N°. 9280.
Donderdag 22 Mei.
A». 1890.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
DE PREMIE,
Leiden, 21 Mei.
Feuilleton.
Het Roode Testament.
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRUS DER ADVERTENTIEN:
▼an 1—6 regels/1.05. Iedere regel meerƒ0.171
Grootëro lettere naar plaatsruimte. Voor bet in
ca88eeren bniten de stad wordt 0.10 berekend
BEETS' DI€HTWEEIiE\, wordt mor
-gen voor het laatst afgegeven.
Officieel© Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leidon;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Wet van 2 Juni
1875 (Staatsblad No. 95.1, tot regeling van het toe
zicht bg het oprichten van inrichtingen, welke gevaar,
"hinder of schade kunnen veroorzaken;
Brengon bij deze ter algemeeno kennis dat door hen
vergunning is verleend aan A. D. LANGEVELD en
rechtverkrijgenden, tot het plaatsen van een heot-
wateroven in het perceel Haarlemmerstraat214.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
19 Mei 1890. E. KIST, Secretaris.
Door den heer B. L. Van Albade, can-
didaats-arts te LeideD, zullen met ver
gunning van den minister van marine
onderzoekingen worden ingesteld by de jongens
van de Kweekschool voor Zeevaart alhier,
ter verkrijging van gegevens voor de bepaling
van de „onderlinge tijdsverhoudingen van
borst- en buikademing."
Het „Hbl." van heden schrijft het vol
gende
De heer A. W. SythofT, te Leiden, heeft eenige
gezondheidsvoorschriften voor het huisgezin
uitgegeven, die door den beknopten vorm,
degelijken inhoud en practische indeeling wel
aanbeveling verdienen.
Men vindt o. a. zonder omhaal van woorden
duidelijk vermeld wat men doen moet bij
beenbreuken, bij verrekking of verstuiking,
bij brandwonden, bij bloedingen, bij vergif
tiging, bjj verdronkenen enz., enz. De dokter
is niet altjjd dadelijk by de hand, vooral niet
op het platteland. Het kan dus soms van
de omstanders afhangen of de persoon, wien
een ongeluk overkomt, nog gered wordt.
Ook voor de opvoeding van het kind in
het eerste levensjaar en voor de behandeling
van besmettelijke ziekten worden zeer doel
treffende voorschriften gegeven. De prijs dezer
uitgave is zeer laag, zoodat zij in geene huis
kamer behoeft te ontbreken.
Aanstaanden Zondag (lsten Pinksterdag)
zal voor de Hervormde gemeente te Warmond
optreden ds. J. D. Sigal, predikant te Lisse,
en Maandag (2der. Pinksterdag) ds. C. A. Eve-
lein, predikant te Leiden, beide dagen dos
voormiddags te 10 uren.
Op lsten Pinksterdag, 's voormiddags te
10 uren, zal te Lisse de dienst waargenomen
worden door dr. J. H. Gunning, hoogleeraar
te Leiden.
Te Voorschoten zal a. s. Zondag-voor
middag optreden ds. G. A. Hoog, van Haarlem.
Naar wij vernemen, zal de aanbesteding
van het bouwen eener nieuwe Stadsgehoorzaal
alhier met bijkomende werken plaats hebben
op Maandag den 9den Juni a. s.
Door den Raad der gemeente Zoeter-
woude is besloten voor kennisgeving aan te
nemen een schrijven van burgemeester en
wethouders van Rozendaal en Nispen, daarbij
verzoekende, evenals de Raad dier gemoente,
zich tegen de invoering van den persoon
lijken dienstplicht te verklaren.
Het bouwen van een brandspuitenhuis in
de buurt Gelderswoude is aangenomen door
den heer C. Tillekes, voor f 295.60, en het
bestraten van het paardenspoor in den Noord
buurtweg door den heer M. Witsenburg, voor
f 936.
Z. M. heeft den generaal-majoor ridder
Alewijn, 's Konings adjudant in buitenge
wonen dienst, chef van den generalen staf,
van Commandeur tot Grootkruis in de orde
van de Eikekroon bevorderd.
Zr. Ms. minister-resident en consul-
generaal in China, de heer Ferguson, beeft
thans de terugreis naar z(jn poet aangenomen.
Te 's-Hage zijn in het hotel „den Ouden
Doelen" aangekomenthe right Hon. Wilson
Noble, lid van het Engelsche Parlement, van
Londen, en kolonel W. F. E. Grant, van
Woolwich.
Ds. Knottnerus, te 's-H3ge, zal 11 Juni
zijn 25-jarig jubilé als predikant vieren. Op
15 Juni zal dat feit in eene der kerken her
dacht worden.
Mr. J. C. Heydenrjjck, lid van den Raad
van State, vierde Maandag zijn zilveren huwe
lijksfeest, by welke gelegenheid hem en zijne
echtgenote vele blyken van belangstelling
en sympathie werden veroerd.
Door den minister van oorlog is aan
het bestuur van den Nederlandschen Post-
duivenbond, onder voorzitterschap van den
heer H. Jung, te Haarlem, eene subsidie van
f 200 toegekend voor het dienstjaar 1890.
B. en Ws. van Amsterdam hebben by
den Raad een voorstel ingediend om een eind
te maken aan de gevolgen van het geschil
tusschen den heer Wente en de Amstei-
damsche Omnibus-Maatschappy over het Scha-
penburgerpad, waar de heer W. het tram
verkeer met behulp eener barrière heeft belet
en het publiek verkeer belemmerd. B. enWs.
stellen den Raad voor, hen te machtigen, de
medewerking van hooger bestuur in te roe
pen, om te verkrygende indiening eener
wet, verklarende dat de aanleg eener straat
tusschen de Stadhouderskade en de P. C.-
Hoofistraat oen werk van algemeen nut is,
ten einde met behulp dier wet over te gaan
tot de onteigening dor gronden, gelegen tus
schen de aangewezen rooilynen van de Hob-
bemastraat en van die perceelen langs het
Schapenburgerpad, welke zullen blyken noo-
dig te zyn tot het maken van een toegang
van de Hobbemastraat tot het overblyvende
gedeelte van genoemd pad.
Intusschen is vanwege den heer F. H. Wente
een begin gemaakt met do doortrekking van
het Schapenburgerpad dwars door de Hobbe
mastraat.
De Müncheners zullen van 1 tot 16
Juni te Amsterdam in den Parkschouwburg
voorstellingen geven.
Ook zullen zy, sedert begin Mei te Rot
terdam met 6teeds klimmend succes voor
stellingen gevende, te 's-Gravenhage op 1,
2 en 3 Juni a. s. in het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen optreden.
Gisteren heeft de „Staatscourant" gemeld
dat de hoogleeaar Opzoomer op zyn verzoek
eervol is ontslagen als hoogleeraar te Utrecht.
Reeds eenigen tyd geleden is gemeld dat
onze geleerde landgenoot wegens den staat
zyner gezondheid zyne lessen had gestaakt.
Het is hem niet gegeven geweest tot den
zeventigjarigen leeftyd den door de wet
gestelden tyd van otium cum dignitate op
zjjn post te blyven; eerst in Sopt. 1891 zou
die dag zyn aangebroken.
Langer dan een zyner nog levende ambt-
genooten heeft Opzoomer den hoogsten rang
op wetenschappelyk gebied vervuld. Zijne
benoeming tot hoogleeraar in de wysbegeerte
aan de hoogeschool te Utrecht dagteekont
reeds van het jaar 1846, toen hy 25 jaar
oud was. Niet veel minder dan eene halve
eeuw heeft hy dus medegewerkt tot de op
leiding van oen aantal studentengeslachten,
en niet minder heeft hy door zyne reeks van
geschriften niet alleen op het gebied van
wysbegeerte, maar ook van letterkunde, staats
recht en burgerlijk recht tot do ontwikkeling
van zyn volk bygedragen.
Met leedwezen zullen dan ook zyne talryke
vereerders en vrienden hem den leerstoel zien
verlaten, waar hjj zoolang een sieraad was
van de wetenschap. Zy hopen tevens dat by,
ofschoon ontheven van zyne officiééls taak,
door herstel zijner gezondheid nog lang in
staat zal wezen zyne medeburgers met zijne
kennis en ervaring voor te lichten.
Het zal den waardigen geleerde zeker niet
ontbreken aan blyken van deelneming. (A. II.)
By aanschryving van het departement
van oorlog is bepaald, dat de onderofficieren
miliciens, wanneer zy gedurende 3 of 6 jaren
ia hun graad of in een daarmede gelykge-
stelden graad onafgebroken hebben gediend
(dus zonder in het genot van onbepaald ver
lof te zyn geweest) dezelfde soldij verhooging,
resp. van 10 en 30 cents daags, zullen ge
nieten als de vrywillig dienende sergeanten
en fouriers.
Naar men verneemt, blyft de toestand
van den beer Granier te 's-Hage zeer zor-
geiykde nacht van gisteren was zeer onrustig.
Door het kiescollege der Ned.-Hervormde
gemeente te Rotterdam is in de vacature-
Theesing (nog voortdurende dopr iet bedan
ken van ds. M. Göpner) het navolgende drie
tal uit eene alphabetische lyst samengesteld
Dr. L. Heldring O.Gzn., te Middelburgds.
O. Schrieke, te Zandvoort; en ds. J. M.
Snethlage, te Haarlem.
Prof. A. G. Van Hamel is, als afgevaar
digde van den senaat der Groningsche univor-
siteit, naar Montpellier vertrokken, om de
Groningsche academie te vertegenwoordigen
by de feestviering van het zeshonderdjarig
bestaan der universiteit aldaar, welke door
den president der Republiek zal worden by-
gewoond. Aan prof. Van Hamel is opgedragen
aan de universiteit te Montpellier een geluk -
wensch van den Groningschen senaat te over
handigen, welke door den bekenden calligraaf
Alex. Wyngaard op perkament is overgebracht,
op oen ondergrond, die het beeld van Minerva
en den Aesculaapstaf, door een krans van
eiken en laurieren omgeven, vertoont en welke
gelukwensch, in de Latynscbe taal vervat, vol
gens zyn opschrift is gericht „aan de zeer
eerwaardige universiteit, welke gedurende zes
eeuwen zich hoogst verdienstelyk heeft ge
maakt tegenover de wetenschap en voor de
studie van de letteren en van de geneeskunde
zoo ryke vruchten heeft afgeworpen."
De Staatscourant van heden bevat het
reeds vroeger vermelde bericht, dat by kon.
besluit van 19 dezer aan Zr. Ms. adjudant
in buitengewonen dienst, den gepensionDeerden
luitenant-generaal der infanterie jhr. A. R. J.
Klorck, en aan al zyne wettige zoo manne-
ïyke als vrouwelyke afstammelingen, de titel
is verleend van baron en van barones.
ROMAN VAN
XAVIEK DE MOMKl'IV.
113)
XXIV.
Paul schonk thans meer aandacht aan zyn
dobber, dan by vanmorgen had gedaan en
daaraan had hij hot dan ook te danken, dat
by weldra een grooten baars ophaalde.
„Bravo, bravo, mynheer Paul! Dat is nog
eens een visch, die u mag laten zien", werd
er achter hem geroepen.
Paul zag om en bemerkte een ouden kennis,
die op weinige passen van hem verwyderd
stond en hem gadesloeg.
„Jules Boulenois!" riep hy.
„Anders gezegd, de Bunsing, juist, myn
heer Paul 1 Ik ben bly dat ik u zie, want ik
heb al een paar dagen naar u gezocht."
„Ik ben gisteren den geheelen dag te
Parys geweest. Maar waarom heb je mjj
gezocht?"
„Omdat ik s wat te vertellen heb."
„Zoo?'
„Ja, en wat goeds ook!"
„Ik heb je in vyf dagen niet gezien, als
ik wel heb."
„Juist, mynheer Paul, in vyf dagen. Toen
ik voor het laatst met u sprak, zaten wy
onder de wilgen by „Le Petit-Castel"dat
zal u nog wel weten."
„Zeker."
„U wilde toen inlichtingen van my hebben
omtrent die jongedame van de villa."
„Ja, ja; verder!"
„Wat zou u wel geven voor eene goede
tyding?"
„Eene goede tyding omtrent Martha, daar
voor geef ik zelfs myn leven."
„Zooveel zal het u niet kosten", lachte de
Bunsing, „voor eene flesch bier zei ik u iets
vertellen, dat u in de wolken van vreugde
zal brengen."
„Je weet waar Martha is?" vroeg Paul
vol vuur.
„Ja!"
„Heb je haar dan gezien?"
„Ik heb haar gezien 1"
„En je weet zeker, dat zy het was?"
„Ik heb haar gezien, zeg ik u, evenals
ik u zie."
„Waar heb je haar dan gezien? Wanneer?
Onder welke omstandigheden?"
„Ik zal u alles vertellen!"
Jules Boulenois vertelde daarop aan Paul
de ontdekking, welke hy gedaan had, toen
hy uit het Bois de Boulogne kwam, doch hy
vermeed opzettelyk van Fabien Do Chatelux
to spreken.
„Dus je bent haar naar hare woonplaats
gevolgd?" vroeg Paul.
„Ja, zy woont in de rue de Miromesnil,
eene nette buurt."
„Maar weet je nu ook wie zy is?"
„Zeker, toen ik eenmaal zooveel wist, wilde
ik meer weten. Ik heb dus den koetsier een
weinig aan het babbelen gemaakt. Een zon-
dsrling heer, die koetsier, waarsc-hyrilyk een
provmeieman; het is ten minste een raar
soort Fransch, dat hij spreekt."
„Och ja, die koetsier is my onverschillig;
spreek my van Martha."
„Ja, u heeft gelyk; ik stel uw geduld op
de proef. Die koetsier vertelde my dan, dat
mejuffrouw Martha zooveel als de aangeno
men dochter is van den vreemden dokter,
die het hotel in de rue de Miromesnil be
woont, een Amerikaan, die zich eerst kort
geleden te Parys heeft gevestigd."
„Een Amerikaanschen dokter.rue de
Miromesnil.zei Paul en vroeg
driftig „Hoe heet die dokter
„Thompson."
Paul sprong op.
„Dokter Thompson?" herhaalde hy. „En
gy zegt, dat die lieve Martha zyne aangenomen
dochter is?"
„Dat heeft de koetsier my verteld."
„Ha, dan is hy het ook geweest, die Martha
in den tuin van „Le Petit-Castel" gekust
heeft. Hy was haren pleegvader en ik ge
loofde dat hy haar echtgenoot of haar ver
loofde wasO 1 Boulenois goede, beste Bou
lenois! Hoeveel ben ik je niet verschuldigd!
En Paul drukte de beide handen van den
visscher vol geestdrift in de zynen.
„Wat u my verschuldigd is, mynheer
Paul? Wel, een fleschje bier, want ik heb
fameuzen dorst."
„Ga mee, ik zal je eene flesch wyn geven,
wel twee."
„Zeer vriendeiyk van u, mynheer Paul,
met eene flesch bier zou ik het best kunnen
doen, maar wilt u wyn geveD, zooveel te
beter. Maar dan zou ik gaarne zien dat u
met my klonkt."
„Goed, goed, ga maar mee."
Beiden begaven zich naar de restaurant.
Paul bestelde eene flesch van den besten
Bordeaux, welken de restaurateur in zyn
kelder had.
Wordt vervolgd