In do jongste gemeenteraadszitting to Loidordorp waren mtt den Voorzitter 9 leden t igenwoordigdo hsersn Koifing en Bos waren met kennisgeving afwezig. Veel belangrijks was niet aan de orde, zoo dat de vergadering, do openbare althans, spoedig was afgeloopen. Do heer J. L. Hoos, een vorigen keer tot wethouder benoemd, werd als zoodanig geïostalleerd, waarna over gegaan werd tot het lezen der ingekomen stukken. Onder deze behoorden een verzoek van het college van Ged. Staten om spoedig het oordeel van den Raad te vernomen in zake de annexatie, een verzoekschrift van den heer R. Van Eik en eene briefkaart van zekeren Wong Sepie, waarschijnlijk een bewoner van Leden. Wong Sepie schijnt zich reeds bij voorbaat te verheugen in de verwezenlijking van de annexatie plannen van zijne vaderstad, en in zijne vreugde schrijft hij aan den Raad het volgende Schaapjes, 'k zie u nimmer aan, Of ik word bewogen 'k Zie u haast ter slachtbank gaan Met een traan in de oogen. 'k Weet wel, schaapjes, dat dit lot Gjj niet kunt ontkomen Het is niet de wil van God, Maar wel van de „oomen". Die zingen nu het Duitsche lied, Dat gij hier geschreven ziet: „O nein, o nein, o nein, o nein, Mein Vaterstadt soil grosser sein." Daarna kwam het verzoekschrift in behan deling van den heer R. Van Eik. Deze gevoelt zich bezwaard, doordat het hemelwater, afstroomende van de Doe3brug en van het naast zijn eigendom zich bevin- d-rnde brandspuithuisje, zijn weg neemt over zijne werf langs zijne woning. Hjj wenscht daarin verandering te brengen, en dat water to leiden door eene goot langs den weg, en verzoekt daartoe vergunning van den Raad. Het praeadvies van burgemeester en wet houders luidt gunstig, maar ze wenschen in de daartoe vereischte kosten voor de helft hij te dragen, terwijl de heer Van Eik ver langt, dat deze in hun geheel door de ge meente zullen worden gedragen. De burgemeester meende dezen eisch van Van Eik niet te moeten toestaannadat de gemeente-opzichter verklaard had, dat deze kosten van 20 tot hoogstens 24 guldon zoudon kunnen bedragen, stelde de heer Parmentier voor de verandering geheel voor rekening van de gemeente te nemen, daar zijns inziens toch niet van Van Eik gevergd konde worden, dat h(j overlast had van het water, dat van de Doesbrug, een eigendom van de gemeente, afstroomde; wanneer Van Eik een dam lei, dan zou de toestand nog veel erger worden, en dan zou men toch op eigen kosten in de zaak moeten voorzien. De Burgemeester wees toen op art. 673 Burg. Wetboek, waarbij wordt bepaald dat „erven, die lager gelegen zijn, ten behoeve van degene, die hooger zjjn gelegen, verpligt zijn het water te ontvangen, hetwelk daarvan natuurlijk afloopt, zonder dat zulks door menschenhanden bevorderd worde. De eigenaar van het erf, dat lager ligt, mag geen dijk of dam opwerpen, waardoor eene uitwatering belet wordt." Na eenige discussie, waarbij de heer Par mentier op de billijkheid van het verzoek van Van Eik wees, en waarbij het tevens duidelijk werd, dat de plaatselijke toestand niet bjj alle leden bekend was en dezen dus ook niet gaarne in deze zitting nog eene be slissing wenschten te nemen, werd besloten, dat het Dagelyksch Bestuur de zaak eens in loco zou onderzoeken, om daarna met een nieuw voorstel by den Raad te komen. Nu kwam de annexatie aan de orde. De burgemeester was van oordeel, dat eene anrexatie noch in het voordeel der gemeente Leiderdorp, noch in dat van Leiden zou zjjn. He: bestuur der laatstgenoemde stad beweert, dat door het bouwen van huizen op do singels onder Oegstgeest on Zoeterwoude vele huizen in de stad leeg komen te staan tot schade van de stad, maar het bestuur blijft in gebreke te bewijzen, dat deze aanbouw en schade zullen vermindoren, als een deel der omliggende gemeenten by Leiden zal gevoegd zijn. Het is niet onmogelijk, dat de uitbreiding van dien aanbouw juist ontstaat, doordat vele personen door de geringe belasting en lagere huren zich aangetrokken gevoelen om zich in de nabijheid van Leiden te vestigen. Dezen bren gen onder den neringdoenden stand in de stad hun geld; mochten nu de annexitie- plannen doorgaan, dan zou er voor die man- schen geen voordeel meer in gelegen z^jn om bjj Leiden te wonen en ze zouden dan bun geluk wel eens elders kunnen beproeven. Daardoor zouden opnieuw vela huizen onver- lruurd 'olijven slaan, en nu niet alleen in de stad maar ook daar buiten 1 - de huren zouden nog meer dalen, de gemeentebelastingen zouden minder opbrengen en de neringdoenden zouden groote schade lijden, welke schade natuurlijk weer ongunstig op anderen zou terugwerken. Daarbij moet niet vergeten worden, dat het grootste deel dezer huizen door ingezetenen van Leiden is gebouwd en wordt verhuurd. Dezen zullen dus de eersten zijn, die schade lijden. Deze beschouwingen vonden veel instem ming. Nadat de heer Parmentier er nog op had gewezen, dat eene annexatie alleen ge motiveerd zou kunnen worden door redenen, aan het algemeen belang ontleend, en niet door dezulke, die alleen op het belang van Leiden betrekking hebben, er tevens aan herinnerend, dat de leden van den Raad der gemeente Leiderdorp geroepen waren de be langen te behartigen van Leiderdorp en niet van Leiden, en daarby van alle be woners van Leiderdorp, ook van dio der be dreigde gedeelten, die door annexatie aan- zienlyke schada zouden lyden en daarvan, zooals gebleken is by de keuzo van loden voor den zoogenoemden tweeden Raad, ook geenszins gediend zyn, werd een rapport voorgelezen, dat indertyd reeds over deze zaak door den secretaris, den heer Smit, was opgesteld en met de andere stukken betreffende de grensregeling ter visie had gelegen; toen daarna was gebleken, dat geen der aanwezige Raadsleden voor annexatie was, werd besloten aan burgemeester en wethouders op te dragen in dien geest een rapport aan Ged. Staten op te stellen en dit in do volgendo vergadering ter goedkeuring aan den Raad over te leggen. Hierna zouden besprekingen plaats hebben omtrent de keuze van een eerstdaags te be noemen socretaris. De openbare vergadering ging daarvoor in eene beslotene over. Vbg.) Donderdag kwamen te Enschedee de majoor van den generalen staf en de kapitein, beiden uit Arnhem, ten einde met den burge meester van Enschedee te bespreken, waar in begin September vermoedelijk de groote ma noeuvres zullen plaats hebben. Te Enschedee worden ingekwartierd 1700 manschappen infanterie, één generaal, 15 kolo nels en 105 officieren. Van daar zyn de heoren naar Haaksbergen vertrokken. Voor den dienst by het boschwezen in Ned.-IndiS kunnen twee jongelieden, die den leeftijd van 22 jaren nog niet bereikt hebben, in opleiding worden genomen. Gegadigden, die in het bezit zyn van een diploma van landbouwkundige van de Rykslandbouwschool, worden opgeroepen om zich vóór 1 Aug. a. s. by gezegeld request aan te melden by het departement van koloniën. Voor verdere byzon- derheden zie men de Staatscourant van 29/30 Jnni. De Fransche paketbooten van St.-Nazaire naar Y7est-Indiö zullen voortaan don 9den in plaats van den lOden van elke maand van St.-Nazaire vertrekken. In verband daarmede zal de verzending van brievenmalen naar Suriname, in aansluiting op het vertrek der booten van St.-Nazaire, voor 't vervolg plaats vinden den Ssten van elke-maand met den trein van 7.43 m. van Amsterdam naar Antwerpen. Tweede Kamer. De zitting van 4 Juli begon met een be- langryk incident. De minister van binnenlandsche zaken, de heer De Savorain Lohman, erlangde op zyn verzoek het woord. Aanleiding daartoe vond hy in het gezegde, waarmede den vorigen dag de heer Domela Niouwenhuis zyne rede eindigde. Aan de ministerstafel was het niet verstaan, maar naar aanleiding van hetgeen de verslagen bevatten, heeft de minister den heer Nieuwón- huis gevraagd, wat hy gezegd heeft, waarop de heer Nieuwenhuis schriftelijk verklaard hesft gezegd te hebben, dat de minister ook oen oproermaker is genoemd, dat de minister en hij elkander dus niets te verwyton hebben en dat, meende de minister daarin een per- soonlyk feit te vinden, hy dit zelf moest weten. De minister nu achtte het hoog noodig op dio aantyging te antwoorden. Als zij persoon- lyk alleen door don hoer Domela Nieuwenhuis ware geschied, zou hy er niet op antwoorden, maar hetgeen hy gozegd heeft, wordt sinds jaren in politieke en kerkelyke couranten hem ten laste gelegd. Stoeds heeft de minister daarop gozwogon. Maar nu de aanvoerdor van do socialisten ook in dezo Kamer dat woord gebruikt, zou het, onweersproken blijvende, als een fait acquis kunnen aangemerkt worden, alsof de minister werkelyk een rustverstoor der ware geweest. En nu wenscbt hij te constateeren, ten aanhoore der geheele natie, dat hy zich nooit schuldig heeft gemaakt aan rustverstoring, noch in private, noch in openbare betrekking. Steeds heeft hy het christeiyk beginsel gehuldigd, dat verzet streng moet worden afgekeurd. Dat wil hy hier constateeren en als no voortaan de beschul diging weer mocht worden uitgesproken, hoopt de minister, dat het in zoodanigen vorm zal geschieden, dat de minister het voor den rechter zal kunnen brengen; ale minister des Konings mag hy zich toch niat in zulk een hatelyk daglicht doen stellen. Is hy weder als minister afgetreden, dan zal hy zich aan zulke aantygingen niet storen, maar als het tydens zijn ministerschap hier weder gebeurt, dan zal hy het voor den rechter brengen, niet om zich te wreken, maar om te doen constateeren de onwaarheid. Dit incident liep hiermede af. De overeenkomst met de firma Van der Made tot afkoop van tolrechten op de brug over de Donge is goedgekeurdevenzeer de uitgaaf voor de geweertransformatie, waarby de minister van oorlog mededeelde dat het vraagstuk van het klein kaliber geweer en het rookvrye kruid in onderzoek is. De heer Viruly bestreed het voortdurend dryven naar vermeerdering der oorlogsuit gaven. Het adres der Vereeniging „Maatschappelyk Belang," waarin aangedrongen wordt op wjj- Z'ging der coöperatiewet, werd ter griffie ge deponeerd, nadat de heer Van Kempen ver klaard had, by de justitio-begrooting nader de middelen te zullen bespreken, om te voor komen dat velen in hun bestaan worden be dreigd door sommige coöperatieve vereeni- gingen. Verder werden aangénomen de wetsont werpen tot afstand van het Zuiddiep, onder 's-Gravendeel, en tot naturalisatie van M. Fleerkamp en anderen. By de conclusie in zake de tolheffing door de brug over het Zwartewater by Hasselt, bestreden do heeren Smidt en Van Kerkwijk die heffing, welke door den heer G. Van Dedem werd verdedigd. Do minister van binnenlandsche zaken, de heer De Savomin Lohman, beloofde een grondig onderzoek te zullen instellen by verstryking van den termyn van vergunning tot heffing. Daarna werd behandeld de conclusie in zake de aanvraag der gemeente Opsterland voor vergoeding van de kosten van inkwartiering tydens de werkstaking in de veenkoloniën. De heer Domela Nieuwenhuis verdedigde die aanspraak der gemeente (geiyk hy reeds in de commissie ad hoe heeft gedaan). Tegen over het gezag van den Commissaris des Konings, die blykbaar den minister heeft ingelicht, beriep spr. zich op het getuigenis van den waamemenden burgemeester van Opeterland, die de juistheid der inlichtingen van den Commissaris bepaald tegensprak. Te Beetsterzwaag bevinden zich de bezittingen van den Commissaris des Konings, te wions behoeve dus de inkwartiering plaats liad. Hy vroeg alsnog schadevergoeding ten behoeve van Opsterland, al maakt dat deel uit van het district Schoterland. De minister van binnenlandsche zaken ver klaarde, zich eenvoudig op het standpunt van de wet te stellen. Thans is de heer Domela Nieuwenhuis juist te rade gegaan met de belanghebbende autoriteit (den burge meester), die hy den vorigen dag, in een ander geval, wraakte. De Commissaris des Konings staat geheel buiten de zaak. Deze heeft ook geenerloi bevel gegeven tot inkwartiering; hy heeft alleen kennis gegeven, dat er troepen zou den komen, met verzoek aan den burgemeester om voor huisvesting te zorgen. Het Ryk kan alleen de kosten van telegrammen vergoeden. Do heer Rooseboom beval de Regeering aan toch to zorgen, dat by inkwartiering do inge zetenen niet noodeloos des nachts verontrust worden. De minister van oorlog verklaarde dat, wat de huzaren betreft, in dezen zin is gehandeld by de jongste werkstaking. Overeenkomstig de conclusie der meer derheid, werd besloten met algemeens stem men, behalve 1, die van den heer Domela Nieuwenhuis. Aangenomen is eone verhoogiug van het maximum dor uit te geven zilveren pasmunt in Indiè met 5 millioen en eene nadere ver lenging van den termijn, gesteld bij art. 1 der wet van 1S18 (strafbepalingen op over ladingen on algemeens maatregelen van bestuur). Na vaststelling der raming in comité is de Kamer, gelyk reeds gemeld werd, op reces uiteengegaan. Gemengd Nieuws. In het Panorama, dat ons nu weldra zal gaan verlaten, kan men thans kennis maken met eone schoone en zeker wel aan velen bekende streek, ni. met die, waarin gelegen zyn de beroemde badplaatsen Aken, Spa en hare schilderachtige omstreken voorts gaat de reis naar de interessanto water- keering van de Giieppe, naar ChaHdfontaine, Luik en dan verder de Maas op naar Huy, Namen en Dinant. Het is inderdaad eene schoone serie, welke wol de aandacht verdient. Voordat het Panorama sluit, zal nogmaals, om aan veler verlangen te voldoen, de serie der Beiersche paleizen een paar dagen gegeven worden. Door de Leidsche Zwemclub zyn diploma's als geoefend zwemmer uitgereikt; aan C. V. Bos en C. Quant. Gisteravond om kwart voor zessen viel een kind, wonende in de Haverstraat alhier, in het Levendaal, doch werd spoedig door een voorbyganger op het droge en ver volgens thuis gebracht, zonder eenig letsel bekomen te hebben. Hedenochtend viel eene vrouw, die zich aan den walkant bevond, in den Ouden Singel ook zy werd gered. Met de electrische tramrytuigen werden heden proefritten gedaan van het Plein te 's-Hage naar Scheveningen en terug. De deelneming aan die proefritten was heden voor het publiek zonder betaling opengesteld, van welke welwillendheid der Haagsche Tramweg- maatschappy velen gebruik maakten. De rytuigen, naar het stelsel van de wagens op de stoomtramlyn naar Delft in gebruik, zyn verdeeld in twee klassen. Onder den wa gen der 2de klasse bevindt zich de electrische beweegkracht. De compartimenten zyn naar de eischen van gemak en sierlykheid ingericht en de voor- en achterbalkons bieden ruimte voor verscheidene passagiers, die van deze plaats een aardig kykje hebben op de nieuwe Park- laan met zyn aanleg in eene schilderachtige omgeving. Heden werd het traject Plein Kurhaus zonder oponthoud by de halten in 15 minuten afgelegd, waarby men in aanmerking moet nemen dat de snelheid van dit vervoermiddel beperkt is in de stad tot 9 en buiton de kom tot 15 kilometer per uur. Mot 15 Juli zal de electrische tram voor het publiek worden opengesteld, aanvan- kelyk met een dienst om de 20 of 30 minuten en voorloopig met 2 rytuigen. De wagens zyn van grootere afmeting en dus ruimer dan die te Brussel geëxploiteerd worden, zoodat het materieel uit den aard der zaak zwaarder is en meer hoorbaar over de rails loopt. By de school te Appingadam heeft men by het graven van een kuil om een regenbak te metselen eene bewaarplaats van vele menechenbeenderen gevonden. Behalve eenige ryen doodkisten, liggen daar vele menschen dooreen. Men vermoedt dat ze afkomstig zyn van do kazakken, die daar in 1812 gelegerd waren en waarvan de dooden in een kuil werden begraven. Men heeft het geheel opgegeven de lyken der ruim dertig mynwerkers, die den 16den Juni in de Hill-Farm mijn, Pennsylvania, verongelukten, terug te vinden. Men twyfelt er niet aan, dat zy verbrand zyn. Middel ter verdrijving van mui zen. Om muizen te verdry ven of te dooden, zyn al heel wat middeltjes toegepast, doch weinige bleken proefhoudend. De knaagdiertjes bleken de val al spoedig ontwassen en brood met luciferskoppen gingen zy met een oog knippen voorby, en muizentarwe was meestal meer gevaarlijk voor do honden of do kleine kinderen dan voor hen. Nu deelt men echter mede, dat de toepassing van een zeer een voudig middel de beste gevolgen he9ft gehad. Men heeft ze onthaald op brood, in jenever gedrenkt, en deze volkskanker heeft ook de muizen ten verderve gevoerd. Zij hebben er zich 's nachts aan te goed gedaan tot het laatste stukje, de laatste druppel verdwenen was, en 's morgens kon men by verscheidene

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 12