N°. 9277.
Maandag 19 Mei.
A'iï 1890.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
Leiden, 17 Mei.
Feuilleton.
Het Roode Testament.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per poetB 1.40.
Afzonderlijke Nommcra..0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1—6 regels /1.05. Iedere regel meer/0.17^
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseoren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Aan de Abonnó's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 34 van Kikeriki.
Officieel© Kennisgevingen.
Hondsdolheid.
De Burgemeester der gemeente Leiden.
Gelet op het bij hem ontvangen bericht van den
llijkeveearts alhier, dat in deze gemeente een geval
van hondsdolheid is voorgekomen;
Gezien art. 3 der Wet van den 5den Juni 1875,
tot vaststelling van bepalingen bij het voorkomen
van hondsdolheid (Staatsblad No. 110);
Beveelt dat gedurende vier maanden te rekenen
van den dag der afkondiging van dit bevelschrift,
alle bondon, die zich buiten woningen of vaartuigen
(geene openbare middelen van vervoer zijnde) in de
gomeente bovinden en niet binnen een afgesloten erf
aan een ketting liggen, moeten voorzien zijn van een
muilkorf, volgens het door Z. E. den Minister van
Binnenlandsche Zaken, bij beschikkingen van 27 Juli
1875 en 19 September 1887 voorgeaohreven model,
ter gemeente-secretarie voor ieder ter bezichtiging
gesteld, met dien verstande nochthans dat ingevolge
Miniateriëele beschikking van 7 September 1875, de
stalen band van den muilkorf, die den hals van
den hond omgeeft, door een koperen mag worden
vervangen.
Het aantal en de dikte van de draden van den
muilkorf moeten minstens bedragen
Bij eene korflengte
ran
Aantal in dwarae
richting
loopende draden.
Draaddikte.
minder dan 15 cM.
3
2 mM.
15 tot 18 cM.
4
2
18 tot 21
5
2VJ W
21 tot 24
6
2Vs n
24 tot 27
7
3
27 en meer.
8
3
Leiden,
14 Mei 1890.
De Burgemeester voornoemd,
DE KANTER.
De kunstzaal, door den keer D. Hartevelt,
ter gedachtenis aan zijn broeder, den over
leden wethouder den heer H. C. Hartevelt,
aan de gemeente Leiden ten geschenke ge
geven en achter het Stedelijk Museum (de
Lakenhal) opgericht, zal den Sisten Mei met
eeno tentoonstelling van schilderijen van
levende meesters worden geopend. Reeds zjjn
meer dan 100 doeken ingezonden.
In de vergaderzaal der Koninklijke Aca
demie van Wetenschappen te Amsterdam
beeft, onder voorzitterschap van dr. L. Serru-
rier, directeur van 's Rjjks Ethnographisch
Museum te Leiden, de constitueeTende ver
gadering plaats gehad der door hem opge
richte Maatschappij ter bevordering van het
natuurkundig onderzoek der Nederlandsche
koloniën.
Deze maatschappij, uit een 70-tal directeu
ren, benevens eenige donateurs bestaande,
stelt zich ten doel, de uitbreiding der kennis
van land en volk in de overzeesche bezittin
gen en koloniën van Nederland, zoowel met
het oog op de belangen der wetenschap, als
op die van landbouw en nijverheid. Zjj be
weegt zich meer bepaaldelijk op het gebied
der zoölogie, botanie, geologie, anthropologic
en ethnographie, en vervult hare taak lo.
door het verleenen van geldelijke hulp aan
Nederlandsche, of in Nederlandschen dienst
staande natuuronderzoekers in de koloniën
2o. door het verbenen van steun aan boven
bedoelde personen by hunne voorbereidende
studiën of het verstrekken van instrumenten,
voor hun onderzoek noodig;
3o. door het subsidiéeren en verspreiden van
gedrukte mededeelingen
4o. door het toekennen, zoo daartoe aan
leiding is, om de drie jaren, van eene gouden
medaille, onder den naam van „Valentyn-
medaille", aan hem, die door persooniyk onder
zoek in loco de belangrykste bydrage gele
verd heeft tot de natuurkundige of industriëele
kennis van de Nederlandsche koloniën of van
een deel daarvan;
5o. door alleen, of in vereeniging met na te
noemen commissie by de Regeering of by
Genootschappen al zoodanige adviezen of
verzoeken in te dienen, als aan het weten-
scbappeiyk of industrieel onderzoek van de
Nederlandsche Koloniën kunnen geacht wor
den bevorderiyk te zyn.
Hoezeer eene zelfstandige vereeniging
vormende, is de nieuwe Maatsctmppy nauwer
verbonden aan de commissie ter bevordering
van het natuurkundig onderzoek der Neder
landsche koloniën, die te Amsterdam is ge
vestigd, hare adviezen geeft met betrekking
tot de hiervoor genoemde handelingen.
Op voorstel van den voorzitter werd het be
stuur samengesteld uit de navolgende heeren
mr. "W. baron Van Goltstein, voorzitter; F.
's Jacob, vice-voorzitter; prof. Max Weber,
penningmeester; dr. L. Serrurier, secretaris;
H. D. Kramer, mr. H. N. Grobbee, G. Hint
zen, Hendrik Muller Szn. en prof. N. TV. P.
Rauwenhoff.
Aan het einde der vergadering werden door
prof. Hubrecht uit Utrecht eenige mededee
lingen gedaan omtrent eene door hem voor
genomen reis naar Ned.-Indië.
In de te Oudshoorn gehouden vergade
ringen met ingelanden van de polders, gelegen
binnen genoemde gemeente, zijn herbenoemd
tot dykgraaf van den Vrouwgeest-polder de
heer D. P. Kamp te Woubrugge; tot voor
zitter van den Gnephoekschen polder de heer
L. Piek en tot poldermeester van do Gecom
bineerde Groote, Kleine en Kalkovensche pol
ders de heer I. Spruyt Lzn., beiden teOuds-
hoorn woonachtig.
De Raad der gemeente Oudshoorn heeft
in zyne jongst gehouden openbare vergadering
onderzocht de geloofsbrieven van het nieuw
benoemde lid, den heer J. H. Treur, tot wiens
toelating met algemeene stemmen besloten
werd.
Aan de zwem- en badinrichting „de Ryn"
werd tot wederopzegging een jaarlyksch
subsidie verleend van f 25.
Ten slotte werd tot ambtenaar van den
Burgerlyken Stand benoemd de heer H. H.
Kloot.
Het. departement Rynsaterwoude der
maatschappü tot Nut van 't Algemeen heeft
tot commissaris van zyn Spaarbank benoemd
den heer J. Wolken, te Leimuiden, in plaats
van den heer H. Van Egmond, die als zoo
danig bedankt heeft.
Onder vele blyken van belangstelling
heeft de heer J. Alting, te Katwyk aan Zee,
den dag zyner 40-jarige evangeliebediening
by de Chr. Ger. gemeente herdacht. Ongeveer
12 jaren heeft hy in die gemeente gestaan.
In het Paleis voor Volksvlyt te Amster
dam heeft hedenavond (Zaterdag) de eerste
opvoering plaats van „Het ontzet van Leiden",
drama in 5 bedryven door M. Westermann,
met nieuwe decoration van J. C. Maandag,
muziek van Joh. M. Coenen, nieuwe kostumes
van Helmhout, mise-en-scène van Charles
de la Mar.
De toestand van het lid der Tweede
Kamer mr. H. C. Verniers van der Loeft'
blyft, volgens het „Haagsche Dagbl.", zeer
langzaam vooruitgaan.
In de Staatscourant van 17 dezer is op
genomen de wet van 9 dezer (Staatsblad
No. 81), houdende verbodsbepalingen tegen
het dragen van wapenen.
De Raad van State, afdeeling voor de
geschillen van bestuur, zal eene openbare
vergadering houden op 21 dezer, des voor-
middags te 11 uren.
Het voorloopig verslag der Tweede
Kamer omtrent de splitsing in kiesdistricten
van de groote steden zal in het laatst dezer
maand worden rondgedeeld.
De eindindruk van het afdeelingsonderzoek
moet aldus zyn saam te vatteD, dat de ver
vanging van de meervoudige door enkelvou
dige districten steun vond by eene meerder
heid, doch dat de minderheid zich plaatste
op het standpunt dat verandering van de
districten zonder gelyktydige wyziging of
definitieve regeling van het voorloopig kies
recht, in strijd is met de Grondwet.
Aan de voor den dienst in Oost-Indië
bestemde officieren van gezondheid 2de klasse
A. W. Nieuwenhuis en J. W. Enderle is
opgedragen vóór of op 14 Juni a. s. naar
Batavia te vertrekken.
De Staatscourant geeft een staat van
de geboorten en van de sterfte naar den
leeftyd en de oorzaken van den dood over
het jaar 1889.
Geboren werden In ons land 157,972, waar
onder 7443 levenloos werden aangegeven.
Het getal sterfgevallen, met inbegrip dei-
levenloos aangegevenen, was 98,577 of 21.88
als middelcyfer op de 1000 inwoners.
In 1888 waren de cyfers 158,865 gebo
renen, waaronder 7771 levenloos aangege
venen, en 99,012 sterfgevallen of 22.11 op
1000 inwoners.
De sterfte van kinderen beneden het jaar
was 26,583 of 407 meer dan in het vorig jaar.
De sterfte aan besmettelyke ziekten was
lager dan in 1888: by roodvonk 98 (in 1888
188), mazelen 1620 (1655), croup 948 (1031)
en kinkhoest 1273 (1864); liooger by typhus
enz. 622 (566), pokken 10 (1) en diphtheritis
608 (535).
Het sterftecyfer was het kleinst in de
provincie Limburg, 16.46 op de 1000 inwoners.
Ook de provinciën Groningen (18.72), Fries
land (18.90), Zeeland (19.76) en Gelderland
(21.07) bleven beneden het gemiddelde. Het
ongunstigste cyfer leverde de provincie Zuid-
Holland met 23.57. Verder hadden Utrecht
23.05, Noord-Brabant 22.97, Noord-Holland
22.82, Overysel 22.51 en Drente 22.41.
Van de steden was de sterfte het grootst
te Gouda, 36.70, het kleinst te Bergen-op-
Zoom, 13.37. Beneden het gemiddelde bleven
nog Roermond (14.42), Harlingen (16.94),
Alkmaar (18.06), Sneek (18.39), Zaandam
(18.93), Gorkum (20.03), Helder (20.07),
Assen (21.02), Leeuwarden (21.10), Maas
tricht en Middelburg (21.37), Nymegen (21.61)
en Dordrecht (21.78). Leiden had 22.38. Van
de vyf grootste steden toont Rotterdam het
hoogste cyfer 25.23, Den Haag het kleinste
21.06. Groningen had 21.61, Utrecht 23.66,
Amsterdam 24.47. Ook Den Haag en Gro
ningen waren dus beneden het gemiddelde
sterftecyfer van het geheele land.
By kon. besluit is vrystelling van port
verleend voor de briefwisseling over dienst-
ROMAN VAN
AAVIEH DE MOXTÉPIX.
104)
De kamerdienaar kwam binnen en stelde
der gravin een kaartje ter hand, dat hy op
een zilveren blad droeg.
„Deze heer verzoekt mevrouw de gravin
en mynheer den graaf hem de eer te willen
bewyzen, hem te ontvangen", zei hy.
De verwondering van moeder en zoon liet
zich licht begrypen, toen de gravin den naam
ven den bezoeker hardop las
„Dokter Thompson."
Fabisn was vuurrood geworden, toen hy
den naam van den bezoeker door zyne moeder
hoorde voorlezen.
„Wat beduidt dit onverwachte bezoek?"
vroeg de gravin. Ik kan niet begrypen, wat
den dokter hierheen voert."
„Misschien kan ik u opheldering geven",
zei Fabien.
„Inderdaad", zei de gravin, Je prikkelt
myne nieuwsgierigheid."
„Ik was vanmorgen toevallig in de gele
genheid om een dienst te bewyzen aan twae
dames, bloedverwanten geloof ik van dokter
Thompson."
„Wat voor dienst heb je die dames dan
bewezen
„Het rytuig, waarin zy zaten, was omge
vallen, kort by het Bois de Boulogne. Eéne
van de dames was door den scbrik bewus
teloos. Ik kwam juist voorby en heb geholpen
haar by te brengen met wat eau de cologne."
„De dokter zal ons dus komen bezoeken,
om voor deze hulp te bedanken."
Mevrouw De Chatelux verwyderde den
kamerdienaar, door hem te bevelen, den be
zoeker in het kleine salon te laten.
„Eéne van die dames was jong en schoon,
nietwaar?" vroeg zy glimlachend aan Fabien,
zoodra zy met dezen alleen was.
Fabien bloosde tot achter de ooren.
„Nu begryp ik, waarom je voor dokter
Thompson de taak van advocaat op je ge
nomen hebt, en er daar straks met zooveel
warmte op aandrong, dat wy zyne uitnoo-
diging zouden aannemen. Bloos maar niet,
myn jongenDeor hulp te verleenen aan eene
dame, heb je als Fransch edelman je plicht
gedaan, maar waarom heb je het my niet
aanstonds verteld?"
Fabien zweeg; hy wist niet wat hierop te
antwoorden.
„Komaan", ging de gravin voort, „wy
zullen den dokter niet langer laten wachten
zyn bezoek bewyst dat b(j een man van de
wereld is. Dat verzoent my reeds een weinig
met hem."
Moeder en zoon begaven zich naar het
kleine salon, waar dokter Thompson hen
wachtte.
XVII.
Jacques Lagarde maakte eene diepe bui
ging, toen hy de gravin en haren zoon zag
binnentreden.
„Vergeef my, mevrouw de gravin", begon
hy, „dat ik zoo vry ben geweest my bij u te
laten aandienen, zonder dat ik de eer heb met
bekend te zyn. Ik weet dat zulks in stryd
is met het gebruik en ik zou dan ook niet
hier gekomen zyn, wanneer ik geene grondige
reden voor myn bezoek had. Ik heb jegens
mynheer uw zoon eene schuld van dankbaar
heid en de afdoening van deze schuld mag
met tot morgen wachten."
„Mijn zoon heeft mg inderdaad gezegd,
mynheer, dat hij dezen morgen de eer had,
twee uwer bloedverwanten een kleinen dienst
te bewyzen."
„Met uw verlof, mevrouw de gravin, een
grooten dienst, waarvoor ik mynheer uw zoon
niet genoeg myne dankbaarheid kan betuigen."
„Ik heb slechts gedaan, wat iedereen in
myne plaats zou gedaan hebben."
„Sta my toe op dit punt met u van mee
ning te verschillen, mynheer! U was niet de
eenige, die het ongeluk by woonde; integen
deel, er waren reeds verscheidene omstanders,
toen u er bykwam, en toch had niemand
eene hand uitgestoken om de dames te hel
pen. Ik breng u ook hare dankbetuiging te-
geiyk met de myne."
Fabien boog.
„Die twee dames waren vermoedeiyk
mevrouw Thompson en hare dochter", zeide
de gravin.
„Neen, mevrouw; ik ben weduwnaar en
heb daarenboven het ongeluk gehad, myne
eenige dochter te verliezen. Alleen de oudste
dame is myne bloedverwante."
„De jongedame staat in geenerlei familie
betrekking tot my. Zy stond alleen op de
wereld, hare moeder stierf aan eene boos
aardige ziekte, waarvan ik de arme vrouw
tevergeefs poogde te redden. De verlaten
wees geleek zeerveel op myn eigen kind, dat
kort geleden was gestorven. Ik nam haar tot
my als myn eigen dochter."
De gravin reikte Jacques lagarde geroerd
de hand en sprak: