Li/Din
flfc
Maandag 3 Maart.
/■T k~ès
feze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit uommer bestaat uit 'VIER
Bladen.
Jïa het eerste levensjaar van
een paard.
Leiden, 1 Maart.
Het verhoor op 's-Gravenstein,
N<\ 9214.
A«, 1890.
fJi-.-CVo
V-7
J'JP*fè Oj vV<:«,
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franeo per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /0.17J.
Grootcre letters naar plaatsruimto. Voor hot in-
casseeron buiten de stad wordt f 0.10 berekend.
We hebben gezien, hoe belangrijk het eerste
levensjaar voor een paard is en hoe het
voedsel den grondslag vormt voor de geheele
verdere ontwikkeling van zijn lichaam. Maar,
niet alleen het voedsel, ook andere zaken
hebben hierop invloed. Het gebeurt niet zel
den, dat een éénjarig paard in den stal aan
den halster staat, maar dit strijd met de leer
van vele hippologen, die het jonge dier de
meest mogelijke vrijheid willen laten, opdat
alle doelen zijns lichaams zich normaal, even
redig kunnen ontwikkelen en het niet ge
dwongen worde eone bepaalde houding aan
te nemen, veeltijds in strijd met de natuur.
Een jong paard moet vr(j en frank kunnen
gaan liggen en daarin door touw noch ket
ting verhinderd wordeneene verkwikkende
rust, een ongedwongen stand, een uitrekken
van do verschillende lichaamsdeelen naar ver
kiezing, het zijn alle omstandigheden, die
invloed hebben op den groei en den vorm des
lichaams.
Dat het, met het oog op een zacht liggen,
niet aan stroo in den stal mag ontbreken, be
hoeft geen betoog. By velen ia het begrip
„paardenstal" vrijwel synoniem met „paar-
denhok" en 't is dan ook geene zeldzaamheid,
jonge paarden aan te treffen, by wier aanblik
we zullen zoggen: Ge zyt onder dak, m. a.
w. ge zijt onttrokken aan do buitenlucht.
Lage, donkere, muffe hokken, dat zyn niet
zelden de verblijfplaatsen van hen, zonder
wie hot ten oenenmale onmogelyk is den
landbouw uit te oefenen.
Lucht is leven! Welnu, laat die uitspraak
ons dan ook bezielen, als we geroepen zyn
paarden te houden, hetzy voor genoegen,
hetzjj in ons bedrijf. Zonder zuivere lucht
geene krachtige ademhaling, geene energieke
strooming des bloods, geen levendige oogop
slag, geen vrooiyk voorkomen. Een in een
ellendig hok bewaard paard is het beeld van
een moedelooze, van een verdrukte, vooral als
daar nog bykomt slechte voeding. Zyr.e ruwe,
stoppelige haren en zyne loomheid zeggen
genoeg, neen, zeggen alles.
Ruim en luchtig zy dus de stal en waar
het geschikt kan, brenge men het éénjarige
paard, minstens eens per dag, een poosje naar
buiten, al is het maar een kwartier. Niet
alleen dat dit eene prettige, gezonde afwis
seling is voor het dier, met zyn verblyf bin
nen vier muren, maar het leert ook alle weer
en wind verdragen, het ^vordt er gehard
door en ongevoelig voor de schrille afwisse
lingen, welke eigen zyn aan den weerstoe-
stand ten onzent. Op de omheinde wandel
plaats, als we het buitenhok zoo eens mogen
noemen, moet het paard de meest mogelyke
rust genieten; het mag noch gejaagd, noch
verschrikt worden.
In den stal van een jong paard behoort
geene ruif te zyn, wel eene mand of een bak,
om er het voer in te doen. Waarom? Zoo-
e'ven spraken we van eene ongedwongen hou
ding; maar geeft eene ruif daartoe wel aan
leiding? Noodzaakt zij wel niet veeleer tot
een gedwongen stand dos lichaams? Door het
rekken naar de ruif wordt de zwaarte van
het lichaam te veel naar den rug en het
kruis verplaatst, waardoor de eerste hol en
het laatste zeer verzwakt kan worden. Dat
zyn voorwaar geene kleinigheden, al hebben
ze, oppervlakkig beschouwd, er den schyn van.
Waarom keurt eene remonte-commissie legio
paarden af? Die vraag geven we tusschen
den tekst ter overdenking. Vooral ook mag
men niet verzuimen een jong paard vlytig te
poetsen. De werkzaamheid van de huid is eene
veelomvattende en staat met de gezondheid
van mensch en dier in het nauwste verband.
Den roskam gebruike men nu liever nog
niet; by maakt de zachte huid te gevoelig
en het jeugdige dier schuw voor eene latere
kennismaking met dit belangrykè werktuig.
Na den volbrachten éénjarigen leeftyd komt
gewooniyk het paard in do wei, hoewel het
eene waarheid is, dat het beste paard ver
kregen wordt op den stal, by het gebruik
van haver en hooi. Het eerste voorjaarsgras
onthoude men den éénjarige, omdat het te
waterryk is en te weinig voedende stof bevat;
wat later verandert dit en 't is in 't best
van den zomer, dat van den weidegang moet
geprofiteerd worden. Maar, zelfs dan zyn alle
weiden niet even recommandabel.
In de eerste plaats moet eene paardenweide
hoog en droog zyn, omdat daarin de grassen
niet lyden aan overmaat van vocht en de
hoeven der paarden er niet in verweekt worden.
Slechte hoeven kunnen in slechte, d. z. lage
weiden worden verkregen; omdat deze door
gaans een vasten bodem missen. Maar ook
moeten de weiden in een krachtigen staat
verkeeren, d. i. goed gemest zyn. Gras en
gras zijn twee, zooals we van meer dingen
gewoon zyn te zeggen en niet alle hout is
timmerhout.
't Is niet genoeg dat het paard gras
eet, 't moet krachtig gras kunnen bekomen,
gras, dat werkeiyk voedt, te meer, als het het
eenige voedsel uitmaakt, wat evenwel voor
een jong paard niet het geval behoort te zyn
eene meerdere of mindere hoeveelheid haver
blyft ook nu eene gewenschte zaak. De over
gang tot de weide moet voorbereid worden;
daartoe geve men 's morgens hooi en haver
op stal en brenge om 9 uren - het land is
dan droog geworden het paard naar de wei
om 12 uren kryge het weer droog voer op
stal en om 2 uren geniete het weer van de
buitenlucht; 's avonds en 's nachts natuurlyk
in het winterkwartier. Eene week later loope
het den geheelen dag buiten en worde het
's morgens en 's avonds met hooi en haver
gevoederd; nog een paar weken later blijve
het nacht en dag buiten, maar, nog eens,
men spare ook dan de haver niet.
Zoodra de herfst in 't land komt en met
hom de gure dagen en nachten, en het gras
minder voedzaam begint te worden, brenge
men het jonge paard weer voorgoed naar
huis; dat eene voorbereiding tot het stalloven
een gewenschte zaak is, ligt voor de hand.
Een middelmatig paard mag dan dagelyks
wel 4 K.G. haver en hooi ad libitum (zooveel
hot lust) hebben. Waarnaar bij jonge paarden
doorgaans niet gekeken wordt? Naar de hoe
ven. En toch zou dat zoo goed zijn. Minstens
4 maal per jaar moeten deze worden byge-
snedeh, omdat ze gewooniyk eerst lang en
smal zyn, maar rond moeten worden.
Wil men nu den bijna 2 jarige vastzetten,
het zy zoo, maar 's nachts doe men dit liever
niet, tenzy hy werkeiyk in een stal en met
in een hok sta. Jonge paarden zyn speolsch
en daardoor zouden ze wol eens met den
halster vast kunnen raken aan 't een of
ander voorwerp en dan gaan rukken, wat
oorzaak van een ongeluk zou kunnen zyn
ook kunnen ze met een poot over het halster-
touw geraken en zoo in eene ongewenschte
positie komen, die kwade gevolgen kan heb
ben. Bedient men zich van eene ruif, dat zy
dan laag zy en geene inspanning van hot paard
eische om haar te bereiken. Een schuine stand
haror latten mag nooit aanbevolen worden,
omdat die oorzaak is, dat hooizaad in de oogen
en op de nekken der paarden valt, waardoor
dezen jeukerig en ongedurig worden. Eene ruif
met rechte latten en aan de achterzydo voor
zien van eene klep, die goopend kan worden,
dat is eene gewenschte.
Kudelstaart, Fehr. 1S90.
G. Dros.
De Practische Ambachtsschool te Leiden
heeft weder de inschryving voor nieuwe leer
lingen geopend.
Op die school bestaat de gelegenheid om
jongelieden op te leiden tot bekwame timmer
lieden, smeden, meubelmakers en huisschilders.
Het onderwys omvat: het bouwkundig
teekenen, de kennis der materialen, bet tim
meren en draaien, het smeden en draaien,
het meubelmaken, houtsnyden en draaien, het
verven, het schilderen van hout- en marmer
soorten, het penseelschryven en het hand-
teekenen.
Voor aanstaande steenhouwers bestaat er
gelegenheid het teekenonderwys te volgen,
in hoofdzaak het ornament- en lettertoekenen.
Teekenbehoeften, gereedschappen en werk
kielen worden den leerlingen kosteloos ver
strekt.
De cursus duurt 3 jaren.
Het schoolgeld bedraagt f 10, f 5, of f 2.50,
met dien verstande, dat zoons van hand
werkslieden de ambachtsschool en tovens de
avondschool van het genootschap „M. S. G."
bezoeken, te zamen voor f 5
Voor twee of meer zoons uit hetzelfde ge
zin wordt voor ieder slechtsvan het school
geld betaald.
De inschryving is geopend tot den 15den
Maart 1890.
Voor smeden zyn thans geene plaatsen
beschikbaar.
By den heer T. H. Ytsma op de Bree-
straat wordt de volgende week gefjcposeerd
„Een zomeravond," van den heer T. W.
Ouwerkerk alhier.
Door den heer Friedrich August baron
I Von Lfihdorf is aan 'sRyks Etbnographisch
Museum te Leiden ten geschenke gegeven
een aantal voorwerpen, afkomstig van in
boorlingen van het gebied van den Beneden-
Amoer, in Aziatïsch-Rusland, welk gebied tot
dusverre nog schaars in ethnographiscbe
musea vertegenwoordigd is. De nadere om-
schrijving vindt men in de Staatscourant van
heden. Aan don schenker is de dank der
Regeering betuigd.
Door den minister van financiën is be
paald dat surnumerairs, benoemd tot ontvan
ger, voor reizen tot het aanvaarden dier be
trekking geene kosten in rekening mogen
brengen, ook dan niet, wanneer zy, om de
eene of andere reden, het kantoor, waartoe
zy benoemd zyn, nog eenigen tyd als surnu
merair moeten waarnemen
feuilletons
of de zwartjes-bende.
17)
Deze recht christelyke toespraak van zyn
wereldlyken rechter, uit oen hart vol rnede-
doogen opgeweld, bleef, althans voor dit
oogenblik, met zonder merkbaren invloed op
het gemoed van den schuldigen man. Hy be
loofde, verder in alles de waarheid te zullen
spreken, en verzocht om een geestelyke, het
geen hem werd toegezegd.
Zou men na al den arbeid, tot zyne zede-
lyke redding aan hem besteed, nu niet ver
wacht hebben, dat Himmelgarden tot oprecht
berouw en inkeer zou gekomen zyn? Helaas!
weldra was weder de indruk, weikon de
laatste, liefde-ademende toespraak van zyn
rechter op hem bad teweeggebracht, ver
vlogen. De pastoor van Woerden, die Himmel
garden getrouw bezocht, vond hem in de
eerste dagen weder even halsstarrig en wre
velmoedig als te voren. Diezelfde verstoktheid
van ziel betoondo by by een nader verhoor,
dat op don 16 ten November gehouden werd,
doch moest wordon afgobrokon, omdat hij, Da
eenigen tyd betameiyk en naar waarheid te
hebben geantwoord, opnieuw blyken van zyne
booze geaardheid gaf. Het verhoor werd
daarom ruim acht dagen daarna hervat; by
was toen weder handelbaarder en meer ge
dwee; de moord te Loosduinen werd by die
gelegenheid door hem in al zyne akelige
kleuren beschreven, en men zag daarby nog
eens zyne zwarte ziel terdege uitkomen.
By al de afgryselykheid van dat tooneel en
in weerwil van den woesten, gewelddadigen
aanval en de opbruising van hartstochten,
waartoe deze aanleiding moest geven, had
Himmelgarden echter toen nog koelbloedigheid
genoeg bezeten om duidelyk te onderscheiden,
wat in do byzonderheden daarby omging.
Volgons zyn zeggen was de man het eerst
onder den voet geraakt en afgemaakt; de
ongelukkigen waren als koren gedorscht tot
zy den adem hadden uitgeblazen; de vrouw
had, nadat' haar door herhaalde knuppelsla
gen reeds verscheidene zware wonden waren
toegebracht, nog op eene aandoenlijke wyze,
met aanbieding van al haar geld en goed, om
het behoud van haar leven gesmeekt; doch
vruchteloos! De monsters hadden zich met
haar gekerm vermaakt en haar zonder mede
doogen om hals gebracht.
Op grond d r overtuigende bewijzen, in deze
1 rechtzaak voorhanden en van de eigen be
kentems van Himmelgarden zeiven werd door
den baljuw eerlang ter hooge vierschaar der
stad en lande van Woerden de gerechtelyke
eisch tegen don misdadiger ingesteld, en by
vonnis van schepenen, den 3den December
gewezen, werd Johan Heinrich Himmelgarden
dienovereenkomstig tot de doodstraf veroor
deeld. Het was op Vrydag den 13den Decem
ber 1805, dus juist één dag na hot tijdstip,
waarop voor de eerste maal de diefstal te
Nieuwerbrug, die zulke gewichtige gevolgen
had opgeleverd, verjaard was, dat, overeen
komstig de toenmalige wyze van rechtsple
ging, de doodstraf aan Himmelgarden door
den baljuw op eene plechtige wyze, in het
openbaar moest worden aangezegd. Hot ge
rucht, dat van den schier voorbeeldeloozen
misdadiger, van de ongehoorde wreedheid en
aaneenschakeling zyner misdryven, van zyne
listigheid en verstoktheid en van de merk
waardige wyze der ontdekking zyner gruwe
len naar alle oorden van ons vaderland was
uitgegaan, had eene ontelbare menigte naar
Woerden doen samensfroomen om deze plech
tige, openbare terechtzitting by te wonen.
Nauwelyks kon het binnenplein van het kasteel
te Woerden den verbazenden toevloed van
aanschouwers bevatten.
Men had intyds gezorgd, dat er eene ge
noegzame gewapende macht aanwezig was
om de orde en stilte te handhaven; maar
deze voorzorg bleek overbodig te zyn, want
de stilte eu eerbied, welke onder de menigte
heerschten, waren inderdaad treffend en
indrukwekkend. De tafels en stoelen, waaraan
de leden der hooge vierschaar en der stede-
lyke regeering in hun plechtgewaad waren
gezeten, waren met zwart bekleed. Aan het
boveneinde van den kring der vergadering
zat de veroordeeldetegen hem over, aan het
benedeneinde der tafel, had zich de baljuw
geplaatst en sprak van daar tot den gevan
gene Na het zwart register zyner euveldaden
kortelijk te hebben doorloopen en den mis
dadiger den tyd, op welken de doodstraf aan
hem zou worden voltrokken, te hebben aan
gekondigd, besloot de baljuw zyne treffende
aanspraak met de volgende indrukwekkende
woorden
„Denk niet, Himmelgarden 1 dat ik uwe
misdaden e.i uwe zeldzame halsstarrigheid u
herinner, om u in den laten avondstond van
uw leven bitterheden aan te doen. Ach neen,
i ongelukkig medomensch! Ik beschouw u met
harielyk medelyden."
iSlot volgt.)