op de heeren mr. J. A. Vaillant 16, H. graaf Van Hogen- dorp 27, mr. J. L. Bevers en Van Houweninge ieder stem. PRIJS DER ADVERTENTIE!!: V»tt 1—6 rftgels 1.05. Iedere regel meer/0.1T1. Grootere lettere neer pleeteruimte. Voor het in. ceaaeoren buiten de stad wordt 0.10 berekend. De heer Vaillant, gekozen zynde, verklaarde de benoeming te aanvaarden, onder dankbe tuiging voor het biyk van vertrouwen. Overeenkomstig het voorstel van Gedep. Staten werd besloten aan het hoofdbestuur der Schippersvereniging „Sciuttevaer", op ruiming verzoekende van eene ondiepte by de spoorwegbrug aan de Vink naby Leiden, te kennen te geven dat het vaarwater, waarover het adres handelt, niet behoort aan de pro vincie Zuid-Holland. De heer Blusié, lid van Gedep. Staten, erlangde alsnu het woord tot beantwoording der interpellatie van den heer Le Poole over de waterverversching in Delfland. De heer Blussó verklaarde namens Gede puteerden, dat tot beëindiging van den onhoud- baren toestand ten gevolge van de sluiting der zeesluizen te Scheveningen mogelyk ia èf aanvulling, op initiatief der vereenigde vergadering van Delflands kour betreffende reiniging van den boezem, zoodat gewaarborgd wordt het onbeperkt ongebruikt laten der loozingsmiddelen; öf aanvulling van het regle ment op het hoogheemraadschap van Delf land door de Staten, tot regeling der rechten en verplichtingen van het hoogheemraad schap, ten aanzien van het gebruik der kanaal- werken. Mocht het gemeentebestuur van 's Graven hage blyven volharden by het niet-spuien, dan zullen Gedeputeerde Staten in laatstbe- doelden zin voorstellen doen. De heer Le Poole was verrast door de aangegeven middelen. Hy vertrouwde dat Delfland, van de hier gegeven wenken ge bruik makende, het eerste middelzaltoepas- 8en. Mocht dit niet het geval zyn, dan zullen de adressen van belanghebbenden en autori teiten zekeriyk niet zonder gevolg blyven. In een merkwaardig boekje van den hoofd-^ ingenieur Yan der Vegt, waarin van de hoeren St^e8, Henket en De Bruya Kops wo.at aangehaald, zeggen de heeren: 1erversching moet er plaats hebben, en yls het middel daartoe wordt genoemduit watering door Delfland tot Scheveningen, ge- iyk Rynland te Katwyk heeft. En nu kan hy niet gelooven, dat Den Haag zal blyven volharden by een maatregel, welke uit een hygiënisch en materieel oogpunt zooveel schade aanricht aan duizenden. De heer Duynstee deed opmerken dat art. 4 van de vergunning van 1884 om gedurende de zomermaanden niet te spuien, zyn grond vindt in don stand van het boezemwater van Delfland in droge zomerszonder die bepaling Eene Weenek Hofgeschiedenis. «of.) De vurige aanbidder der scboone Polinhad namelyk plotseling een gelukkig idéé gekre gen. De keizerin moest naar Galicië en hem op die wyze naar het einddoel zyner wenschon brengen. „Spreek duideiyker, graaf!" „De sluier zal voor allen opgelicht worden, majesteit, zoodra wy eindelyk de zoo dik- wyls uitgestelde reis aanvaarden; daar, in Galicië, zullen wy den sleutel vinden." „Is u dat ernst, Palffy?" „Myn woord van eer, majesteit." „De reis is sedert lang vastgesteld, zooals gy weet", sprak Carolina Augusta, „maar daar tevens eene samenkomst met den czaar zal worden gehouden, vreest het Engelsche hof afspraken tegen Turkye en doet alles om deze reis te verhinderen." „En toch, majesteit", zeide Palffy, „is het noodzakelyk dat onze keizer deze landen eens bezoekt en den Foolschen adel, die nogaltyd over de verdeeling van zyn vaderland treurt, voor zich wint en geruststelt." „Dat is ook myne meening", antwoordde de keizerin; „dus in Galicië zult gy myne vraag beantwoorden?" „In Galicië, majesteit." Na het hofconcert begeleidde keizer FraDs zyne gemalin naar hare vertrekken, om by een kop thee nog een uurtje met haar te praten. De keizerin zag er zeer goed uit in haar half Grieksch kleed van rose zyde. Toen keizer FranB tegenover haar zat, kuste hy haar galant de hand en vroeg op gemoe- dolyken toon„Nu, Carolina, zjjt gy nog boos „Ja, een weinig!" „Wilt gy nog altyd tot eiken prijs weten, waarom ik koning van Jeruzalem heet?" „Ja, lieve." „Maar als ik het dan zelf niet weet?" „Goed, vervul my dan ten minste een anderen wensch." „Welken, Lina?" „Ik zou gaarne Galicië zien." „Nu, als het anders niet is", zeide keizer Frans, „de Russische gezant laat my toch al geen rust wegens de samenkomst met keizer Alexander." „Welnu, wanneer gaan wy?" „Nu, nu, zoo snel gaat dat niet." „Ik zie, dat gy my niet eens dezen kleinen dienst wilt bewyzen." „Welnu, in September", besliste do keizer, „maar gy moet mij nu met uwen koning van Jeruzalem met rust laten." „Dat beloof ik u." „En niet weer boos zyn." Carolina Augusta begon luid te lachen, en daarmede was de vrede gesloten. Den 18den September 1823 aanvaardde het Oostenryksche hof inderdaad de reis naar Galicië, welke eenerzyds groote en blyde ver wachtingen, aan den anderen kant kwalyk verborgen vrees in Europa wekte. Overal viel keizer Frans eene eerbiedige en feeetelyke ontvangst ten deel, en de Poolsche adel van die streken met name wedyverde in het betoonen van zyne onderdanigheid. Te Czemowitz, de hoofdstad van de bosch- ryke Boekowina, aan de oevers der historische Proeth, had den 6den October de samenkomst plaats tusschen keizer Frans van Oostenryk en den Russischen czaar Alexander, terwyl tegelykertyd de Russische minister graaf Nesselrode te Lemberg met den Oostenryk- schen minister vorat Metternich confereerde. De politieke gevolgen dezer ontmoeting bleven voorloopig goheim. Te Lemberg, waar de gravin Mnischek een klein paleis bezat, verscheen op zekeren mor gen graaf Palffy by de wreede 6choone, om het beloofde zoete loon in ontvangst te nemen. De coquette ontving hem in een verruk- kelyk morgenkleed, dat betooverender was dan elk ander toilet, en met een glimlach, welke hem voor de honderdste maal over wonnen aan hare voeten neerwierp. „Gy zyt een hardvochtige schuldeischer, graaf", sprak de gravin, terwyl zy met zijne zwarte lokken speelde„wilt gy my werkelyk van myne vryheid berooven?" „Ja, gravin", antwoordde hy met schitte rende oogen, „maar niet, dan om myzelven voor eeuwig tot uwen slaaf te maken." „En als ik nu neen zeg?" „Dat zult gy niet, gravin." „Waarom niet?" „Omdat gy dan niet de vrouw van geest en hart zoudt zyn", gaf Palffy tenantwoord, „die ik bemin en aanbid." „Gy hebt gelyk", sprak de gravin Mnischek, die ernstiger werd, „deze hand behoort u; neem haar dus." Nog denzelfden avond kondigde het geluk kige paar in den kring zyner vrienden zyne verloving aan. Terwyl de majesteiten zich met hun gevolg over Zloczow naar Brody begaven, wenkte de keizerin graaf Palffy, die tot het bereden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1