oordeel is, dat uitbreiding van de. grenzen dezer
Gemeente dringend noodzakelijk is. Dit Besluit werd
genomen met 22 stemmen tegen 1 en bet Raadslid
(de beer J. 11. Donner) dat zich met de motie niet
kon vereenigenmotiveerde zijne afwijzende stem op
dezen grondniet dat bij een tegenstander was van
grensuitbreiding, maar alleen omdat bij een gewichtig
voorstel als dit niet zonder voorbereiding wenschte
te behandelen.
In ééne Sectie werd de noodzakelijkheid bepleit
van de oprichting van een abattoir, der uitbreiding
of verlegging van de veemarkt, der uitbreiding of
verlegging van de begraafplaatsenaan de uitvoering
dier aangelegenheden, waarbij zoo veler belangen
betrokken zijn, kan thans niet gedacht, veel minder
begonnen worden omdat de terreinen daarvoor bin
nen Reiden ontbreken. Binnen weinige jaren zal
zich de behoefte doen gevoelen aan een schoolgebouw
voor onvermogeridendoch ook daarvoor is bezwaar
lijk een goede plek binnen Reiden te vinden.
Naar aanleiding van het voorkomende in 't voor
stel van B. en W. (37e regel van boven dér eerste
bladzijde) „de meer en meer zich voordoende behoefte
„aan bouwterrein, zooals o. a. bleek uit de stijging
„der huurwaarde" wenschte één lid eene opgave
van de huurwaarde sedert 1880, en, met 't oog op
het bij art. 3 der verschillende Wetsontwerpen be
paalde, eene volledige opgave van de Gemeenteeigen-
dommen (gebouwde en ongebouwde), die aan Reiden
zullen komen.
In ééne Sectie wees een lid met nadruk op de
nadeden voor.Reiden voortvloeiende en dagelijks groo-
ter dreigende te worden bijaldien Leiden's grenzen
wie/ uitgebreid wierden. Reeds thans zoo beweerde
dat lid, staan vele huizen in de stad ledig; volgens
eene opgaaf van den lieer A. J. Witmans Abzn.,
(Rijksboekhouder ten belastingkantore), voorkomende
in het Leidscli Dagblad van 15 April j. 1. n°. 9249,
bedroeg dit aantal 227. liet zoude wellicht de moeite
loonen eens na te gaan hoeveel de 50 opcenten op
de hoofdsom der personeele belasting bedragen, die
de Gemeente daardoor derft, om nog niet eens te
spreken van de schade, dientengevolge door het Rijk
en de Provincie te lijden. Door de bouwwoede wor
den de vaste goederen in Leiden meer en meer
gedépretieerdpersoneele- en grondbelasting vermin
deren dientengevolge, de door de Gemeente te heffen
opcenten eveneens, wellicht (met der tijd) ook het
fixumdat in de plaats trad van het */6 van 't per
soneel. Tot staving van dat beweren beriep dat lid
zich op het vrij algemeen bekende feit en in eene
andere sectie werd hierop eveneens gewezen dat
vele studenten Leiden met der woon verlaten en
zich op de singels gaan vestigen, zoodra zij in den
schuttel lijken dienst vallen of zoodra zij meerderjarig
wordendientengevolge zijn er thans reeds vele eige
naars of huurders van huizen, die hunne kamers
ledig zien staan of ze niet dan tegen veel mindere
prijzen dan vroeger verhuren.
Meer en meer krijgt men dus dat even groote
zoo niet meerdere lasten zullen moeten gedragen
Worden door minder ingezetenen, met minder draag
vermogen. Stijging van lasten alzoo tegenover ver
mindering van inkomsten. Deze beschouwing werd
ook in eene andere Sectie geleverd. Dat de tegen
woordige toestand uiterst abnormaal is werd, volgens
even gemeld lid bewezen door het feit: dat het
Station Leidenressorteert onder Oegstgeest, dat er
een tijd geweest is (18871888) dat de Garnizoens
commandant van Leiden, meenende in Leiden een
buis gehuurd te hebben, woonde te üegstgeest, dat
de Plaatselijke Adjudant van Leiden woont te Zoeter-
woude en dat van de G9 officierente Leiden in
garnizoener (1 Januari 1890) 25 wonen buiten Leiden.
Met het oog op de omstandigheiddat het garni
zoenshospitaal van Leiden, op slechts eenige meters
afstands van de Infanteriekazerno van Leiden gelegen,
ressorteert onder de Gemeente Oegstgeest, vroeg
dat lid of sterfgevallen in dat hospitaal en in het
(voormalig) Détentiehuis voorkomende niet telkens
noodig maakten de vervulling van eenige formali
teiten, wier nakoming de begrafeniswet eischt en
die wel niet onoverkomelijk, maar toch zeer omslach
tig zijn.
Door een ander lid werd ook nog tot ondersteu
ning van het door B. en W. geamendeerd voorstel
van Ged. Staten, gewezen op het dezer dagen ver
spreid prospectus, betreffende de oprichting eener
riaamlooze Vennootschap „Boerhaave", welke Vennoot
schap zich voorstelt, als voortzetting van het Terwee-
park, een villapark te stichten door het bouwen van
13 huizen en 28 villa's en dat de Rijkswerkinrichting
(voormalig Détentiehuis) ook gelegen is in dat deel,
't welk B. en W. voorstellen in de grensuitbreiding
te begrijpen.
Met betrekking tot het amendement van B. en
W. op liet voorstel van Gedeputeerde Staten, betref
fende de vermeerderingvoor zooveel Leiden betreft
van het zoogenaamde fixum (art. 1 der wet van
20 Juli 1885 Stbl. 169) werd, in ééne sectie door
een enkel lid verklaard, dat hij zich met dat denk
beeld wel kon vereenigen, daarentegen werd in eene
andere sectie gevraagd of Gedeputeerde Staten wel
licht niet opzettelijk dat fixum buiten aanmerking
hadden gelatenomdat de omliggende Gemeenten
van de personeele belasting over de belastingjaren
1882—1883, 1883—1881 en 1881—1885, geheven
zijnde van de te annexeeren gedeelten weinig of
geen voordeel hadden getrokken, daar de meeste
huizen in die gedeelten en dit geldt althans zeker
het Terweepark eerst werden gesticht sedert
1885; weshalve zij vermoedelijk volstrekt niet of
slechts in geringe mate inlluenceerden op het aan
de omliggende Gemeenten toegekend fixum.
Ook werd gevraagd of de omliggende Gemeenten,
tot stichting van de openbare gebouwen, gelegen in
de te annexeeren deelen soms hadden aangegaan
leeningen en of dus de billijkheid niet eischte een
deel daarvanvoor zoo verre de schuld nog mocht
bestaan, over te hemen of, indien afgelost, het
bedrag te restilueeren.
Voorts of de openbare school aan de lïeerenstraat
(Zoeterwoude) uitsluitend gebouwd werd voor- en
bezocht wordt door kinderen uit het te annexeeren
gedeelte dan wel rof zij ook werd gebouwd voor- en
bezocht .wordt door ki rul eren uit Zoeterwoudeniet
woonachtig in het te annexeeren deel. hi het laatste
geval zonden er termen zijn de Gemeente ..Zoeter
woude eenigszins schadeloos te stellen voor het gemis
aan dat schoolgebouw. Men zoude ook gaarne ver
nemen of het onderwijzend personeeldat thans aan
laatstbedoelde school verbonden is, die school zoude
volgen en of dus die onderwijzers zouden worden
ambtenaren van de Gemeente Leiden.
In eene sectie werd gevraagd of de administra
tieve ornslag, die een uit vloeisel zoude zijn van art. 7
der ontwerpwettcnwel noodig is als er tusschen
den dag, waarop de grensuitbreiding in werking
treedt en de vaststelling der nieuwe kiezerslijsten
zoo weinig tijd zal verloopen.
Konde men, gelijk uit bovenstaande beschouwingen
en mededeelingen blijkt, zich over 'talgemeen zeer
goed met de voorstellen tot grensuitbreiding vereeni
gen, verwachtte men daarvan meerdere welvaart en
toenemenden bloei, men zoude toch gaarne, ook al
gaven fmancieele beweegredenen niet allereerst en
vooral de beslissing in deze, berekend zien de ge
volgen der grensuitbreiding, in 't bizonder wat betreft
de financieele lasten. Sommigen achtten het cijfer,
dat Prof. Dr. P. Van Geer (Leidsch Dagblad van
21 April j. 1. n° 9254) voor vermoedelijke uitgaven
begroot bad, te hoog; anderen daarentegen te laag.
Hiertegen werd echter aangevoerd dat, als de grens
uitbreiding heeft plaats gehad de Gemeenteraad zoude
hebben te beslissen welke uitgaven noodzakelijk, ver
dedigbaar en mogelijk zijn. Desniettemin werd in
alle sectiën de wensch uitgesproken, dat B. en AV.
eene globale raming zouden maken zoo van de nood
zakelijke gewone jaarlijksche als van We buitengewone
iuitgaven, die een gevolg zouden zijn van de grens-
i uitbreiding.
Besefte men, dat deze uitbreidingvooral in den
eersten tijdgeld konde kostenmen meende ook
dat het van kortzichtigheid en bekrompenheid zoude
getuigen wanneer men zich daardoor liet afschrikken
bovendien zoude men billijkerwijze aan hen, die na
ons komen en die dus in toenemende mate de vruch
ten zullen oogsten van de annexatie, ook een belang
rijk aandeel kunnen nalaten in de oilers, die de
tegenwoordige Leidenaars Zich troostten te brei/gen,
offers, die werden gebracht om te verhoeden dat
Leiden binnen weinige jaren om zich heen ziet ver
rijzen eene andere stad, eene stad wier inwoners
zonder noemenswaardige compensatie, de bestp sap
pen van Leiden tot zich zoude getrokken hebben.
De rapporteurs:
J. A. VAN IIAMEL.
Leiden, 24 Mei 1890. J. J. SCHNE1THER.
A. L. DE STURLER.
Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHClFF.