N4. 9232.
Maandag 24 Maart.
C\ A 4»
$eze jouraat wordt dagelijks, met uitsondering
van <gon- on feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 2i Maart.
A0, 1890.
'•?i-"y.1 vT-i
PRIJ8 DEZER. COURANT:
Too» Leiden per 3 maanden. 1.10.
franco per poit.TTTÏmTÏm.' 1.40.
AAM*d*rl$k« Nommert..rr;.Ti'.T 0.06.
PRIJS DER JLDVERTBNTIEN:
Yen 1—6 regels/1.05. Iedere regel meer/0.l7|.
Grootere lettere neer pleeternimte. Yeor het la-
«Meeeren buiten de stod wordt 0.10 berekend.
Beantwoordend de uitnoodiging, dezer da
gen door negen ingezetenen van Oegetgeest
in ons blad geplaatst, dat de kiezers dier
gemeente in de groote zaal van „Zomerzorg"
zouden vergaderen tot bespreking der plannen
van annexatie van een gedeelte hunner ge
meente bi) Leiden en tot het voordragen of
de aanwijzing van personen, geschikt om be
noemd te worden in de commissie, bedoeld
by artikel 131 der Gemeentewet, hadden zich
gisteravond 62 personen in genoemd lokaal
vereenigd.
De vergadering werd geleid door den heer
G. S. Van der Spruyt, die er op wees dat
- het noodig was dat persoonlijke belangen by
het bespreken dezer zaak niet moesten be
trokken worden, maar dat men daarbij uitslui
tend alléén het oog moest gevestigd houden
op het gemeentebelang.
Op de vraag of een der aanwezigen het
woord verlangde ten einde eenige gronden
aan te geven, waaruit bleek dat de voorge
stelde annexatie inderdaad in het belang van
Oegstgeest kon geacht worden, stond niemand
op. Uit dit stilzwijgen werd de gevolgtrek
king gemaakt dat allen dus tegen de annexatie
waren.
Van een debat tusschen voor- en tegen
standers vras alzoo hier geen sprake, hoe
gaarne men ook, naar weer een ander opmerkte,
met de mogelijke voordeelen had in kennis
gesteld willen worden.
Ten bewijze dat eene annexatie werkelijk
nadeelig voor Oegstgeest zou zijn, werd het
door een der aanwezigen verder voldoende
geacht Blechts op een paar cijfers te wijzen.
Het te annexeeren gedeelte kost genoemde
gemeente aan omderboud enz. ongeveer ƒ700,
terwijl de gemeente van de bewoners of eige
naars daarvan trekt ongeveer f 3000. Zij zou
dus eene winst van f 2300 derven.
Billijker werd het van weer andere zijde
gevonden, als het indertijd door de heeren
De Goeje c.s. in den Leidschen gemeenteraad
gedane voorstel ware aangenomen geworden
om de omwonenden van Leiden voor het
gebruik van gas, duinwater, onderwijs enz.
meer dan de Leidenaars zeiven te laten be
talen, hoewel er dan toch nog eene onbillijk
heid zou blijven bestaan wegens de kinderen,
die bjjv. van Voorschoten per tram naar Leiden
komen en daar de inrichtingen van onderwijs
zonder verhooging van schoolgeld bezoeken.
De voorgestelde annexatie kon echter in
geon geval de goedkeuring der vergadering
wegdragen.
Tot candidaten voor de te benoemen com
missie om, met den gemeenteraad, de plannen
nader te onderzoeken en daaromtrent rapport
uit te brengen, werden ten slotte by meer
derheid van stemmen gekozen de heeren dr.
P. C. Biljouw, A. De Haan, J. Van Hoeken,
G. Lubbe, G. C. Mirandolle, A. D. D. Schret-
len en E. C. De Vries.
Zondag-morgen te tien uren zal voor do
Herv. gem. te Warmond optreden de heer
G. H. Wagonaar, cand. te Leiden.
De heeren mr. Th. M. Verster, S. Boom,
gep. kapitein O.-I. leger, J. W. Van Vooron,
gep. kapitein O.-I. leger, G. Herklots, gep.
kapitein O.-I. leger, M. W. Goldbach, gep.
kapitein O.-I. leger, L. L .C. Van Vleuten, gep.
kapitein O.-I. leger, R. L. Kellermann, gep.
maj. O.-I. logor, Van Erp Taalman Kip, gep.
kapitein O.-I. leger, allen te Amsterdam, J.
Barthéiémy, gep. luit.-kol., Bergen-ep-Zoom,
Van Oppenraay, arts, Den Haag, en A. 0.
Eyssell, oud-officier van gezondhoid, Den Haag,
zyn van oordeel, dat den heer W. E. Willink
Ketjen groot onrecht is aangedaan en dat dit
onrecht moedwillig wordt bestendigd.
Door den Raad van ministers is nl. op hun
verzoek, door 700 Nederlanders gesteund, om
onderzoek der docr genoemden heer uitge
sproken beschuldigingen, geantwoord, dat by
het verleenen van eervol ontslag met pen
sioen aan den kapitein der infanterie van
het Ned.-Indische leger, W. E. Willink Ket
jen, de bestaande wettelyke voorschriften zyn
in acht genomen en dat er jdaarom geene ter
men aanwezig zyn om hun verzoek in te
willigen. Zy willen nu een fonds byeenbren-
gen, ten einde zich het rechtskundig advies
te verschaffen van één of meer juristen van
erkende kunde en onafhankelykheid, om, ge
wapend met die adviezen, tot herstel van dat
onrecht te geraken. Genoemde heeren stellen
zich beschikbaar tot het ontvangen vaa by-
dragen.
De 2de luit.-kwartiermeester R. Kramer,
van het 2de reg. veld-art. te Leiden, wordt
werkzaam gesteld by de Vide afdeeling (inten
dance) van het dep. van oorlog.
De onderhandelingen van den Neder-
landschen Bond van Oud-onderofficieren met
den kapitein der inf. A. C. Alma, hiervoor
in November jl. door den minister van oorlog
aangewezen, hebben er toe geleid, dat een
groot aantal oud-onderofficieren zich, in geval
van mobilisatie, onmiddeliyk ter beschikking
van het ministerie van oorlog zal stellen.
De afdeeling Zaandyk van de Noord-
Hollandsche vereeniging „Het Witte Kruis"
heeft by het hoofdbestuur een voorstel inge
diend, ter behandeling in de aanstaande alge-
meene vergadering, om eene enquête in te
stellen naar den staat van den algemeenen
gezondheidstoestand in de provincie Noord-
Holland.
Zy grondt dit voorstel op de overweging,
dat het doel der Vereeniging, in het laatste
lid van art. 1 beschreven als „het helpen
bevorderen der algemeene gezondheidsbelan
gen", alleen din in voldoende mate bereikt
kan worden, wanneer de Vereeniging zich
vergewist van den toestand, waarin het ver
leenen van geneeskundige hulp, de zieken
verzorging en de toepassing der gezondheids
maatregelen zich in de provincie Noord-Holland
bevinden, en dit te meer, daar art. 2 al. 4 als
middel om het doel der Vereeniging te be
reiken aangeeft: „het opsporen en zooveel
doeniyk helpen opheffen van al wat zlokte
doet ontstaan en onderhoudt."
De overtuiging, dat in sommige plaatsen
van Noord-Holland de geneeskundige hulp
gebrekkig, zoo niet ontoereikend genoemd
moet worden, hetzy door eene overmatig uit
gebreide praktyk, hetzy door eene te scrupu
leuze opvatting der armenzorg tusschen
diaconale en algemeene armbesturen, gevoegd
by de overweging, dat de ziekenverzorging en
de toepassing der gezondheidsleer op vele
plaatsen, zoo niet geheel, dan toch voor een
groot deel aan den philanthropischen zin van
den medicus is overgelaten, voerden haar tot
de meening, dat deze enquête drie rubrieken
zou moeten omvatten, te weten
I. Het onderzoek naar de geneeskundige
hulp, omvattende de drie qualiteitengenees-,
heel- en verloskunde.
II. Het onderzoek naar de ziekenverzorging,
vooral wat betreft de toepassing van die hulp
middelen, welke by verschillende afdeeüngen
van „Het Witte Kruis" reeds als praktisch
onmisbaar bleken.
III. Het onderzoek in hoeverre gezondheids
maatregelen worden toegopast of door plaat-
selyke verordeningen worden gesteund.
De afdeeling Zaandyk meent dat de Ver
eeniging zich door deze enquête een terrein
van werkzaamheid kan openen, waardoor èn
hare zedelyke kracht én haar finantiëele steun
ten duidelykste aan het licht zouden komen;
hetgeen ODgetwyfeld aanleiding zou geven tot
het oprichten van nieuwe afdeelingen.
Naar wordt verzekerd, heeft de heer
H. C. Gaarlandt, wiens leiding als directeur
der sociëteit „de Plantentuin" te Arnhem steeds
geprezen werd, zyn verzoek om ontslag uk
deze betrekking ingediend.
By koninkiyk besluit van 6 dezer (Staats
blad No. 30) le bepaald dat de lichting der
militie voor het jaar 1890 bedraagt 11,000
man, waarvan 600 voor den dienst der militie.
Het aandeel voor elke provincie is: Noord-
Brabant 1305, Gelderland 1343, Zuid-Holland
2050, Noord-Holland 1860, Zeeland 519,
Utrecht 492, Friesland 945, Overysel 771,
Groningen 695,' Drente 364, Limburg 656,
totaal 11,000.
Het stoomschip „Konixgin Emma," van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 21 Maart
Gibraltar; de „Prinses Araalia," van Amster
dam naar Batavia, vertrok 22 Maart van Suez;
de „Zaandam" is 21 Maart van Amsterdam
te Montevideo aangekomen.
Het Leldseh Tooneel.
Slechts uiterst zeldzaam valt ons het voor
recht ten deel eene voorstelling, door het ge
zelschap van het „Théatre royal francais de
la Haye" gegeven, hier voor het voetlicht
te aanschouwen.
Menigmaal wordt met belangstelling ge
vraagd wanneer dat geluk ons, Leidenaren,
eens te beurt zou mogen vallen en is dat
geluk werkeiyk bereikt, betreden de Haag-
sche zangers en zangeressen onae planken,
dan toont slechts een uiterst gering aantal
der Sleutelstad-bewoners zyne werkelyke
Ingenomenheid met dit feit.
Dit was gisteravond ook het geval; loges
en bagnoires waren zeer matig bezet en in
het parterre ontwaarde men, op eDkele uitzon
deringen na, slechts de zonen der Alma Mater.
En dat niettegenstaande een der geestigste
vaudevilles aangekondigd was, nl.„Mam'zelle
Nitouche" van H. Méilhac en Alb. Millaud.
Zelden zagen wy een kraniger libretto dan
heden; zelden de vis comica meer hulde
bewezen dan in dezen tekst.
Celestin is organist in een klooster en maakt
met ten hemel geslagen oogen diepe buigin
gen voor „Madame la supérieure". Floridor
maakt operettes en werpt zich aan de vooton
der schoone actrices.
Overdag geeft Celestin, vol ootmoed en in
een ernstig gewaad, les aan de jeugdige pen-
sionnairesdes avonds ontvlucht Floridor het
klooster in een meer wereldsch kostuum en
vindt zyn heil en troost in comedies en opera's,
waar hy eene enkele maal eene minder aan
gename ontmoeting heeft met den galant
h o m m e van Corinne, de heldin van zyn kunst
gewrocht.
Eene zyner jeugdige schoone leerlingen,
Demise De Fiavigny, hoeft zyn geheim ontdekt
brandend van begeerte om de wereld ook
eenmaal van naderby te beschouwen, vlucht
zy met hem, bezoekt den schouwburg, waar
Floridor's stuk de eerste maal zal opgevoerd
worden, ziet zich door het plotseling verdwy-
nen van Corinne genoodzaakt zelve de rol der
eerste actrice op zich 'te nemen, komt, na
tal van lauweren behaald te hebben, terecht
in de kazerne van het 27ste reg. dragonders,
en Demise met Floridor, beiden in soldaten
uniformen, vinden, na nog ten slotte den
muur, die het klooster van de zondige wereld
scheidt, te zijn overgeklommen, de noodige
rust en kalmte weder.
Spoedig volgt echter voor beiden de meta
morphose. Demise De Fiavigny wordt mevrouw
De Cbamplareuxde operetten-schry ver, actri-
cen-bewonderaar en componist van la musique
profane, is weer voor den geheelen dag de
ernstige, deemoedige Celestin, de brave zanger
van la musique sacrée.
In korte, grove lynen is dit de tamelyk
getrouwe inhoud van den tekst, welke op
by uitstek geestige wyze ten gehoore werd
gebracht.
De heer Gaultheil is een trial by uitne
mendheid; hy kan beschikken over eene be
wonderenswaardige mimiek; hy is ryk aan
veelzeggende gebaren, hy draagt zyne cou
pletten met warmte voor en accentueert boven
dien zeer goed.
Zyne creatie van Celestin Floridor was
dan ook vol werkelyken geest en humor.
Ook de heer Donval, als „Le major de Cha
teau Gibus", heeft menigmaal de hilariteit
opgewekt; vooral zyn: „c'est ma flüte"
bracht eene drastische uitwerking teweeg.
De dugazonrol, die van Demise De Fiavigny,
was in handen van madame Rivière. Deze
chanteuse kan bogen op eene heldere, lieve
sopraanstemmet veel buiging; zy heeft daarby
eene fijn genuanceerde voordracht, welke hare
aardige coupletten volkomen tot hun recht
deden komen. De luide byvalsbetuigingen,
welke haar ten deel vielen; de „da capo's",
welke telkens tot haar gericht wordende
sierlyke bloemenmand, waarmede zy vereerd
werddit alles was eene hulde, haar talent
volkomen waardig.
Wy mogen ten slotte een woord van lof
niet onthouden aan de werkeiyk goede mise-
en-scène van het geheel.
Mocht een volgend jaar het Haagsch Opera
gezelschap nogmaals den moed hebben onze
veste met een bezoek te vereeren, dan hopen
wy van ganscher harte dat ons publiek dit
door eene talryker opkomst toont te waar-
deeren. Mr. L. H.
Gemengd Nieuws.
Het heden verschenen nommer
van „De Nederlandsche Spectator" bevat eene
plaat, voorstellende het afscheid, dat de oude
Von Bismarck neemt van den jongen Duit-
schen keizer Wilhelm II.
Onder die plaat komen de volgende dicht
regelen voor:
Meer dan veertig jaren dreunde
Duitschland by myn mokerslag,
'k Smeedde jaren aan die Rykskroon,
die 'k drie Keizers dragen zag.
Nu, myn Keizer! nuj,ik scheide,
zy 't des Kanzlers hoogste loon,
Dat gy zonder my haar dragen
kunt, myn Duitsche Keizerskroon.
De tegen morgen, Zondag, aan
gekondigde voetbalwedstryd tusschen Leiden
en Rotterdam zal plaats hebben op het Raam-
land aan den Leiderdorpechen weg en aan
vangen om halftwee.
De meeste schuiten van Noord-
wyk aan Zee markten hunne visch in IJmui-
den en Scheveningen, aangezien daar de pryzen
voor viech veel hooger zyn dan to Noordwyk.
Er kwam dan ook gisteren mr.ar ééno schuit
aan, de „NW. 20," die f 60 besomde.
Gisteravond slopen 2 knapen,
van 10 en 12 jaar, een drogist winkelan het
Hoegezand te 's-Hage binnen en lichtten er de
winkellade met geld. Een bowoner aan de
overzyde der straat bespeurde den diefstal
en pakte de jongens, die kort daarna door
twee politie-dienaren werden gehaald.
De jeugdige dieven stonden reeds by de
politie als brutale ladelichters bekend.
De internationale vereeniging
van hotel- en restaurant-geëmployeerden te
's-Gravenhage zal den 9den Mei 1890 haar
eerste jaarfeest vieren en alles wordt voor
bereid om dien dag en avond zeer genoegiyk
t9 doen zyn.
Deze vereeniging bestaat uit ongeveer 70
der voornaamste bedienden uit hotels en restau
rants en heeft in den korten tyd van haar
bestaan reeds veel nut gesticht.
Zeer vele hotel- en restauranthouders te
's-Gravenhage, Scheveningen, Amsterdam en
Rotterdam steunen haar door by haar per
soneel te zoeken ter vervulling van open
plaatsen, en daar zy in verband staat met
de voornaamste buitenlandsche vereenigingen
heeft zy de beste bronnen. Do vereeniging
schenkt hare bemiddeling geheel kosteloos en
beoogt de bestaande bureaux van plaatsing
onnoodig te maken.