N°. 9272.
Maandag 3ïeï.
A0. 1890.
§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van J\on- en feestdagen, uitgegeven.
Inzenders van Advertentiën
Kikeriki.
Heffing ran Invoerrechten.
Feuilleton.
Het Roode Testament.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Vo«r Leiden per 3 meenden1.10.
Franco per postB 1.40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
V»n 1—6 regels 1.05. ledore tegel meer/0.17i-
(jrootere letters nsar pliatsmimte. Voor het in-
caaseereü bn.1™ 8tad vordt 0.10 berekend.
worden opmerkzaam gemaakt, dat bij
de Advertentie steeds moet gevoegd
worden een verzoek tot plaat
sing, met duidelijke onder-
teekening.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 33 van Kikeriki.
Het door den Minister van Financiën aan
geboden wetsontwerp tot nadere regeling van
de heffing der invoerrechten naar de waarde,
heeft b(] den handel weinig by val gevonden;
de meeste Kamers van Koophandel en Fabrie
ken, zoowel als andere vereenigingen ter be
vordering van coramerciëele belangen hebben,
meest in adressen aan de Tweede Kamer,
bezwaren ingebracht tegen het gronddenkbeeld.
Is er aanleiding, om in deze van stelsel te
veranderen
Ongetwyfeld ja. Sinds lang ontvangt de
Staat aan invoerrechten niet wat hem toe
komt; er wordt op nogal ruime schaal ge
fraudeerd door te lage aangiften. Daartegen
bestaat geen ander repressief middel dan be
nadering door de ambtenaren der douane, en
aan het recht daartoe zyn zooveel belemme
ringen verbonden, dat er slechts noode, en
wanneer de aangifte de grens van het bespot
teiyke overschrydt, toe wordt overgegaan.
Immers, de ambtenaar mag slechts opper
vlakkig onderzoeken; mooie verpakkingen
losmaken is hem niet geoorloofd. Dan moet
hy, zonder zich een oogenblik te bedenken,
onmiddeliyk verklaren dat hy de goederen
benadert; Zy'n het voorwerpen, die alleen dwr
den afnemer te gebruiken Ztjil, byv. op be
stelling voor een bepaald doel geleverde ijzer
waren, gedrukte papieren, artikelen van be
perkte consumtie, maar waar het groote
publiek niets aan heeft, dan 2al de ambtenaar
het wel laten, al is de aangifte nog zoo laag.
Legt hy beslag, dan moet hy den impor
teur de aangegeven waarde uitkeeren, verhoogd
met 10 procent. Deze bepaling, die eenvoudig
ten doel had den invoerhandel een weinig
speelruimte te laten, maar geenszins de tegen
woordige opvatting rechtvaardigt dat het vol
komen in den haak is, wanneer men bij zyn
aangifte willens en wetens 10 procent bene
den de waarde blijft, is alweer een reden
waarom de ambtenaar liever de oogen dicht
knijpt dan de handen uitsteekt, te meer,
omdat in geval van benadering de fiscus van
hem het bedrag aan invoerrechten vordert.
Is hy evenwel op deze wyze wettig eige
naar van een partytje goederen geworden,
dan mag hy zeker er mee doen wat hy wil,
of zou allicht nog een patent als koop
man van hem geöiacht worden vóór hy het
goed van de hand mag zetten? Deze laatste
dwaasheid, is tot dusver door onzen belasting
wetgever nog niet begaan. Daarentegen mag
de ambtenaar niet beginnen met zyn waar
in het klein aan te bieden, door er byv. mee
te laten venten; hy moet probeeren ofhyde
party niet ineens of althans in groote deelen
kan kwyt raken. In kleine grenskantoren
gaat zoowel het een als het ander zeer moei-
ïyken dat is ook de reden dat tal van expe
diteurs juist over die kleinere plaatsen ver
voeren, omdat zy wel weten dat de ambtena
ren, willen zy geen bykans wisse schade be-
loopen, er dubbel voorzichtig moeten zyn.
Eindeiyk kan de gelukkige bezitter van een
zootje benaderd goed den provincialen inspec
teur permissie vragen voor den verkoop in
het kleindat wordt toegestaan, onder voor
waarde dat er geen uitstalling plaats heeft!
Welke verbeteringen zyn aan te brengen
in de wyze, waarop hier te lande de heffing
van de invoerrechten is geregeld, met behoud
van het thans by de wet bepaalde percentage
van het recht? Deze vraag werd in het laatst
van 1885 door den minister Bloem ter be
antwoording voorgelegd aan een commissie
van drie deskundigen. Ongeveer een jaar later,
nadat de minister op spoed had aangedrongen,
kwam het rapport in. Hot bevatte een para
graaf over de „gebreken van het hier te lande
bestaande stelsel en middelen om ze weg te
nemen of er aate gemoet te komen", en
gaf bovendien nog het denkbeeld aan van een
nieuwe wjjze van heffing, welks uitvoerbaar
heid door de commissie nog moest worden
onderzocht, reden waarom een eerst in Juni
aangeboden eindrapport do conclusie behelsde.
Dat nieuwe middel zou de oigen aangifte ver
vangen door een prijscourant, van gouverne-
mentswege vast to stellen en om de drie
maanden te herzien, volgens welke de heffing
zou geschieden.
Op het eerste gezicht schynt dat heel lo
gisch: als men een oogenbhlc nadenkt treden
onmiddeliyk de moeilykheden voor den dag.
Er is zulk een verscheidenheid van invoer
artikelen, en eiken dag brengt de industrie
weer veranderingen teweeg, dat er geen oog
op is te houden; welke deskundige zou dan
de verantwoordelijkheid voor een eeriyke taxa
tie, al ware het ook van de variëteiten van
een of twee klassen van voorwerpen, op zich
durven nemen?
De minister Bloem heeft blykbaar de zaak
minder uitvoerbaar gevonden dan de tegen
woordige minister, die het denkbeeld der
commissie heeft opgevat en in een wetsont
werp geformuleerd. De prijscourant, van welke
een model, over een klein getal import-artike
len loopende, aan hot voorstel is toegevoegd,
zal gemaakt worden door een „commissie van
waardeering," bestaaude uit elf leden, waar
van drie worden benoemd door den minister,
vier door do Kamers van Koophandel en Fa
brieken te Amsterdam en te Rotterdam, vier
door andere Kamers; bovendien zal de minis
ter het recht hebben de commissie met nog
hoogstèna vier leden aan te vullen, te kiezen
uit de nyverheid en den handel.
Het is ons niet duidelyk, welke personen
voor deze Commissie gekozen of benoemd
zouden moeten worden. Natuuriyk deskundi
gen; of zou men het meer gebruikeiyke stel
sel willen toepassen, volgens hetwelk een
dansmeester wordt gebracht op de plaats, waar
een rekenaar noodig is Maar de vakmannen
hebben vooreerst hun eigen zaken, die zy niet
kunnen verlaten om in een Commissie te
gaan zitten; bovendien loopen hun belangen
niet samen, want waar een industriëel een
hooge taxatie zou willen, hebbon importeurs
en expediteurs liever een lage, zou men
dan altijd gewaarborgd zyn voor een onpar-
tydige beoordeeling? Een doorgaand nadeel
voorts van dergelyke tarieven, al zyn zy nog
zoo uitvoerig, is dat de goederen van de
lagere qualitelten, die meer courast ztln en
aan minder prtjsfluctuatiën onderhevig dart
de betere soorten, evenredig te hoog woeden
getaxeerd, althans in vergelyking met deze
laatste; weeldeartikelen brtkleri Jij den regel
een lager proeent. Het afgste is evenwel, en
door onderscheiden handelslichamen wordt er
de volle nadruk op' gelegd, - dat by het
systeem vax prijscouranten de invoerhandel
alle zekerheid; Sia? missen; dat men nooit zal
weten, welke JBShten verschuldigd zullen zyn
voor goederen',, die in het volgend kwartaal
ontvangen moeten worden.
De commissie van 1885 heeft, zooals we
pas in herinnering brachten, ook middelen
aangewezen om met behoud van het systeem
van benadering de heffing meer in overeen
stemming te brengen met het verschuldigde.
Drie dier middelen vloeien voort uit de hier
boven aangetoonde leemten; zy zyn; ophef
fing van de uitkeerfn£ van 10 procent, boven
de aangegeven waardeverlof om een nauw
keuriger onderzoek in te stellen dan tot heden
veroorloofd is; intrekking van de bepaling,
dat de ambtenaren onmiddeliyk over al of niet
benaderen te beslissen hebben. Yerder keurt
de Commissie af, dat by den invoer geen
aangifte wordt gevorderd, die volledig in staat
stelt over de waarde te oordeelen, alsmede
dat de wet slechts één middel kent om de te
lage aangifte te Btraffen.
Wy meenen dat het Inderdaad overweging
verdient, in plaats van een moeiiyke en
kostbare proefneming te doen met een labiel
tarief, waarvan men reeds nu met vry wat
zekerheid kan voorspellen dat het niet aan
het doel zal beantwoorden, den hier aange
geven weg te bewandelen. Er zyn thans,
expediteurs, die de verzending van goederen
op zich nemen, met inbegrip de betaling der
rechten, voor minder dan 5 procent van de
wezenlyke waarde; dat zou natuuriyk anders
worden, als. een duplicaat vaD de factuur
moest worden overgelegd, op straffe van ver
beurdverklaring der goederen, wanneer blyken
mocht dat zy gefingeerde pryzen aangaf. De
bevoegdheid der douane-beambten zou een
weinig verder uitgebreid kunnen worden
immers, waar twyfel heerscht, moeten eerst
middelen beschikbaar zya om dien op te
heffen. Er zou dus een ruimte van byv. 24
uren genomen kunnen worden, gedurende
welken tyd de importeur zyn aangifte nog
zou kunnen verbeteren, in dat geval met
verhooging vap het recht, of de ambtenaar
tot bepafioring besluiten.
gjhroft het geschil goederen, die voer inbe
slagneming niet vatbaar z(jn, dan moet do
beslissing van hoogere autoriteiten ingèroèpeü
kunhèii Worden.
De handel heeft ?ich in het algemeen be
reid verklaard om met den minister mede te
werken tot wegneming van de gebreken, dia
de toepassing van het tegenwoordige stelsel
vertoont; togen het denkbeeld der officieele
pryscouranten heeft hy echter zooveel be
zwaren ingebracht, dat het, meenen we, niet
gewenscht zou zyn deze eenvoudig weg te
cyferen en een voordracht tot wet te ver
heffen, die wel de schatkist eenige meerdere
voordeelen belooft, maar daartegenover veel
grooter moeilykheden in het leven dreigt te
roepen dan men thans weent te overwinnen.
Zeer ernstige overweging zy de Volksver
tegenwoordiging aanbevolen I
ROHAN VAN
Ï1ÏIEK BE MOSTÉPIJl.
92)
„Het zy zoo, als het dan niet anders kan",
zeide Amedeus, „want het is niet zooals het
behoort, dat Isidore, die ons vanavond op
kreeften en champagne zal trakteeren, nu
nog aan het diner zyn deel betalen moet."
„Loop rond!" riep Pascal, „een paar kreef
ten, wat maakt dat nu uit, en de champagne
haal ik uit den kelder op „Lo Petit-Castel."
Geloof mg, die goede baron zal een paar
flesschen niet missen als hy thuiskomt."
De rekening werd betaald en hetvroolyke
drietal slenterde weer het bosch in.
Onderweg dronk men rum, cognac en
likeur, zoodat, toon zy aan het station terug
kwamen, Amedeus en Virginie reeds niet
vast ter been meer waren. Pascal had voor
zich wel zorg gedragen, niet te veel te
drinken.
Terwyi Amedeus en Virginie in de wacht
kamer op eene bank half in slaap gevallen
waren, ging Pascal naar den stationschef.
„Kan ik hier een telegram naar Parys
verzenden, mynheer?" vroeg hy.
„Zeker."
De medeplichtige van Jacques Lagarde
nam een vel papier en schreef het volgende
telegram
„Garnier."
„Café Saint-Lazaire, Parys."
„Kom vanavond te acht uren met een
rytuig aan het Noorderstation. Pascal."
Het telegram werd direct overgeseind en
twintig minuten later vertrok Pascal met
Amedeus en Virginie naar Parys.
IX.
Keeren wy thans terug naar het hotel van
den Amerikaanschen dokter Thompson in de
rue de Miromesnil, dat wy tegelyk met
Raymond en Paul Fromental hebben verlaten.
Het was drie uren, reeds waren twintig
patiënten door den dokter ontvangen, en het
aantal bezoekers in de wachtkamer groeide
zoodanig aan, dat de dokter bevel gaf, de deur
te sluiten.
No. 21 werd by den dokter toegelaten.
Hot was mevrouw de weduwe Laharre
met haren zoon René.
„Wilt u zoo beleefd zyn, plaats te nemen,
mevrouw?" begon Jacques Lagarde, „ukomt
my waarschynlyk over dit jongmensch raad
plegen."
Mevrouw Labarre en René gingen zitten.
„Ja, doktor, voor myn zoon", antwoordde zy.
Jacques zag haar verwonderd aan.
„üw zoon?" vroeg hij, „inderdaad,mevrouw,
ik zou eer gelooven dat dit jongmensch een
broeder van u was."
Hiermede had hy het hart der behaagzieke
dame reeds geheel voor zich ingenomen; zy
bloosde en zeide by zichzelve:
„Die dokter is een voortreffeiyk man."
„Hoe oud is uw zoon vroeg Jacques.
„Negentien jaar, dokter!"
Jacques Lagarde begon den aanstaanden
priester te ondervragen. Hy vermoedde wel,
dat dit René Laharre, een der erfgenamen
van den graaf De Thonnerioux, was.
Hoe lang is u reeds op het seminarie?"
„Drie jaren", antwoordde het jongmensch.
„Sedert den dood van myn echtgenoot,
dokter", voegde zyue moeder er by. „My'n
echtgenoot was de advocaat Laharre, een
sieraad van de balie. Het plan van myn echt
genoot was, dat myn zoon eveneens in de
rechten zou studeeren, maar ik ontdekte
spoedig dat hy meer neiging voor den gees-
telyken stand aan den dag legde en daarom
heb ik hem naar een seminarie gezonden."
„üw echtgenoot moet inderdaad een be
roemd man geweest zyn, mevrouw! Ik hob
reeds veel van hem hooren spreken, en daar
ik vurig verlangde kennis te maken met de
weduwe van zulk een geacht en beroemd
advocaat, ben ik zoo vry geweest u eene
uitnoodiging te zenden voor eene kleine
soirée, welke ik dezer dagen geven zal."
„Uwe uitnoodiging vereert my zeer, dokter,
maar ik zal er tot myn leedwezen geen ge
volg aan kunnen geven."
„En dat waarom niet, mevrouw?"
„Een sterfgeval in myne familie houdt my
er van terug."
„Een sterfgeval in uwe familie? Dat is
treurig."
„Ja, wél treurig, dokter; het is vc
een groot verlies. De overleden'
broeder Antoine Fauvel."
„Antoino Fauvei, de bft
-óiothecaris uit de
rue Guénegaud? vroe' T„„,
- 1-41 Jacques met mees-
terlyk gehuichelde v0rba2iDg
„Dezelfde, dokt-er, Eende u hem?„
„Van zeer p abt). Hy' heeft my verscheidene
zeldzame bc,6ken geleverd. Hy was oen man
van groote bekwaamheden."
„Helaas, b\J is dood."
(Wordt vervolgd.)
or my
myn