N°. 9231. Zaterdag 2>2 Maart. A®. 1890. <§eze >§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <2[on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nornmer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 21 Maart. DASBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poat1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer/0.17|. Grootere letters naar plaateruimto. Voor het in- caseeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Viel niet lang geleden de lezing Toor de leden mot hunne dames yan het departement Leiden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen samen met het invitatieconcert van het Leidsche Studenten muziekgezelschap „Sempre Creecendo" en was daardoor de op komst toen uitermate gering, gisteravond werd eene dergelijke lezing concurrentie aangedaan door „Leidens Mannenkoor", dat tegelijkertijd in „Zomerzorg" eene uitvoering gaf. Het auditorium, hoewel grooter dan de vorige maal, was dan ook nu weder klein te noemen en vele plaatsen in de groote zaal van het Nuts- gebouw bleven onbezet, ofschoon vermeld moet worden dat het schoone geslacht veel beter was vertegenwoordigd dan het sterke. Naar onze meening schuilde in dit feit geen bezwaar, want voor dames was hetgeen dr. J. A. Beyerman, predikant bij de Remon- strantsche gemeente alhier, las, bijzonder ge schikt, al willen w|j daarmede in de verste verte niet te kennen geven dat het dit voer koeren minder was. In alle bijzonderheden de novelle „Twee dwaalwegen" hier na te vertellen, is ondoen lijk; men bedenke dat dr. Beyerman twee uren noodig bad om ze ons voor te lezen. In grove trekken komt ze hierop neer. Vader is bediende op een kantoor en geniet eene jaarwedde van f 600. Moeder is vroeger dienstbode geweest en nu zy met een ,heer" getrouwd Is, niet weinig ingenomen met den titel van „juffrouw." De waardigheid, aan dat „juffrouw" verbonden, wil zij ophouden en daarin slaagt zij vrijwel. Moeder heeft flinke armen aan het ljjf en aan die armen flinke handen, welke zjj terdege weet te weren, tot voordeel van het gezin. Het echt paar heeft twee zonen. De broeders, vreemd verschijnsel, gelijken In niets op elkaar en hebben een geheel uiteenloopend karakter. Zjj bezoeken de lagore school en zullen nooit hooger ov.derwys genieten, want daartoe ont breekt het noodige geld. De groote vraag der ouders is weldra „Wat zullen onze jongens worden?" 'tLiefst zouden ze hen later ook aangesproken hoo- ren met den titel „mijnheer", evenals vader. De eene zoon geeft weldra zjjn verlangen te kennen om fabrikant te worden, hetgeen door den vader, met het oog den finantiëelen staat van de kas, bespottelijk gevonden en afgekeurd wordt. Toch komt de jongen op de fabriek, in de leer en h(j gaat weldra op in zjjn werk, hij maakt snelle vorderingen en ziet zich weldra als directeur aan het hoofd der fabriek geplaatst. Hjj doet niets dan werken en heeft geen tjjd om aan iets anders, bjjv. aan trouwen, te denken; hjj leeft alleen, ge heel alleen voor zijn werk. De andore zoon wordt door den vader in vredesnaam op een kantoor geplaatst. Daar staat het den jongen volstrekt niet aanhjj klaagt steen en been, maar vaders oordeel is alle begin is moeilijk, alle verandering is geen verbetering; dus: blijven! Gelukkig is hij om vjjf uren vrjj in kan dan de overige uren voor zich besteden, hetzij om in het midden der leden van de letterlievende vereeniging door te brengen of iets te schrijven. Hjj wordt schrijver. Zjjne eerste papieren kinderen komen in de wereld, maar leveren hem geen geldelijk voordeel op, want de uit gever geeft geen geld, maar enkel een fraai gebonden exemplaar, dat bestemd wordt voor iemand, die het hart van den auteur gestolen heeft. Weldra huwt deze en wordt vader van een lief dochterije. Zijne vrouw is evenwel zwak en heeft veel versterkende middelen noodig. Waai zal hij het geld vandaan halen? Hy is niet meer op het kantoor, maar schrijft, voor geld, hetgeen weinig oplevert. Hij wendt zich eenige malen tot zjjn broe der, die hem wel bijstaat, maar hem telkens hard de waarheid zegt en het hem verwijt dat hjj z(jn geld onnut uitgeeft, want hij koopt nesteryen voor zyne vrouw. De broeder kan niet begrypen waarom hy dus handelt. Eindeiyk sterft die vrouw, aan wie hy zoo gehecht was. Zy wordt begraven en diep geschokt staan echtgenoot en kind aan de groeve, iets, dat door den broeder niet be grepen schynt te worden. Hy, die alleen voor zyn werk en voor niets anders leeft, weet niet wat liefde is en wat er verloren wordt door het afsterven der vrouw. Wel betaalt hy de schulden en zorgt ook voor een deel van de opvoeding van het doch tertje. Weldra is dit zoo ver, dat zyzelve geld voor zich en haren vader kan verdienen. Na eenigen tyd sterft ook de directeur der fabriek. Voor niets anders dan voor zyn plicht had hy geleefd, in tegenstelling met zyn broe der, die wist wat liefde was. De begrafenis van den directeur is wel statig en er wordt zelfs een gedenkteeken op zyn graf onthuld, maar geen oog wordt vochtig. Welk een contrast met die andere begrafenis 1 Veel gaf deze novelle te denken en duidelyk werd het leder, waarom zy tot titel droeg „De twee dwaalwegen." Schoon ook was de schets der onderdeelen, waartoe hier niet kan afgedaald worden, o. a. der gevoelens, welke elk der beide broeders bezielden na het geven en ontvangen van geldelyke ondersteuning. Het was de wensch van den heer Beyerman, dat deze novelle aanleiding mocht geven tot bespreking in den hulselyken kring en ze Is dat waard en daarvoor passende. Al noemde dr. Beyerman zich vóór den aanvang zyner lezing geen Nutslezer van professie, toehoorderessen en toehoorders wa ren hem zeer dankbaar voor zyne boeiende novelle. By het te Utrecht gehouden examen ter verkryging van de akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs In de nuttige handwerken voor meisjes is o. a. geslaagd mej. H. J. H. Ridderhof, van Leiden. Zondag, 23 Maart a. 8., des voormiddags te tien uren, hoopt de heer W. Klercq, pred. te Koudekerk, de nieuwe lidmaten in de Ned.- Herv. kerk te Leiderdorp te bevestigen, terwyi des avonds om halfzeven dr. J. H. Gunning Jr., hoogleeraar te Leiden, voor de gemeente aldaar hoopt op te treden. De vacature-beurt te Warmond zal a. s. Zondag niet door ds. Rynenberg, van Valken burg, maar door ds. Van Loon, van Sassen- heim, vervuld worden. Voor de betrekking van onderwyzer aan de openbare school te Roelofarendsveen heb ben zich aangemeld 17 sollicitanten, waaruit door Burg. en Weths. van Alkemade eene voordracht van vier candidaten den arrond. schoolopziener ter goedkeuring is toegezonden. Men meldt ons uit Waddingsveen: Woensdag 1.1. hield de hoer Smeenge, lid der Tweede Kamer, eene keurige, door wrochte rede voor leden en niet-leden der Liberale Kiesvereeniging alhier, waarin hy op meosterlyke wyze de vraagstukken van den dag behandelde, die in 's lands vergaderzaal weldra aan de orde zullen komen of reeds zyn gekomen. De voorzittor, de heer K. Van der Torren Jz., dankte met een harteiyk woord den heer Smeenge, wien hy, namens de aanwezigen, een hartoiyk „tot weerziens I" toeriep. De heer Ferguson, minister-resident en consul-generaal voor China, zal in het begin der volgende maand over Noord-Amerika naar zyn post terugkeoren. De consul-generaal Hamel, benoemd tot consul te Amoy, zal den heer Ferguson niet op zyne reis vergezellen, maar zich over Penang eerst naar Deli en vervolgens naar zyne stand plaats begeven. Baron Von Canitz, oud-gezant van Duitsch- land by het Nederlandsche Hof, is te 's-Hage aangekomen. De minister van financiën maakt in de „Sts.-Crt." van 20 Maart de nummers bekend van de uitgelote 3'/, pCts. schuldbekente nissen der Ned. Werkelyke Schuld, uitge geven krachtens de wet van 9 Mei 1886 (Stbl. No. 102), welke op ultimo 1890 nog niet ter aflossing waren aangeboden. De honders dier stHkken worden er aan herinnerd, dat deze obligatiën respectieveiyk met lo. April 1887, lo. Januari 1888, lo. Januari 1889 en lo. Januari 1890, hebben opgehouden rente te dragen, en uitgenoodigd om die ten spoedigste ten kantore van de Noderlandsche Bank, te Amsterdam, ter af lossing aan te bieden, vergezeld van de daarby behoorende onverschenen coupons en van het bewys tot het bekomen van nieuwe coupons. By de firma W. J. Thiome te Zutfen is een „zak-encyclopaedie" verschenen, bewerkt door Servaas De Bruin. Het geeft in beknopten vorm een zeer groot aantal zaken en personen Inlichtingen en zal by het lezen van alle soort van werken den lezer van grooten dienst zyn. Aan hen vooral, voor wie groote ency clopaedist te kostbaar zyn, is dit boekje van nut, dat bovendien slechte 90 cente kost. Bj| kon. besluit van 19 dezer zyn be noemd tot ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en acajjnzente Eindhoven c. a., H. B. H. Mallngré, thans der dir. bel. en acc. te Nieuwer-Amstel c. a.; te Ginne- ken c. a. L. A. Van Giffen, thans der dir. bel., invoerr. en acc. te Vlaardingen c. a.; te Doetinchem c. a. G. J. Buekers, thans der ür. bel. on acc. te Bergum; tot ontvanger der dir. bel. en acc.te Dongen c. a. F. G. Veeefeit, thans der dir. bel., invoerr. en acc. te Weert c. a.te Nieuwer-Amstel c. a. W. Van Nouhujjs, thans der dir. bel., invoerr. en acc. te Beverwyk c. a. Het stoomschip „Noord-Holland", van Rotterdam naar Java, vertrok 20 Maart van Marseille; de „P. Galand", van Nieuw-York naar Amsterdam, vertrok 20 Maart van Bo«- logne-sur-Mer; de „Zuid-Holland", van Java naar Rotterdam, passeerde 20 Maart Wight. Z. M. heeft benoemd tot officier van justitie by de arr.-rechtbank te Zieriksee, mr. A. N. baron De Vos van Steenwyk, thans subst.-officier van justitie by de arr.- rechtbank te 's-Gravenhago- met 1 April a. s., tot leeraar aan de Polytechnische School benoemd dr. R. Sisslngh, thans leeraar aan de H. B.-scheol te Delft; in zyn rang over geplaatst by het reg. grenadiers en jagers, den kapt. T. W. J. Buys, van het 3de reg. infanterie; aan H. Van Loon, gewezen hoofd der openbare lagere school te Wartena, gemeente Idaarderadeel (provincie Friesland), met intrekking van het by kon. besluit van 12 April 1889 No. 18 toegekend pensioen van f 567, krachtens art. 38 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad No. 127), een pensioen verleend ten bedrage van f 1050 'sjaars; verleend de volgende pensioenen, als aan: M. J. M. Jorissen, verificateur 1ste categorie bjj 's Ryks belastingen, f 1440, wegens ouderdom; J. H. P. Van Mechelen, zich ook schryvende P. J. H. Van Mechelen, commies 2de kl. by 's Ryks belastingen, ƒ274; L. N. H. Burton, id. lste kl., 444W. Vorkink, id. 2de kl., f 350P. A. Van Reusel, hoofd commies 2de categorie by 's Ryks belastingen, 480, allen wegens lichaamegebrekenM. C. Roos, wed. L. J. Otterspoor, commies lste kl. by 's Ryks belastingen, f 145, wegens ver kregen rechten. Leidens Mannenkoor gaf gisteravond in de groote zaal van „Zomer zorg" zyne 23ste huiohoudeiyko uitvoering met introductie. Het zanggeze'.schap mocht zich wederom in eene goede opkomst van het publiek verheu gen en de aanwezigen hadden wederkeerig alle reden tot tevredenheid over het gehoorde. Het programma bood daartoe trouwens alle gelegenheid: want het vermeldde veel merk waardigs, al was niet alios nieuw. In de eerste plaats word ten gehooro go- bracht het fraaie werk van Richard Hol„In 't Woud!" voor bariton-solo en koor. Het laat ste dwong reeds dadeiyk met het: „Ryst, 'statige eiken! met uw breed ge welfde kronen ten blauwen hemel op 1" om alle aandacht aan de zangers te Bchenken. Krachtig klonk dit en beschaafd tevens. De verschillende partyen vormde» een pryzene- waardig geheel en deden dit den ganschen avond. Degelyke studie lag aan alles ten grond slag. Dat het koor over uitnemende krachten, over goed ontwikkelde mannolyke stemmen beschikt, bleek verder uit Raff's „Wachet' auf!" mede voor bariton-solo en koor, dat eveneens op waardige wyze werd ten gehooro gebracht, en uit hot groote slotnommer. Onze landgenoot de heer W. C. Decker» van Den Bosch, had daarby als solist geene geringe rol te vervullen. Het was een genoegen dezen zanger weer in ons midden te zien, eigenaardig juist op denzelfden dag dat het pleit omtrent de nieuwe Stadszaal beslecht werd, terwyi hy de afgebrande concertzaal mede had helpen inwyden. De herinnering van toen aan zyne heerlyke voordracht der aria „Geheel des menschen ziel" enz., uit Rich. Hol's „Vondel-cantate", was ons nog levendig bygebleven, en al was de heer Deckera er sedert dien tyd natuuriyk niet jonger óp geworden, de kracht van zyne stem bad er niet onder geleden. Wy zouden geneigd zyn te beweren dat juist het tegenovergestelde heeft plaats gehad. Alleen in de hooge noten meenden we op tej merken dat zyn orgaan eeDigszins te kort schoot. Daarentegen was hy in de „Scènen aus der Frithjof sage" van Max Bruch in zyn element. Hier liep zyne party meer naar den omvang zyner stem, welke veelal tot het bas-achtige overhelt, meer dan tot dat van tenor. „Verhühnt mein Lieben! Mein Hof verbranntl" enz. eindigende met het: „Ihr duft'gen Hóhen, Fahrt wohl, Fahrt wohl!" klonken, onder zooveel anders nog, inderdaad prachtig. Vooral hiermede toonde hy zich nog den zanger van den waren stempel, een zan ger, waarop ons land nog trotsch mag zyn. Naast deze vry forscke gestalte met dito geluid vertoonde zich dezen avond als soliste eene byna geheel tegenovergestelde, eene nog vry jeugdige verschijning, doch weldra niet minder algemeen op prys gesteld. Het was eene stadgenoote, mej. J. Smit, die in de eerste afdeeling het recitatief en de aria voor sopraan „Endlich naht sich die Stunde, wo ich dicb, o Goliebter, bald ganz besitzen werde," uit „Figaro's Hochzeit", zong. En het wa-s inder daad zingen, gezang met de meest natuurlyke stem, tot zelfs in de zeer hooge tonen. Hoe wel niet krachtig, was de voordracht in de hoogste mate zuiver en beschaafd, twee eigen schappen, welke voor de voortreffelyke oplei] ding der zangeres pleitten. Zy zingt ook met gevoel, getuige o. a. het: „Komm, o Trauter! daee ich mit Rosen jkrSnze dein Haupt." Maar ook de party van Ingeburg uit do „Fntbjof-sage" vervulde zy zoodanig, dat haar eene warme waardeering mocht ten deel vaHen. Zy zong eenvoudig, ongekunsteld, maar juist door dien eenvoud deed zy onwillekeurig de schoonheid van het werk des te meer uit komen, met name het „Grüsse mir Frithjof! Nicht wehren Wird er den Zahren!" Voor de toekomst kan deze jonge dame ongetwyfeld nog veel beloven. Nu maakte zy

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1