Bijvoegsel van bet Leièelt Dagblad van Dinsdag 3 Juni 1890.
Aan heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
Algemeen Verslag der drie afdeelingen van den
Raad der Gemeente Leiden bij het onderzoek van
de voorstellen tot grensverandering der gemeente.
De Vergadering der I<= sectie werd bijgewoond
door de heeren:
Mr. L. N. J. Van Buttingha Wichers,
Wethd- Voorz
Mr. F. Was
L. G. Le Poole
F. A. Verster Van Wulverhorst
P. Zillesen
J. A. Van Gamel
Dr. G. Zaalberg
Afw: de heer Dr. A. Nijkamp
tot rapporteur werd gekozenJ. A. Van Hamel
De Vergadering der Ge sectie werd bijgewoond
door de heeren:
S. C. M. Knappert, Wethd-voorz:
Mr. C. Cock
C. C. Tieleman
A. Koetser
Dr. W. N. Du Rieu
Dr. T. Zaaijer
Dr. P. J. Kaiser
J. J. Hasselbacli
Mr. J. J. Schneither Aznwelke laatste tot
rapporteur werd gekozen.
De Vergadering der 111>' sectie werd bijgewoond
door de heeren: L. M. De Laat de Kanter, Burge
meester, die, bij afwezigheid door ziekte van het
3id dier sectie, de Wethouder G. J. Boolhet voor
zitterschap waarnam.
P. L. C. Driessen
Dr. M. J. De Goeje
P. Alma Lzn
J. Van der Breggen Az.
Mr. S. J. Fockema Andreae
J. J. Van Masijk Huyser van Rennen
H. C. Juta
P. J. Van Hoeken
A. L. De Stuiter, welke laatste tot rappor
teur werd verkozen.
De sectiën vergaderden respectivelijk14, 7 en 21
Mei, in eene bijeenkomst van de afdeelingsrappor-
teurs op 23 Mei werd het centraalrapport besproken
en 24" vastgesteld.
Liet voorstel van B. en W.betreffende de grcns-
uitbreiding van de Gemeente Leiden, werd, in alle
sectiën, vrij algemeen toegejuicht; slechts werd het
betreurd, dat het ontwerp van Wet, tot verandering
der grenzen van Leiden en Oegstgeestniet ook
omvat de strook, gelegen tusschen het station en de
Poelbrug, gelijk dat terrein is omschreven in het in
der tijd door B. en W. aan Gedeputeerde Staten
ingediend plan (Blad III, sectie E), iu welk gedeelte
gelegen zijn het voormalige Detentiehuis (thans Rijks
werkinrichting) en het Terweepark. Zelfs werd in
twee sectiën door één lidin de andere sectie door
drie leden verklaard, dat zij zóóveel prijs stelden op
annexatie ook van dat terrein, dat, zonder die
aanhechting, de voorstellen voor ben onaannemelijk
zouden zijn.
Hiertegen werd echter aangevoerddat men toch
de voorkeur moest geven aan iets boven niets en dit
te meer omdat het te voorzien is, dat vonden de
voorstellen dezerzijds geen voldoenden steun Gede
puteerde Staten, wellicht in een lange reeks van
jaren, niet weder het verzoek tot uitbreiding bij de
Regeering zouden aanhangig maken. Bovendien zoude
eene bescheidene grensuitbreiding, als hoedanig de
annexatie van het Terweepark enz. te beschouwen
is, veel eerder kans van slagen opleveren, bijaldien
de wenschelijkheid daarvan bleek, dan de grootere
gecompliceerde, waarbij vier Gemeenten betrok
ken zijn.
Een lid zoude in annexatie alleen dan heil zien,
Wanneer de algemeene welvaart en bedrijvigheid
binnen Leiden daardoor zouden vermeerderen. Voor
als nog was hij daarvan niet zoo overtuigdomdat
reeds nu de omwonenden Leiden bezoeken en er
het noodige vertier brengen.
Een ander lid wenschte vóór alles de annexatie
te beschouwen uit een oogpunt van algemeen belang.
Dit moest vóór alles beslissen. De Grondwet wil dit
ook (Mr. J. T. Buys, de Grondwet, toelichting en
kritiek art.2). Het komt er voor den Staat veel op
aan, dat de Gemeenten goed gevormd zijn en alle
deelen eener Gemeente behoorlijk verzorgd worden
en verzorgd kunnen worden. Het gemeentebestuur
is, onder meer, belast met de uitvoering van tal
van Rijkswetten en die taak is voor de Leiden
omringende Gemeententen aanzien van de te
annexeeren deelen, veel te zwaar, zoo niet onmo
gelijk te volbrengen, omdat de grensstrooken op
veel te grooten afstand zijn verwijderd van den
zetel van 't Bestuur of Van de kom der betrekkelijke
Gemeenten. De bebouwde grenzen van de Gemeenten
Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstgeest behooren
wettelijk tot die Gemeenten, maar feitelijk zijn het
Leiden's uitwassen, ontstaan door toedoen van
Leidsche bouwondernemers en bevolkt door Leidsche
burgersde bewoners dier uitwassen staan in geenerlei
natuurlijke betrekking tot hunne Gemeenten, op wier
gebied zij toevallig verdwaald zijn; zij kennen voor
't meerendeel niet de kom hunner eigen Gemeente
(welke, wat betreft Oegstgeest en Zoeterwoude, op
één uur afstands en wat aangaat Leiderdorp op ruim
'I, uur afstands zijn gelegen) noch het Hoofd daarvan;
de verplichtingen, die de wet hun oplegt ten aanzien
van den Burgerlijken Stand zijn zeer lastig te ver
vullen door den grooten afstand, waarop zij zijn
verwijderd van 't Gemeentehuis; de policie en de
brandweer schieten onvermijdelijk te "kort in de
vervulling hunner taak. Gewoon lager onderwijs te
genieten is, voor de kinderen uit de deelen, die tot
Leiderdorp en Oegstgeest behoorenmet groote
moeilijkheden verbonden. Zoeterwoude stichtte eene
openbare school aan de Heerenstraat, doch iu de
beide andere Gemeenten is de Gemeenteschool op
zeer grooten afstand van de uiterste grens dier
Gemeenten verwijderd, zoodat, aangezien Leiden,
op de scholen voor on- en minvermogenden, gcene
kinderen der omwonenden toelaat, deze dagelijks
dat bezwaar ondervinden. Uitoefening van het kies
recht wordt mede door den grooten afstand bemoei
lijkt. Straatverlichting bestaat nagenoeg niet; de
rioleering laat veel zoo niet alles to wcnschen over;
in den geneeskundigen dienst voor onvermogenden
is eveneens bezwaarlijk te voorzien; zij, die slechts
iets kunnen betalen, zijn dan ook deelnemers in
ziekenfondsen te Leiden; voor do stad Leiden, rnet
bare 46000 zielen leveren de buitenwijken, waar de
cischen der hygiëne zeer veronachtzaamd worden en
slecht gereglementeerd zijn, brandpunten op van
besmetting en brengen zij de openbare gezondheid
in gevaar.
In eene andere sectie werd er op gewezen, dat
grensuitbreiding nu of later onvermijdelijk zou moeten
plaats hebben en dat uitstel steeds grootere uitgaven
tengevolge zoude hebben; volgens bet lid, dat dit
beweerde, bad men reeds veel vroeger op grensuit
breiding moeten aandringen.
In nog eene sectie werd er eveneens op gewezen,
dat de omwonenden niet tot de plattelandsbewoners
konden gerekend worden; volgens hel lid dat die
meening uitsprak, breidt eene Gemeente zich op
natuurlijke wijze uit van uit hare kom, maar niet
van uit de grenzen eener naburige Gemeente; wilden
de omliggende Gemeenten zich op normale wijze
uitbreiden, zoo was daartoe volop gelegenheid van
uit hare eigen kom,
In diezelfde sectie werd nog medegedeeld, dat de
Burgemeester van Leiderdorp, (Mr. A. D. Van Assen»
delft de Coningh) zichop het titelblad van de door
hem geredigeerde „Economist" opgeeft als woonachtig
te Leiden, terwijl hij feitelijk in Leiderdorp woont,
zij bet ook op de grens daarvan.
Het lid, dat die mededeeling deed, meende te
weten, dat de Singelbewoners zich ten postkantore
te Leiden opgeven als daar te wonen en dan ook
rechtstreeks van het Leidsche postkantoor hunne
brieven ontvangenzij zouden vreemd opzien bijal
dien zij hunne brieven ontvingen middels het hulp
postkantoor hunner eigen Gemeente.
Straks bedoeld liddat het algemeen belang zóó
op den voorgrond stelde bij de beoordeeling van de
voorstellen, betoogde dat, volgens de Grondwet, de
wetgever en deze alleen beslist over wijziging van
Gemeentegrenzen en dat dan ook meermalen in de
vertegenwoordiging en door de Regeering is aange
nomen, dat, voor verandering van Gemeentegrenzen
niet noodig is de overeenstemmende wil van de
betrokken Gemeentenja zelfs dat er voorbeelden
zijn aan te wijzen (Strijen en Strijonsas), dat het
wetsontwerp, tot vereeniging dier Gemeenten, wet
werd niettegenstaande èn Strijen èn Strijensas zich
tegen de vereeniging dier beide Gemeenten verzet-
teden.
Volgens één lid moest wel degelijk gevraagd
worden of de omwonenden annexatie bij Leiden
begeerden.
Dit werd weersprokeneensdeels werd betwijfeld
of de tegenzin tegen de annexatie bij die omwo
nenden wel zóó algemeen is als wel beweerd wordt
men meende dat de uitslag der verkiezing van leden
voor de speciale commissie ter beoordeeling der
annexatieplannen, geen juiste maatstaf ter beoor-
deeling aanbood maar anderdeels werd betoogd,
dat dergelijk verzet niet zoo geheel onverklaarbaar is,,
omdat de omwonenden en vooral de meer gegoeden,
bij veel minder lasten (speciaal op 't punt van belas
tingen) dezelfde voordeelen hebben altbans kunnen
hebben als de inwoners van Leiden en dit wel zonder
iets in de Gemeentelasten te betalen. Betwijfeld werd
voorts of de Gemeenten Oegstgeest, Zoeterwoude en.
Leiderdorp, staande voor den rcchtmatigen eisch
der Singelbewoners, om tegenover het voordeel voor
die Gemeenten voortvloeiende uit de heffing van den
hoofdelijken omslag en van opcenten op de perso-
neele belasting etc. tegenover die bewoneis ook bare
verplichtingen na te komen, in 't bizonder wat betreft
politietoezicht, straatverlichting, rioleering, bestrating,
onderwijs, etc. niet liever zouden afstand doen vari
die gedeelten, in naatn plattelands, doch in werke
lijkheid stadswijken. In menige, zoo niet in alle
behoeften der Singelbewoners toch, zoo werd betoogd,
wordt voorzien door Leiden, doch sloot Leiden hare
deuren voor lien, met betrekking tot openbare
inlichtingen, weigerde Leiden gas en duinwater,
hulp bij brand etc. dan, zoo werd beweerd, zoude
de eisch dier Singelbewoners tegenover de Gemeenten
Oegstgeest, Zoeterwoude en Leiderdorp zeker tot
schade dier Gemeenten, incer op den voorgrond
treden.
Gewezen werd voorts nog op de ongelijkmatige
werking der wet op de personeele belasting, die de
minder gegoede Leidsche ingezetenen daarvan geheel
of ten deele vrijstellende, hunne buren, slechts vijf
meters van hen verwijderd, ten volle in die belasting
doet vallen en dat terwijl beide catcgoriën van
bewoners in dezelfde levensomstandigheden vei'keeren
en buizen bewonen van gelijke grootte, indeeling,
huursom etc. Dit komt vooral uit iu de Ambachts-
straat, welke aan de eene zijde behoort tot Leidsch
grondgebied terwijl zij aan den anderen kant ressor
teert onder Oegstgeest. Men meende dan ook te
wetendat onder de singelbewoners vele oninbare
posten ten aanzien der personeele belasting voor
komen.
Nevens het algemeen belang meende men dat dus
ook het belang van eene vrij talrijke arbeiders- en
fabrieksbevolking, thans op de singels, met name
in 't bizonder aan den kant van Leiderdorp gevestigd
de grensuitbreiding eischte. Dat Leiden's bizonder
belang de uitbreiding vordert achtte |men in ééne
sectie, een axioma.
Voorts werd er nog aan herinnerd, dut, ih de
zitting van den Gemeenteraad van 21 Januari 4886/
B. en W. werden uitgenoodigd bij Ged. Staten nader
op deze zaak aan te dringen, met mededeeling aan
dit college dat de Gemeenteraad van Leiden van