N®. 9291. A®. 1890. I§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 4 Juni. Feuilleton. Het Boode Testament. JQoiiclerdair JTimi. PBIJS DEZER COURANT: Toor Leiden por 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17è Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het ta oaaseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Aar. de universiteit alhier is het doctoraal- examen in de rechtswetenschap afgelegd door den heer H. J. Bool, en het tweede natuur kundig examen door den heer J. J. Kunst. Een onzer stadgenooten geniet heden het zeldzame voorrecht in eene goede ge zondheid zijn SOsten verjaardag te mogen vieren. Het is de heer P. J. Dorsman, ook in de wetenschappelijke wereld wel bekend. Sedert eene lange reeks van jaren is de grjjze jubilaris custos aan het scheikundig labo ratorium van do Leidsche universiteit, welke betrekking hjj o. a. reeds vervulde toen wijlen de bekende hoogleeraar Tan der Boon Mesch daaraan nog verbonden wa8. De keer Dorsman onderscheidde zich immer door jjver en nauwgezette plichtsbetrachting en nu nog, niettegenstaande zjjn hoogen leeftijd, is hjj wakker op zjjn post. Door allen, die met hem in aanraking komen, wordt hem dan ook de hoogste achting toegedr agen, en vooral op een dag als heden mocht hjj daarvan de ondubbelzinnigste be wijzen ontvangen. Zoo kwamen hem de hoog leeraren dr. A. P. N. Francbimont, rector- magnificus, en dr. J. M. Van Bemmelen, van de faculteit der wis- en natuurkunde, hem, te zjjnen huize, gelukwenschen en boden zjj hsm namens assistenten, studenten en vroe gere studenten tevens een prachtig bekleeden fauteuil aan, een met hot oog op z(jn leeftijd zeer eigenaardig en gepast geschenk. Zelfs dr. J. Th. Mouton, thans te 's-Hago woonachtig on wiens zoon eveneens hier stu deert, bleef door diens tusschenkomst niet achterwege als oud-student zjjn „vriend" van zjjne sympathie te doen getuigen. Behalve van zjjne collega's aan de andere laboratoria, vielen hem ook van vele vrienden en van andere zijden bewijzen van belang stelling in zijn feest ten deel. De heer K. Booy, onderwijzer aan de Christelijke school op de Niddelstegracht alhier, is benoemd tot hoofd eener Christelijke school te Dodemsvaart. Gedurende de eerste helft der maand Mei zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, wegens onbekend heid der geadresseerden, niet besteld konden wordenMej. Van Dam, Jan Reesing, H. Van Wijk, 's-Gravenhagemej. C. Vreeseling, Leiden; N. Dieben, Piet-Gijzenbrug; mevr. Bouwier Van Deventer, Rotterdam. Brief kaarten Mej. C. Hagen, AmsterdamE. Booms, Deift; mej. J. Schermel, LeidenToonmassen, Nieuwer-Amstel; Jan Wessolaar, Voorhout; P. Erittjjn, niot vermeld. Brief, verzonden geweest naar Frankrijk: Dr. S. P. Selhorst, Mentönne. Aanstaanden Zondag, te halftien, hoopt voor de Herv. gemeente te Valkenburg op te treden prof. dr. J. H. Gunning, hoogleeraar te Leiden. Door den majoor-commandant van het 4de bataljon rustende schutterij in Zuid- Holland i3 de heer S. A. De Graaft, kapitein bij de 3de comp., benoemd om voor dit jaar in de gemoente Zoeterwoude bjj de onder scheidene commission van onderzoek, loting enz. voor de schutterij, tb assisteeren. Door den minister van koloniën zjja, ten vervolge op de benoeming van de heeren mr. S. C. H. Kederburgh, oud-lid in den Raad van Noderlandsch-Indië, en J. Spanjaard, hoog- leeraar-directeur van de instelling van onder wijs in de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indiü te Deift, onderscheidenlijk tot lid en voorzitter en tot lid en secretaris van de commissie, belast met het afnemen in Noderland in 1890 van het grootambtenaars examen voor den Indischen dienst, tot leden dier commissie benoemd de heeren mr. P. A. Van der Lith, dr. H. Kern en dr. G. A. "Wilken, hoogleeraren aan do Rijks universiteit te Lei den; mr. J. De Louter, hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te Utrecht; J. R. P. F. Gonggrijp, G. K. Niemann en mr. L. IV. C. Van den Berg, hoogleeraar aan de instelling voor onderwjjs in de taal-, land- en volken kunde van Nederlandsch-Indie te Delft; J. A. Van den Broek, J. S. A. Van Dissel en H. C. Humme, lectoren aan de instelling van onder wijs in de taalland- en volkenkunde van Nederlandsch Indië te Delftmr. G. J. Gras huis, D. F. Van der Plant en H. C. Klinkert, lectoren aan de gemeente-instelling voor de opleiding van Oost-Indische ambtenaren te Leiden; P. C. Arends, laatstelijk assistent- resident van Soemenep; mr. J. C. Th. Hey- ligers, laatstelijk voorzitter van de landraden te Bondowosso en Djember; H. J. Oosting, oud-Oost-Indiech ambtenaar, en S. W. Tromp, laatstelijk assistent-resident van Sintang. Benoemd zjjntot onderwijzeres aan de 4de gemeenteschool te Harlingsn mej. J. Backer Overbeek, te Eodegrave; tot onderwijzer te Driebrugge (school met den Bijbel) de heer J. Verwoerd te Leidente Hazorswoude (bjjz. sch.) de heer H. Heijstek, te Oud-Beierland. In de Staatscourant van heden wordt door de Staatscommissie van Arbeidsenquête eene oproeping gericht tot patroons, werklie den en alle anderen, die over bestaande toe standen in de gemeenten Ambt-Almeloo, Stad-Almeloo, Borne, Delden, Enschedee, Goor, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengeloo (O.), Lonneker, Oidenzaal, Rijsen, Vriezenveen en Vierden uit eigen ervaring inlichtingen mee- nen te kunnen geven, om uiterlijk 20 Juni a. s., onder het adres„Staatscommissie van arbeids enquête, 's-Gravenhage", hunne namen en woonplaatsen mede te deelen, met beknopte opgave van de onderwerpen, waaromtrent zij de commissie meenen te kunnen inlichten. Gelijk verzoek is gericht tot patroons, werk lieden en alle anderen, over bestaande toe standen in de gemeente Leiden. Inzending uiterlijk 27 Juni a. s., aan hetzelfde adres, een en ander bfj ongefrankeerden brief. Gisteren vierde de heer dr. H. J. De Graaf te Dordrecht het zilveren feest zijner promotie tot doctor iu de medicijnen aan de universiteit te Leiden. Van verschillende zij den vielen den geachten geneeskundige mon delinge en stoffelijke blijken van belangstelling ten deel. Ook zijne collega's wilden in deze niet achterblijven. Uit naam van 19 dor 21 buiten den jubilaris te Dordrecht gevestigde burgerlijke en militaire geneesheeren, bood eene commissie hem 's namiddags, mete9ne hartelijke toespraak, een eigenaardig souve nir aan, bestaande in een album, bevattende de handteekeningen en de photographische portretten der deelnemers in chronologische volgorde, rustende op een fraaien verzilverd nikkelen standaard. Ruim 25 firma's te Zaandam, Koog aan de Zaan en Zaandijk, zoowel stoom- en wind-houtzagerjjen, mee!- en graanhande laren, stjjfselfabrikanton, stoomgrutterijen, timmerlieden en aannemers, als stoom- en wind-oliemolens enz., hebben alsnog hun ge- heele personeel t9gen invaliditeit en onge lukken verzekerd bij de „Eerste Nederlandsche Verzekering-Maatschappij op het leven togen invaliditeit en ongelukken" te 's-Gravenhage. De gewone audiëntie van den minister van financiën zal op Donderdag 5 Juni a. s. niet plaats hebben. Men schrijft uit 's-Gravenhage, dd. 3 Juni: Met de commissie van onderzoek voor het spuivraagstuk schijnt het nog niet in 't reine te zjjn. Wel vernam de Raad in zijne vergadering van heden, dat Ged. Staten het krediet van f 10,000 voor kosten voor deze stadscommissie hebben goedgekeurd, maar de samenstelling van de commissie bleef voor den Raad nog een geheim. Daarentegen deelde de burgemeester mede dat de exploitatie van de trambaan door middel van electriciteit spoedig kan worden verwacht. De trammaatschappij wenscht het vervoer te doen geschieden in twee klassen, op welk verzoek B. en Ws. gunstig advi seerden. De totaalprijzen zullen zijn: late klasse Plein Kurhaus 20 ets., 2de kl. 15 c.per sectie zal geheven worden op de trajecten: Plein Javastraat lsto kl. 7'/2 ets., 2de kl. 5 ets., Javastraat Witte Brug 1ste kl. 7'/2 ets., 2de kl. 5 ets., Witte Brug Kurhaus lste kl. 10 ets., 2de kl. 7'/» ets., Plein Witte Brug en Javastraat-Kurhaus lste kl. 12'/2 ets., Javastraat Kurhaus 2de kl. 10 ets. De Raad stond zonder stemming het ver voer in tweo klassen toe. Verder stond do Raad de aanvraag toe van een nader krediet .van f 183,000 boven de raming van 51/, ton voor de uitbreiding der werken aan de gemeentoga9fabriek. Ook gaf de Raad machtiging tot uitbrei ding van het brandweercorps met de vrij willige brandwachten, die tegen gsnot van nachtgeld des nachts de wachten en politie- bureelen bezetten ter onverwijlde overbren ging van de slangenwagens naar den brand. Naar aanleiding van de op 9 Mei door de Tweede Kamer aangenomen wet tot ver lenging van den diensttijd van twee lich tingen der nationale militie heeft de heer Henry Tindal zich alweder met een adres tot die Kamer gewend, waarin hjj nogmaals terugkomt op de zoo herhaaldelijk door hem besproken feiten. Door deze wet, meent adressant, worden weder lasten opgelegd aan het volk en sommen gelds besteed, torwjjl men de zeker heid heeft, dat, zoolang geene ingrijpende veranderingen worden gebracht in de rich ting onzer weermiddelen, ook deze wet niet zal beletten, dat wjj in geval van oorlog weerloos zullen staan tegenover den vjjand. De grond der zaak is en bl(jft dezelfde. Wat baat het ons, vraagt hjj, of wjj op papier al duizenden soldaten meer hebben, wanneer men ze in oorlogstijd evenmin zal kunnen mobiliseeren als de thans dienende lichtingen. Dat dit werkelijk het geval is, tracht adres sant nogmaals uiteen te zetten en hjj be sluit met het verzoek, „dat het der Tweedo Kamer moge behagen bjj de Regeering aan te dringen dadelijke maatregelen te nemen om de onafhankelijkheid 'van ons vaderland te vorzekeren, in welk geval alleen de wet, die aangenomen is in de zitting van 9 Mei jl., van eenig nut zal kunnen zjjn." KOMAN VAN .VATIER DE MOKTÉPEV. 134) XXXVII. Raymond bsgon „Zestien jaren geleden woonde ik op het landgoed Bois-Colombes, het eigendom van den graaf De Chatelux, over welke bezitting ik rentmeester was. Ik bezat geen vermogen, maar mjjne be trekking leverde mjj genoeg op, om onbe krompen te kunnen leven. Ik had het geluk gehad, een jong, schoon en braaf meisje te ontmoeten. Ik kreeg haar innigs lief en zjj beantwoordde mijne liefde en werd kort daarop mijne vrouw. Ons huwelijk was onuitsprekelijk gelukkig; wjj beminden elëander teeder en leefden slechts om elkander gelukkig te maken. Een jaar later werd ons een zoon geboren; dat was jij, mijn jongen! Nabij het landgoed was eene groete villa, het eigendom van een Parijzenaar, die elk jaar eenige maanden op zjjne villa kw*m doorbrengen. Deze man was een losbol, een gevaarlijke Don Juan, die niets heilig achtte. Het ongeluk wilde dat hjj je moeder zag; hjj vond haar schoon, en meende dat de vrouw van een eenvoudig rentmeester zich zeer vereerd zou gevoelen, wanneer hjj haar het hof maakte. Hij had de onbeschaamdheid je moeder zijne liefde te verklaren, maar zij wees hem af, met de verachting, welke hij verdiende. Deze weerstand schrikte hem niet af, maar spoorde hem daarentegen zooveel te vuriger aan. Van dit eogenblik af aan, vond mjjne arme Marie, mijne beminde vrouw, uwe geliefde moeder, hem overal en telkens weer op haren weg; h(j volgde hare gangen, waar dit slechts in zjjn vermogen was. Hier zweeg Raymond een oogenblik; hjj werd door zijn innerlijk gevoel medegesleept. Deze geheele treurige geschiedenis kwam hem bjj vernieuwing weer levendig voor den geest; tranen bevochtigden zjjne oogen. Paul luisterde met ingehouden adem. „Ga voort, waarde vader, ga voort!" zei hij dringend. Raymond vervolgde: „Op zekeren avond, dat je brave moeder alleen thuis was, had deze man do verme telheid, in onrze woning te dringen. Juist op dat oogenblik kwam ik thuis, ik hoorde angstkreten van mijne vrouw en ik snelde haar te hulp. Wanneer ik 's avond3 uitging, was ik steeds gewapend, de wegen waren soms onveilig. Ook op dezen avond had ik eene geladen revolver in mjjn zak. Toen ik de kamer bin nensnelde, gaf ik slechts gehoor aan de op welling van mijne woede en joeg den ellen deling een kogel door het hoofd. Ziedaar nu mjjne misdaad!" Paul drukte zjjn vader geroerd de har.d, terwijl hjj sprak „U verdedigde de eer van uwe vrouw, van mjjne geliefde moeder, dat was geene misdaad, dat was recht." Raymond hernam „Ge hebt geljjk, mjjn jongen, maar helaas, de justitie dacht er anders over. De mar,, dien ik neergeschoten had, behoorde tot eene rjjke, hoogadellijke familie. De afschuwelijke gebeurtenis, welke mjjne daad rechtvaardigde, zou de eer dezer familie beaoedeld hebben; zjj ontkende dus het gebeurde en beschul digde m(j, het slachtoffer in een valstrik ge lekt te hebben, waarvoor de schoonheid van mjjne vrouw het lokaas was geweest, en hem te hebben vermoord om hem te be stelen of te berooven." „Maar dat was laaghartig en monster achtig!" riep Paul. „Ja, dat was het wel."- „En hebt ge u niet moedig en kloek ver dedigd, vader?" „Of ik mjj verdedigd heb? Met al mjjne krachten, met dure eeden bezwoer ik mjjne onschuld, maar tevergeefs." „Geloofde men u niet?" „Neen, want elk bewjjs ontbrak mij. Tever geefs getuigden de graven De Chatelux er. De Thonnerieux, dat ik een oppassend en eerlijk man was, tevergeefs ook smeekte mjjne arme vrouw den rechters, om toch aan de onschuld van mij te gelooven. Men bleef onverbiddelijk. Het Ijjk en geld waren in mijn huis gevonden. Ik werd veroordeeld als dief en moorde naar. Dat het doodvonnis niet over mjj werd uitgesproken, had ik hoofdzakelijk aan de heide graven te danken. Maar de straf, welke men mjj oplegde, was eigenljjk nog veel te zwaar. Ik werd tot twintig jaren gevan genisstraf veroordeeld." „Ongelukkige vader!" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1