N°. 9314.
Donderdag 3 Juli.
A*. 1890.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 2 Juli.
Feuilleton.
Ihët fabrieksmeisje.
LEIDSOÏÏ
DAGBLAD.
PHIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per S meendenf 1.10.
Franco per poetB 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels/1.05. Iedere regel meerƒ0.3vj
Grootere lettere naar plaatBruimte. Voor het la
caseeeren buiten de etad wordt f 0.10 berekend.
Offlcieele Ktmnistfeyiiitfeii.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Gezien art. 52 der Algcmoene Politieverordening,
vastgesteld den 6den November 1879;
Bepaalt:
dat bij gelegenheid van het Foest, door de Burgerij
het Studentencorps aan te bieden op het Feestterrein
op het Park, aanstaanden Donderdag 3 Juli,
de passage met rijtuigen tot hc-taanbrongen
en afhalen van bezoekers, niet anders mag geschieden
dan van de zijde van het Steenschuur lange
de zijde van de Loge, terwijl die rijtuigen zich
moeten verwijderen in de richtiDg van de Baametegen.
dat gedurende dien avond van 7 uren af tot na
afloop der feestviering, het rijden lange het Steen-
echuur, van de Nieuwsteeg totdoBroeetraat,
verboden is.
Lei don, De Burgemeester voornoemd,
30 Juni 1890. DE KANTER.
DRMHWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter
aigemcene kennis dat door WILLEM SCHREIN-
HOUT, wonende te Leeuwarden, een verzoekschrift
is ingediend om vergunning voor den kleinhandel in
eterken drank in het perceel Lammermarkt No. 36a.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, BOOL, Weth., lo. Burgemeester.
2 Juli 1890. E. KIBT, Secretaris.
Krachtens vroeger Raadsbesluit ie door
het college van Dagelyksch Bealuur op 10
Juni jl. eeno openbare verhuring gehouden
van het recht voor de jacht op waterwild
op de stadsvroonwateren voor den tyd van
drie jaren, ingaande met de opening van de
jacht in dit jaar.
De eenige inschrijver was de heer W. P.
Mulié alhier, voor /"210 per jaar.
B. en Ws. hebben besloten de huur niet
te gunnen, op grond dat de geboden som hun
niet hoog genoeg voorkwam. In de bovenbe
doelde Raadszitting toch werd medegedeeld
een verzoek van eenige liefhebbers voor de
jacht op waterwild, onderteekend door de
heeren W. P. Mulié, H. P. A. Hopman, J. D.
Dingemans, L. Warmenhoven, N. J. Stal-
linga, C. Mulié, Van Diepenbrugge en P. H.
Cockuyt, om het jachtrecht niet, zooals des
tijds was voorgesteld, onder de hand te ver
huren voor ƒ260 '8jaars, aangezien dat be
drag veel te laag was, terwyl de voorkeur
werd gegeven aan eene openbare verhuring
en do verzoekers borg stonden voor eene veel
hoogere som.
Inmiddels is die veel hoogere som blykens
de openbare inschrijving niet verkregen, daar
!i slechts voor ƒ210 is ingeschreven. B. en
Ws. achten het inde gegevenomstandigheden
niet geraden het jachtrecht voor drie jaren
aan één persoon te verleenen, maar geven er
de voorkeur aan, wederom, evenals vroeger,
psrmissiön uit te reiken gedurende den jacht
tijd, en wel telkens voor een Beizoen. Het
vroeger geldend bedrag van ƒ6 per permissie
is evenwel te laag en kan, volgens ontvan
gen inlichtingen, zonder bezwaar worden ver
dubbeld, welk bedrag dan ook onlangs door
een zich noemend broodjager op waterwild uit
de Kaag werd aanbevolen.
B. en Ws. geven mitsdien in overweging
te hesluiten dat voor het jachtseizoen 1890/01
permission zullen worden uitgereikt voor het
jagen op waterwild op de vroonwateren, tegen
betaling van 12 voor elke vergunning.
Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek
alhier hebben een voorstel ingediend tot uit
breiding van genoemde inrichting.
Wanneer men, zeggen zij, de toename van het
gasverbruik over de laatste jaren nagaat, dan
springt dadelijk in het oog, dat deze zeer be
langrijk is. Zoo was de toename:
In het jaar 188565325 kub. meters
1886132982
1887 176063
1888208067
1889....211833
Terwijl, besluitende uit de toename over de
eerste helft, deze zal zjjn in het jaar 1890
316601 kub. meters.
Op 1 April 1885 werd de gasprijs gebracht
van 8 op 6 cents per kub. meter, terwijl op
1 April 1889 deze 5 cents werd.
Nu B. en Ws. besloton hebben, geene voor
stellen aan den Raad te doen tot vorhooging
van den gasprijs en het verschil tusschen de
dure steenkolen en het kook- en verwarmings-
gas kleiner geworden is, zullen zeer zeker de
verbruikers van dit gas sterk toenemen, en
zal deze toename gelijk gesteld kunnen wor
den by die, na eene vroegere prysvorlaging
van het gas.
Het exploitatieverslag van 1889 leert dat
de maximaalproductie bedroeg 19323 kub.
meters per etmaal, de aflevering was 14 pet.
meer dan het vorig jaar, zoodat veilig over
1890 kan worden aangenomen, dat ook de
etmaalproductie 14 pet. hooger zal worden,
bedragende dus 22028 kub. meters.
In verband hiermede treden commissarissen
in beschouwingen omtrent den toestand van
stokery, condensors, Btoomketels, exhausters,
pelouze, scrubbers, zuiverhuis, stationsmeter,
gashouder, regulateurs en stadspüpennet.
Naar aanleiding van die beschouwingen,
leggen commissarissen de volgende bogrooting
voor, ten einde te geraken tot eene flinke uit
breiding van do Stedelyke Gasfabriek
Voor het bouwen van eene sto
kery, waarin plaats voor 6 Klünne
generatorovens met eoueterrain en
luchtkap20000.
Idem voor het bouwen van 6
Klönne generatorovene a 7000
por stuk42000.
Voor het bouwen van oen huis,
waarin te plaatsen 2 scrubbers
en 1 pelouze en waarin nog plaats
aanwezig blyft voor een 3den
scrubber6600.
benevens een 3de stoomketel en
1 scrubber Kirkham4500.
Pelouze met do noodige verbin
dingen en hulpstukken, het ver
plaatsen der scrubbers 6500.
Stoomketel met verandering der
bestaande stoomleidingen en aan
sluitingen 3500.
Voor het in orde brengen en ven-
tileeren van het gebouw, waarin
de zuiverkieten worden geplaatst,
benevens het maken van fundeerin
gen voor de toestellen 2000.
4 zuiverkisten voor yzeroxyde,
lang 6.80 metor, breed 5.58 meter
met centre-valves en 18duimsin-
en uitlaten en 2 stuks idem voor
kalkzuivering, lang 6.80 M., breed
5 M. met 2 vierwegskranen en
windwerk tot het afnemen der
deksels32400.
18-duims-leiding voor het nieuwe
zuiverhuis3000.
Stationsmeter voor 20,000 kub.
meter doorlaat per etmaal 4700.
Aansluitingen van oude en nieuwe
toestellen1500.
Voor het leggen van eene 14-, 12-,
10- en 8-duims-ceintuurleiding tot
verbetering van het oosteiyk ge
deelte van den Btadsgasaanvoer
met 3 zinkers van gelyke afmeting 19200.
Voor het amoveeren van oude
gebouwen, afsluiting terrein en
verplaatsen van rogeneratieloods
en klopmachine, bonevens onvoor
zien8000.
Totaal 153900.
Van deze 153,900 zal moeten worden ver
werkt in 1890 87,400, waarvan evenwel een
belangrijk deel eerst in 1891 zou behoeven te
worden betaald, aangezien do werken aan het
zuiverhuis eerst einde November zouden zyn
afgeloopen.
De twee eerste posten zouden in 1891 of
1892 moeton wordon verwerkt, waarschynlyk
evenwel in 1891.
Nog wordt door commissarissen opgemerkt,
dat de behoefte groot en eene spoedige be
slissing in dezo allerwenschelykst, ja nood-
zakelyk is.
De contra-party, door de burgery op
Donderdag-avond het Leidsche Studentencorps
aan te bieden, zal bestaan uit de volgende
feosteiykheden
Opening van het feestterrein te zeven uren.
Van halfacht tot halfelf: concert door de
koninkiyke militaire kapel van het regiment
grenadiers en jagora, dirocteur de heer W.
Van der Linden.
Te halfnegon: ontvangst van het Leidsche
Studentencorps door den voorzitter der feest
commissie, den heer S. C. M. Knappert, wot-
houder der gemeente Leiden.
Te negen uren: ontvangst van Z. K. H.
Karei V, Roomsch Keizer enz.
Te halfelf: groot vuurwerk, vervaardigd
door den heer A. Gall, pyrotechnicus te Rot
terdam. Dat vuurwerk zal uit de volgende
nommers bestaan: 1. Het wapen van keizer
Karei V. 2. Stralenbundels en bouquet.
3. Pyrotechnische telegraphie. 4. Rozet in
vpf kleuren. 5. Aardglobe. 6. Battery.
7. Les Papillotes de Venus. - 8. Surprise.
9. Bengaalsche zonnen. 10. Groote decoratie
„Vivat Academial" Tot afwisselingvuur-
bommen, wentelaars, slaDgon en vuurpyien.
Na afloop van het vuurwerk: opening van
het feestgebouw en bal.
Muziekuitvoering door het muziekcorps der
Leidsche dd. schuttery, onder directie van den
heer A. Van Leeuwen.
Ter vervulling van twee vacatures aan
de school der 2de klasse voor Jongens en
Meisjes (Leerschool by do Kweekschool voor
Onderwyzers), ontstaan door het verleend
eervol ontslag aan de juffrouwen J. M. Dykman
en A. J. Cremer, worden den gemeenteraad
door B. en Ws. twee voordrachten aange
boden, opgemaakt in overleg met den arron-
dissemonts-schoolopziener na ingewonnen be
richt van het hoofd der school, ter benoe
ming van twee dorde ondorwyzeressen, op
eene jaarwedde van 550, also. mej. L.
M. Kievit, mej. A. Lem en 3o. mej. L. E.
Ter Meer; b. mej. E. Van Leeuwen, mej.
W. Klinkert en 3o. mej. P. Weber.
De commissie van financiën deelt mede
dat het onderzoek der rekening van het
VAN
M. LE\Ï.
4)
„Waarom zou ik bang zjjn? Gy zyt immers
(j my, myn lieve heer en vriend?" fluis-
erdo zy lachend, op vertrouwelyken toon.
Hjj drukte haar aan zyn hart. „Dank myn
ind, dank", zeide hy bewogen. „Uwe vrien-
eljjke woorden doen my op dit oogenblik
verkeiyk goed."
Hierop draaide hy de lamp, welke aan de
oldering bevestigd was, nog meer op, voerde
Anne-Marie naar den divan in den hoek en
liet zich op de kussens neervallen. Zy knielde
by hem neer op het donzen tapyt en keek
vol bewondering in het prachtig gemeubileerd
eu door den rooden gleed der lamp verlichte
kabinetje rond.
Zy had nog niet eens opgemerkt dat hy er
hedon anders dan gewooniyk uitzag, en dat
hji, zonder op haar gekeuvel acht te geven,
met hare blonde vlechten speelde, welke, half
los gewikkeld, over hare schouders vielen.
Opeens sprong hy in onstuimigen haast op
en doorschreed met driftige schreden do kleine
ruimte. „Het dient nergens toe, als een laf
aard, het oogenblik altoos weor te verschui
ven", zeide hy opeens, terwyi hjj voor haar
bleef stilstaan, „het hooge woord moet er
uit, Anne-Marie!"
De toon, waarop hy dit zeide, klonk zéé
onnatuurlyk en overspannen, dat zy verwon
derd het hoofdje ophief en hem vragend aan
zag. Zyne bleekheid trof haar.
Met bevende vingers streek hy zich her
haalde malen de donkere snorren van den
schoongevormden mond.
„Ik weet dat ik u leed berokken, u, Anne-
Marie, en myzelven ookmaar ik kan er
niets aan doen", stotterde hy verdrietig en
beschaamd. „Wy hebben kapitaal noodig, als
wy de crisis, welke onze zaak bedreigt, ge
lukkig zullen doorstaan.
„In de fabriek kunt gy niet blyven, in
geen geval, Anne-Marie, maar ik zal u ruim
van geld voorzien. Het beste is, dat gy met
uwo moeder zoo spoedig mogeiyk van hier
vertrekt 1"
Zy zag hem eenigo seconden met hare
groote oogen aan, drukte hare lippen tegen
zyne slap neerhangende rechterhand, terwyl
zy haar hoofdje liefkoozend tegen zijne knie
liet rusten.
„Weggaan ik, weggaan vroeg zy,
verwonderd lachend. „Och, waarom schertst
toch mynheer heden zoo onnatuurlyk, en
waarom zegt liij dingen, wolke zijn eenvoudig
kind niot kan begrijpen?"
Hy zuchtte diep. „Doch gy moet deze
dingen begrypen, Anne-Marie!" zeide hy.
Toen scheen haar een licht op te gaan.
„Ach", riep zy verheugd, „als er anders niets
is, als gy om d9 oone of andere reden van
hier weg wilt, weg moet, dan zal met u
medegaan; ik zal u volgen, gaarne, heel
gaarne volgen, waarheen ge ook moogt gaan,
ware het ook tot het uiterste einde der
wereld, of verder nog!"
Hy hield met een zucht de handen voor
zyne oogen. „Anne-Marie", stamelde hy ein
delyk, „Anne-Marie, myn kind, maak hetmy
niet moeilyker dan ik het reeds heb. Kind,
kind, ik heb u innig en trouw bomind met
ware en reine liefde. Anne-Marie, ik heb u
nu nog lief, liever nog, liever nog mis
schien. doch onze zaak is in groot gevaar,
onze beroepseer weet ge wat be
roepseer beteekent, Anne-Marie? kort
en g09d, myn vader heeft vandaag aan den
voogd van Hersilia om de hand van de ryke
erfgename gevraagd."
Nog altoos lsg zy half geknield op het
tapyt en zag hem aan met een blik, wolke
hem door de ziel sneed. Hy vatte hare han
den, welke zy zoo hulpeloos naar hem uit
gestrekt hield en trok haar naar zich toe.
„Kyk my niet zoo aan, Anne-Marie, niet zój",
smeekte hy, „begryp my toch eindelyk go-
heel; wy moeten, versta het wel, elkander
verlaten; ik durf geen misbruik maken van
het vertrouwen dier dame, wier geld wy
noodig hebben, die eenige uren geleden my
haar „ja" heeft toegefluisterd en die binnen
weinig weken myne vrouw zal worden!"
„Uwe vrouw!" Dat woord werd niet
door Anne-Marie uitgesproken; het geleek
veeleer op een kreet van zielesmart, door
een diep gewond hart voortgebracht.
Wankelend stond zy op; hare bevende
voeten vermochten nauwelyks haar lichaam
te ondersteunenmet beide handen greep zy
naar haar hoofd.
Eene der gele waterleliën, welke ze, terwyl
zij aan de beek op hem wachtte, had ge
plukt en die hy haar schertsend in het weel
derige haar had gestoken, viel op den grond.
Werktuiglyk bukte zy om de bloem op te
rapen, zag hem toen een oogenblik aan hare
doffa oogen opendon zich wyder en wyder.
Slot volgt.)