N°. 92 94,
Z$J[aaïicIa&; O «Juni.
A4. 1339.
Kikeriki.
tiïeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Aan de „Witte Poort".
Het Roode Testament.
Leiden, 7 Juni.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per port1.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 37 van Kikerïki.
De Leidsche wandelaar, die zich des Zondags
in de richting van een der beiden „Vinken"
beweegt, kan by het verlaten van de atad
zyner inwoning niet meer zoo regelrecht voor
waarts streven, ais met zyn gewoonten en
neigingen overeenkomt. Hy moet een kleinen
omweg maken om het tydelyk gedeelte Haag-
weg te volgen, aangelegd ten einde de ge
meenschap te onderhouden zoolang het werk
duurt, welks vorderingen wy dagelyks kunnen
aanschouwen.
Over dat werk, onderdeel van een zeer be-
langryken arbeid, die in November van het
volgende jaar voltooid moet zijn, een enkel
v/oord; niet, om daaromtrent technische by-
zonderheden mede te deelen, die den gewonen
lezer weinig belangstelling inboezemen, maar
om te wijzen op het gewicht van hetgeen
dadr en verderop geschiedt.
Sinds onheugiyke tyden is reeds geklaagd
over de hoogst gebrekkige waterverbinding
tusschen de voornaamste steden van Zuid-
Holland, en aan voorstellen om daarin ver
betering te brengen heeft het niet ontbroken.
Als wy zeggen, dat meer dan anderhalve
eeuw geiyk door een opschrift aan de nieuwe
schutsluis te Leidschendam in herinnering
wordt gebracht de quaestie van de vaart-
verbetering tusschen den Ryn en de Schie
aan de orde is, dan zal niemand onze
vaderen durven beschuldigen dat zy zich heb
ben overytd. Het was evenwel geen eenvou
dige beleefdheid hunnerzyds, dat zy de op
lossing van het vraagBtuk aan het thans
levend geslacht hebben overgelatendaar zat
heel wat meer achter. De zelfstandige repu-
bliekjes, die indertyd het Gemeenebest der
Vereenigde Provinciën vormden wg bedoelen
de steden waren verbazend nayverig op
elkander, en de eene zou niet gaarne bydra-
gen tot en medewerken aan een arbeid, waar
door gene meende dat deze gebaat kon worden.
Yen hield zich overtuigd dat de zon niet
overal kan schynenvloed hier moest ebbe
daar veroorzaken, de voorspoed van één ge
meente moest noodwendig den bloei der andere
schaden. De besturen der waterschappen
waren al niet milder in hun opvattingen.
Thans zyn de menschen een beetje verstan
diger gewordenen ofschoon het oude en ver
EOMAN VAN
\:VV1K» BE JIO.YTEPIX.
139)
„Stil", zeide zy„bljjf bedaard. Ja, ik weet
alles, ik wiet bet reeds eenige dagen ge
leden, want ik heb de woorden opgevangen,
welke je in het kabinet van dokter Thomp
son gesproken heb. Ja, ik beantwoord je
liefde, ik gevoelde mg ongelukkig toen ik je
niet weerzag, terwyl ik nu een hemelsch
geluk smaak. Maar zwyg, verberg onze liefde
en laat niemand er iets van bemerken, tot
op den dag, dat ik wy zal zyn."
„Vry, ben je dat dtn niet?"
„Neen."
„Hoe dat?"
„De dokter bemint mg en wil dat ik zgne
vrouw zal worden."
„Hyi" riep hy uit.
„Ja, maar stel je gerust, ik zal nooit een
ander liefhebben dan u."
„Heeft de dokter wettige rechten op je?"
vreeg Paul.
„Geen enkel, hg is volstrekt myn voogd
niet, zelfs geen bloedverwant van mg, maar
oordeelde denkbeeld nog lang heeft nagewerkt,
we hebben tegenwoordig van „algemeene"
belangen een helderder voorstelling.
Eerst met het verdwynen van dien naijver
kwam de tyd, dat de zaak van de vaart
verbetering tusschen Ryn en Schie, dus van
de rechtstreeksche watergemeensehap tusschen
Amsterdam, Leiden, Den Haag, Delft, Schie
dam en Rotterdam, voorgoed door do Provin
ciale Staten van Zuid-Holland onderhanden
kon genomen worden. Maar toen ging het
ook met den noodigen spoed. E9rst word de
schutsluis te Leidschendam belangryk ver-
wgd, die de waterscheiding vormt tusschen
Delfland en Rynland; thans is men bezig den
Vliet tot aan de spoorwegbrug te normali-
seoren, door afgraving van onderscheiden hoe
ken en bochten, en de Nieuwe Vaart, langs
het z. g. Studentonpad, niet onbelangryk te
verbreeden en door te trekken tot aan het Gal
gewater. De groote kuil, die nu aan den
straatweg is gemaakt door tal van polder
werkers, naar wier regelmatig en onvermoeid
werken, men langen tyd met groot genoegen
kon zien, wordt bestemd voor de fundeorin-
gen van een keersluis, die daar ter plaatse
wordt aangebracht voor het geval dat de
waterstand in den Ryn beneden de stad byzon-
der hoog mocht zyn.
Dat alles is slechts een onderdeel van het
geheele werk, dat door de Provincie met
Rykssubsidie wordt ondernomen. De vaart van
's-Gravenhage naar de Schie wordt geschikt
gemaakt voor alle schepen, die van de sluis
te Delftshaven gebruik kunnen maken; de
Ryn van Leiden tot Bodegrave 'wordt ge
regeld gehouden op een diepte van 3, en
van daar tot de kom der gemeente Woerden
op 2.4 meters beneden A. P.; de vaart van
Delft naar Vlaardingen wordt zooveel ver
diept en de daarover liggende bruggen worden
zooveel verhoogd als noodig is om die vaart
bruikbaar te maken voer schepen ter breedte
van 3.65 M., meteen diepgeng van 1.5 M. en een
opperlast van hoogstens 1.7 M. boven A. P.
Als een bewijs welke groote schepen in het
vervolg Leiden zullen passeeren, kan er op
gewezen worden dat b. v. de telephoondra-
den van de toch reeds zeer hooge palen aan de
Turfmarkt en de Beestenmarkt alhier niet over
het water mochten gespannen worden, maar
als een kabel onder 't water door zyn gelegd,
omdat zy anders hinderlijk voor de masten
zouden kunnen zyn.
We hebben slechts in hoofdtrekken het
groote werk geschetst; het was ons minder
te doen om er een boschryving van te geven,
dan wel om te doen zien dat hotgeen reeds
voltooid en dat wat nog onderhanden is te
zamen een arbeid vormen van het grootste be
lang voor ons vaderland in het algemeen,
voor ons gewest in hot byzonder. Wat goede
waterwegen zyn, en hoezeer zy bydragen tot
de levendigheid van het handelsverkeer, weet
men nergens beter dan in ons land, en hoe
zeer men elders weieens zich vrooiyk maakt
over de gedwongen amphlbie-achtigheid van
ons volk, de buitenlanders benyden ons toch
het goedkoope en doelmatige gemeenschaps
middel, dat onze bodem aanbiedt. By de be
spreking van de thans by de Tweede Kamer
aanhangige spoorweg-overeenkomsten, in
onderscheiden vergaderingen van belangheb
benden, is er met nadruk op gewezen dat hot
bezit en de verbetering van goed9 verbindin
gen te water een uitstekend middel is om te
waken tegen opdryving van vrachttarieven,
zelfs al mochten de spoorwegmaatschappyen
de handen ineen willen slaan om een mono
polie te bemachtigen en de concurrentie te
onderdrukken.
Voor Leiden is het van veel belang dat het
by de intercommunale waterwegen recht
streeks blijft aangesloten. Het plan heeft be
staan om de naaste verbinding tusschen den
Ryn en den Vliet te maken aan deOostzydo
der stad, door verdieping en verbreeding van
de Roomburger Wetering, die de kortste ver
binding tusBchen beido vormt. Gedeputeerde
Staten hebben echter in 1S83, toen het plan
werd vastgesteld, Leiden aangeboden den door
gang door het westen der gemeente zelve
voor te dragen, langs Galgewater, Beesten
markt, Ouden Singel en Haven, onder voor
waarde dat de Turfmarktsbmg verbreed en
den schippers, die de gemeente doorvaren
zonder zich hier op te houden, kostelooze en
snelle bediening der bruggen gewaarborgd zou
worden. Dit aanbod werd door den Raad aan
vaard, en zoo wordt het plan dan nu uitgevoerd.
Het finantiêel offer, ons daardoor opgelegd,
wordt ruimschoots opgewogen door de voordoo
ien eener directe aansluiting, inzonderheid voor
de neringdoenden. Maar ook voor de industrie
is het geen onverschillige zaak of zy haar
grondstoffen ontvangt, haar producten afvoert
langs de kortBte route, dan wel langs een
omweg. Natuuriyk zyn de voordeeion eener
korte verbinding niet precies in guldens en
centen uit te drukkenvooral de toekomst
moet dit uitmaken. Maar zoker is het, dat
de uitbreiding van handel en vortier, die van
betere gemeenschap altyd het gevolg is, onmo-
FRIJS DHR ADVERTENT TEN:
Van 1—6 regels/1.06. Iedere regel nwor 0.17).
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
geiyk zou zyn indien men Loiden gelaten had
buiten het net van vorbindiogen te water,
die woldra het transport van goederen en
vee zoo uiterst gemakkoiyk en woinig kost
baar zullen maken.
Er is dus voor ons alle reden om een blik
van waardeenng te slaan op bet werk, dat
buiten de voormalige Witte Poort en verderop
wordt verricht. Van harte wenscbon we
dat de verwachtingen, daaraan gehecht door
mannen, die het best in staat zyn over den
économiechen toestand van onze provincie en
haar gemeonten te oordeelen, verwezeniykt
mogen worden.
Heden is aan de universiteit alhier bevor
derd tot doctor in de klassieke letteren, de
heer J. A. Der Mouw, geb. te Westervoort,
met academisch proefschrift, get.: „Quomodo
Antiqui Naturam mirati sunt?"
Aan dezelfde universiteit zyn afge'-egdhet
examen voor den Indischen dienst door mr. J.
Oostwoud Wydenes en mr. J. C. Hoyning;
het voorbereidend examen in de godgeleerdheid
door de heeren W. J. M. Engolberts en A.
Weeder.
Door mr. H. L. Drucker, hoogleeraar
alhier, is aan de Leidsche universiteitsbiblio
theek ten geschenke aangeboden 6ene ver
zameling kostbare en zeldzame werken van
middeleeuwsche juristen uit de Italiaansche
school, bevattende commentaties op bet Ro-
meinsche recht. Behalve uit eene reeks kleinere
formaten bestaat het geschenk uit 30 folian
ten en 25 kwartynen, dagteekenende van de
15de en 16de eeuw, meerendeels incunabelen
en alle prachtig gedrukt.
De Commissie van Rapporteurs over de
Postwot is reeds gisteren byeengekomen naar
aanleiding van het onderzoek der regeerings-
voordracht in de afdeelingen.
De post van consul te Antwerpen, open
gevallen door overiyden van den titularis, zal
niet meer wordon vervuld.
De heer J. C. G. Gobius du Sart, predi
kant te Benthuizen, heeft ook voor het beroep
naar d9 gemeenten Aal6t, St.-Philipsland,
St.-Jansga en Delfstrahuizen, Bezoyen en
Lunteren bedankt.
Men meldt ons uit WaddingsvoenDooi
den kerkeraad der Ned.-Herv. Gemeente alhier
is aan den orgeltrapper P. Slinger een sierlyfc
inktstel overhandigd met eene inscriptie, ter
herinnering aan diens 25-jarige ambtsvervul
ling en als eene gepaste belooning voor zyne
stipte plichtsbetrachting.
hy heeft my bygestaan en tot zich genomen,
toen ik van alle hulp verstoken was en ge
heel alleen op de wereld stond. Hy was myn
eenige stoun, myn beschermer en daardoor
heeft hy voor eeuwig recht op myne dank
baarheid. Ik bemin hem dan ook als een
vader, maar nooit zal ik er toe kunnen be
sluiten, hem myn hart te schenkendat be
hoort u, Paul, u alleen." j
Verscholen in de plooien van het gordyn,
dat den ingang van het salon bedekte, ver
loor Jacques Lagarde geen enkel woord van
dit gesprek.
Thans verwyderde hy zich, hy wist wat
hy weten wilde en het was'hem onmogelyk
langer de woorden van liefde aan te hooren,
welke Martha zoo teeder met zyn medemin
naar wisselde.
Een oogenblik zelfs was het denkbeeld by
hem opgekomen, om naar binnen te snellen
en Paul Fromental by de keel te grypen en
te verworgen.
Hy moest zich verwyderen, hij zou zich
anders wellicht nt6t langer hebben kunnen
bebeersclien.
Dokter Thompson kwam weder vriendolyk
groetende in de balzaal, waar de paren nog
lustig dansten op de tonen van het onzicht
bare orkest.
Fabien De Chatelux hield zyne moeder ge
zelschap, of liever, hy zat naast haar, want
hy sprak geen woord, zoozeer hield de ge
dachte aan Martha hem bezig.
Jacques Lagarde ontvluchtte zyn gasten en hy
trok zich in een eenzamen hoek van de zaal
terug en zag van daar naar de zwierende paren.
Toen hy daar eenigen tyd gezeten had,
ontdekte hy Paul onder de dansers.
Hy Btond op en liep de zaal door. Aan het
andere einde van de zaal ontmoette hy nu
Martha. Zy was geheel alleen.
„Wat, is u nu zoo alleen? Waar is Paul?"
vroeg hy.
Mynheer Paul Fromental wilde zoo gaarne
eens dansen
„Heeft hy u niet uitgenoodigd?"
„Zeker, dokter
„En waarom danst go niet met hem?"
„Myn rouwkleed weerhield my."
„Hebt ge hem toen verlof gegeven eene
andere dame te vragen?"
„Dat was niet noodig."
„Wat zeg je anders van hem? Geestig,
nietwaar?"
„Och neen."
„Nu, toch wel onderhoudend?
„Dat wel, maar ik vind hem toch wat stil
en afgetrokken."
SCS2
„Och, vindt ge dat?"
„Ja, u dan ook niet, dokter?"
Jacques glimlachte eens.
„Jy verstaat de kunst van veinzen zeer
goed", dacht hy, „maar toch bedrieg je my
niet, geslepen vogeltje. Paul Fromental zal
sterven. Niet alleen omdat hy erfgenaam is
van den graaf De ThonBorieux, maar ook
omdat hy bemind wordt door haar, die ik
liefheb. Ik zal hem echter het laatste doo-
denhy moet myne wraak gevoelen, alvo
rens hy sterft."
XL.
Raymond wachtte met ongeduld op zyn
zoon. Hetgeen er in dezen nacht gebeurde,
zou over het geluk en het leven van Paul
beslissen.
Om drie uren hoorde hy een rytuig voor
de deur stilhouden en kort daarop trad Paul
do kamer binnen.
„Ha, b'en je daar, mijn jongen", vroeg hy.
„Welnu?"
„Vader, zie my slechts aan, my dunkt, u
moet wel. aan myn gelaat kunnen zien, hoe
gelukkig ik ben."
„Dus je hebt haar gezien?"
„Zeker, vad„r!"
(Wordt vervolgd.)