N°. 9315. Vrijdag 4 Juli. A*. 1890. feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 3 Juli. F'oiiilletoii, HET FABRIEKSMËÏSJË7 LElDSi lI SÜÉ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAOT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommors0.05. Ofllcieele Kennisgevingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis dat op heden aan den ontvanger der Directe Belastingen alhier is ter hand gesteld het primitief kohier van do Personeele Belasting van wijk 8, dienst 1890/91, executoir verklaard den SOsten Juni 1890 en herinnert voorts do belanghebbenden aan hunne verplichting om den aanslag op den bij de wet be paalden voet to voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 30 Juni 1890. DE KANTER. Ook het bestuur Tan de sociëteit „Mubis Sacrum" alhier wenschte niet achterwege te biyyen met zijne belangstelling te toonen in de te dezer stede gegeven academiefeesten. Aangezien de vorige week, wegens de reeds bestaande vele drukten, zich daartoe minder leende, werd aan dat plan op het concert van gisteravond uitvoering gegeven. Een groot gedeelte van den tuin prijkte, behalve mot de gebruikelijke gasverlichting, bovendien met eene menigte allerhande ge kleurde, groote on kleinere ballons. De opkomst van de leden met hunne da mes was op dezen schoonen avond groot, en hoewel, in verband met de dienzelfden avond te Nijmegen besloten feesten, niemand der gekostumeerden zich hier vertoonde, zoo werd het publiek voor dat gemis ruimschoots schadeloos gesteld door de andermaal keurige wijze, waarop het fraaie programma, met Mann's Maskerade-feestmarsch geopend, werd ten ge- hoore gebracht. Men had het den leden der infanterie-kapel niet aangezegd dat zi) reeds zulke drukke dagen achter den rug hadden. Ook nu waren zi) onvermoeid in het vertolken der verschillende composities dusdanig, dat het allen lor verdient en waaraan dan ook eene rechtmatige waardeering ten deel viel. Aanstaanden Zaterdag-middag, om twaalf uren, zal ter gelegenheid van den verjaardag van prinses Marie, dochter van wijlen prins Frederik, gemalin van den prins Yon Wied, door het garnizoen alhier eene groote parade gehouden worden. Aan het postkantoor Leiden werd ter Rijkspostspaarbank gedurende het tweede kwartaal van 1890 ingelegd 59,064.74'/j en terugbetaald f 41,637.56. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 5631. Aan het kantoor te NoordwiJk en de hulp kantoren te Noordwijk aan Zee en Voorhout werd gedurende dien tijd ingelegd f 872.18'/2 en terugbetaald f 1006.04. Het laatste uitge geven boekje draagt het nummer 150. Aan het postkantoor Wassenaar werd ge durende dat kwartaal ingelegd f 3210.83 en terugbetaald 3801.26. Het laatste uitgegeven boekje draagt het nummer 243. Tweede Kamer. Zitting van 2 Juli. Eene nog wel voorziene agenda was heden af te doen. Allereerst de quaestie betreffende de grensscheiding tusschen Suriname en Fransch- Guyana. De Kamer maakte geen gebruik van het aanbod des voorzitters om die zaak in besloten vergadering te behandelen. De heer Cremers, overtuigd dat alleen uit te maken was of de Lawa dan wel de Tapa- nahoni de grensrivier op het betwist gebied vormde, meende dat de bevoegdheid van den arbiter zonder aanleiding was uitgebreid en sprak zeer zyne afkeuring uit over het als waar gemelde bericht, dat Frankrijk, hangende het geschil, vergunning had verleend tot goud- delving op het betwist gebied. De heer Van Nunen meende dat onze Regeering niet anders kon handelen en dat onze toestemming in de uitbreiding van de macht van den scheidsrechter onze positie versterkte, dat de Lawa de grens vormde en dat in den aandrang van Frankrijk om die macht te veranderen, juist geen bewUs van vertrouwen in zijn recht lag. Over de vergunning tot gouddelving zou hy de regee- ringsinlichtingen afwachten. Daarentegon noemde de heer De Beaufort de toetreding tot de verandering van de macht des scheidsrechters eene fout, welke groote nadoelen zou toebrengen aan de Nederlandsche belangen, waartegen geen enkel voordeel over staat. Van eene verdeeling van het grondgebied verwacht hy groote moeilijkheden. De heer Brantsen van de Zjjp meende, dat 's lands eer en 's lands belang door aanneming van de conventie worden bevorderd. Een voorstel van den heer Schimmelpen- ninck en acht anderen, om de legerwet te stellen in handen eener commissie van voor bereiding, is aangenomen met 53 tegen 29 stemmen, doch op voorstel van den heer Cre mers zal die commissie uit 7 leden bestaan. B(j het voortgezet debat over het grens- verschil van Suriname weigerde de heer Vee- gens mede te werken, om Frankrijk te geven een rechtstitel op het bezit van het ons toe komend grondgebied. De heer Boreel was tegen het ontwerp. De minister van buitenl. zaken verzekerde, dat de Fransche regeering order heeft gegeven om op het betwiste gebied alles tot het statu quo terug te brengen. Hy verdedigt de verklaring in het belang der beëindiging van het geschil. Ook de minister vnn koloniën verdedigde het. Na ongeveer een uur in comité-generaal vergaderd te zijn geweest, verklaarden de heeren Van Houten en Schaepman, toen tegen vijf uren de publieke vergadering heropend was, te vertrouwen dat het statu quo zou worden hersteld op het betwist gebied. De verklaring met Frankrijk werd ten slotte aangenomen met 57 tegen 21 stemmen. De beraadslagingen in de Kamer over de nadere verklaring met Frankrijk omtrent het grensgeschil in Suriname werden gevolgd door den met verlof te 's Gravonhage vertoovenden Nederlandschen gezant te St.-Petersburg, den heer Wttewaal van Stoetwegen. Heden hebben aan de universiteit alhier de dames Jongbloed en Plaschaert het theore tisch apothekers-examen met goed gevolgd afgelegd. Tot voorzitter dor commissie van rappor teurs der Eerste Kamer over de spoorweg overeenkomsten, is benoemd mr. Kappoyne Van de Coppello. By het bestuur der Leerhoeve voor zui velbereiding, te Oudshoorn, is een verzoek ontvangen van de Zweedsche regeering, om een leerling aan die inrichting te plaatsen. Het verzoek is nog in overweging. Op het buitenverbiyf „Leyduin," van de familie Van Lennep, onder Vogelenzang, had gisteren het 27ste christelyk nationaal zendingsfeest plaats. Hoewel het weder zich in den morgen allesbehalve schoon liet aanzien, stroomden er toch duizenden naar het buitenverbiyf om het feest by te wonen. Per spoor, per rytuig, te voet kwam de menigte aanzetten, en het eerst wat gedaan werd, was zich verspreiden in de groote ruimte, die de buitenplaats aan biedt, om straks, als de toespraken zouden aanvangen, op de spreekplaatsen weder byeen te komen. Niet alleen wordt de noodige leeftocht medegevoerd, maar ook een vouwstoeltje, eene regenjas en eene kolossale parapluie ont breken nooit. Door de regens der laatste dagen was de grond meer dan drassig. Eene eigenaardigheid der zendingsfeesten is, dat ze steeds ordelyk afloopen. Nu liep de orde echter eenig gevaar, en wel van eene zyde, waarvan men die het minste zou verwachten, nl. van de zjjde der volgelingen van het Heilsleger. Reeds dadelyk na den aanvang hadden zy getracht een optocht te organisoeren, door, met muziek voorop, den hoofdweg heen en PRIJS DER AD VERTEN TiniN: v»n 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer/0.1. Grootere lettere Deer plaetaruimte. Voor het to oteseeren bniten de etad wordt 0.10 berekend weder te loopen. Toen was hun dit verboden, doch tegen halftwee werden weder de trompet en de tambouryn gehaald- Een oploop ont stond en de president der feestcommissie was genoodzaakt met verwydering van het terrein te dreigen, alvorens men genegen was op te houden. Dit laatste echter onder protest. In de lpst der sprekers was eenige ver andering gekomen. De heeren W. baron Van Doorn en J. C. Montyn spraken niet, en in hunne plaats traden op de heeren J. G. Knottnerus en A. C. Adler. Alles geschiedde stipt op tyd. Mot begeleiding van muziekcorpsen werden de ver schillende liederen gezongen en de toespraken vonden by de omstanders een aandachtig gehoor. Gansche families waren onder de boomen neergezeten en nuttigden het in papieren, medegebrachte brood. Tegen vier uren, toen velon reeds aan weg gaan dachten, kwamen, door het flinke, frissche weder uitgelokt, nog talryke scharen Haar lemmers aan. Daar de treinen aan „Leyduin" stopten en door verschillend gekleurde vlaggen werd aangegeven, wiens beurt het was, ging alles ordelyk in zyn werk. Niet alleen voor de spoorwegmaatschappy, maar ook voor vele anderen is het een voor- deelige dag geweest. Te 10 uren begonnen, was het feest te 6 uren afgeloopen. Aan de „Haarl. Crt." ontleenen wy nog dat het muziekcorps „Obadja," van Rotterdam, den zang begeleidde en gedurende de pauze eenige stukjes ten be3te gaf. By de verschil lende spreekplaatsen heerschte blykbaar groote aandacht en ieder stemde met de opge geven liederen in. Byzonder trok een 25 tal Haarlemsche wees meisjes door haren zang de aandacht. Na eene verversching, door den heer Van Lennep aan geboden, gebruikt te hebben, schaarden de weesmeisjes zich voor het huis en zongen, ten aanhooren van het 6teeds aangroeiende publiek, een schoon lied. Te halfvior telde men ruim 8000 feestelingen. Behalve de andere gelegenheden, werden over den Holl. Spoorweg, met de feesttreinen van den Ooster spoorweg, uit Den Helder en van den kant van Rotterdam 5000 reizigers aangebracht. Gisteren overleed te Haarlem de heer IV. A. Van Kluyven, gepensionneerd officier van het Ned.-Ind. leger en gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis. Hy was geboren te Gouda 27 Januari 1811. van H. LENZ. Slot.) Plotseling kromp zy ineen, evenals iemand ineenkrimpt en terugschrikt, die op vasten grond meent te staan en zich eensklaps aan den rand van een diepen afgrond bevindt. Een rauwe gil weerklonk door het paviljoen zy stormde in haastige vlucht hem vsorby om de deur te bereikenhy wilde haar terug houden. „Anne-Marie, myn kind, luister toch! Anne-Marie!" Maar zyne luide angstkreten werden niet meer gehoordde deur was met een luiden slag in het slot gevallen en hy stond daar alleen, alleen met zyne wroeging en zyne kwellende gedachten, hy de gelukkige brui degom van de schoone, geestige, ryke Her- silie De Boncourt. Eenige weken later, op den avond, toen men op de villa van Banbergen een schitte rend bruiloftsfeest gaf, werd de blonde Acne- Marie dood uit de beek opgehaald. Men ver haalde dat men in hare koude, verstijfde rechterhand eene verwelkte bloem had ge vonden, welke zy styf vastgehouden moest hebben „O, zoo!" zeide de trotsche zoon van het benedendorp, „dat is zeker nog eene bloem uit den ruiker, welken ik het mooie fabrieks meisje over de heining toegereikt heb, toen zy eens den molen voorbykwam. Dat nu ook zoo'n meisje, dat zoo arm is als eene kerk- muis, zich dadelyk wat in het hoofd moest halen, omdat iemand onzer zich vernederde haar een paar rozen te geven 1" Mevrouw Hersilie Banbergen houdt niet veel van huwelyksreisjes, sedert zy van de hare zoo onvoldaan teruggekeerd is. Hoe kon het papa Banbergen ook in de gedachte komen, om in den eersten brief, dien hy den jonggehuwden naar ItaliS schreef, met groote nauwkeurigheid een zelfmoord te beschryven, die in het stille fabrieksdorp veel opzien had gebaard I Die goede lieden van het land waren aan dergelyke ongevallen zoo weinig gewoon, dat het haar haast be- lachlyk voorkwam, dat haar jeugdige ge maal do herinnering aan het voorval maar niet van zich af kon zetten. Lieve tyd, dat jonge meisje, dat zich verdronken had, was klaarblykelyk niet zeer gezond geweest; zy had immers den dag van het trouwen bleek als een lyk aan de deur der kerk gestaan, toen de 6choone bruid arm in arm met haren verloofde naar het altaar ging? Was dat dan zoo erg? Er waren toch kloeke en handige arbeidsters genoog in de fabriek, die men aan Anne-Marie's weefstoel kon zetten I Maar Duitschers zyn nu eenmaal zoo erg zwaartillend. Nu, ze heeft de ketenen, welke haar spoe dig onvordraagiyk begonnen te knellen, niet lang behoeven te dragen. De 6choone Hersilie De Boncourt had spoedig van die mésalliance, zooals zy het noemde, berouw, en Leo Banbergen, die in den beginne in het streven naar vermaken zyne vrouw nog voorbygestreefd had, was in korten tyd, zonder dat men wist waarom, een knorrepot en een zonderling geworden, die zyn eigen weg volgde, en oogenschynlyk meer dan genoeg van de genoegens des levens had genoten en die nu de levenslustige Her silie in alles haren zin liet volgen, zonder eenig deel te nomen aan de vermaken, welke zij bleef najagen. Over zyn nog onvoleindigd manuscript ge bogen, op wier bladen, welke slechts half beschreven waren, een lokje blond haar lag, vond men den zonderlingen man eens geheel alleen in het paviljoen, dat nog altoo3 zyn lievelingsplekje was gebleven. Hy zat daar, evenals altoos, over zyn boek gebogen, doch hy leefde niet meereen hartslag had zyn levensdraad afgesneden. Van haar veelbewogen leven uitrustend, brengt Hersilie De Boncourt, die nu meestal Madame Hersilie wordt genoemd, als weduwe, die ook reeds langzamerhand hare jaren ziet klimmen, nu eens den zomer op de villa Banbergen, dan weder in hare geboortestad, Lyon, door. Zoo dikwyls zy vandaar naar het Duitsche dorpje terugkeert, brengt zy uit Lyon een prachtigen immortellenkrans mede, dien zy eigenhandig aan den voet van het statige monument neerlegt, dat op haar ver zoek op zyn graf is geplaatst. Ze weet het niet, de nu verwelkte Hersilie, dat ze iederen koer, als zy het kerkhof verlaat, met den zoom van hare élégante japon den steen aan raakt, onder welken de jeugdige martelares der liefde rust heeft gevonden. Arme Anna-Marie! En als men 's avonds laat tusschen de heining en de beek gaat wandelen, schynt bet murmelend water ons toe te roepen„Zoo iets is meermalen gebeurd, maar men heeft het vergoten; het is voorby, lang voorby!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1