N°. 9238. Maandag 31 Maart. A°. 1890. SéI# (Deze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nonuner bestaat uit YIEK Bladen. Kikeriki. Aardappelteelt. Leiden, 29 Maart. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommere0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels/ 1.05. Iedere regel meerƒ0.171. Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het in- casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Aan de Abonné'a daarop, wordt by dit nommer verzonden No. 27 van Kikeriki. Nog ettelijke dagen en de aardappelen wor den weer aan den schoot der aarde toever trouwd. Zoo er één gewas is, dat in eene algemeens behoefte moet voorzien, dan Is het buiten kjjf de aardappel en met recht mogen we deze knollen het brood der armen noemen. Er is dan ook schier geen gezin op hot platte land, dat niet een grooter of kleiner plekje gronds met aardappelen beteelt. Voor de op brengst is het niet onverschillig hoe de ge steldheid van den grond is. Deze moet vrucht baar zijn, maar of het gewenscht is hem eene versche bemesting te geven kort voor het poten, zie, dat is wat anders. 't Hangt er van af wat men met de knollen voorheeft. Moeten ze naar de fabriek als grond stof voor het eene of andere fabrikaat of dienst doen als veevoeder, dan komt de hoeveel heid meer dan de hoedanigheid in aanmerking en is eene versche bemesting op hare plaats. Moet daarentegen de aardappel strekken tot voeding voor den mensch, dan pote men liefst in een grond, die nog oude kracht bezit van 's jaars te voren, want smakelijk wordt de knol niet in eene straffe bemesting. Wij zullen dan ook ook nooit mest in de pootgaten gooien, zooals men wel eens doet, tenzij het b. v. asch is. Elke plant behoeft eene zekere hoeveelheid warmte om zich gestadig door, regelmatig dus, te kunnen ontwikkelen. Hieruit volgt, dat het met aangaat om zeer vroeg in 't jaar te poten, wijl de koude dan nog te heerschend is en de afwisseling in den weerstoestand te groot. Met half April kan men gevoeglijk beginnen met het poten, dat vooral niet te diep moet geschieden. Een losse, zandige grond verdraagt eenediepeliggingder pootaard- appelen veel beter dan een vochtige of zware. De pootknol moet op zulk eene diepte liggen, dat de ongestoorde vorming van uitspruitsels mogelijk is en dat tevens de wortels vrijen toevoer van lucht kunnen krijgen. Een open grond is dus vooral gewenscht. De afstand der struiken en die der ryen wordt doorgaans klein, veeltijds te klein genomen. Niets is schadelijker, want licht, lucht en warmte zijn de levenwekkende krachten in de aarde en waar zj) buitengesloten worden, lijdt onmiddellijk het gewas, onverschilüg wat het is. Ruimte is een vereischte voor elke groeiende planteen nauwe stand wreekt zich. Op een schralen grond evenwel kan men dichter poten dan op een vruchtbaren, omdat er de planten veel minder omvang krijgen. De vraag of men groote, middelmatige of kleine pootaardappels moet nemen, sobjjnt nog niet bevredigend te z(jn opgelost, ten minste wat de twee eerste soorten betreft; kleine gebruike men nooit. Als alles meeloopt ten goede, zouden ze gebezigd mogen worden, maar wanneer is dat zoo! By aanhoudend guur weder hebben de grootere knollen, wegens hun meerdere hoeveelheid reservestof, de voorkeur; by aanhoudenden zonneschyn en warmte even wel vervalt dit voordeel. Maar waarvoormen te zorgen hebbe Dat de pootaardappel gave, krachtige oogen bezitte en die vindt men doorgaans het best aan groote knollen. Daarom is 't poten van kleine, onvolkomen aardap pelen even onverstandig als het zaaien van klein, licht zaad. Of de waarde der pootknollen afhangt van het getal oogen of kiemen? Ja en zeer zeker om deze reden mis schien ook nog wel om eene andere dat er van veel oogen één gemist kan worden zonder dat do uitloopende plant dood gaat. Een aardappel met één spruit heeft er maar één te verliezen om niet op te komen. Niet zelden gebeurt het, dat de aardappelplantjes afvriezenheeft de moederknol dan nog oogen of onderaardsche spruitjes, dan is men nog niet genoodzaakt om iets anders op 't aard appelveld te zaaien, wat wel het geval zou zyn by een zeer gering getal oogen. Niet zelden snydt men aardappels door, om daarna de stukken te poten. Goed is 't niet, tenzy de aardappel, die de kuur moet ondergaan, groot is en de beide helften een genoegzaam getal oogen bezitten. 't Hangt er vooral van af h o e men den knol doorsnydt, omdat de krachtigste oogen zitten aan den kant, welke niet aan den wortel heeft gezeten. Snydt men hem dus dwars door, alzoo niet overlangs, dan verkrygt men eene sterke en eene zwakke helft of liever een stuk met en een stuk zonder krachtige oogen. In natte jaren zyn stuk ken onderhevig aan schieiyk rotten. Om dit te voorkomen, verdient het aanbeveling de stukken, eenigen ty'd vóór het poten, op eene droge plaats te bewaren en met wat hout- asch te bestrooien, opdat de wondvlakten goed drogen. Talryke proeven, welke met groote, mid delmatige en kleine poters zyn genomen, pleitten altyd voor het gebruik van een (lin ken pootaardappel. De opbrengst, van stukken verkregen, vol deed doorgaans ook niet. Een grondbezitter pootte bywyze van proef groote, middel soort en kleine aardappelen, benevens de onderste en bovenste helften van doorgesneden groote knollen, van elk een gelyk getal. En de opbrengst? Pleitte voor het gebruik van groote poters, hoewel het middelsoort byna evenveel had opgebracht. De kleine gaven nog meer dan de beste halve en deze natuurlyk wonnen het van de slechte. Wil men dus een grooten oogst verkrygen, dat men dan afzie van kleine poters en stuk ken, maar alleen gebruike een flinken, mid- delmatigen aardappel. Kudelstaart, Maart 1890. G. Drop*. Aan de universiteit alhier is het doctoraal examen in de aard- en delfstofkunde afgelegd door den heer L. C. Schroeder van der Kolk. Door mej. J. H. Van Linden alhier is te Utrecht met goeden uitslag afgelegd het examen ter verkryging van de akte van be kwaamheid voor huis- en schoolonderwys in de nuttige handwerken voor meisjes. Met belangstelling vernemen wy dat de verplichte verzekering der werklieden by het bouwen van de feesttent in het Park niet het eerste geval hier ter stede is, maar dat reeds twee andere bouwkundigen, de heeren Van Lith en Rietbergen, by het doen hunner aanbestedingen daarmede zyn voor gegaan. Door wyien den heer G. Kuyt te Haarlem is de helft zyner nalatenschap vermaakt aan de R.-K. kerk van Onze Lieve Vrouwe en van den H. Dominicus aan het Spaarne aldaar. Naar het „Utr. Dbl." van prof. dr. H. E. Moltzer verneemt, is het de uitdrukkelyke wensch van dien hoogleeraar, dat de dag van Zondag 30 Maart, waarop het 25 jaar geleden zal zyn dat by het professoraat aanvaardde, geheel onopgemerkt voorby ga. Mr. L. W. C. Keuchenius, lid van de Tweede Kamer, heeft zich gisteren voor eenige dagen naar Engeland begeven. De heeren S. S. Du Saar, telegraphist 2de kl. en J. W. Mulder, assistent der posteryen, beiden te Hengeloo, zyn benoemd tot ambtenaren by den telegraafdienst in de Transvaal. Het „Vad." verneemt dat Domela Nieu- wenhuis is afgetreden als lid van den Centralen Raad der sociaal-democratische party. By de griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zyn bevorderdtot hoofdcommies, de commies W. Er kelens; tot commies, de adjunct-commies J. A. Jungmann, en tot eersten klerk de tweede klerk Pippel. 3c JRerlynvche correspondent van de „N. R. tw*.V ••'dit de raad van legatie jhr. De Citters, sedert het vertrek van jhr. Van Weede naar Bucharest voorloopig ge plaatst by het Nederlandsch gezantschap te Beriyn, in het begin van Mei naar Den Haag terugkeert, om by het departement van buiten- land8che zaken te worden geplaatst. Als zy'n opvolger wordt do raad van legatie jhr. Van Eys van St.-Petersburg naar Beriyn verplaatst. By de behandeling in de afdeelingen der Tweede Kamer van het wetsontwerp tot vorhooging van hoofdstuk IV (justitie) der Staatsbegrooting voor 1889, werd gevraagd, welke wel de oorzaak kan zyn van de sterke vermeerdering van het getal verpleegden in do Rykswerkinrichtingen. Ofschoon het mee- rendeel der leden meende dat die oorzaak voornameiyk in de heerschende maatschap pelijke toestanden moet gezocht worden, vond men aanleiding den wensch uit te spreken, dat alleen zy in de Rykswerkinrichtingen worden geplaatst, die inderdaad tot het ver richten van arbeid aldaar in staat zyn. De „Indépendanco beige" verneemt met leedwezen het overiyden, in den ouderdom van 72 jaren, van baron Van Zuylen van Nyevelt van Haar. De overledene was het volmaakte type van den waren edelman van voorbeen, zoowel door zyn uitmuntend ver stand als door de veerkracht van zyn karakter. Hjj was het hoofd van 't aloude geslacht- Van Zuylen, niet alleen een van de oudsten van Nederland, maar ook van geheel Europa. Te Londen zal kort na Paschen eene tentoonstelling worden geopend van schilde ryen en aquarellen van den grooten Neder- land8cben kunstenaar A. Mauve. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de Commissarissen des Konings verzocht, zoo dikwyis het door hen noodig wordt geacht dat een dienstbriof of dienst- pakket, waarvan de behandeling byzonderen spoed vereischt, door extra bestelling gedu rende den Zondag bezorgd wordt, ter aandui ding hiervan niet alleen het woord „spoed" op bet adres te vermelden, maar bovendien onder dat woord op het adres geheel dezelfde eigen handige onderteekening te stellen als die, welke in den brief zelf gelezen wordt. Door den bisschop van Haarlem is tot pastoor te Oud-Beierland benoemd de heer J. Th. J. Filbry, thans kapelaan te Schiedam. Z. M. heeft, met ingang van I April a. s., aan H. L. Limborgh, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de Ryks Hoogere Burgerschool te Groningen; aan J. Altena, op zyn verzoek, eervol ont slag verleend als ontvanger der directe be lastingen en accynzen te Spanbroek c. a. Aan mr. J. L. Tonckens, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Hoogeveen en benoemd totkantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Hoogeveen mr. F. L. Tonckens, advocaat en procureur te Hoogeveen. Voor den tijd van vyf jaren gedetacheerd by het wapen der inf. van het leger in Nederlandsch-Indié, de tweede Iuits. H. J. L. Muskeyn, van het 2de, en J. Wolf, vaD het 3de regt, inf. Met ingang van 1 April 1890 benoemd tot ingenieur der 2de klasse voor het stoom wezen, den adspirant-ingenieur voor het stoomwezen A. B. Hesselink. Den met verlof hier te lande aanwezigen lsten luit. der cav. van het leger in Ned.- Indié J. J. Van Geen, ter zake van lichaams gebreken, met ingang van 1 April 1890, eervol uit Zr. Ms. militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Den met verlof hier te lande aanwezigen magazynmeester 3de kl. (2den luit.) van het leger in Ned.-Indiö A. Keim, op zyn verzoek, met ingang van 1 April 1890, eervol uit Zr. Ms. militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Gemengd Nieuws. Te Katwyk aan Zee kwamen gis teren 7 schuiten aan mot besommingen van f 60 tot f 100. De prpzen der visch zyn nagenoeg gelyk aan die van ScheveningeD. Tongen 60 tot 80 cents, binnenl. schol f 2.50 tot f 2.75, buitenl. schol f 4 tot f 4.50, braad 2 tot f 2.50. Gistermiddag viel een sjouwer uit den mast van het stoomschip „Veendam" aan de Nassaukade te Rotterdam. Hy werd naar het ziekenhuis vervoerd, maar is kort daarop overleden. e Detooneelvereeniging „Erica" in De Ryp heeft besloten den 75-jarigen ge denkdag van den slag by Waterloo, op den 18den Juni a. s., door het houden van een optocht, volksvermakeiykheden en tooneel- voorstelling feestelyk te herdenken. Op de Noordzee zyn Donderdag twee visschersvaartuigen, nl. de Heldersche botter „No. 10" en de Tesselsche blazerschuit „No. 60" met elkaar in aanvaring gekomen. Laatstgemeld vaartuig beliep zware schade en keerde ln zeer lekken toestand, al pom pende, naar de haven terug, waar de schuit terstond op de werf moest worden gezet. Een jongmensch te Wjjk, bij Heusden, die verleden week door een dollen hond gebeten is, zal eerstdaags op ryks- kosten naar Parys vertrekken, ten einde door prof. Pasteur behandeld te worden. G i s t e r n a m i d d a g heeft men het op de reede te Vlissingen gezonken Duitsche stoomschip „Germania" met goed gevolg doen springen. De ontploffing was zóó hevig, dat er eene waterkolom ter hoogte van een scheepsmast werd opgeworpen. Men schryft nog uit Apeldoorn omtrent den aldaar gepleegden manslagHet slachtoffer is reeds in den loop van den middag overleden. Den volgenden morgen is het ïyk geschouwd en de vermoedeiyke dader met de getuigen geconfronteerd. Hy blyft gelooven aan een ongeluk, niet dat by den stoot toebracht, doch zegt, dat als de getuigen- verzekeren, dat hy het deed, dit ook wel zoo kan zyn. Een man, die gisteren te Vlis singen van het dak van het militair hos pitaal is gevallen, is in den afgeloopen nacht in het stedeiyk gasthuis overleden. Aangaande den cycloon, welke in de westelyke staten van Noord-Amerika zoo veel schade heeft aangericht, wordt uit Nieuw-York van 28 dezer nog geseind, dat hagel en regen het dorp Little Prairie, in den staat Illinois, volkomen hebben vernield; de telegraafdraden werden byna alle stukgeslagen. In Dakota ging de cycloon vergezeld van een verschrikkelyken sneeuwstormde koude was daarby zeer groot. Hetzelfde verschynsel is in Iowa en Nebraska waargenomen. Doch te Louisville was de storm het verschrikkelykst. De cycloon woedde in de richting van het zuidwesten naar hot noordwesten en vernielde alles op zyn tocht. Niet minder dan 2500 huizen en openbare gebouwen zyn in puin verkeerd. Op het felst van den storm stortte een balzaal in, die vol menschen was. Het aantal personen, aan wie het gelukte te ont snappen, is garing. Een lichtkroon stortte neder, waardoor de puinhoopen in brand ge raakten en velen in de vlammen omkwamen. Op zeven andere punten van Louisville ont stond door het vallen van lampen brand. Het, aantal dooden wordt op 600 geschat. De lyken liggen in de straten by hoopen. Verscheidene gevallen van plotselinge krankzinnigheid zyn voorgekomen. Parkland, eene voorstad van Louisville, is geheel vernield.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1