Feuilleton. Het Koode Testament. KOLONIËN. BATAVIA, 16 tot 19 April. Aan het officieel verslag der voornaamste .gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van af 18 tot en met 31 Maart 1890, ontleenen vrij het volgende Op Groot-Atjeh was het gedurende den verslagttjd betrekkelijk; rustig. Kleine benden beschoten nu en dan onze posten en hielden de bevolking in onrust. In den ochtend van den 17den Maart vielen ■er 4 schoten op Ketapang Doea; één daarvan «verwondde een Europeesch tamboer licht. In den nacht van den 19den op den 20sten Maart werd Siroen vrij zwaar met geweren •beschoten. Er vielen ongeveer een vijfhonderd tal schoten, terwijl van den kant van Bada vier van onze ongesprongen granaten in de .richt ng van Siroen worden geschoten; scher ven werden echter niet waargenomen, hoewel ..een knal, als zouden zij gesprongen zijn, zich -deed hooren. Uitwerking had dit vuur niet. By het beschieten van Lampermey, op een .afstand van 700 meter, werd den 28sten .Maart een Europeesch korporaal doodeiyk ge troffen. In den nacht van 28 op 29 Maart stuitten .smokkelende Atjehers van buiten de linie, waaronder zoogenaamde Pedireezen, op uit- gestelde hinderlagentwee werden gedood en een viertal werd doodeiyk of zwaar gewond. Op politiek gebied viel er ter Noordkust weinig of niets voor. De beschietingen van „Segli" waren gering. Den Ssten Maart was de oude versterking, met welker slechting den 22sten Februari te voren een aanvang weid gemaakt, opge- ruimd. Een Ambonneesch fuselier werd daarby ■licht gewond. Tér Oostkust bleef de toestand onrustig en niet te vertrouwen. Te Edi kwamen telkens berichten betref- lende rondzwervende benden binnen. Te Pantoen Rayoet zou zich eene bende van ongeveer vyftig man bevinden, met het «doel om den heiligen oorlog te voeren. Tusschen den Radja van Edi en zyn sjah- •bandar rezen geschillen, welke aanleiding •gaven dat de laatste zich met eenige volge lingen uit de voeten maakte en zich naar Telok Semawè begaf. In den nacht van zijn -heengaan werd op onze versterking geschoten. Ten einde den toestand te kunnen be- heerschen en de hoofden tot energieker op- broden te brengen, werd uitvoer van ryst van Edi naar de ten Oosten en 'Westen -daarvan liggende staatjes voorloopig verboden. Ook werd het afgeven van opiumlicenties gestaakt. Onder het garnizoen was de gezondheids- boestand gunstiger dan gedurende het tyd- vak, waarover het vorige politiek verslag loopt. Het gemiddeld aantal lyders, in het hos pitaal te Panteh Perak per dag opgenomen, bedroeg 20.4, tegen 22.9 gedurende het vorig tydvak; daarvan waren lydende aan berri- berri 8.4, tegen 8.9 gedurende den vorigen veralagtyd. Met de herstelling van den kapitein Van Heutz gaat het alleszins naar wensch, in mindere mate echter met die van den zes- ROMAN VAN XAVIER DE flO\TKIT\. 106) „Dat is vreemd", mompelde Raymond„het huis staat toch niet te huur, en er schynt geen sterveling in te zyn." Nogmaals belde hy aan, maar wederom tevergeefs. „Zonderling", dacht hy; „ei,zie, er moeten nog zeer kort geleden menechen geweest zyn, want ik zie daar in het kiezelzand een tamelijk versch spoor van een rytuig. Waren er maar buren, dan kon ik er die naar vra gen, maar de villa ligt geheel afgezonderd. Komaan, ik zal er misschien te Gravelle of te Saint-Maur meer van kunnen vernemen. Raymond wilde zich juist verwyderen, toen hy een brievenbesteller ontmoette, die hem verbaasd stond aan te staren. Hem wilde hy het eerst naar de bewoners der villa vragen. Brievenbestellers zyn zooveel als wandelende adresboeken." „Zoudt u zoo goed willen zyn, my te zeg gen, of deze villa „Le Petit-Castel" is?" vroeg h«. officier jhr. Spengler; de koorts verheft zich dikwyis by hem en met het oog daarop wordt hy naar Padang geSvacueerd. Mot deze west boot vertrekken ook daarheen de officier van gezondheid der eerste klasse, dr. Heringa, die aan zware koortsen lydende is, en de eerste luitenant-adjudant Houbolt, dien de berri-berri heeft aangetast. Naar wy vernemen, heeft een zeer ver- dienstelyk hoofdofficier der infanterie een voorstel in bewerking tot oprichting in Indiö van eene fabriek van helmhoeden voor het leger. Mocht die oprichting mogeiyk blyken, dan zal men hierdoor in dat opzicht dus niet meer afhankelyk zyn van uitzendingen uit het moederland, en bovendien de gelegenheid hebben de verbeteringen, welke by het gebruik der helmen wenscheiyk blyken, dadeiyk aan te brengen, in stede van zooals thans daar over eerst naar Nederland te moeten schryven, waardoor veel tyd verloren gaat, vooral wan neer deskundigen daar te lande met de voor gestelde verbeteringen geen genoegen nemen, waarvan allicht verdere correspondentie het gevolg is. (Bof. Nbl.) Wegens twaalfjarigen dienst heeft de controleur der 1ste klasse by het binnehlandsch bestuur op Java en Madura, S. Van Hamel, een tweejarig verlof naar Europa aangevraagd. Benoemd is tot klerk op het bureau van den controleur der in- en uitvoerrechten en accynzen te Cheribon de klerk op het resi dentie-kantoor aldaar, P. J. Dijkstra. Voor het klein ambtenaars examen zyn geslaagd met zeer goed L. A. N. J. Vermeulen en met voldoende H. Jacobs. In een twintigtal dessa's van het district Poerwo'xerto (Banjoemas) is in hetpadigewas over eene uitgestrektheid van ruim 47 bouws eene ziekte waargenomen, bekend onder den naam van „omo-moendek". Er heerscht veel ziekte onder de Chi- nee8cbe bewoners der benedenstad te Batavia. Van ons letterzetters-personeel ontbraken er eergisteren twaalf, gisteren elf en heden niet minder dan zestien, die allen wegens ziekte afwezig waren. Of dit influenza is kunnen wy niet beoor- deelen, maar dat het op den arbeid influen- ceert, is aan geen twyfel onderhevig. Overigens is het ziekte-cyfer zeer groot, legio ia het aantal personen met verkoudheid, lichte koorts, keelpyn enz. Ook te Padang is dit, naar ons werd medegedeeld, zeer erg, terwyi het te Padang-Pandjang eene ware epidemie is. (Baf. Nbl.) De raad van justitie te Soerabaia heeft uitspraak gedaan in de zaak van Van Kleeff. Wiro di Kromo werd schuldig verklaard aan moedwillige brandstichting in gebouwen, zon der dat daarby te voorzien was dat eenig menschenleven in gevaar kon worden gebracht, onder verlichtende omstandigheden, en des wege veroordeeld tot één jaar dwangarbeid buiten den ketting. Van Kleeff, beklaagd van medeplichtigheid aan die brandstichting, door met beloften aan te sporen tot het plegen daarvan, werd ver oordeeld tot 7 jaren tuchthuisstraf. Uit Ambarawa schryft men „In het anders zoo stille garnizoen is op eenmaal leven en beweging gekomen. Een gedeelte van het 8ste bataljon infanterie, hier in garnizoen, bestaande uit Europeanen en „Juist, mynheer!" „Dan zult u ook zeker wel weten, wie de togenwoordige bewoner is." „Neen, mynheer, dat weet ik niet. Vroeger behoorde de villa aan zekeren mynheer Lau- binet, maar die heeft ze verkocht aan een vreemdeling, die er r.iet langer dan twee of drie weken op gewoond heeft, en kort ge leden op reis is gegaan, naar men zegt," „En zyn naam is u niet bekend?' „Neen!" „Heeft u er dan nooit brieven gebracht?" „Nooit, maar wanneer n dien naam wilt weten, dan kunt ge u het best wenden tot den notaris Finet, te Joinville, want deze is, geloof ik, met den verkoop der villa belast geweest." „Ik dank u wel! Mag ik u nog ééne vraag doen?" „Welzeker, mynheer!" „Hoe lang is het geleden dat de eigenaar dezer villa op reis is gegaan?" „Zoo ongeveer een dag of tien." Raymond bedankte den brievenbesteller nogmaals, bood hem zyn sigarenkoker aan, en begaf zich daarop naar Joinville. „Vreemd", mompelde hy, terwyi hy langs den weg voortliep, de sporen van wielen in den tuin kunnen hoogstens twee dagen oud inlanders, zal deelnemen aan de expeditie naar Flores. De troepen zullen op voet van oorlog gebracht worden en aan de officieren de gewone entrée de campagne, bestaande in ééne maand traktement, worden toegekend. De colonne zal den lOden Mei a. s. naar Soerabaia vertrekken om daar verder te wor den uitgerust en zich met de overige troepen te vereenigen. De voor de expeditie bestemde commandant is de kapitein der infanterie Van Baarda, die van Batavia herwaarts zal komen." Behalve de expeditie Daar het eiland Flores, wordt te Buitenzorg nog voorbereid de zending van een bataljon naar Edi, bene vens eene expeditie, bestemd voor Medan, om in het Dolische te ageeren. Bouw Roomschekerk te Batavia.-Maak ten wy er vroeger reeds melding van dat door de leden van de commissie tot inzamelen van gelden voor den bouw eener nieuwe Roomsche kerk op bet Waterlooplein alhier voor ruim f 6700 was ingeteekend, thans is dat bedrag bereids tot omstreeks f 7500 ge stegen door inschryvingen van enkele com missie-leden, aan wie de inteekeningslyst niet eerder kon worden aangeboden. De kosten van eene nieuwe kerk zyn echter zóó belang- ryk, dat er nog heel wat geld noodig zal zyn, maar daar de afdracht kon geschieden in maandelyksche termynen, hopen wy dat de katholieke geesteiykheid te dezer stede, die niet zoo gelukkig is als die der hervormde gemeente, welkeover eene van gouvernements- wege gebouwde kerk beschikt, in de gelegen heid zal zyn spoedig een nieuw bedehnis op te richten, hetgeen by eenigszins alge meens deelneming, ook wellicht uit andere deelen van Indié, zeker wel mogelyk zal blyken. Java-Bode Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Benoemd: In de ree. Tapa- noeli (gouv. Sumatra's Westkust) tot ase.-resident: Van Siboga, tevens vendumeester aldaar, W. Bc-jju- rinckvan Tjoba en Selinding, tevens vendumeeerer aldaar, L. C. Welsinkt, beiden thana controleur late kl, bij het B. B. op de bezittingen huiten Java en Madotra. Bij don aanleg van staatsspoorwegen op Java: tot bonwknndig ambtenaar lato kl. A. Hesseling en F. J. Nolle .atoijntot opzichter 2de kl. K. F. S.O.OU. Verleend: Ken 2-jarig verlof naar Nederland met ingang van 94 Mei 1890 wogens 15-jarigen onafgebroken dienst, aan den ma-gazijameeater bij den dienst der S.-S. ter Sumatra's Weatanat J. It. Brontver. Benoemd: Met ingang van 24 Mei 1890 tot tjjdelpk magazijnmeester bjj den dienet der S.-S. ter Sumatra's Westkust de tijdelijke ODdormagszijn- meeeter bij gcmelden dienst A. W. J. Langeveld. Verleend: Een 2-jarig verlof naar h'ederlaDd wegen, 1 onafgebroken dienet in dezo go- weeten aan den onderwijzer 2de kl. bij bet op. lag. ond. P. A. Biegman. B o 1 a a tMet de waarneming der betrekking van tijdelijk directeur van de inrichting tot verpleging van aan berri-berri lijdende gevangenen, veroordeel den en andere personen te Buitenzorg de gepena. kapt. der inf. C. Le Mecbelen. Ontslagen: Eervol uit zijne betrekking wegena ziekte de ingenieur 3do kl. brj den Waterstaat en 'a lande B. O. W.t G. P. M. H. De Polaer Berenaberg. Benoemd: Tot tolk roor de Chineeeche taal te Bemarang, P. Meeter, terena tot buitengewoon lid der Weea- en Boedelkamer te Scmaraug; tot adj.-Beeretaria bij de Wees- en Boedelkamor te Sema- rang J. G. F. Kauman. Overgeplaatst: Van de op. late lag. school B. te Bemarang naar de op. 3de lag. ecbool aldaar, de onderwijzer 2de kl. W. Nieuwenhujjs. Van de op. 3de lag. school te Semaracg naar de op. late lag. Bchool B. aldaar, de onderwijzer 2de kl. W. F. Fels. Als hoofdonderwijzeres van de op. late lag. meisjes school te Batavia naar de op. lag. meiejeaachool to zyn. Da brievenbesteller heeft zich bepaald vergist, toen hy zei dat de eigenaar reeds tien dagen geleden vertrokken was." IX. Raymond bereikte Joinville Diet. Een weinig voorby „Le Petit-Castel" ont moette hy een man, wiena verschijning hem deed ontstellen. Vernier!" riep hy uit, „je komt hier toch niet voor my?" „Jawel, mynheer Fromental! ik moest u dezen brief persooniyk overhandigen, namens mynheer den prefect. Ik ben eerst aan uwe woning te Parys geweest, waar de concierge my uw adres te Port-Créteil opgaf. Uwe huishoudster zeide my dat ik u hier wel zou vinden." De politie-beambte overhandigde den brief aan Raymond. Met bevende hand opende deze terstond het couvert. De brief van den prefect bestond slechts uit deze weinige woorden: „Raymond 1 „Kom dadeiyk na ontvangst van dezen brief aan myn bureel. Dringende zaken. De prefect van politie. Malang (Paaocrooan), de onderwijzeres 2de kl. L. W. Ovink. Van de op. lag. school te Banjoemas naar de op. 2de lag. echool to Meeater-Cornelia (Batavia), de hulpoDderwrjzerea J. E. M. Maathoff. Geplaatet; Als hulponderwijzeres aan de op. late lag. meisjesschool te Batavia, de onlange be noemde hnlpooderwijzeree C. Wilmee. Oepartement van Oorlog. Opgedragen: Aan den btj het Ind. leger gedetacheerden laten luit. der inf. van het Nod. leger W. H. B. Stoof om vóór of op 26 Mei 1890 naar Nederland terug te kceren. Departement van Marine. V o r I e e n d Een 2-jarig verlof naar Europa wegena meer dan 15-jarigen onafgebroken dienst in deze gowerien aan den gezag hebber 2de kl. bij de Gouv.-marine W. C. Meijer. Ontslagen: Op verzoek eervol uit 'a lands dienst de wd. 2de opzienor voor het vak van scheepsbouw bjj het Marino-êtablisaement te Soerabaia B. L. Do Bruijn. T ij del ij k gedetacheerd: Boven de formatie voor den tijd van 6 maanden hij het dep. der marine om werkzaam to zijn bij de 6de afd. van dat dep. do luit. ter zeo late kl. der Eon. Ned. Marine, J. Wentholt. Vergunning verloend:Omte repatriëeren aan den off. van gez. late kl. dr. C. J. J. Hirschig wegena langdurig verblijf; aan den kapt.-luit. t/z. J. J. Stooker wegens ziekteaan den off. van adro. 2de kl. J. Bcrkelbach v. d. Sprenkel wegens lang durig verblijf; aan den luit. t/z. late kl. F. H. Bóhtlingk wegens ziekte; aan de luita. t/z 2de kl. G. C. D. Br. v. Hardenhroek, L. A. Bojjon, G. K. graaf v. Hogeodorp, A. F. J. Bomawinckoi, A. B. Br. V. Heerdt tot Everaberg en J. F. Njjlend wegens overcompleet in hnn rang. Telegrammeb BELGRADO, 16 Mei. De koele ontvangst van den hier aangekomen koning Milan wekt algemeen de aandacht. De regenten zullen in de eer «te dagen beginnen met de regeling der verhouding tot koningin Nathalia. Koning Milan heeft van uit Paröe eenige toegevend heid toegezegd. Wat de koningin betreft, zal Persiani eene bemiddeling zien te erlangen, BRESLAU, 16 Mei. Volgens latere berichten heeft het ongeluk, dat op Hemelvaartsdag op de Oder by Tbursze, in het district Ra- tibor, plaats had, een- nog grooter aantal' offers geèischt dan aanvankelyk gemeld werd1. Door het omslaan van de boot verdronken 42 kinderen, die terugkwamen van de plech tigheid van het afleggen der eerste com munie in de kerk te Slawikau. Tot nu toe- zyn elf ïyken gevonden. WEENEN, 16 Mei. Heden is hier eene nieuwe anti-semietische courant, de „Wiener Tagespoet," verschenen; haar eerste hoofd artikel richt zich met panslavistische strek king tegen Duitschland, welks verbond Oosten- ryk ontzaglyke offers kost, zonder eenig voor deel op te leveren. PARIJS, 17 Mei. Het internationale tele- graphisten-congres is hedenmorgen geopend met eene rede van den minister van handel Roche. De directeur van de Duitsche ryks- post Hake beantwoordde die toespraak. Na eene rede van den vertegenwoordiger van Noorwegen, Nielsen, aanvaardde de postdirecteur generaal Selves het voorzitterschap. De heer Hake las de notulen van de werkzaamheden van het voor congres. Hierop werden de com mission gevormd. Tot voorzitter der tarief- commissie werd de heer Hake, tot vice-presi dent de heer Ussow (Rusland) gekozen, tot voorzitter der reglements-commissie de heer Baron (Frankryk) en tot onder-voorzitter de heer Delarge (België). NIEUW-YORK, 17 Mei. De stad Columbus in Texas is overstroomd. De groote export-firma's maken zich ge reed tot een krachtig verzet tegen het ont- „Dus moet ik mij terstond weer naar Parys begeven", stamelde hy. „De prefect beval my u, zoo mogelyk, mee te brengen." „Het zy zoo 1 Laat my slechts een halfuur den tyd om myn zoon te gaan zeggen dat ik vertrekken moet." „Ik wacht op u in gindeche herberg. Ik ben vanmorgen zéó overhaast vertrokken, dat Ik myn geheels ontbyt daardoor heb verzuimd." Raymond ging, hoogst droevig gestemd, terug naar de plaats, waar zyn zoon hem wachtte. Helaas, op het oogenbllk, dat hy zich aan het geluk van zyn zoon wilde wyden, kwam zyn onverbiddelyke plicht hem opeischen. Wat te doen? Op deze vraag wa» slechts één antwoord; Gehoorzamen. Paul zat in de boot, en zag met verlangen naar zyn vader Hit. Hy ontdekte terstond hoe treurig diens gelaat stond. „Vader, u brengt my eene slechte tyding, nietwaar?" vroeg hy angstig, toen deze by hem in de boet stapte. „Eene slechte tyding, helaas, ja!" „Zy is voor my verloren? Ik zal haar nimmer weerzien?" Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 10