SCÏÏ DAGBLAD.
Leiden, 28 Februari.
Het verhoor op 's-Gravenstein,
N°. 9213.
PRIJS D2BE®, COURANT i
vOOï Leiden per S caaandta.1.19.
?s*soe per post1.49.
&&eederl$lie Nommora.9.96.
§ese jouraat wordt dagelijks, mi uitsondering
van <£[on- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DSE ADVEBTENTIBN:
Van l9 regele 1.06. I6dere r«g«l meer 9.196
Grootera letters near plaatsruimte. Voer keè te
oM8eeren buiten de stad wordt 0.10 feerekccd.
Benoemd is tot directeur der gasfabriek
te Utrecht - uit 42 sollicitanten (36 uit 't
binnen- en 6 uit 't buitenland) de heer D.
Van der Horst, directeur der gasfabriek te
Leiden, die met dr. Neurdenburg, van Breda,
op het tweetal stond. De heer Van der Horst
kreeg 20. de heer Neurdenburg 9 st.op
den heer Polet, van Middelburg, was 1 stem
uitgebracht.
Aan deze betrekking is verbonden eene
jaarwedde van 6000.
Aanstaanden Zondag, des voormiddags
te tien uren, zal voor de Hervormde gemeente
te Warmond optreden ds. F. Oberman, pre
dikant te Leiden.
De heer J. Verdujjn, te Oudshoorn aan
den R\jn, heeft zyn ontslag als lid van den
gemeenteraad ingediend, aangezien hy eer
lang de gemeente gaat verlaten.
Door den gemeenteraad van Oudshoorn is
met algemeene stemmen besloten aan Z. M.
den Koning ontheffing te vragen van de
verplichte heffing van schoolgirl.
Uit 's-Gravenhago c' ...11 uat
gistermiddag dr. Donkersloot in tegenwoor
digheid van vele geneeskundigen en belang
stellenden ter aarde is besteld. De lykkist
was met kransen versierd. Aan de groeve gaf
dr. Hendrik De Jong, de voorzitter van de
Haagsche afdeeling der Maatschappij voor
Geneeskunde, eene levensschets van den werk-
zamen man, bij wien het streven om de ge
breken te verbeteren, welke op wetenschap*
pelijk en maatscEappelyk gebied de genees
kunde aankleven, gepaard ging met liefde
voor de menschheid.
In plaats van den tot kapitein benoemden
lsten luit. A. 0. Verbeek, wordt bij het kol.
werfdepot gedetacheerd de 1ste luit. M. J. L.
Oudshoorn, van het 2de reg. inf.
De 2de luit. F. J. Baerveldt. bestemd voor
Oost Indië, zal den 29sten Maart per „Prins
van Oranje" vertrekken en te Genua scheep-
gaan.
Te Amsterdam is overleden de heer
J. D. G. Grootveld, sinds eene lange reeks
van jaren decoratieschilder aan den Stads
schouwburg en het Paleis voor Volksvlijt.
De gemeenteraad van Amsterdam heefc
benoemd tot gewoon hoogleeraar in algemeene
geschiedenis (middeleeuwsche en nieuwe),
vaderlandsche geschiedenis en staatkundige
geschiedenis aan de gemeentelijke universiteit
aldaar, dr. H. C. Rogge, bibliothecaris der
universiteits-bibliotheekde heer Th. P. H.
Van Aalst, tweede op de voordracht, bekwam
10 stemmen.
Tot leeraar in de Spaansche en Ilaliaansche
talen aan de openbare Handelsschool, is be
noemd de heer C. Gambino.
Tevens is aangenomen de voordracht tot
ruil van gronden by de Huiszitteosteeg met
den Staat, in verband met de uitbreiding
van het postkantoor, en tot verkoop aan den
Staat voor 10 000 van de schilderijloods
op het Damrak, om als tijdelijk post- en
telegraafkantoor te dienen.
In antwoord op eene vraag van rar. Wil-
leumier, of op den avond vóór den brand in
den Schouwburg daar alles in orde was,
antwoordde de Voorzitter toestemmend; om
trent de vermoedelijke oorzaak wenschte hy
het justitiëel onderzoek niet vooruit te loopen.
Naar het „Vad." verneemt, kan binnen
kort in de Tweede Kamer van liberale zijde
eene interpellatie worden verwacht over de
verandering in het Ministerie.
Den 27sten Febr. heeft te 's-Gravenhage
aan het departement van buitenlandsche zaken
door de gevolmachtigden van Nederland en
België, de onderteekemng plaats gehad eener
verklaring ter vervanging van die van 3 April
1884. houdende wijziging van het reglement
betn-ffende de visscherij en den vischhandel,
den 20sten Mei 1843 tusschen beide landen
vastgesteld.
Gemengd N ieuws.
Gisteravond ontstond er in de
Dykstraat, te Kralingen, een hevige brand.
De bewoners der buurt trachtten het vuur
aanvankelijk met emmers water te blusschen,
wat echter, ondanks alle krachtsinspanning,
niet mocht gelukken. Daarna werd alarm
gemaakt, en toen de brandweer op het terrein
verscheen, stond het gebouw in lichterlaaie.
Het gelukte de brandweer den brand te bluf-
schen. Naar de „N. R. C." verneemt, is van
de inboedels der bewoners niets verzekerd.
De 21e luitenant D. H. Brond-
geest, van het 3de reg. huzaren, zal een
hem verleend buitenlandsch verlof" van zes
weken besteden tot het maken van een groo-
ten afstandsrit T an 2500 a 3000 KM.
Er loopen te Soest geruchten
dit de arbeider B. zijne vrouw mishandeld
heeft, zoodat de dood volgde. Op last van
den officier van justitie is het lijk gisteroch
tend naar Utrecht gebracht om gerechtelijk
geschouwd te worden.
De oudste vrouw van Weenen,
Magdalena Ponza, is dezer dagen op 114-jarigen
leeftijd overleden. Eenigen tijd geleden ver
leende de gemeenteraad van Weenen der vrouw,
die zeer behoeftig was, een pensioentje. Ondanks
de ontberingen, welke zy had te doorstaan, is
zij slechts eens in haar leven in haar 109de
jaar in doktershanden geweest, en toen
alleen omdat zij het ongeluk had gehad van
de trappen te vallen. Twee weken bleef ze in
bed en hervatte toen haar werk, dat o. a.
hierin bestond, dat zy éénmaal in de week
den vloer schrobde. Dit hield ze tot voor
2 jaren vol. Sedert bracht zy hare levensdagen
byna voortdurend in haren armstoel door.
Volgens een bericht uit Cannes
aan de „France," zou de ex-keizer van Brazilië
besloten hebben aan zijne vroegere onderdanen
een brief te zenden, behelzende zijn afstand
van den troon, in de hoop dat de regeering
hem alsdan zal vergunnen naar Brazilië terug
te keeren.
Te Nieuw-Albanië, in Indiana,
(Ver. Staten) zijn drie geneesheeren in hech
tenis genomen, omdat zij met behulp van
twee negers de lijken op het kerkhof op
groeven, ten einde deze voor wetenschap
pelijke onderzoekingen te gebruiken. Tijdens
een hevig onweer waren de geneesheeren
van Louisville, aan de andere zjjde van de
Ohio gekomen, om hun voornemen ten uit
voer te brengen. Toen de politie hen in hech
tenis wilde nemen, verzetten de doctoren
zich, zoodat een der negers door de agenten
werd doodgeschoten.
De Parijsche commissaris van
politie Clément heeft een onderzoek ingesteld
in zake eene aangelegenheid, waarover veel
wordt gesproken, omdat de heer Georges
Hugo, de kleinzoon van Victor Hugo, er by
betrokken is.
De heer Hugo, die in geldverlegenheid
verkeerde, is in handen gevallen van woeke
raars, die hem eene onbeduidende som leenden,
maar hem verschillende schuldbewyzon lieten
teekenen tot een bedrag van 100,000 francs.
De heer Lockroy, de voogd van den jongen
Hugo, heeft zich toen met de zaak bemoeid.
Voorloopig zyn de beide geldleeners in hech
tenis genomen.
Een geweldige sneeuwstorm
woedde dezer dagen in West Frankryk. Even
eens is in Gard, Hórault en Aube sneeuw
gevallen. Te Parys is het buitengewoon koud.
Ook in het westen der Vereenigde Staten
hebben hevige stormen gewoed, welke vooral
in Noord-Texas groote schade aanrichtten. Te
Santa-Fé werden een paar groote gebouwen,
te Gainsville het spoorwegstation en 20 huizen
verwoest. De kleine stad Brownsville, in Te;
nessee, welke byna geheel uit houten huizen
bestond, is grootendeels vernield en een aantal
personen is gewond. Te Hamilton, in Ohio, is
door eene overstrooming groote schade teweeg
gebracht.
Donderdag-nacht ontstond te Elten
(Duitschland) brand in de kom der gemeente,
aan de Markt, en wel in den stoomkoren-
molen van den heer Düffels, en had spoedig
zoo'n onrustbarende uitbreiding verkregen,
dat aan blusschen niet te denken viel. Het
huis van den vleeschhouwer Nathan werd
mede in de asch gelegd, terwyi de overige
belendende gebouwen veel brand- en water
schade te lyden hadden. De oorzaak van den
brand is niet bekend; deze is vermoedeiyk
ontstaan in het machinegebouw. Alles was
verzekerd. Van de roerende goederen is byna
niets gered.
Eene Fransche torpedobootis
op eene zandbank naby Costa-de-Mira, op de
Portugeesche kust, gestrand. De bemanning
werd gered.
Te Nieuw-York hebben omstreeks
2000 kleedermakers wegens geweigerde loons-
verhopgiDg het werk gestaakt.
INGEZONDEN.
Fanfare- of Instrumentale muziek
gezelschappen.
Mijnheer de Redacteur
Onder bovenstaanden titel kwam in uw blad,
eenige dagen geleden, een ingezonden stuk
voor, geteekend Masque de fer, waarin ge
wezen wordt op het groote nut en genoegen,
dat er in gelegen ligt door het oprichten en
bestaan van muziek-vereenigingen op kleine
plaatsen.
Geheel instemmende met den inzender van
bovenbedoeld stuk, is het doel der plaatsing
van deze regelen alleen, meer algemeen be
kend te worden, dat er te Warmond reeds sinds
1868 eene Harmonie-vereeniging bestaat uit
25 werkende en ruim 80 kunstlievende leden,
welke eersten de laatste 4 jaren met uitste
kend succes hebben gewerkt en vele aange
name avonden hebben verschaft, dank zy de
goede zorgen van het bestuur en de bekwame
leiding van den muziek directeur.
Met de opname dezer regelen zult UEd.
zeer verplichten
Warmond, UEd. dw. dienaar,
28 Februari 1890. Een 7nusicu$.
of dë zwartjes-bende.
12)
Het was inmiddels aan het geheugen van
den rechter niet ontgaan, dat by gelegenheid
van het merkwaardig verhoor van Vrydag,
den 12don Juli, Himmelgarden en Peter Al-
bert in hunne woede elkander ook iets ver
weten hadden van een moord by Loosduinen.—
Te 's-Gravenhage, alsook te Oudewater, be
vonden zich thans eenigen van deze uitge
strekte bende in hechtenistwee dezer boos
doeners waren door den baljuw der laatst-
gemelde stad aan zyn ambtgenoot van
Woerden, als onder diens rechtsgebied be
hoorende, overgegevendoch deze had beiden
op het daartoe gedaan verzoek aan den
hoofdofficier van 's-Gravenhage afgestaan,
omdat men deze booswichten verdacht hield
van den moord, welke in de maand October
van het jaar 1798 aan twee bejaarde lieden
in .eene herberg aan den weg by Loosduinen
was begaan.
Dit geval had destyds veel gerucht ge
maakt, vooral wegens de gruwzame wyze,
waarop die menschen om het leven waren
gebracht, en het gerecht van 's-Gravenhage
had geene middelen onbeproefd gelaten om
de daders daarvan op het spoor te komen
en in handen te krygen. Om de omstan
digheden van dien moord en het verband,
waarin die tot deze geschiedenis staat, te
beter te kunoen overzien, zal het niet on
dienstig zyn, dat wy de narichten, welke
wij dienaangaande in de oorspronkelyke akte
van onderzoek vinden medegedeeld, hier
kortelyk inlasschen. De lezer moet daartoe
zeven jaren terug en op een ander tooneel
gevoerd worden.
Het was in den vroegen morgen van den
18den October des jaars 1798, dat eenige
boeren, onder Loosduinen woonachtig, by den
baljuw der stad 's-Gravenhage, tot wiens
rechtsgebied die gemeente destyds behoorde,
kwamen aangeven, dat in dien afgeloopen
nacht in eene herberg aan den Loosduinschen
weg, „bet huisje Halfwegen of de Laatste
Stuiver" genaamd, de bewoners, twee bejaarde
echtelieden, op eene onmenschelyke wyze
vermoord waren. Schuins daarover, op zekeren
afstand, meer landwaarts in, woonde een land
bouwer, die in dien nacht was overleden, en
een der aangevers, die zich te diens huize
had bevonden, was met nog een paar buren
naar de woning van Lagerwey zoo heette
de waard uit „de Laatste Stuiver" gegaan
om eene flesch sterken drank te halen. Daar
komende, vonden zy de huisdeur ongesloten
en, op hun herhaald geroep en kloppen geen
gehoor krygende, vatten zy vermoeden van
onraad op Dewyl de duisternis hun niet toe
liet de voorwerpen duidelyk te onderscheiden,
en de voorzichtigheid hun verbood de woning
binnen te gaan, keerden zy naar het sterf
huis terug en begaven zich, voorzien van een
lantarenlicht, in gezelschap van nog meer
andere buren, andermaal haar de herberg om
te onderzoeken wat er van de zaak was.
Toen zy de huisdeur geopend hadden, zagen
zy met behulp van de lantaren over de onder
deur, dat ook de deur van eene voorkamer
openstond, en dat in deze kamer de waard
Arend Lagerwey en zyne vrouw levenloos op
den grond uitgestrekt en in hun bloed badende
lagen. De morgenschemering was intusschen
begonnen aan te breken, en daar niemand van
hen bet in dezen toestand raadzaam oor
deelde de woning binnen te gaan, hielden
eenigen voor het huis de wacht, terwyi de
aangevers zich naar de stad spoedden om
deze zaak ter kennis van den rechter te
brengen.
De baljuw vau 's-Gravenhage, vergezeld
van twee rechters-commissarissen, den secre
taris des gerechts, een onderschout en diena
ren, liet zich spoedig ter aangewezene plaatse
in de woning van den herbergier Lagerwey
vinden. By de opneming der omstandigheden
bleek dat de beide oude lieden op eene gruw
zaam wreedaardige wyze om het leven waren
gebracht; de man had elf, de vrouw tien
wonden, meest op het hoofd en in de naby-
heid van den hals en het aangezicht, en, naar
het scheen, waren deze hun door zware knup
pelslagen toegebracht, hetgeen daarna by de
geneeskundige schouwing ook bevestigd werd.
Overigons werd alles in een deerlyk verwar
den toestand bevonden; kasten en kisten in
de verschillende vertrekken van het huis
waren geopend, de goederen geheel of gedeel-
toiyk daaruit gebaald, en hergeen de boos
doeners niet hadden medegenomen, lag door
het huis gesmeten en verstrooid. Er was
echter buitenshuis geen spoor van braak te
vinden alles scheen veeleer te bewyzen, dat
de daders, zonder geweld te hebben gebruikt,
de woning waren binnengekomen en zoowel
met de gesteldheid van het huis als met de
bergplaats van sommige goederen niet onbe
kend moesten zyn geweest.
Wordt vervolgd.)
Zaterdag 1 Maart. A°. 1890.