N°. 9287. Zaterdag: 31 Mei A'. 1890. feze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 30 Mei. Feu lllotioo... Het Roode Testament. PRIJS DEZER COTJRANT: ▼oor Leiden per S maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommcrs0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer/0.17% Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot tu caseeeren buiten de stad wordt 0.10 berekon»! Officieel© Kennisgevingen. Hoogere Bnrgerschool voor Meisjes. Burgemeester en Wethouders ran Leiden brengen er kennis van belanghebbenden, dat de gelegenheid tot inschrijving van leerlingen voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes wordt opengesteld op Maandagen 2, 9 en 16 Juni a. s., des namiddags van 3 uren tot half vijf, in het schoolgebouw aan de GaroBmarkt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 30 Mei 1890. E. KIST, Secretaris. Aan de universiteit alhier ia het doctoraal examen in de wis- en natuurkunde afgelegd door den heer H. Van der Kamphet docto raalexamen in de rechtswetenschap door den heer H. R. Van Maasdijk; het tweede natuur kundig examen door den heer K. H. Moscoviter. Ds. C. A. Evelein, predikant bij de Luth. gemeente alhier, staat het eerste op het drietal voor de Evang. Luth. gemeente te Den Helder. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika, door middel van hot stoomschip „Amsterdam", van Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven enz. uiterlijk heden-, Vrjjdag-avond, em 10 uren bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. De heer W. Van der Geest, sedert 8 Juni 1865 lid van het bestuur van den Rooden polder, gemeenten Woubrugge en Alkemade, en volgens den rooster aan de beurt van aftreding, is door stemgerechtigde ingelanden in hunne jongste vergadering met algemoene (121) stemmen als zoodanig her kozen. De vacaturebeurt in de kerk der Ned.- Herv. gemeente van Hoogmade zal aanstaan den Zondag, 1 Juni, des namiddags te twee uren worden waargenomen door den heer J. W. H. Kalkman, predikant te Alfen aan den Rijn. Bij den kerkeraad der Ned.-Herv. ge meente van Nieuwveen en Kalslagen is het bericht ingekomen, dat het door genoemd college op den heer H. R. Offerhaus, candidaat tot den H. dienst te Ulrum, uitgebracht beroep tot predikant bij genoemde gemeente, door hem is aangenomeR. De Koningin heeft voor een belangrijk aantal loten deelgenomen in de verloting, ver bonden aan de tentoonstelling van schilderijen van levende meesters aan den Boschkant te 's-Hage. De beterschap van mr. W. R. Boer, burgemeester van Utrecht, heeft gelukkig aangehouden. Binnen weinige dagen hoopt men dat hy zoover hersteld zal zijn, dat hij bij gunstig weer zal mogon uitgaan. Namens den Koning is thans aan de 22 raadsleden te Haarlem, die in oen tegen- adres aan Z. M. hadden verklaard niet in te stemmen met de grieven, welke mr. Gallandat Huet in een adres aan den Koning tegen den burgemeester aldaar had uiteengezet, be richt gegeven dat die grieven van den heer Gallandat Huet ongegrond zijn bevonden. Het antwoord luidt woordelijk als volgt: „De minister van binnenlandsche zaken, krachtens machtiging van 1 Mei jl., No. 26, beschikkende op het klachtschrift van mr. R. H. J. Gallandat Huet, lid van den raad der gemeente Haarlem, behelzende beschuldigin gen togen den burgemeester dier gemeente; „Gezien de daarop ingekomen ambtsbede' ten en het adres van J. IV. M. Van de Poll en 21 andere leden van genoemden gemeen teraad, waarbij zij verklaren met het door hun medelid ingediend klachtschrift in goenen deele te kunnen instemmen; „Geeft, namens den Koning, aan den adres sant mr. R. H. J. Gallandat Huet te kennen, dat zijne klachten over en beschuldigingen tegen den burgemeester van Haarlem, voor zoover deze handelingen betreffen, die niet vallen buiten de beoordeeling der regeering, bi) onderzoek ongegrond zijn bevonden. Af6chrif£ dezes zal gezonden worden aan 's Konings Commissaris in Noord-Holland, ter kennisneming en ter uitreiking aan de adres santen, en aan den burgemeester van Haarlem. „'s-Gravenhage, 19 Mei 1890. [getDe Savoknin Loiivan." - Het stoomschip „Bromo", van Rotterdam naar Java, vertrok 29 Mei van Marseille; de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 29 Mei Kaap Rocca. Bij koninklijk besluit is aan mr. P. H. De V(je, op z(jn verzoek, met ingang van 1 Juli a. s., eervol oatslag verleend als kantonr. plaatsvervanger in het kanton Zaandam. Gemongd Nieuws. Een schoenmaker alhier leeft sedert eenigen t(jd in onmin met zjjne echt- genoote. Nadat er dezer dagen 's avonds weder eene woordenwisseling had plaats gehad, bevond de schoenmaker 's morgens dat zyn vrouwtje hem verlaten had en wel met medeneming van den geheelen inboedel. Dat viel ons schoen makertje nu wel wat tegen en om zich een beetje te verzetten, ging hij eene morgen wandeling maken, waarbij zooveel „heilige huisjes" aangedaan werden, dat hij, knapjes aangeschoten, des middags in zijne thans ledige woning terugkeerde. Het duurde echter niet lang of belangstel lenden kwamen hem troosten; inzonderheid eenige vrouwen trachtten zijne woede nog te vermeerderen door hem voor den gek te hou den, wat den schoenmaker zoozeer verdroot, dat bij eene harer, die bij hem in huis geko men was, met twee geopende messen achter volgde, gelukkig voor haar zonder ernstig gevolg en gelukkig voor hem was er goen politie in de buurt. Nadat h(j zijn roes had uitgeslapen, is hij naar Haarlem vertrokken, terwijl zijnvTOUWtje, om wie h(j zich weinig schijnt te bekomme ren, nog niet is teruggekomen. Aardig is het, op te merken dat den vol genden dag reeds een andere schoenmaker in hetzelfde huis, op den Vliet, zijn bedrijf ging uitoefenen. De volgende week, Woensdag 4 Juni, zal de monstering plaats hebben der kostumes voor de aanstaande maskerade. In de cavalerie-manége wordt thans les gegeven in het paardrijden aan hen, die in den optocht eene rol te paard vervullen. By de eerste les werd hun een paard toegewezen. By vonnis van den kantonrechter te Leiden van den 3den Maart 1890 werd een Noordwyker schipper veroordeeld tot be taling eener geldboete van f 25, omdat by op den 6den Augustus 1889 als gezagvoerder van de „Noordwy'k 22" op 3 ra(jl afstands van de Schotsche kust zyne netten zoodanig heeft uitgeworpen, dat doze zyn verward ge raakt in die van eene andere schuit, „do In specteur Caland", en daardoor aan diens netten eene schade heeft toegebracht van/1100. Volgens de verklaring van 3 getuigen a décharge was de verwarring der netten ont staan ten gevolge van valsche stroomen en is het niet uit te maken aan wie de schuld ligt. Seinen van de „Caland", om niet zoo dicht by olkaar te visschen, waren door de bemanning van de „N. W. 22" niet opgemerkt. Door het O. M. waren in deze zaak vier schippers als deskundigen gedagvaard. Volgens den eersten getuige-deskundige zyn de valsche stroomen onmogelijk waar te nemen en is het zeer wel mogeiyk dat soms vier of vyf bom men, die op voldoenden afstand zonder ge- vaar hare netten uitschoten, door valsche s'roomen met elkander verward raken. De andere deskundigen deelden die meoning. De subst.-off. van justitie, mr. Van Buttingha Wichers, zich refereerende aan hot oordeel der deskundigen, die den aanvankelijk door beklaagde ingenomen afstand voldoendeachten, oordeelde in dit geval force-majeure aan wezig, waartegen bekl. niets vermocht, en requireerde, geiyk we gisteren reeds meldden, vryspraak van den beklaagde. De toegevoegde verdediger mr. H. I. A. Mulder, hulde brengende aan den ambtenaar van het O. M. voor het oproepen der deskun digen, waardoor een nauwkeuriger onderzoek heeft plaata gehad, refereerde zich aan diens requisitoir. Uitspraak over 8 dagon. Men s ch r y f t o n s u i t A1 k e m a d e: Is het der Schiedamsche politie gelukt een beruchten inbreker en bedrieger (J. Oosten- brug) in handen te krygen, der politie van Alkemade komt de eer toe op verschillende voorwerpen der bedriegery beslag gelegd te hebben. Dat genoemde J. Oostenbrug zich den naam van „Jan de Kok" volkomen waardig keurde en dien naam door feiten zocht te handhaven, bleek zonneklaar uit don inboedel, welken hy achterliet, want niet minder dan dertig gou den en zilveren horloges, sinds lang vermist, kwamen als op tooverslag voor den dag. Dat J. Oostenbrug niet alleen voor zich zorgde, doch voor zyne vrouw ook een goed echtvriend was, zal men wellicht uit eene naai machine, eenige gestolen vloerkleeden, oor bellen, flacons enz., enz., zoo welkom aan dames, kunnen afleiden. De vrouw scheen echter tot de „Tantalusstraf" gedoemd, ten minste, alles mocht zy bezichtigen, doch kry gen was de kunst. IVare haar man te Schiedam niet in de val geloopen, wie weet in wat al luxe artikelen de familie zich had mogen ver heugen, ten koste der burgery van Alkemade en omliggende gemeenten, die nu en dan ook met een bezoek vereerd werden. Hulde dan gebracht aan de yvorige naspo ringen van onze gemeente-veldwachters P. Du Pau en J. v. d. Panne, die met hunne Argusoogen de geheimste schuilhoeken door schouwden van dit labyrinth van listen, en de benadeelden in de gelegenheid stelden, voor zoover geoorloofd, hunne kleinoodién terug te bekomen Te Katwyk aan Zee zyn op 29 Mei aangekomen 21 schuiten met besommingen van i f 38 tot f 52. Kleine tarbot gold f I a 2, griet f 0.75 a 1, tong 30 a 75 ets., bunschol soman van XA VIER DE JIOIVTÉFIIV. 126) Het gold, dat René by zich droeg, liet hy onaangeroerd, maar de brief aan den notaris te Tours verscheurde hy. Pascal was teruggekomen. Zy droegen het ïyk naar het rytnig, legden het op de kussens neer on klommen beiden op den bok. Het rytuig reed den weg van Gravelleop, ging over de brug van Charenton, daarna over die van Ivry en bereikte zoo de spoor- lyn naar Choisy-le-Roi, juist op het punt, waar deze lyn gekruist wordt door die van Parys naar Orleans. De lucht was met dikke onweerswolken bedekt, het was stikdonker en slechts met grooto moeito kon men do naaste omgeving onderscheiden. Pascal hield de teugels in en b3iden spron gen op den grond. „Niets to vreezen", zoi Jacques, „het weer is op onze hand. Haasten wy onsl' Jacques nam hot lyk op zjjna schouders en droeg hes mrar den spoorweg. Pascal bleef, het paard by de teugels hou dende, op den uitkyk staan. By het hek gekomen, dat de spoorbaan van den weg afscheidde, wierp Jacques het lyk daarover en volgde het toen. Na enkele minuten kwam hy by Pascal terug. „Al klaar", zei hy, „laat ons gaan." „Een oogenblik", antwoordde Pascal, „ik hoor iets. Luister!" Er naderde een trein. „Welke trein is dat?" vroeg Jacque3. „Dat moet de nachttrein van Choisy le- Roi wozen. Op welke rails heb je hot lyk neergelegd „Juist over die, welke de trein zal moe ten nemen." De vurige oogen van den naderenden trein werden in de duisternis zichtbaar, de grond dreunde r6ods onder de voeten der beide schurken. Hot paard begon onrustig te worden. „Spoedig," zei Jacques, „let op het paardatS het op hol ging, zou het ons in grooto moei lijkheden kennen brengen." Pascal bedwong het paard en do trein reed voorbij, natuurfyk op zyn weg hot lichaam van den onaelufckigen Renó Laaarre vsr- plettoresde. Om drie uren waren de beide misdadigers op „Le Petit-Castel" terug. Pascal spande het paard uit en begaf zich ter ruste. Jacques ging naar de eetzaal, waar hy mevrouw Labarre nog altyd in dezelfde hou ding gezeten vond. Angèle was mede op haren stoel rustig ingeslapen. Jacques zette zich gemakkelijk in een fau teuil en viel weldra in slaap, ofschoon hy zeer los sliep. Een diepe zucht, door mevrouw Labarre geloosd, wekte hem. Het slaappoeder had uitgewerkt, zij opende de oogen en zag onthutst rond. Haar blik ontmoette dien van Jacques. Zy glimlachte. „De champagne heeft ons een trek ge speeld, mijn vriend", sprak zy, „het is nay echter een troost, dat ik niet de eenige ben, die er door bevangen werd." Ook Angèle ontwaakte en glimlachte me vrouw Labarre toe. Do stralen van de morgenzon drongen in- tusschen door de naden der Imken in deksmer en verbleekten het gaslioht. Jacques opende de blinden en draaide de gasliohten Hit. Eet was heeriyk weder en hy stelde eene morgenwandeling in den tuin aan de dames voor, waardoor men geheel zou opfrisschen en waaraan gaarne voldaan werd. De dag werd verder alleraangenaamst door gebracht met wandelingen in den tuin en door de omstreken van Port-Croteil, Saint- Maur en Gravelle, en een roeitochtje op de Marne. Het diner werd onder do veranda gebruikt. Des avonds om tien uren keerdqmevropw Labarre, in gezelschap van JacqueALagarde, naar Parys terug. De behaagzieke weduwe kon zich niet be grijpen dat deze dag zoo spoedig was voor bijgegaan. XXXII. Keeren wy nu weder terug tot Raymond Fromental. Den geheelen Zaterdag had hy gewyd aan aasporingen omtrent de moordenaars van Amedeus Duvernay en diens meisje, Virginie, maar alles bhsef nóg in eene ondoordringbare duisters» gehuid-. Dsn volgende» dag hervatte bij zyne na- sporingen, radar weder zonder gevolg. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1