N°. 9212.
Vrijdag J3® Februari.
A0. 1890.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Premie Leidsch Dagblad.
Onze Minister
en andere Novellen,
Twee IVovellen
Leiden, 27 Februari.
|in jouraat wordt dagelijks, met ultsonderiag
roa &oa- ea fieestdagea, uitgegeven.
Feuilleton.
Iet verhoor op 's-Gravenstein,
LEIDSCH
DAGBLAD.
7EIJB Dim OOmAMTl
Vaat Udn pi uute. i.it.
Fiiam pw portLM
I ÉHi f i 'K'r loaimMi.
De Ingenomenheid, waarmede onlangs het
Premie-boekwerk„Het Testament va»
■erroBW Be Tennettc" van Girard
fCtu.EE werd ontvangen, heeft den Uitgever
dezer courant doen besluiten onzen Abonné's
logmaals een Premie-boekwerk van denzelfden,
ilgemeen gevierden schrijver aan te bieden.
Er z(jn er thans twee, waaruit de Abonné's
sens keuze kunnen doen. Het ééne is getiteld
lerwyl het andere tot titel voert:
j(;De hecren Stalen en Ochave.)
De naam van den Schrijver ie voldoende
vaarborg dat ook de inhoud van deze beide
verken van degelyken, onderhoudenden aard is.
Binnen enkele dagem zal in one blad de
ea worden afgedrukt, waarmede één dezer
verken tegen betaling van SM Cents aan
|mis Bureel kan worden afgehaald.
Aan de universiteit alhier is het doctoraal
examen in de rechtswetenschap afgelegd door
fen heer J. J. Hagen.
beschikking van den minister van
nnenlandsehe zaken van 26 dezer, is, met
cgang van heden, benoemd tot amanuensis
l\j de universiteit alhier, de heer K. F. L.
kan dor Woerd, thans custos by de physiologie
|an die universiteit.
Omtrent het aandeel, dat onze stadge-
oot de heer Mann heeft gehad in het zoo
l(j uitstek geslaagde feestconcert, ter eere van
kitolai'e-jubileumin Den Haag gegeven, schrijft
|st „Vaderland":
„Wie zou het geloofd hebben dat die 70
Irkestleden, nit alle hoeken van het land
|l)eengekomen, en wier samenwerking in de
egeleiding zoo zeker, in de orkeststukken
Joo klankschoon was, slechts éénmaal hadden
gerepeteerd? Eere wlen eere toekomt; be-
Balve aan de spelers zeiven, aan den heer Mann,
jio als dirigent het leeuwendeel van het
muzikale werk deed en zich als zoodanig hoo-
gelijk onderscheidde."
In het „Nieuws van den Dag" schrijft de
heer Dan. De Lange: „Nadat de jubilaris met
zijne echtgenoote te halfacht in de Konings
loge had plaats genomen, werd het feest ge
opend met een „Feestvoorspel", door den heer
Mann voor deze gelegenheid vervaardigd. Dit
werk kenmerkt zich, zooalB alle werken ven
dezen componist, door eene groote mate van
natuurlykheid en frischhtid. Dat de componist
by zulk een voorspel niet in diepzinnige be
spiegelingen vervalt, mag men hem als ver
dienste aanrekenen; toch is de combinatie
der twee hoofdmotieven aan het eind van het
werk een bewys voor de gemakkelykheid,
waarmede Mann zyne kunst bekeeracht. De
orchestratie is voortreffeiyk te noemen; op
dat punt is de componist een groot meester.
„Hierna vertolkte de uitstekende klarinet
tist Chr. Kriens het andante uit het klarinet
concert van Mann. Het lieve werk werd op
heeriyke wyze door den heer Kriens uitge
voerd. Èn de toon èn de vaardigheid van den
speler zijn om het zeerst te roemen; daarbij
zegt h(j de muziek op buitengewoon intel
ligente en warme wyze. Te verwonderen is
het niet, dat zoowel na het voorspel als na
dit andante warme toejuichingen weerklonken,
die zeker naast den componist der boide wer
ken eveneens den uitvoerende, neen, de uit
voerenden golden. Want behalve de heer Kriens
hadden in deze beide werken de zeventig
medewerkenden in het orkest getoond wat
men met eene massa, saamgesteld als deze,
kan tot stand brengen zoodra een bekwaam
leider als Mann aan het hoofd staat. De klank
van het strykquartet was schitterend en de
samenwerking der blaas instrumenten liet ter
nauwernood iets te wenschen over. Ja, zelfs
aarzel ik niet te beweren, dat men zelden
zulk een schoon effect van het koper te hooren
krygt.
„Nog beter dan in deze twee eerste werken
kon ikover de schoons eigenschappen van
dit orkest oordeelen by de uitvoering van het
intermezzo en rondo uit Lalo's concert voor
violoncel. Dit moeilyke werk werd met groote
zekerheid en intelligentie begeleid en dat
heeft veel te beteekenen. Den beer Mann en
allen uitvoerenden breng ik daarvoor warme
hulde; zy allen hebben zich als werkelyke
kunstenaars doen kennen."
De eeretaanwezend-ingenieur te 's-Gra-
venhage zal, onder nadere goedkeuring van
den minister van oorlog, den llden Maartin
hot openbaar aanbesteden: het aanbrengen
van bliksemafleiders op het militair hospitaal
te Leiden. (Begrooting f 1000.) De aanbe
steding zal geschieden in het genie-magazyn
by de kazerne Den Doelen te Leiden.
De gemeenteraad van Kampen heeft met
8 tegen 7 Btemmen het voorstel van B. en
Ws. verworpen, om tot dekking van het tekort
in de geldmiddelen der Kweekschool voor
Bewaarschoolhoudereesen te Leiden, tot weder-
opzeggens eene jaariyksche bydrage van f 25
te verleenen.
De bisschop van Haarlem heeft benoemd
tot kapelaan te Nootdorp den weleerw. heer
C. J. Boumantot kapelaan te VÜBSingen den
weleerw. heer J. S. Van Buchem, die kape
laan was te Zoeterwoude; tot kapelaan te
Alfen den woleerw. heer C. J. A. Borskoom,
die kapelaan was te Monster, en tot kapelaan
te Amsterdam (H. 'Catharine), den weleerw.
heer W. M. Nix, die kapelaan wadte Noordwyk.
Naar wy vernemen, heeft de heer T. H. P.
Van Alphen, wonende te Botterdam, de be
noeming tot lid van de Berste Kamer der
Staten-Generaal aangenomen.
Dinsdag, 4 Vaart a. s., wordt door den
gezant van het Duitsche keizerryk, baron Von
Saurma, te 's-Hage, het eerste gastmaal ge
geven van eene reeks diplomatieke diners,
welke Z.Exc. gewooniyk aanbiedt.
Ds. De Meyers, te Bodegrave, heeft voor
het beroep naar Den Helder (Ev. Luth. ge
meente) bedankt.
Het hotel „Zeerust" te Scheveningen
is verpacht aan den heer J. C. De Greef Jr.,
te 's-Hage.
De Rotterdamsche tram leverde in 1889
voor hare aandeelhouders een dividend van
7'/s pCt. op.
Naar het „Vad." verneemt, zal eerstdaags
den heer W. Van Konynenburg, den yverigen
en bekwamen secretaris van de hoofdcom
missie voor de herziening van de belastbare
opbrengst der ongebouwde eigendommen, door
de voorzitters der schattings-commissies een
huldeblijk worden aangeboden.
De minister van binnenlandscbe zakea
heeft, uit overweging dat jhr. mr. A. F. De
Savornin Lobman ingevolge art. 96 der Grond
wet van rechtswege het lidmaatschap van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft
verloren, en dat derhalve eene verkiezing van
een lid der Kamer moet plaats hebben in
het hoofdkiesdistrict Goee, bepaald lo. dat
de verkiezing van een lid der Tweede Kamer
van de Staten-Generaal in het hoofdkiesdis
trict Goes zal plaats hebben op Dinsdag 18
Maart a. s.2o. dat herstemming, is die noo-
raUl DEE AD VEE TENT IEN:
▼sa 1—S ratals l.Si. Iaden ratal maar/A1H-
SrooUra lattsra Mar plaatsruimte. - Vaar gal fte-
buiien da stad vordt 0.1S barabami
dig, zal geschieden op Dinsdag 1 April daar
aanvolgende.
De minister van justitie heeft, opgrond
van artikel 2 van het koninklyk besluit van
21 Februari 1890 en krachtens het koninklyk
besluit van 15 Februari 1890 het volgende
bepaald
lo. dat zal bevoegd zyn: in de eerste ar
beidsinspectie de inspecteur van den arbeid
dr. H. F. Kuypor, wien als standplaats wordt
aangewezen de gemeente Breda; in de 2de
arbeids inspectie de inspecteur van den ar
beid A. D. P. V. Van Lüben Seis, wien als
standplaats wordt aangewezen de gemeente
Zwolle; in de 3de arbeids-inspectie de inspec
teur van den arbeid H. TV. E. Struve, wien
als standplaats wordt aangewezen de gemeente
Haarlem,
Eene aangename herinnering aan het
feest, door den heer Nicolaï op 21 Februari
te 's-Hage gevierd, is deze voornemens aan
de leeraren en de leerlingen der Koninklyke
Muziekschool aldaar ten geschenke aan te
bieden, nl. photographieén, in verschillende
groepen genomen door den heer Henri De
Louw te Delft. De photographieén zyn zeer
goed geslaagd; afzonderiyk zyn genomen de
solfège-, koor- en orkestklassen en al de leer
lingen zyn uitmuntend getroffen. Van de
leeraren is eene afzonderlyke groote photo-
graphie gemaakt, terwyl ook afbeeldingen
zyn genomen op verschillende oogenblikken
van de huldebetooging in het gebouw der
Muziekschool, o. a. by do uitvoering van den
Feestmarsch, die eveneens welgeslaagd mogen
heeten en het atelier van den heer De Louw
eer aandoen.
De gemeente Amsterdam stond indertyd
het terrein voor het Panorama-gebouw in de
Plantage aan de Panorama-Maatschappy af,
op voorwaarde dat het gebouw steeds be
stemd zou biyven voor eene inrichting van
knnst of wetenschap.
Er is dne, zegt het „Hbl.", geen bezwaar
het Panorama-gebouw te veranderen in een
echouwbnrg, wanneer technische moeilykheden
dit niet beletten.
In hoeverre die verandering mogelyk is,
wordt thans bestudeerd door den architect
van het gebouw, don heer I. Gosschalk,
daartoe uitgenoodigd door het bestuur der
Panorama-maatechappy.
Men meent dat de herschepping van het
gebouw in een groot amphitheater met ééne
galery, of in een ruim parterre met hoog1
oploopend amphitheater (als in het Trocadero-
paleis te Parys) geen technisch bezwaar zal
of de zwartjes-bende.
II)
Dit kon echter van geen langen duur
|jn, daar men bemerkte, dat hy, zoowel als
vee van zyne medeplichtigen, pogingen tot
blfmoord in het werk stelde. By dien vorigen
pzelschapsgevangene werd er daarom nog één
pvQogd en by hem geplaatst, ten einde vei-
te zyn tegen beide afschuwelyke onder-
femingen.
De hoop om naar Woerden teruggevoerd
worden begon by Himmelgarden allengs te
brminderen. Zyne door angst en wroeging
fefolterde ziel had daarom behoefte aan eene
hdere beguicheling tot afleiding van de voor-
lollingen, welke haar martelden. Hy beraamde
lederom eon ander plan en verzocht om te
lorden gehoord. Men verwachtte e9ne vol-
Idiger bekentenis te zullen hooren, maar
prre va daar 1
I Hy virg aan met alles te loochenen, zeg
ende „nat hy geheel verbijsterd was geweest.
Ion hy zaken had bekend en beleden, waar-
In hy nooit had gedacht, laat staan deel
bhad; hy had de anderen, die men als mede
plichtigen wilde opdringen, nooit gezien of
gesproken, veelmin iets met hem misdreven
al hetgeen door hem zoogenaamd beleden
was, had hy gezegd, omdat men daarop zoo
had aangedrongen en men toch scheen te
willen hebben, dat hy daaraan schuldig stond
in zyne verbystering had hy eindeiyk alles,
wat men verlangde, toegestemd, doch nam dit
thanB, tot kalmte wedergekeerd, alles terug."
Welk eene onbeschaamdheid I Welk eene
mate van verblinding, te gelooven dat de
rechter dit voor goede munt zou aannemen
aan den eenen kant, maar van schaamtelooze
list ook aan de andere zyde, daar by de toen
malige wyze van rechtspleging hetgeen
Himmelgarden voorzeker niet onbekend was,
nog de gave bekentenis van den beschuldigde
zeiven vereischt word, om de bewyzen in een
rechtsgeding volledig te maken. De baljuw
van Rynland vergenoegde zich, den misdadiger
een enkel toepasseiyk woord ter overpeinzing
naar zyne gevangenis mede te geven, en deed
hem, zonder zich toen verder met hem in
te laten, naar zyn verblpf terugvoeren.
Men begon intusschen eenigermate te vor
deren met Peter Albert en den jongen Har-
men, ook wel Ayke bygenaamd welke twee
onder do slechten de besten scheiion '«zijn, ge-
lyk Himmelgarden onder hen wel no snoodste
was. Zy bekenden schoorvoetende en met
ontroering den moord, aan den postiljon ge
pleegd, en noemden Himmelgarden als den
hoofdaanlegger, die hun deze daad te Amster
dam, in het huis „de Kat en den Uil" had
voorgeslagen, zeggende: „onderricht te zyn,
dat een luitenant-kwartiermeeBter, die met
veel gelds uit Den Haag naar Noord-Holland
moest, waar destyds het Fransch-Bataafsche
leger lag, langs dien weg zou komen en dat,
zoo deze al niet kwam, dan toch de poet
komen moest, die in deze tyden wel veel
gelds by zich kon hebben."
Weldra bekwam Himmelgarden kennis, dat
Peter Albert en de jonge Harmen den moord,
aan den postiljon gepleegd, bekend en daarby
ook hem genoemd hadden. Van spyt op de
tanden knarsende en zich voor het heofd
slaande, liep hy eenige malen wanhopig door
het vertrek, zeggende: „Och! hadde ik toch
maar nooit iets bekend IDe ongelukkige
scheen nu voor zyne denkbeelden een rust
punt te zoeken, maar vond dit niet; hy ver
zocht en bekwam een geestelijke van de ge
zindte, tot welke hy zeide te behooren, en
werd door den Roomr.ch Katholieken pastoor
van Woerd6h in de gevangenis bezocht.
Na verloop van eemge dagen het was
thans in hot begin der maand Augustus,
verzocht Himmelgarden verhoord te worden.
Toen hem dit was toegestaan, beleed hy
opnieuw de misdaden, te Nieuwerbrug, te
Bodegrave en te Alfen begaan, alsook zjjne
medeplichtigheid aan den moord van den
postiljon. Hy herhaalde deze bekentenis den
volgenden morgen voor den rechter en bej
kende onbewimpeld„dat hy, terwyl de man
geworgd was, daaraan geholpen hadzy had
den daarna het ïyk van de laatste of zooge
naamde Kwaakbrmg in het water geworpen
en waren vervolgens met het postvalies naar
de Marepoort, te Leiden, gegaan, van daar
langs den Singel tot aan de poort, waarmede
men naar de hooge zyde van Alfen gaat (de
Hooge Woerdsche poort)ongeveer drie kwartier
uurs van daar hadden zy het valies, na het
opengesneden en het geld daaruit genomen
te hebben, op een stuk land begraven, en hy
had voor zyn aandeel in den buit tweehon
derd gulden genoten."
Zoo moest dan deze wandaad, na zes jaren
geleden en byna in vergotelheid geraakt te
zyn, door den hoofdaanlegger van het feit,
op wien niet do minste verdenking daarvan
rustte, zeiven worden aan het licht gebracht
Wordt vervolgd.)