DAGBLAD. N°, 9226. Maandag IT Maart A°. 1890. i§eze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gpn- en feestdagen, uitgegeven lilt noinmer bestaat uit DRIE Bladen. Kikeriki. Leiden, 15 Maart Feuilleton. Het Roode Testament. PRUS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 mt&nden.1.10. Frefceo per poet...1.40. A&onderlgXe Nommere..7.' 7.7. .7 0.08. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Ven 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17|. Grootere letters nssr pieste ruimte. Toor het te* esseeeren buiten de sUd wordt 0.10 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit nommer verzonden No. 25 van Kikeriki. In den Schouwburg alhier zal a. s. Maandag avond door het Hollandach Opera gezelschap worden opgevoerd de oorspronkelijke Neder- Jandsche opera „Brinio", welke reeds in vele andere plaatsen voor het voetlicht is gebracht. Ofschoon Leiden aldus wat achteraan komt, zoo heeft dit althans dit voordeel, dat we nu met zekerheid weten dat ons iets goed te wachten staat. Immers, den voorgaanden uit voeringen viel overal bijval ten deel. Deze week nog in Den Haag, waar de bladen met veel lof van de voorstelling melding maken. Zoo zegt o. a. de verslaggever van het „Vad." „Ik had niet tevergeefs gerekend op de belangstelling van het publiek in het werk van twee Nederlanders; het was zeer vol in het „Casino" (vooral op de duurdere plaatsen) en men zag gisteravond menschen, die zich tot hiertoe van de Hollandsche Opera vèr hadden gehoudenniet uit gebrek aan sym pathie voor de onderneming van den heer De Groot, maar omdat zij zich weinig aan getrokken gevoelden tot Martha's, Trou badours enz., ook al waren die met een Hollandsch sausje overgoten. „Het werk van twee Nederlanders, zeide ik; eigenlijk had ik van drie Nederlanders moeten spreken. Want Jakob Van Lennep mag niet vergeten worden en de tekstdichter Van Loghem zal de eerste zijn om de groote verplichtingen te erkennen, die hij aan Van Lennep had. H(J vond in het verhaal uit „Onze Voorouders" de toestanden letterlijk pasklaar; In Ada, Rheime, Brinio, Massa en Aquilius figuren, geknipt voor de opera. De buitengewone populariteit van Van Lennep kwam de keuze van deze echt nationale stof nog ten goede en zij ontslaat mjj ook van de taak ten overzicht van den tekst te geven, die het verhaal op den voet volgt. Men moet de gewone Hollandsche opera teksten kennen om te begrijpen met welk een genot ik Fiore della Neve's libretto las." Tegenover den dichter was de componist S. Van Milligen in zoover in het nadeel, dat hij minder ervaring meebracht. „Brinio" is zjjte eerste opera en dat moet bij de beoordeeliug ROMAN VAN VA VSKH DE JtflXTKPlV. 10) De oudste, een man van omstreeks vijf en dertig jaren, was groot en forsch ge bouwd. H(j droeg een vollen baard, want eenige weken vóór zijne bevrijding had de directeur hem toegestaan zijn baard weer te laten groeien. Hij heette Jacques Lagarde, en was dokter, een zeer geleerd dokter. H(j was tot vjjf jaren gevangenisstraf ver oordeeld, omdat het gebleken was dat hij, in overleg met den erfgenaam, het leven van een zijner patiënten, een rijken burger van Joigny-sur-Sonne, opzettolflk had verkort. Zijn makker was acht jaren jonger en even als hij forsch en welgemaakt. Hij had bruin haar en bruine oogen en droeg een licht kneveltje. Dezen man hebben wjj reeds door den graaf De Thonnerieux hooren noemen en zijn karakter beschrijven. Het is diens gewezen secretaris Pascal Saunier, wegens valschheid in geschrifte door het hof van assises van in het oog worden gehouden. Wat den ver slaggever echter in het geheele werk heeft getroffen, dat is de zorg voor goede decla matie; nerger.s hoorde hij een verkeerd mu zikaal accent. In zoover bleek de componist, den schoonen tekst waardig te zijn. Ih de lste acte kan Ada's aria „Yrede en rust" getuigen, dat het Yan Milligen aan melodische vinding niet ontbreekt. Rheime, reeds door het orkest aangekondigd in de goed geschreven ouverture, wordt in het geheele werk door een zeer karakteristiek motief vergezeld. Voortreffelijk geslaagd is Rheime's „Ik zal den wilden tocht geleiden" in de lste acte, dat aan het slot van het werk terugkeert. Goed geslaagd is ook het Bacchanaal (Massa met koor), waarmede de 4de acte begint, en datzelfde kan de verslaggever zeggen van de groote levendige scène in de 2de acte, waarin Brinio alles verspeelt. Op zichzelf is die scène voor 'hem voldoonde, om aan Van Milligens begaafdheid als opera-componist te gelooven. Ook de verslaggever der „Haagsche Crt:" zegt „Brinio" te hebben gezien en gehoord met volle belangstelling in dit werk van echt Nederlandschen bodem. Van Milligen beeft zich met groote bekwaamheid van zijne taak gekweten; alles is goed doorwerkt, met zorg geïnstrumenteerd, en werkelijk schitterende nummers zijn uit zijne pen gevloeid. Nog sterk onder indrukken van Wagner en Mas senet, om van anderen niet te spreken, ge componeerd, doet dit eerstelingswerk veel verwachten; men ziet het aan de grootste componisten, boe moeilijk het valt, bij eerste werken zich geheel aan den invloed van groote ttjdgenooten te onttrekken. Het ook voor Den Haag nieuwe werk werd er vrij warm ontvangen; het scherm moest na elke acte eenmaal of meermalen opgaan en aan applaus ontbrak het ook overigens niet. Trouwens, er komen in „Brinio" momenten voor, welke, afgezien van de muzikale waarde, wel tot het gemoed van elk rechtgeaard Nederlander moeten spreken. Het „Haagsche Dbl." sluit zich b(j deze van hooge waardeering getuigende beoordee lingen aan. Gisternamiddag had te 's Gravenhage de begrafenis van wijlen mr. C. D. Asser, raads heer van den Hoogen Raad, plaats op het Ned. Israëlietisch kerkhof. Zijne ambtgenoo- ten, de leden der griffie en van het parket van den Hoogen Raad, de president van het Hof te Amsterdam en vele Amsterdammers woonden de begrafenis bjj. De vice-president van den Hoogen Raad huldigde den overledene de Seine tot drie jaren gevangenisstraf ver oordeeld. Toen h(J in de gevangenis kwam, werd Pascal in dezelfde cel opgesloten, waar Jacques Lagarde reeds twee jaren had doorgebracht. Beiden waren zij mannen, die eene goede opvoeding genoten hadden en van denzelfden stand waren. Weldra bleek het, dat zij het zelfde karakter - hadden en zoo ontstond er tusschen hen een nauwe vriendschapsband. Zij wisten dat zjj op denzelfden tijd losge laten zouden worden en hadden reeds ver scheidene plannen gesmeed, om zich op de maatschappij t® wreken, door welke zij zich wreed miskend waanden, hoewel zjj niets anders had gedaan, dan zich verdedigd en gebruik gemaakt van het recht, haar door de wetten verschaft. Thans waren zij vrij ®n in staat hunne plannen te volvoeren, maar daartoe was in de eerste plaats geld noodig. Pascal Saunier had driehonderd franken ontvangen en Jacques vijfhonderd, b(j het verlaten van de gevangenis. „Yrp, eindelijk vrij 1" riep Pascal uit-; „hoe zoet is toch de vrijheid, wanneer men er een tijdlang van verstoken is geweest. Het is of men eene geliefde, die men verloren heeft, wedervindt." „Ja," sprak Jacques Lagarde, „goene grijze als jurist. Mr. D. Polak Daniels roemde zijne verhouding tot zijn kerkgenootschap. De zoon des overledenen, prof. Asser van Amsterdam, dankte met treffende woorden voor de aan zijn vader bewezen eer. De minister van justitie heeft bepaald dat tijdens de afwezigheid van den inspecteur van den arbeid in de 3de inspectie, aanvan gende 14 dezer, in gemelde inspectie bevoegd zal zijn de inspecteur van den arbeid in de 2de inspectie, zulks met ingang van 14 dezer tot nadere aankondiging in de Staatscourant. Gemengd Nieuws. Yeien waren er ksdenochtend getuigen van hoe op het Kort-Rapenburg alhier een paard, voor eene brik gespannen, nederlag op de trambaan, ten gevolge van zijn val door uitglijding over de rails. Het dier moest geheel onttuigd worden, alvorens men het kon doen opstaan. Door deze niet gemakkelijke werkzaamheden ondervond de dienst der tram eenige vertraging. In de Burgsteeg alhier had hedenmorgen den heer P. C. B. het ongeluk eene pianino, welke van een wagen geladen werd, op het been te krijgen, waardoor dat lichaamsdeel brak. De ongelukkige werd naar het academisch ziekenhuis overgebracht. Uit Katwijk aan Zee meldt men ons hedenVanmorgen waren hier 4 schuiten met versche visch aan; 1 van den reeder D. D. Ouwehand en 3 van den reeder P. Haasnoot Pz. Deze schuiten zijn 14 dagen afgeweest en brachten eene tamelijke hoe veelheid visch aan. Ze hadden 19, 20 tot 29 mande1, meest scharren en schol; tongen zeer weinig. Men meldt ons uit Haarlemmer- meer dat bjj den landbouwer W. Van Ste(jn, Sloterweg, nabij Huigsloot, uit eene schuur 30 komijnekazen zjjn gestolen. Men had de onvoorzichtigheid gehad de schuur niet te sluiten. De bestolene kan nog van geluk spreken dat de dief of dieven er 120 hebben laten liggen. Men schrijft ons heden uit War mond: Dat er altijd nog menschen gevonden worden, die zich door schoone beloften van zoogenaamde reizigers (oplichters) laten beet nemen, werd dezer dagen te Warmond weer bewezen. Een als heer gekleed persoon, met tascbje over den schouder, komt vragen of men nog oud porselein of iets van dien aard te koop heeft, en is dit het geval, dan noemt hij de waarde; maar hij heeft tegelijkertijd loten eener geldloterij bij zich (zijnde die muren meer, die ons verstikken, geene wach ters meer, die ons overal bespionneeren en ons het spreken verbieden in die werkzalen, waar het uitvaagsel der maatschappij bijeen is. Wij kunnen praten, scbreouwen, zingen, en wat meer zegt, wj) kunnen openlijk spre ken, zonder vrees voor luisteraars." „Daar zullen wij gebruik van maken; wij ■hebben prachtige ideeën, die wij tot werke lijkheid zullen brengen." „Ik heb er op het oogenblik reeds een." „Welk?" „Laten wjj gaan ontbijtenik heb in vijf jaren niets anders gebruikt dan dien ellendigen gevangeniskost." „Waarheen zullen wij gaan? Ik ben onbe kend te Nïraes." „Ik niet! Wij zullen naar het hotel du Chemin-de-Fer gaan, waar wij goed bediend en niet te veel gevild zullen worden." „Wijs mij den weg." De ex-secretaris van den graaf De Thonne rieux stak zijn arm door dien van den dokter en beiden sloegen den weg in naar den restau rant, nab(j het station. De twee vrienden bestelden een déjeuner in eene aparte kamer. De eerste minuten gingen stilzwijgend voorbij, kot geluid van vorken was alles, wat er te hooren was, maar toen de eetlust loten nota bene van vuile stukjes karton, met een met potlood of inkt geschreven nummer er op en verder niets), welke hij dan geeft in de plaats van geld. Hij weet het vorder den goedgeloovigen luitjes zeer mooi voor te spiegelen, namelijk, dat toekomende week die loterij trekt, en men niet minder kan trekken dan tien gulden, maar in de meeste gevallen tachtig. Te Warmond heeft hij op die manier eene arme weduwe beetgenomen. Zjj had eenig antiek goed, liet het hem zien en het gevolg was dat het goed in ruil werd gegeven voor loten in de geldloterijwaarop hij zeide in de volgende week terug te zullen komen met zijn vader om tachtig gulden te brengen, tevens opgevende een zoon te zijn van den heer De W., goudsmid te Leiden, aan de Haarlem merstraat, hetgeen bij onderzook is gebleken niet waar te zijn. Bovendien had hij b(j andere personen opgegeven te wonen te 's-Graven- hage en te Rotterdam. Daar hij zijne praktijk in andere gemeen ten zeker ook wel zal uitoefenen, zal de volgende opgaaf van z(jn signelement niet onnuttig zijn: het voorkomen) van een rei ziger (Israëlitisch), bleeke kleur, donkere baard en knevel, bruine oogen, lengte middelmatig, was gekleed in blauw duffelsche overjas, zwart gestreepte broek, awart zijden pet, eerv wandelstok met vernikkelden ronden knop, en tascbje met riem over den schouder. Men zij dus op zijne hoedel Het is thans zeker dat in April te Utrecht een fancy-fair zal gehouden worden ten bate der stichting van een nieuw gebouw voor bet Noderlandsche gasthuis voor behoef tige ooglijders aldaar. Op de gisteren ts Schiedam ge bonden paardenmarkt waren 110 paarden, 2 muildieren en 1 muilezel aan de lijn. Verkocht werden 50 paarden, waarvan de prijzen variëerden tusschen f 70 en f 250. Gisterochtend is te Enschede» een blok huizen van 3 woningen, toebehoo- rende aan S. S., in brand geraakt en voor het grootste gedeelte verbrand. Zoowel huizen als inboedels waren verzekerd. Voorzorg! Met hot oogopen uit vrees voor den persoonlijken of algemeenen dienstplicht hebben te Tilburg, naar de „Bred. Crt." meldt, verschillende personen plaatsver vangers gesteld voor hunne zoons, die toch vr(j T®n dienst zouden zijn, en dit in de hoop, dat hunne jongere zoons daardoor vrijstelling zullen bekomen, als de persoonlijke dienstplicht wordt ingevoerd. een weinig was gestild, begon het gesprek weder. „Dus dat blijft afgesproken, beste Jacques; wij verlaten elkaar niet." „Wij hebben de kwade dagen gedeeld, wij hebben elkaar goed loeren kennen, wjj zijn als voor elkaar geschapen. Wij sluiten eeo verbond tegen de maatschappij, m®t wie wi) eene schuld te vereffenen hebben, en deze schuld zal zij betalen, met ruimen interest. „Je bent van meening, evenals ik, dat e« slechts één veld ter bearbeiding voor ons open ligt?" „Ja; Parijs." „Dan vertrekken wij van hier regelrecht naar Parijs." „Zeker, daar zullen wij goudvelden ontdek ken, rijker dan die van Californië." „Ja, maar willen wij te Parjjs onze plannen ten uitvoer brengen, dan moeten wjj er ons niet als een paar arme drommels, zooals wjj inderdaad zijn, vertoonen. Veertien dagen zul len m(j voldoende z|jn om een van mijne plan nen te volvoeren, maar gedurende die veertien dagen moeten wjj royaal leven, om vertrou wen te winnen." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 9