N°, 9310. Zaterdag SS «Juni. A°. 1890. feze <g'ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 27 Juni. Feuilleton. Het Roode Testament. LEIBSCH jÉ& DAGBLAD. PBU8 DEZEB COUBANT: Toor Leiden per 8 maendenf 1.10. Franco per postm 1.40. A-feonderltjke Nommersw 0.05. Morgenochtend te twaalf uren zal op de begraafplaats aan de Groenesteeg alhier het stoffelijk overschot van wijlen dr. Ph. S. Van Konkel worden ter aarde besteld. Te half- twaalf zal de lijkstoet het sterfhuis in het Noordeinde verlaten. Wy vernemen dat ket muzikale gedeelte van de partij, door de burgerij op 3 Juli a. s. het Leidsch Studentencorps aan te bieden, is opgedragen aan de koninklijke militaire kapel vau het regiment grenadiers en jagers, onder directie van den heer Van der Linden. In de classicale vergadering der Ned.- Herv. Kerk te Leiden waren tegenwoordig 30 predikanten en 3d ouderlingen. De aftre dende bestuursleden werden met groote meer derheid van stemmen herkozen, nl. ds. A. Keers, pred. te Hazerswoude; ds. J. D. Sigal, pred. te Lisso; N. Van der Toorn, ouderling te Hazerswoude, met hunne secundi; ds. A. J. Ruys, pred. te Oegstgeestds. J. H. Wille- brands, pred. te Oude-Wetering; J. Brunt, ouderling te Woerden. Als classicale quaestor werd gekozen ds. W. Klercq, pred. te Koudekerk, secundus ds. J. J. Van Walsem, pred. te Noordwijk aan Zee. De door de Synode voorgestelde kleinere wijzigingen werden zonder veel discussie goed gekeurd de toevoeging achter al. 1 van art. 61 van het reglement op het examen met eene kleine meerderheid. Ook de wijziging van art. 25 al. 1 van het reglement werd goedgekeurd, waarbij men voortaan binnen het jaar tot vernieuwd pro ponents-examen kan worden toegelaten. De aanvulling van art. 3 regl. voor ker kelijk opzicht en tucht werd met algemeene stemmen op ééne na verworpen. Ook de modernen verklaarden zich daartegen, omdat ze wel wijziging van art.13 van hst algen een reglement verlangen, doch niet door middel van een expedient. Ook de wijziging en aanvulling van art. 2 regl. op het hulppredikerschap werd met algemeene stemmen verworpen, omdat men die volkomen overbodig achtte. Bij het groot-ambtenaarsexamen voor den Indischen dienst, van 16 tot 26 Juni 11. te 's-Gravenhage gehouden, zijn, naar orde der eindrangljjst, de volgende heeren toegelaten G. P. A. Bischoff (D), J. A. A. Van der Ent (D), P. De Roo de la Faille (L), P. W. Van ROMAN VAN XAFIER DE ilOVTÉPI*. 171) Vernier sprong op van zijn stoel en klopte aan de kamerdeur van Pradier, die onmid dellijk werd geopend. „Is er iets nieuws?" vroeg Pradier. „Ja, Paul is in zijne boot woggeroeid. We zullen hem volgen." De beide politiemannen verlieten stil het logement en liepen langs den oever der rivier, vanwaar zjj de boot in het oog konden houden. Paul, onbewust dat vier oogen op hem ge vestigd waren, roeide de Marne af tot aan „Le Petit-Castel." Daar gekomen, sloeg h(j den zijtak der rivier in en haalde bjj de landingsplaats zijne riemen binnen. „Is u-daar?" fluisterde eene vrouwenstem in het duister. „Ja, ik ben het." „Kom danl" Paul sprong 'aan land, maakte zijne boot vast en greep de hand van Angèle. den Broek (D), K. A. baron Van Reede van Oudtshoorn (D), P. K. Kühlman (L), J. N. Witteveen (D), A. M. Zandveld (D), P. Van Tubergen (D), J. S. A. Moorrees (D), C. A. Van AfTelen van Saemsfoort (D), mr. C. Loth (D), mr. L. A. O. Kollmann (D) en J. W. Cam pagne (D). De letters D (Delft) en L (Leiden), achter de namen der toegelatenen geplaatst, wijzen aan, bij welke der beide inrichtingen voor onderwijs in do taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië zjj hunne opleiding hebben ontvangen. Donderdag bracht Z. M. Kirel V, met talrijk gevolg, waaronder de graven van Egmond en Hoorne, de Prins van Oranje, de aartshertog van Oostenrijk e. a., een bezoek aan het dorp Wassenaar. Daar werd een déjeuner gebruikt bjj den hooggeb. heer L. G. A. graaf Van Limburg Stirum, neef van Z. M. Karei V. Allo dorpsbewoners vlagden, hetgeen het dorp een feestelijk aanzien gaf. De schoone kostumes trokken ieders bewondering. Zondag a. s., 's voormiddags te halftien, zal voor de Ned.-Herv. gemeente te Katwijk- Binnen optreden de heer P. A. Klap, docto randus in de theologie aldaar. Des namiddags te twee uren zal er in de Ned.-Herv. kerk te Leiderdorp godsdienst oefening gehouden worden, aangezien alsdan de heer P. N. Gijsman, predikant te Zoeter- woude, voor de gemeente hoopt op te treden. Blijkens een gisteren bjj het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië is de vijand in Edi op 21 dezer, na weinig tegenstand, verdreven uit zijne stellingen Pe- dawa Pontong, Nibong Toealang en Mata Ajer, waarin hy eenige dooden achterliet. Onzer zijds sneuvelde een Ambonees en werden drie mindere militairen licht gewond. De gezond heidstoestand der troepen is gunstig. Sts.Crt Men schrijft aan het „Vad." uit Atjeh Dat de toestand op Atjeh in den laatsten tijd weer verre van rooskleurig kan genoemd worden, blijkt uit de zeker reeds per telegraaf gemelde gevechten, welke 29 April en 15 Mei jl. op Edi hebben plaats gehad. Zoover te verwachten was, is't na 29 April weder spoedig tot een treffen gekomen. Den 15den in den vroegen morgen werd van uit de benting opgerukt door eene 300 bajo netten sterke colonne, onder bevel van den overste Helderman, die met eene versterking van 100 man per Oostboot van Kota Radja was aangekomen. „Martha wacht u; ik zal u bij haar bren- gen", zeide zy. Zy ging hem nu voor en by volgde haar op den voet. Jacques, Pascal en Angèle waren tegen den avond met Martha op „Le Petit-Castel" aangekomen. Sedert zyn laatste gesprek met Martha was Jacques weer even vaderiyk als hy vroeger voor haar was. Nu zat hy met haar in het salon op de benedenverdieping. Angble met Paul waren het huis zacht genaderd. Naby de ramen van het salon ge komen, kuchte Angèle, hetgeen voor Jacques een teekeu was om zich te verwyderen en hy stond dadeiyk op. Hij begaf zich naar een aangrenzend ver trek, waar hy alles zou kunnen hooren, wat er gesproken werd. Angèle bracht Paul in huis en wees hem de deur aan van het salon. „Ga daar binnen", zeide zy; „daar wacht Martha u." Paul drukte haar dankbaar de hand en snelde naar binnen. „O, welk een geluk, daar zat Martha, die hy aanbad, die hem wachtte om hem onuit- sprekelpk gelukkig te maken." Doch de houding van het beminde meisje De colonne was verdeeld in 3 divisiön; de 2de van deze bestond uit do landingsdivisie van Zr. Ms. stoomschip „Prins Hendrik." Verder werden medegevoerd 2 mortieren van 12 cM., benevens de ambulance met de noodige dwangarbeiders, enz. Eenige honderden meters voor het terrein, waar 't gevecht van 29 April had plaats gehad, kreeg de colonne een hevig vuur van de naby- gelegen hoogten uit repeteergeweren en beau- montgeweren, en vielen reeds direct de eerste gekwetsten. Voorwaarts trekkende, ontdekte men dat de Atjehers zich sterk hadden opgesteld in eene door de met ons bevriende Edineezen op gerichte versterking, welke helaas door die dappere vrienden een paar dagen te voren uit vrees voor den vpand was verlaten. De voorste divisie, onder bevel van den kapitein Byieveld, zou nu de benting, waarby ook nog een kleine missigit stond, omtrek ken, terwyi de marine-divisie er recht op aan zou marcheeren. Tot op 150 meter van de benting gekomen, zag men zich door eene bocht van de kali van het doel gescheiden. Maar toch zou, na eene kleine rondtrekking, 't stormen mogeiyk zyn. Ook de divisie van den kapt. Bijleveld was inmiddels de andere zydo reeds tot op pl. m. 100 M. genaderd, toen, tot aller spyt, het bevel tot retireeren werd gegeven. Men trok dus terug en veree- nigde zich weder met de 3de divisie, die haar vuur steeds was blyven onderhouden op do omliggende heuvels. De bevelhebber achtte 't na de geleden ver liezen en met 't oog op de sterke positie van den vyand, ongeraden te stormen en keerde alzoo de colonne naar Edi terug. Wy leden dien morgen vry zware verlie zen, 3 dooden en 25 gewonden, waaronder 3 officieren van de landmacht en 14 minderen van de landingsdivisie. Terstond is er via Penang naar Batavia geseind, om versterking, terwpl den 19den de gouvernementsstoomor „Albatros" 150 man aanbracht van Kota-Radja. De gewonde officieren zyn de kapt. Byie veld, een schot in den rechter-bevenarmde lste luit. Kessler, een schot in 't oor, en de luit.-adjudant Oudendal, een klewanghouwover den rechter-onderarm. Is 't onnoodig te zeggen, dat de landmacht hier den naam heeft hoog gehouden van dat dappere Indische leger, waar Holland trotsch op moet zyn; eere, wien eere toekomt: de verbaasde hem in hooge mate. In plaats toch van hem verheugd te gemoet te komen, uit zy een kreet van schrik. „Martha", riep hy, „hier ben ik!" „Paul, gy hier?' „Maar, lieve Martha, je hebt mjj toch ge schreven dat je my vannacht hier wachtte; welnu, ik ben gekomen." „Heb ik je geschreven?" „Welzeker 1" „OnmogeiykWat stond er dan in dien brief aan u?" Paul vertelde nu op gejaagden toon den inhoud van den door Jacques en Pascal op- gestelden brief, waarmede wy den lezer in een vorig hoofdstuk bekend maakten. „Ik herhaal het u", sprak Martha, „dat ik u niet geschreven heb;" „Is 't toch waar?" „Ja. Laat my den brief zien!" „Ik heb hem niet meer. Er stond ook in, dat ik den brief dadeiyk moest vernietigen en dat heb ik gedaan." „Maar dan zyn wjj bedrogen en in een valstrik gelokt." „Een valstrik?" „Ja, want ik heb Angèle volstrekt niet in het vertrouwen genomen en ben hier met dokter Thompson en zyn secretaris." PRIJS DER AD VERTE NT EEN: Vad 16 regels 1.05. Iedere regel meer/O. 17% Grootere letters neer pleeteruimte. Voor bot tn ceeeeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend landingsdivisie van „De Hendrik" heeft zich kranig gehouden. Deze stond onder bevel van den luit. t/z. lste kl. Kluit, commandant; den lsten luit. dor mariniers Schraden, de luits. t/z. 2de kl. Van der Hegge Spies en Delcourt Van Krimpen, en den adelb. lste kl. Boldingh, sectie-com- mai dantenterwyl de adelb. lste kl. Schao de mortier-battery commandeerde. Het stoomschip „Prinses Wilhelmina," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 26 Juni van Suez; de „Semarang," van Rotterdam naar Batavia, verlrok 26 Juni van Marseille. By beschikking van den minister van waterstaat, handel en nyverheid is, met in gang van 1 October a. s. aan J. Van der Harst, wegens ziekte, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als opzichter lste klasse van 's Ryks waterstaat, behoudens aanspraak op pensioen. Door den minister van koloniën is de heer H. C. Klinkert, op zyn verzoek, eervol ontslagen als lid der commissie, belast met- het afnemen in Nederland in 1890 van het groot-ambtenaars examen voor den Indischen dienst. De gewone audiëntie van den minister van binnenlandsche zaken zal op 28 dezer niet plaats hebben. By koninklyk besluit zyn, met ingang van 1 Juli 1890, by het departement van binnenlandsche zaken benoemda. tot hoofd commies A. P. Huber, thans commies; b. tot commies A. J. Fehr, thans adjunct-com mies; c. tot adjunct-commies J. Ph. L. H. H. P. Canselaar, A. W. Riem Vis en J. Heynen, thans eerste klerk; d. tot bode J. W. De Does, thans vaste knecht. Opnieuw benoemd tot leden van het col lege voor do zeevisscheryen, de heeren P. F. baron Van Heerdt, M. Dirkzwager Gz.„ A. Hoogenraad, mr. A. Beaujon en H. Kikkert. Het 63ste Lustrum der Leldschc Hoogeschool. Donderdag-avond. Vauxhail en Bal op het feestterrein. VII. Wederom was het inderdaad zoo fraai ge worden Van-der-Werfpark het vereenigingspunt van tal van ingezetenen en vreemdelingen, die, thans gehoor hobbendo gegeven aan de uitnoodiging, hun gedaan door het bestuur van Leidens studenten-sociëteit, daar in afwachting waren van den vauxball en het bal, die wel dra een aanvang zouden nemen. Het leverde De deur van het salon werd eensklaps driftig opengerukt en Jacques Lagarde trad binnen. Zyn gelaat was bleek, zyne oogen schoten vlammen van haat en wraakzucht en in zyne hand klemde hy een dolk. „Ja, dokter Thompson is hier ook", zeide hy met donderende stem. „Je hebt myne liefde versmaad, Martha Grandchamp, je hebt je hart geschonken aan dien knaap en je dacht dat ik my niet zou wreken. Wanneer je er in had toegestemd, m.yne vrouw te worden, zou ik je met weelde on grootheid omgeven hebben, maar je hebt niet gewild, thans zult ge myne wraak gevoelen. Ik zal je dooden, maar eerst zult ge uw minnaar voor je oogen zien sterven." Martha slaakte oen gil en omhelsde Paul, alsof ze hem met haar lichaam nog wilde beschermen. „Omhels hem voor het laatst, maar maak het kort, want. Meer kon hy niet zeggen. Eene der ven sterruiten werd eensklaps door een hevigen slag verbryzeld en twee mannen sprongen do kamer binnen. Het waren Vernier en Pradier. „Een oogenblik geduld 1" riep Pradier; „wy zyn er ook nog!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1