N®. 9243. A°. {890. §eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. PASCHEN. jPeullleton. Het Roode Testament. ftp LEÏDSCÏÏ PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. [Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. l)it nommer bestaat uit YiEii Bladen. - Oüleieele Kennisg-eyiugcn. Tweede zitting van den Militieraad. Burgemeester on Wethouders ran Leiden, Gezien de artt. 86 en 92 der Wet van 19 Augus tus 1861, betrekkelijk de nationale militie (Staats blad No 72); Ge-let op de missieve van den Luitenant-Kolonel, Adjudant des Konings i. b. d., Militie-Commissaris in het 3do district der provincie Zuid-Holland; Brengen ter algemeen© kennis: dat de tweede zitting van den Militieraad, voor deze gemeente, wordt gehouden in een der vertrokken van het Raad- buis, op Maandag don Hden en Dinsdag don 15don April 1890, op eerstgemolden dag des middags te twaalf uren, tot het doen van uitspraak omtrent allo in de eerste zitting niet afgedane zaken, op laatst gemolden dag des voormiddags te elf uren, tot het doen van uitspraak omtrent lien, die als plaatsver vanger of als nummerverwisselaar verlangen op te treden: voorts, dat tot het opmaken der daartoe verei8chte bewijsstukken, van heden af, ter secretarie dezer gemeente, van des voormiddags tien tot des namiddags vier uren, Zon- en feestdagen uitgezonderd, wordt gevaceerd; welke gelegenheid de belangheb benden worden vermaand zich te nutte te maken, daar can don loteling, die reeds bij do militie is ingelijfd, overeenkomstig hot bepaalde bij art. 70 dor bovenaangehaalde Wet, door den Koning niet dan in bijzondere gevallen het stellen van een plaatsvervanger kan worden vergund. Eindelijk wordt, tor voorkoming van mieverstand, nog opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de Militieraad in zijne eerste zitting reeds uitspraak heeft gedaan, niet in de tweede zitting behoeft te verschenen, ten ware htj daarin een plaatsvervanger of een nummervorwiseelasr mocht willen voorstellen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTBB, Burgemoester. 4 Aprfl 1890. E, KIST, BecreUria. Opnieuw dekt een groen tapyt de velden. De tecro grassprietjes hebben zich uit den beschermenden moederschoot losgemaakt en trillen levenslustig op den adem van den wind, welke frisch langs de vlakte heenstrykt, mild beschenen door den glans van een helder zomerzonnetje. Overal op de akkers is de arbeid hervat, de aardlaag is losgewerkt en ontving het offer, aan Ceres gowyd, in hoop van honderdvoudige vergoeding. De gevleu gelde gasten on?er bosschen en weiden zyn voor een goed deel teruggekomen of zullen niet lang meer toeven ter plaatse, waar zij een veilig toevluchtsoord tegen de winter koude zochten. Alles in het ronde geeft den indruk van een ontwaken uit lange slui mering, van een herleving, van een opstan ding uit den dood. Is het wonder, dat deze zelfde indruk in het menscbelijk gemoed een stemming doet geboren worden, in harmonie met de ver- ROMAN TAN Ï1TIEK DE nONTÉflN. 36) „De zelfmoordenaar is in de Morgue tentoon gesteld, maar niemand kende hem, zoodat hy begraven werd, terwijl ik alleen wiet, dat hy Jamee Thompson heette. Jacques Lagarde zal zich nu in de huid van dien ongelukkigen Amerikaan steken en niemand zal iets van het bedrog merken." Pascal sloot het diploma in een der koffers. Het was elf uren. „Nog een weinig te vroeg," mompelde hy, „maar ik heb hier niets meer te doen; ik zal tot twaalf uren op den boulevard gaan rondslenteren. Maar laat ik geen eDkelen voorzorgsmaatregel verzuimen. Ik zal myne portefeuille, mjjne portemonnaio en mijne manehetknoopen, waarop mijne initialen staan, hier laten. Mijn zakdoek en mjjn ondergoed ziin niet gemerkt. Mijn hoed, welke hier te Parijs gekocht is, zal ik verwisselen tegen deze pet, welke ik vier jaren geleden van een rondventer, die mij niet kende, gekocht heb. Ziezoo, nu ben IV geheel gereed." jongde omgeving, en Jtunnen we hieruit j niet gemakkelijk verklaron, dat haar invloed j vsrdc-r ïeikte dan tot de dingen, welke voor oogen zijn? Niet slechts hebben wo er be hoefte aan, door een opzettelijke feestviering uitdrukking te geven aan het opgewekt ge voel, dat ons bezielt, en in zooverre de tra ditie te handhaven, welke reeds van de oudste volken tot ons is gekomen en wel niet zal worden losgelaten zoolang we hart hebben voor en medeleven met de natuur, maar m overeenstemming met het feit, dat op het gobied van het gemoedsleven zich datgene weerspiegelt, wat door het samenstel der stoffelijke dingen in de ziel der individuen en der volken wordt gewerkt, hebben de opvol gende geslachten in alle tijdperken en onder alle hemelstreken in het ontwaken der natuur bjj de intrede der lente hot symbool gezien van de door hen het hoogst geschatte gods dienstige voorstellingen. Dat die voorstellingen nauw samenhangen met elks persoonlijke opvatting, is niet te verwonderen; veeleer zou het moeten be vreemden indien het andera ware. Z(j toch zqn het product van een niet te bepalen reeks van omstandigheden, waarin we voorzeker niet door eigen keuze zijn geplaatst, en al kunnen deze aanmerkelyke wijziging onder gaan na ons zelfstandig optreden in de maat schappij, de begrippen, in de kindsheid ver kregen, blijven eon groote macht uitoefenen. Is daarmede gezegd, dat we nu ook maar in groepen en zonder eenige aandacht te geven aan ben, die meeningen z(jn toegedaan van de onze verschillend, het Christelgk Paasch- feest moeten vieren, alleen omdat er een niet te dempen klove ecbynt te bestaan tusschen de voorstanders eener letterlijke en die van een symbolische boteekenis van het schoone verhaal in de gewijde schriften, waaraan we den inhoud van dat feest ontleenen? Van die noodzakelykheid zijn wy geens zins overtuigd. Wy blyven van oordeel dat het gemeenschappelyke in de grondgedachte der Paaschviering oneindig hooger staat dan het by'zondere; dat we, zonder iets van de ons dierbaar geworden meeningen prys te geven, ons gozameniyk kunnen verheugen in het belangrijkste feit der wereldhistorie, de wording van het Godsryk, dat is de ver overing van de maatschappy door het Chris tendom. Een feit van te ruime beteekonis, dan dat men het aan een bepaalde plaats of aan een nauwkeurig aangegeven tijdstip zou kunnen bindeneen zóó algeheele om wenteling in der menschen levensbeschouwing, Hy stak vervolgens de sleutels by zich, benevens een lantaarntje en begaf zich op weg. Hy sloeg de rue Lafayette in en kwam vervolgens op de boulevards. Het was ln het begin van Juni, de dag was byzonder warm geweest en op de bou levards verdrongen zich de wandelaars. Voor de koffiehuizen zaten de bezoekers hun bier te drinken en over allerlei onderwerpen druk te redeneeren. Overal heerschte leven en vrooiykheld. Pascal bleef tot twee uren rondwandelen toen bevond hy zich in de rue Vaugirard, waar, zooals men weet, het hotel „DoTbon- nerioux" gelogen was. De straat was als uit gestorven, geen enkel venster was verlicht, geen mensch vertoonde zich. Hy begaf zich naar den tuinmuur en bleef voor de kleine deur staan. Do sleutel van deze deur bevond zich aan den ring, dien Pascal by zich had; zonder eenige moeite verschafte hy zich dus toegang tot don tuin. Hy liep langzaam den tuin door en naderde het huis, dat hy aandachtig bekeek. „De vensters gesloteD, nergens licht, alles slaapt dus," mompelde hy; „de kamer van Jé- rümo ie op de tweede verdieping, de andere bedienden slapen op de derde en vierde, de dan dat hot mogeiyk zou zijn dio in enko'e trekken te schetsen. Als wy bedenken welks groote zegeningen het Christendom zoowel aan den enkelen monsch als aan het menscbeiyk geslacht in het algumeen brengt, dan is er stof te over tot feestvreugde; vestigen wij de aandacht op den tegenstand, dien het Christeiyk be ginsel ontmoet, waardoor het tot dusver nog slechts voor een klein gedeelte aan zyn roeping heeft kunnen voldoen, dan ontbreekt het niet aan reden tot bezorgdheid. Toch blyven dankbaarheid en waardeering do hoerschende stemming. Het Evangelie is de wereld komen begiftigen met die innige gemeenschap met den Algoede, die de plaats heeft ingenomen eener wettolyke gehoor zaamheid, door vrees in stand gehouden en tot in kleine byzonderheden uitgewerkthet is het antwoord komen brengen, en een antwoord, voor geen tweeërlei uitlegging vat baar, op de vraag: „Ben ik myns broeders hoeder?" - het heeft den stryd aanvaard tegen de zelfzucht, oorzaak van al het leed, dat de menschheid teistert, een stryd, dien de loop der eeuwen niet heeft kunnen beslechten, ofschoon het van den aanvang af geen oogen- blik twyfelachtig was, aan welke zyde de overwinning zal worden behaald. Wat er goede en groots was in de Oude Wereld, is ioor het Christendom niet ver nietigd. Al hebben geweldige omkeeringen nu en dan de beschaving weer voor langen tyd achteruitgezet, de denkbeelden leven voort, zy ontwikkelen zich en worden door de beproeving gelouterd. Zoo ook heeft het Christeiyk beginsel, eenmaal in de maat schappy nedergetegd, aan alle stormen weer stand gebodenniet alleen bleek het een on- verdelgbaar leven te bezitten, doch het breidde zyn werking uit zoowol in de verte, als in de diepte. Het dringt door in al de poriën van het maatschappelijk organisme, het. ver bindt zich met al de atomen onzer samen leving en verandert die van aard. En al gaat die vorandering niet zoo snel dat wy haar van stap tot stap kunnen volgen, al schynt het somtyds, dat de hervormende arbeid van het Christendom geheel stilstaat, zoodat velen, die slechts oog hebben voor scherpe lynon en forscho tinten, dien arbeid zeiven een illusie noemen, wy gtlooven niet slechts, neeri, wy weten, dat de zuurdeesem, in het meel nedergelegd, zyn werking niet kan ver hezen. slaap- en studeerkamer van den graaf zyn op de eerste verdieping. Laat ik my de in richting van het huis goed herinneren, fn den rechtervleugel van het hotel bevindt zich eene deur, die op de vestibule uitkomt. In die vestibule zyn twee dienstboden-trappen, eene naar de kamers van den graaf, de andere naar die van de bedienden. In die twee kan ik my niet vergissen; vooruit 1" Pascal opende met een nieuwen sleutel de deur en trad de vestibule binnen. Toen nam hij zune lantaarn en stak de kaars aan. Daarna klom lig de trap op naar de kamers van den graaf. De dikke looper versmoorde zyne schreden; diepe stilte heerschte er in het hotel. Door eene ryk gemeubileerde anti chambre bereikte hy het studeervertrek. Hoeveel herinneringen wekte deze kamer niet by hem op! Daar had hy de eerste schrede op het pad der misdaad gedaan; de herinnering aan zyne gevangenneming, de lange verhoeren in het kabinet van den rech ter van instructie, zyDe veroordeeling en zyn verbiyf in de gevangenis te Nimes kwam vreder by hem op en het was hem, alsof eene geheime stem hem influisterde „Vlucht, keer terug, ge stelt je opnieuw aan het gevaar voor gevangenisstraf bloot 1" Doch Biet langer dan een oogenbllk duurde PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer/0.171. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het in- caseeeren buiten de stad wordt f 0.10 berekend. Heeft do maatschappij li6t hewustzijn van die werking? Slechts voer een gering deel, vreozen we. De theorie van den „stryd om het bestaan", eenzijdig opgevat als een verheerlyking van de zelfzucht, heeft velen op het dwaalspoor gebracht. Aangenomen voor een oogenblik dat deze formuleering eenor natuurwet op zichzelf volkomen juist is, wat van meer theorieën is gezegd, die later als onhoudbaar zyn verworpen, dan betwisten wo toch ten sterkste haar onaantastbaarheid op ze- deiyk gebied. Daar geldt niet de onderdruk king, maar het behoud van hot zwakkedaar ontwikkelt zich niet het sterkst, wat geïso leerd staat, maar is het gemeenschapsgevoel de levenskracht by uitnemendheid. In den socialen stryd onzer dagen is men wel genoodzaakt, do macht van het Chris- telyk beginsel te erkennen, althans teg« wil en dank te aanvaarden. Al die regelingen, die men overpeinst en ontwerpt om verbe tering te brengen in het lot der mi.ider be voorrechten, wat zyn zij anders dan een getuigenis voor de waarheid, dat ieder onzer wèl zyns broeders hoeder is? Er is misschien in dien drang naar hervorming eenige vrees gemeDgd voor botsingen, maar heeft ooit dergeiyke beduchtheid een worsteling kunnen- voorkomen, waarvan de geschiedenis het droe vig schouwspel oplevert? Eo daarby wete men het wel, Iedere regeling, die geen andere bedoeling heeft dan een juisto afbakening der wodorzydscho rechter, ls tot onvrucht baarheid veroordeeld, want elke der partyen zal zich de eerste gelegenheid te nutte ma ken om uitbreiding der zyne te verwerven. Slechts een hoog gevoel van de solidariteit van alle belangen, en is dat niet het sterkst uitgedrukt in het Christendom? kan toe standen scheppen, waarby samenwerking en vrede den boventoon voeren. Het Paaschfeest van dit jaar eigent zich byzonder voor deze overwegingen. Aan den eenen kant zien wy den socialen stiyd een scherper karakter aannemen, aan do andere zyde het work der verzoening met meer kracht ter hand vatten. Wy gelooven ons niet to bedriegen, als wy in het laatste feit een be- wys vinden, dat dé scheiding tusschen Chris tendom en maatschappy minder breed wordt, dat beide meer en meer ineenvloeien, als tweo rivieren, bestemd om als een enkelen stroom haar weg te vervolgen. Moge ieder toekomstig Chrieteiyk lente feest die optimistische verwachting nader brengen tot haar verwezenlyking 1 Jl I ll«TO» deze aarzeling. Pascal glimlachte en trad de kamer binnen. Hy hief z(jne lantaarn op en wierp een onderzoekenden blik op de meubelen. Wat was dat? Alle kasten en laden waren verzegeld. Wat kan hier gebeurd zyn Op de tafel lageu eenige gedrukte bekend makingen. By het licht van zyne lantaarn las Pascal er eene. „Dood", mompelde hy, „de graaf is dood; de vrederechter heeft alles verzegeld. Wan neer hy de bankbiljetten eens uit het schryf- bureau had genomen, duivels, dat zou een ongeluk zyn. Volgens deze circulaire zal de begrafenis morgen plaate hebben. Het lyk moet hiernaast in de slaapkamer zyn; men zal er waarschynlyk by waken." Eene rilling voer Pascal door de leden, maar hy herstelde zich spoedig. „KomaaD, wat doet het er ook eigeniyk toe," sprak by vastberaden; „het gevaar heeft my nooit afgeschrikt. De tegenwoordigheid van die lieden zal my niet beletten, mjjn plan ten uitvoer te brengen." Op zyne teenen richtte hy zich naar den ingang van de slaapkamer, die slecht3 door een gordyn was gesloten, dat hy een weinig terzyde schoof. Hy zag Philippe De Thonnerieux in zyno doodkist liggen, waaromheen ka*sen brand-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1