p
N°. 9289.
Dinsdag 3 «Juni.
A0. 1890.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Zomerdienst.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 2 Juni.
FeTJLllleton.
Het Boode Testament.
PRUS DEZER COXJRAJNT:
Toot Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
De Z09IER»IEX$TREGELrac; Tan
de treinen, trams en stoombooten zal mor
genavond den Abonné's by hot Leidsch
Dar/blad worden aangeboden.
Abonné's buiten de stad wordt de dienst
regeling op aanvraag per brief kaart of by de
Agenten van hot Dagblad gratis toegezonden.
Opgeplakte exemplaren zjjn a 15 Cents
eveneens verkrijgbaar.
Officieel© Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, late alinea, der Wet van 2 Juni
1875 (Ötaateblad No. 95), tot regeling van het toe
zicht bij bet oprichten van inrichtingen, welke gevaar,
hinder of schade kunnen veroorzaken;
Brengen brj deze ter algemeene kennis dat door hen
vergunning is verleend aan B. J. OLEFF on recht
verkrijgenden tot het oprichten van eene inrichting
voor het pereen van boutskoolbriquetten in zijne
fabriek aan het Lovondaal hsek 4de Binnenvestgracht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTEB, Burgemeester.
2 Jund 1890. E. KI8T, Secretaris.
Ter Secretarie is in druk, tegen betaling van/"0.20,
verkrijgbaar het algemeen verslag der drie afdeelingen
van den Baad dezer gemeente bij het onderzoek van
de voorstellen tot grensverandering der
gemeente.
Heden werd de algemeene vergadering der
Leidsche Duinwater-maatschappy aan het
kantoor dier inBtelling gehouden.
Uit het rapport, door den directeur, mr. W.
Van der Vliet, uitgebracht, bleek dat over
1889 613,135 M'. duinwater uit de duinen naby
Katwyk aan den Ryn zyn opgepompt, zynde
59,152 M3. meer dan in 1888.
De machines, pompen en ketels werkten
steeds uitmuntend en vorderden slechts het
gewone onderhoud. Om het Bpoedige filtreeren
van het water te bevorderen werden twee
klaarbassins gemaakt, waarvan ieder een
inhoud van 1900 M'. water kan bevatten.
By de lange droogte in het voorjaar was
het waterverbruik zeer groot, en wel ver
laagde het waterpeil zich, doch dit herstelde
zich spoedig, waaruit bleek dat de capaciteit
der reservoirs zeer voldoende en verdere uit
breiding der kanalen thans niet noodig is.
De contracten vermeerderden met 201, waar
van 192 voor abonnement en 9 voor verbruik
met watermeter.
Het water werd geregeld aangevoerd en
was steeds van de beste qualiteit.
Het buizennet werd met 2030 meters uit
gebreid, zoodat de lengte daarvan thans 12,746
meters bedraagt.
De waterverkoop bracht 93,885.36 op,
zoodat na betaling der exploitatie en vele
afschryvingen als winst-saldo kan verdeeld
worden ƒ55,794.73.
De vergadering besloot het dividend te be
palen op 63/, pet. of 67.50 per aandeel,
terwyi de gemeente Leiden volgens de be
palingen der concessie 15,750 ontvangt en
ƒ1,794.73 op nieuwe rekening wordt over
geschreven.
De heer A. Tan Lonnep werd tot com
missaris herkozen.
Door den Senaat der Ryks-universiteit
te Leiden is het doctoraat in de wis- en
natuurkunde honoris causa verleend aan den
heer A. J. Van Pesch, hoogleeraar te Am
sterdam.
In het by dit nommer behooronde tweede
blad deelen we in zyn geheel mede het
algemeen verslag der drie afdeelingen van
den Raad dezer gemeente by het onderzoek
van de voorstellen tot grensverandering der
gemeente.
De volgende examens zyn aan de univer
siteit alhier afgelegddoor den heer H. H. Juyn-
boll, het candidaat8-examen ln de taal-, land
en volkenkunde van den Oost-Indischen Archi
pel door de heeren P. Tjeenk Willink, J. A.
La Bree, P. S. Joosten en E. H. F. Mens
Fiers Smedig g, allen het candidaats-examen
in de rechten; door den heer N. De Jager
Meezenbroek het candidaats-examen in de god
geleerdheid 2de gedeelte; door dun heer H.
Knottenbelt, het id., lste gedeelte.
By de Leidsche Spaarbank werd in de
maand Mei ingelegd 48,435.97, terugbe
taald 58,890.21'/2, terwyl zyn afgegeven 127
nieuwe en geheel afgelost 111 boekjes.
Het gezameniyk tegoed der 8732 deel
hebbers bedroeg 1,699,531,64.
Per Fransche mail ontvingen wy de
Bataviasche bladen van 30 April tot 3 Mei,
alsmede de „Doli-Crt." van 30 April en 8 Mei.
Ds. P. N. Gysman, sedert Augustus des
vorigen jaars predikant by de Ned.-Herv. ge
meente te Zoeterwoude, heeft de benoeming
ontvangen tot directeur van een te Amers
foort op te richten gymnasium, in te richten op
dezelfde wyze, maar op anderen grondslag
als dat te Doetichem, waarvan ds. Van Dyk
directeur is.
Al de straten van het dorp Wassenaar
zullen van naambordjes worden voorzien, te
beginnen met de Langestraat.
In eene openbare raadsvergadering van
Noordwyk heeft mr. H. graaf Van Limburg
Stirum afscheid van den Raad genomen, nu
hy met ingang van 1 Juni op zyn verzoek
eervol is ontslagen als burgemeester.
„Hoe gaarne ik ook," zoo zeide de heer Van
Limburg Stirum, „een terugblik zoude willen
werpen op het afgesloten vyfjarig tydperk in
myn leven, zoo acht ik het beter, zulks na
te latenwant naast onderscheidene herinne
ringen van verblydenden aard staan feiten
en omstandigheden, welke een ontvankeiyk
gemoed met weemoed vervullen, en op het
oegenblik van scheiden is het beter daarover
het stilzwygen te bewaren.
„Voor vele zaken, die in de laatste vyf
jaren tot stand kwamen, mocht ik my in uwe
medewerking verheugen. Ontvangt daarvoor
myn dank. De tyd zal leeren of daar, waar
onze meeningen uiteenliepen, door u of door
my het waarachtig belang der geheels ge
meenschap beter is begrepen geworden. Over
de toekomst dezer gemeente kan ik geene
verblydende gedachte koesterenhet is daarom
beter, dat een ander myne plaats komt inne
men. Moge het hem gegeven zgn in ver-
eeniglng met u nog veel goeds alhier tot
stand te brengen.
,Uit plaatsen, waar vrede en eendracht
heerschen, zal ik met belangstelling den gang
van zaken alhier volgen. Moge deze plaats in
welvaart toenemen, en het ga allen wel, die
daarvoor eeriyk en trouw zullen stryden."
De oudste wethouder, de heer G. Van
Eeden Sr., nam hierop het woord, en zich
overtuigd houdende de tolk des Raads te zyn,
zeide hy den aftredenden burgemeester dank
voor hetgeen er onder zyn bestuur is tot stand
gekomen.
Alleen slechts wenschte hy te wyzen op
het sehoone raadhuis, dat steeds zal zyn eene
aangename herinnering aan den tyd, welke
de heer Van Stirum als burgemeester te
Noordwyk heeft doorgebracht.
„NiettegenBtaande er in de laatste vyf jaren
veel werd tot stand gebracht, aldus vervolgde
de heer Van Eeden, werden de belastingen
niet noemenswaard verhoogd, dank, mynheer
de voorzitter, uw oordeelkundig finantiéel
beheer.
„Het doet ons leed, mynheer de voorzitter,
dat u heengaat. Van harte wenschen wy u
dikwyis te Noordwyk terug te zien."
De heer Van Stirum, dankende voor de
goede woorden des wethouders, zeide er prys
PRIJS DER AD VERTEN Ti-tiN;
V»n 1—6 regel»/1.05. Iedere regel meor/O.WJ
Grootere lettere naar plaateruimte. Voor het In
caeaeereu buiten de etad wordt 0.10 bereben.l
op te Btellen, dat zyn goed finantiéel beleid
werd gewaardeerd.
De heer J. De Groot, het woord verkregen
hebbende, zeide dat het hem zeer speet, dat
de voorzitter by zyn vertrek had gesproken
van donkere wolken, welke zich boven Noord
wyk schenén saam te pakken. Spr. wenschte
te verklaren dat van geene zyde tegenwer
king heeft plaats gehad, en er nooit van par-
tydigheid is sprake geweest. Volgers spreke?
was de toekomst helder en klaar.
De heer Van Stirum eindigde met te zeg
gen, dat, waar dit by hom niet het geval is,
hy het beter acht, dat een ander zyne plaats
inneemt, en dat hy gemeend heeft in zyn
afscheidswoord aan die meening uitdrukking
te mogen geven.
Volgens een rogeoringstelegram, te
's Gravenhage ontvangen, is de toestand in
Edi ernstiger geworden en is het aantal der
vganden toegenomen. De Radjah wantrouwt
zyn eigen volk en vluchtte in onze tenting.
Versterking aan troepen is van Java gezonden.
Beroepen is by de Ned.-Herv. gemeente
te Veen de. J. C. G. Gobius du Sart, te
Benthuizen.
Gedurende de maand Mei laatstleden is
het Museum van Kunstny verheid te Haarlem
door 1258 personen bezocht.
Door H. K. H. de groothertogin van
Saksen Weimar, prinses Sophia der Neder
landen, is 100 geschonken aan het hoofd
bestuur der Vereeniging tot verbetering van
het lot der blinden in Nederland en zyne
Koloniën, onder bescherming van H. M. de
Koningin, en 50 aan de Prins-Alexander-
stichting, inrichting voor jeugdige blinden
van iedere geloofsbelydenis op „Midden-Eng,"
te Bennekom.
Naar men aan het „Hbl." van zeer be
voegde zyde mededeelt, zyn de moeilyfcheden
betreffende het universiteitsgebouw te Utrecht
weggenomen.
De minister heeft zyne bezwaren tegen
het overgelegde plan opgeheven, en het dus
goedgekeurd. Als gevolg daarvan kan dus
verwacht worden, dat reeds spoedig al
thans nog dit jaar met de voorbereidende
werkzaamheden voor den opbouw der lang
verwachte stichting een begin zal worden
gemaakt.
By koninklyk besluit van 30 Mei is be
noemd tot lid der commissie, die gedurende
één jaar, te rekenen van 1 Augustus 1889,.
belast is met het afnemen van de practische
examens van apotheker, vermeld in art. 11
der wet van 25 Dec. 1878 (Staatsblad No. 222),
ROMAN VAN
VTIKIt DE HOITEPIN.
131)
„Neen, neen, het kan niet zyn", mompelde
hy, „de vader van mynheer Paul, den vriend
van mynheer Fabien een „stille", neen, het
is onmogelyk. Maar het is toch vreemd, dat
die man zooveel op hem geleek."
De dag ging voor Paul en Fabien op de
aangenaamste wyze voorby, zonder dat er
echter iets byzonders plaats had.
De vrienden bezochten de omliggende dor
pen Gravelle, Saint-Maur en Joinville, roeiden
op de Marne en gingen by zonsondergang
reeds ter ruste.
De Bunsing liet zich den volgenden morgen
niet wachten; het was nog donker, toen hy
by Paul aanklopte.
De jongelingen waren roeds opgestaan. De
Bunsing had zyne boot goed voorzien van
vischtuig en netten, hetgeen hy in de boot van
Paul bracht. Ook had hy voor een groot aan
tal wormen gezorgd.
Aldus toegerust, stieten de drie erfgenamen
van den graaf De Thonnerteux van wal. Paul
en Fabien roeiden, terwyl de Bunsing de boot
bestuurde.
Zy gingen ditmaal den tegenovergestelden
kant van „Le Petit-Castel" op.
De Bunsing koos een uitmuntend plekje
uit, waar men de riemen inhaalde en de boot
werd vastgemaakt.
Paul had een flinken voorraad mondbe
hoeften meegenomen brood, vleesch, kaas,
eieren en een paar flesschen wyn. Men ont
beet in de boot.
De vangst was uitmuntend en toen de vis-
schers te drie uren des namiddags terug
keerden, sleepten er twee netten, vol met de
grootste visschen, achter de boot in het water.
Deze vischparty was oorzaak dat de Bun
sing, evenmin als Paul, gewaarwerd, dat er
op dien Zondag menschen op de villa „Le
Petit-Castel" waren.
By het huis van Paul gekomen, wilde de
Bunsing afscheid van de twee vrienden nemen,
maar Paul drong er op aan, dat hy ook bet
middagmaal met hen zou gebruiken, hetgeen
de Bunsing zonder vele plichtplegingen gretig
aannam.
Het was reeds laat, toen hy het huis van
Paul verliet. By het afscheidnemen drukten
de beide vrienden hem elk een tienfranksstuk
in de hand.
Maandag morgen keerde Fabien naarPary3
terug, vervuld met de gedachte aan de soirée
van dokter Thompson, waar hy de sehoone
Martha zou weerzien. Paul bracht hem naar
het Btation.
De tyding omtrent Martha, hem door de
Bunsing gebracht, had Paul als door een
tooverslag van zyne droefgeestigheid genezen,
en terwyl hy zyn vriend naar het station
bracht, schreef Madeleine een brief aan Ray
mond, waarin zy hem dit heuglyke nieuws
mededeelde.
Geheel vervuld met de gedachte aan Martha,
keerde ook Paul huiswaarts.
Daar herinnerde hy zich opeens dat zyn
vader eene uitnoodiging van dokter Thompson
had ontvangen, om met hem (Paul) de soirée
by te wonen, welke hedenavond in het hotel
in de rue de Miromesnil te Parys zou ge
geven worden.
Zooals men zich herinneren zal, hadden
Raymond en Paul aanvankeiyk besloten deze
soirée niet by te wonen, maar toen wist Paul
ook nog niet, wie er ten huizo van dokter
Thompson woonde.
Hy meende thans echter zeker te zyn, dat
hy Martha op deze soirée zou ontmoeten en
hy mocht deze sehoone gelegenheid niet laten
voorbygaan.
Het was echter eene groote moeiiykheid
voor hem dat zyn vader juist op reis was.
Deze had de uitnoodigingskaart geborgen.
„Om het even", mompelde hy, „ik ga er
vanavond heen. De uitnoodigingskaart ligt op
de kamer van myn vader; daar ga ik ze
zoeken. Ik vertrek met den volgenden trein
naar Parys.
Van dit plan kwam by evenwel spoedig
terug. Madeleine was zoo overdreven bezorgd
voer hem. Wanneer hy wegging, zou de
goede oude vrouw geen rust hebben. Zy ging
altyd naar bed, zoodra de avond was gevallen.
Paul kon dus gemakkeiyk met den laatsten
trein naar Parys vertrekken, en dan behoefde
Madeleine niet te weten, dat hy weg was.,
's Morgens vóór zonsopgang zou hij zorgen
weer thuis te zyn.
Dit plan bracht Paul ten uitvoer.
Tegen den avend ging hy naar zyne kamer,
onder voorwendsel dat hy zich spoedig ter
ruste wilde begeven.
Madeleine ging te negen uren naar hare
kamer. De laatste trein voor Parys vertrek
te tien uren. Paul wachtte nog een halfuur,
toen werd hot geheel stil in de kamer der
oude vrouw.
Wordt vervolgd.)