N°. 9226. Maandag 17 Maart. A0. 1890. Leiden, 15 Maart. Het Roodc Testament. fitmrant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. IEIDS0H FELXJV DHRB OOUSANT: ?wr L«id«n v« 8 ffiuala......1.19. ftraaes per IW. A£*6nderHfk« Hommen.0.09. Door B. en Ws. wordt thans aan den Gem enteraad overgelegd een rapport van commissarissen der Stedelyko Gasfabriek op het reeds vroeger vermelde adres van P. Duy- verman, ontslagen stoker, houdende verzoek dat hot hem aangedane onrecht ongedaan worde gemaakt. In dat adres wordt herinnerd dat „namens de gezamenlijke stokers" onlangs een adres werd gericht aan den directeur, houdende het verzoek om te bevorderen, dat hun één rustdag en één gulden loonsverhooging per week mocht worden toegekend; dat by, bij den directeur ontboden en ge vraagd of hy kennis droeg van het bewuste adres, daarop volmondig overeenkomstig de waarheid toestemmend antwoordde, terwyl zyne kameraads, voor dezelfde vraag gesteld, onder welke invloeden wil h(j voor het oogen- blik onbesproken laten, meenden ontkennend te moeten antwoorden; dat het gesprek, hetwelk hy ter zake met den directeur had gevoerd, van weerszyden een zeer welwillend karakter droeg; zoodat hij, niets kwaads vermoedende, den volgenden dag te werk kwam, doch toen van den baas zonder opgaaf van redenen de mededeeling ontving van te zyn ontslagen; dat hij zich daarop tot driemalen toe by den directeur heeft aangemeld om dezen over <le zaak te spreken, doch eindelijk de bood schap ontving dat de directeur voor hem niet te spreken was; dat hy thans dus, na 8 jaar zwaren dienst zonder één enkelen rustdag en voor een schraal loon, ter zake van een alleszins gepast ver zoek, zonder te zyn gehoord, met vrouw en zeven kinderen broodeloos wordt gemaakt, terwyl hem zelfs een getuigschrift wordt ge weigerd. In hun bovenbedoeld rapport op dit adres zeggen commissarissen der gasfabriek dat het wenschelyk was te weten, wie der stokers hier „de gezamenlijke stokers" heetten te z\jn. Daartoe ontbood de directeur op Zondag 1 December te halftwee de stokers één voor één bij zich, zooveel de arbeid dit toeliet, las hun den brief voor en verzocht ondorteeke- ning. Alleen adressant, door wien de brief met een bekenden geestverwant in eene her berg was besproken, toekende. De anderen van de dagploeg zeiden eenparig den brief niet te kennen en nooit daaronder hun naam te zullen plaatsen, waarbij de meesten hunne verontwaardiging te kennen gaven, dat reques- ROMAN VAN XtVIEU BE MOSTÉriï. T) „Aan mijne lieve meesteressen, aan haar, altyd aan haar. Maar daardoor scheurt myn heer de graaf do wonden van zun hart voort durend open, en deze droefheid zal hem nog dooden." „Je weet wel, dat ik den dood niet vrees. Hy zal my bevrijden van een leven, dat mg eon zware last is, en my vereenigen met haar, die ik beween." „Mpnheer de graaf. „Laat my alleen, myn goede Jéröme." De kamerdienaar boog en verwydorde zich met betraande oogen. Toen het geluid van zpne voetstappen was weggestorven, stond de graaf op, greep de lamp, en naderde met wankelende schreden eene deur, die hy opende. Deze deur gaf toe gang tot eene naburige kamer. De zware gordijnen voor de vensters maakten het hier zolfs op klaarlichten dag donker. De gelieele kamer was met zwart gestoffeerd;, op den achtergrond was eene estrade, waarop twee PRIJS DER ADVHRTBNTXEN: Tea 10 regel. 1.05. Ieder, r.jel moor 0.17ft. Greater, letter, baat pieeternimte. Voor hot i. eren baiten do sted wordt 0.10 berekend. trant op dezo wyze de goede verstand hou- ding tusschen het hoofd en hen, en tusschen i hen onderling d09d gevaar loopen. Enkelen zeidon wel gaarne wat meer weekloon te wil len verdienen, maar niet langs zulk een weg. Des avonds te 6 uren werd dezelfde weg met de opkomende nachtploeg bewandeldook hier geene onderteekenaars en algemeeno veront waardiging, dat „die sociaal" zoo op oigen houtje hunne zaak bedierf. Dit gaf gisting en de directeur, die door bespreking intussehen zu'ne reeds ingewonnen informatiën, nu door do kameraden bevestigd zag, begreep dat, indien den volgenden ochtend te 6 uren adres sant weder in de stokery zou komen, er zeer veel kans bestond op gekrakeel en gemopper, hetgeen juist in den sterk gespannen tyd, aanvang December, met het oog op de distil latie hoog noodig vermeden moest worden. Hy gelastte dus krachtens art. 6 der Verorde=- ning van 30 November 1876 (Gemeenteblad No. 10) den gasmeester adressant onder uit-4 betaling van zyn volle weekloon over de pas aangevangen week, zpn ontslag mede te deelen en hem verder geen toegang tot de fabriek te geven. De arbeid in de stokery is ssdert rustig voortgegaan; alleen, zeggen commissarissen verder, heerschte in de eerste dagen van December do neiging onder de stokers om het gebeurde ongedaan te maken, waarom zy, geheel buiten het hoogere personeel om, in een ingezonden stuk dd. 18 December 1889 in het „Leidsch Dagblad" van hunne meening biyk gaven. Na de terugkomst van den directeur is voorts vanwege de politie in overleg mot de reeds vroeger bekende feiten een onderzoek ingesteld, in hoeverre adressant verband hield met geestverwanten in deze gemeentewaaruit gebleken is, dat geen der stokers van de fabriek met adressant of diens geestverwanten in ver binding is gebleven en dat de gegevens, reeds door den directeur vóór zpn vertrek verzameld, volkomen juist waren. Naar oordeel der commissie zyn echter dus geene termen om op het adres gunstig te be schikken, zoodat zy voorstelt zyn verzoek te wpzen van de hand. De heer J. L. Ternoden wu'st er in het weekblad „Volksbelang" op dat door de meerdere volmaking in het melkerybedryf in den nieuweren tyd, der mindere klasse tot goedkoopen prys een voedingsmiddel wordt aangeboden, dat moer dan ieder ander geschikt is verbetering te brengen in eene I onvoldoende voeding. Dit middel is de afge- I roomde, zoete melk, de magere (tapte) melk. Deze afgeroomde melk onderscheidt zich van de versche, niet afgeroomde waarvoor de naam volle melk zeer juist is door een kleiner vetgehalte. Het onderscheid tus schen volle en magere melk is by de oude, op het land in het klein gedreven, minder wetenschappelijk goede bewerking van het afroomen dor melk in pannen en potten kleiner; by de koudwaterbehandeling of bij het afroomen der melk met centri- fugaal-machines grooter. In het eerste geval levert het product eene zure, dikke melk op, die, wyi zy slechts in bet klein gewonnen wordt, niet zoozeer algemeen wordt gebruikt; in het andere geval echter mot de centrifugaal wordt eene zoete melk verkregen, die haren oorspronkoiyken aard behouden heeft, en in niets van de volle melk onderscheiden is, dan in een aanzienlpk lager vetgohalte. Terwyl de melk by het afroomen naar het oude gebruik minstens 24 uren, in den regel echter 36 uren en langer moet blyven staan, voordat hot vet bovendryft, on de na het afroomen overgeblevene dus reeds ettelyke uren oud is, vermag men met be hulp van de centrifugaal-macbine de volle melk, direct na het melken in room en magere melk te scheiden, waardoor de laatste in verschen en daardoor tevens in zoeten staat te winnen is. Het hoofd onderscheid tusschen de beide soorten van ontvette melk is dus niet alleen in het hoogere en lagere vetgehalte gelegen, maar ook in den zoeten staat, waarin zy verkeert, en tevens in de langere duurzaamheid der magere melk, die met de snelle gewinning door de centrifugaal- machine hand aan hand gaat. Daar het nu in het warme jaargetyde on mogelijk, althans zeor moeilyk is, de afge roomde melk in zoeten staat aan de ver bruikers af to leveren, zoo kan zy slechts in beperkte mate, als zure, dikke melk, enz. worden van de hand gezet: want het ge bruik voor gebak, soepen, meelspijzen, enz. wordt dikwerf door het reeds ingetreden zuur-worden ondoeniyk gemaakt. De met centrifugen gewonnen magere melk kan daarentegen, wegens hst winnen in zoeten staat, tot allerlei voedsel- en spysbereiding worden gebezigd. Met deze werktuigen lieeft, door de snelle rond- draanug, de scheiding tusschen de vetbollotje, en de melk onverwijld plaats. Ook bezigt men hiertoe «operators van den uitvinder Laval, welko op hotzeifde beginsel herneten. De hoer Terneden berekent voorts dat men voor 50 cents aan oenhedon-vredingswaarde- koopt uit mager rundvleesch zonder been '/2 KG. 540 eieren12'/, St. 726 roggebrood ruim 4 KG. 1529 volle melk per liter a 9 cents 5'/2L. 1844 magere „4 12'/, L. 3025. Voor dezelfde geldsom koopt men dus by volle melk 3'/,0 zooveel voedingsstoffen als bij de goedkoopste vleeschsoort; by magere melk ruim 5'/2-maal zooveel. Zelfs by rogge brood vergeleken zyn de voedingsstoffen in de magere melk nog tweemaal goedkooper. Hierby komt nog ten gunste van de melk, dat de voedingsstoffen daaruit beter verteerd worden dan by roggebrood zoowel door kinderon als door volwassenen en uit dien grond dus ook moer voordeel afwerpen. Dat de door centrifugen verkregen magere molk don verbruikers goed bekomt, bewijst de ervaring, in Denemarken, Zweden en Noor- wogen opgedaan. Daar, waar men reeds véér de invoering der melkcentrifugen in staat was, met behulp van de koudwater- of wel de ps- methode eveneens eene vetarme, maar zoete magere melk te winnen, is het verbruik daar van in Duitschland zóó toegenomen, dat het een waar volksvoedsel is te noemen, en zoo wel op de tafel van den gogoede als van den onbemiddelde steeds wordt aangetroffen. Sedert de invoering van de centrifugen is het gebruik der magere melk in de genoemde landen nog meer algemeen geworden. Uit deze regelen blykt genoegzaam, zegt de heer Terneden, dat de zoete, afgeroomde melk evenals de centrifugaal-magere melk een voor- treffeiyk voedsel is zoowel voor kinderen als voor volwassenen en dat het van aanbelang is tot het gebruik van dit goedkoop en krachtig volksvoedsel zooveel mogelijk aan te sporen. Tot gemeente ontvanger te Aalsmeer is benoemd de heer H. Van Dillowijn aldaar. Mgr. Baroncini, laatsteiyk auditeur by het gezantschap van den Paus te 's-Hage, zal zich tegen 26 dezer naar Rofne, zyne nieuwe bestemming, begeven. Op initiatief van den heer M. Van Os te Amsterdam, wordt eene Nederlandsche Veroeniging van Photografen opgericht. Met het ontwerpen der statuten zyn belast de heerenW. Ivens te Nymegen, P. Wepnen te 's-Bosch, C. E. Mógle te Rotterdam, M. Cosman en M. Van Os te Amsterdam. «- Naar wy nader vernemen, heeft de heer Fabius, benoemd inspect, van 't lager onderwijs, ledikanten stonden, met zwarte gordijnen be hangen. Het waren de doodsbedden van de gravin De Thonnerieux en hare dochter. Naby elk ledikant hing een levensgroot ge schilderd portret van de afgestorvene aan don wand. De graaf zette zyne lamp neer, en beschouwde de twee portretten. „Beminde lievelingen, aan u had ik mijn geheels leven gewpd, en uw dood heeft mij alles ontnomenDe strijd zal spoedig vol- streden zyn, het einde nadert, weldra zyn wy weder vereenigd en dan om nooit meer te scheiden." Lang bleef hy op de beide schilderyen sta ren, toen drukte hy zyne lippen op da kussens, waarop hare hoofden rustten, toen zy don laatsten adem uitbliezen, nam vervolgens zyne lamp op en ging weder naar zyne studeer kamer. „Komaan," zeide hy, terwyl hy voor zü'n bureau plaats nam, „het is geen hersenschim, myn einde nadert. Omdat ik geen erfgenaam voor myn naam of mijn vermogen nalaat, wil ik dat na myn dood er hetzelfde gebruik van gemaakt zal worden, als ik by myn leven heb gedaan." Terwyl hy zoo sprak, opende de graaf eene lade van zijne schryftafel en nam er eene enveloppe uit, dio met vyf zwarte zogels was dichtgolakt en waarop mot groote letters ge schreven was Dit is mpn Testament. „Deze akte kan vernieuwd of althans ge- wyzigd worden," sprak do graaf, terwijl hy de zegels verbrak. Hy nam het testament uit de enveloppe en las het na. „Dit spreekt alleen van de kinderen, op d9n geboortedag van Marie ter wereld gekomen, ging hy voort; „de omstandigheden zyn ver anderd, het testament moet ook geheel ver anderd worden." De graaf scheurde het testament in stukken en wierp het in den haard, waarop een zacht vuur brandde. Daarna nam hy een pak papier uit zyn lessenaar en begon het door te lezen. Het was eene omstandige beschrijving van zyn geheels vermogen. „Dit is een belangryk werk," sprak hy, „van den ongetukkigen Pascal Saunier, die twee jaren lang myn secretaris is geweest. Arme jongen, buitengewoon begaafd, maar met oone onweerstaanbare neiging tot het kwade. Ik hield veel van hem, heb het moge- lyke gedaan om hem op den rechten weg te houden, maar myne goede raadgevingen waren nutteloos. Op drie en twintigjarigen leeftijd word hy wegens valschheid in geschrifte tot drie jaren gevangenisstraf veroordeeld. Dit heeft geheel zyne toekomst vernietigd. Er zpn menschen, die met eene neiging tot hot kwade geboren worden, en niets kan die neiging overwinnen. Pascal Saunier behoort onder dezen. Het uur van zyne invryheidstelling nadert. Wat zal hy doen, als hy eenmaal uit de gevangenis komt? Helaas, niets goeds, vrees ik. Hy zal by mg komen met schoone beloften en verzekeringen van berouw, waar hy er geen van meent. Als ik nog leef, zal ik hem eenig geld geven; als ik niet meer in dezo wereld ben. De graaf dacht eenige oogenblikken na. „De ongelukkige Pascal was in mpn dienst," peinsde hy voort, „ik moet hem helpengoed, ik zal het doen." De grpsaard nam een vel gezegeld papier en schreef het volgende: [k, Philippe-Armand, graaf De Thonnerieux, by myn volle verstand, druk hiermee myne laatste wilsbeschikkingen uit en benoem mr. Pérollet, notaris te Parjjs, tot den uitvoerder daarvan." „Mpn vermogen bestaat in twee gedeelten het eene hekend, bet andere onbekend." [Vervolg Onimciijdt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1