N°. 92Ö2.
Maandag 17 Februari.
'ei I»
i
Internationale arbeidsregeling.
Een tocht vóór zonsopgang.
Leiden, L> Februari.
A®. 1390.
FBÏJS BEEÏ2S 00 U£UL9f3? i
L-aidcxi per S Eiaandsa».V'iV. 1.2®.
Ê1?»!» psr p<wt-
Möe®5ariijko Nc-aisati-t.
lJt&.
0.50.
<§our&iU wordt dagelijks, mst uiisoMsring
van ,§p&- m
Hüikeriki.
I Aan de A bound's daarop, wordt bU dit
hommer verzonden No. 21 van Kikeriki.
A Het optreden van den Duitschen keizer in
het arbeidsvraagstuk heeft, 't kon wel niet
andera, de aandacht van de geheelo wereld
getrokken. De zaak heeft een politieke en een
économische zydevan beide kanten zullen
wy trachten haar te beschouwen.
Men zou in de eorste plaats kunnen vragen,
waarom de Regoering van keizer Wilhelm er
mot do' voorkeur aan gaf, het initiatief, door
Zwitserland genomen, krachtig te steunen,
door, deelneming aan de Bernsche conferentie,
welko reeds vroeger had moeten plaats hebben,
maar ton gevolge van het gemis aan vaste
grondslagen, waarop de Mogendheden tot over
eenstemming zouden kunnen komen, moest
.Uitgesteld worden, waarvan niettemin thans
de opening in de aanstaande Meimaand wordt
tegemoet gezien. Die conferentie heeft, zooals
bekend is, thans haar programma beperkt
tot vrouwenarboid en Zondagsrust, twee uiterst
gewichtige punton, twee quaestiea, welker
oplossing wel niet den socialen vrede voorgoed
zal vestigen, maar* loch in hoogo mate zou
bijdragen om den toestand meer bevredigend
te maken. Indien het mogelijk ware, daarom
trent eenige voor alle Staten geldende schik-
-ikingen to treffen, de invloed op den écono-
«nisehen toestand der arbeidende klasse zou
wreeds zeer groot zijn.
1 Is het misschien wegens doze goed verde
digbare beperking, dat de conferentie-plannen
Ivan het Zwilsersch Bondsbestuur eenvoudig
'worden genogeerd?
Er zullen wel andere redenen zijn. Op
(militair en staatkundig gebied voelt Duitsch
land zich krachtig genoeg om aan do spits
te gaan, waarom zou het niet evengoed op
fhet terrein der sociale regeling het vaandel
•kunnen planten?
De uitwerking van het keizerlijk initiatief
op de binnenlandsche staatkundo des Rijks
..kunnen wo, na een vluchtige bespreking,
terzyde laten; de verrassing, door nagenoeg
i alle partijen daar te lande aan den dag ge
legd, toont duidelijk, dat men zich in den
aanvang van dien invloed geen voldoende
rekenschap kor. geven. Men durft niet aan-
namen dat de bestrijding van de sociaal-
democratie door middel van uitzonderings-
49)
„Die arme man!" zei Nelly. „Clara heeft
leeliik gehandeld! Ik heb altijdeeneaoort van
voorgevoel gehad dat wy nog eens nare dingen
van baar zouden beleven, want „de appel
valt toch rooit ver van don stam!" zegt het
spreekwoord. En misschien eindigt zij nog
wel met óók op het tooneel te gaan."
Haar man antwoordde niet en zijne vrouw
meende zelfs ibfs vau tegenspraak op zyn ge
laat to lezen. Dit ergerde haar natuurlijk zeer,
zooda» Clara in hare verdors ontboezemingen
eene landloopster werd, die eigenlijk door de
politie opgepakt moest worden, opdat zy niet
nog meer mmrschon ongelukkig kou maken,
'ZQ'oals dif.ri riv vader, daar op dn fabriek.
„Gij hebt gson hart!" zoo besloot zij haar
driftig betcv,? haren steeds zwijgenden
echtgcij'.v.r.; „g;; hebt geen gevoel van beta-
melykhi:-.!. g ede moeder heeft my ge
noeg voor u gewaarschuwd. Neily, zei zy,
k neem u in ach! by houdt zich maar zoo
j. goedig rooi?.. u niet, beett maar als
gy eoi- go- t, zal hy wel verandert-r,
Ion ieder andere zal hem béter aanstaan dan gij
wel ten voortaan tot het verledene zal be-
hooren; dat eön consequente doorvoering
van het stelsel van het zoogenaamde staats
socialisme er voor in de plaats zal treden.
Om dit mogelijk te maken, moeten allerwegen
de arbeidsverhoudingen gelyk worden ge
maakt, anders zou, by vrye concurrentie, de
Duitsche producent in te ongunstige positie
geraken. Immers, er is een nauw verband
tusschen de beperking van de arbeidsuren en
het loonbedrag; de eerste kan niet worden
aangenomen, zonder het loon per uur tot
eon zoodanig cyfer te brengen, dat ook by
minder arbeid aan het werkmansgezin vol
doende inkomsten zyn verzekerd. Daardoor
stygen do productiekosten, stygen ook de
prijzen der producten, en de afnemer gaat
da&r ter markt, waar hy zich tegen de laagste
betaling van het noodlgo kan voorzien. De
Staten, wier medewerking wordt gevraagd,
zouden dan een soortgoiyke regeling in het
leven moeten roepen als aan Duitschland, in
het belang van zyn binnenlandsche politiek,
gewenscht voorkomt.
Het is zeer wel mogelijk dat wy de moei
lijkheden, aan zoodanige overeenkomst ver
bonden, te hoog rekenen. Tot op dit oogen-
bllk zyn wy ovenwei van de mogelijkheid
geenszins overtuigd. Hot keizeriyk denkbeeld
vertoont zich aan ons oog meer als een utopie,
dan als een plan, dat voor verwezeniyking
vatbaar ia.
Internationale regelingen, van welken aard
ook, stuiten gowooniyk op nationale belangen.
Hoe lang is niet aangedrongen op eenheid
v.»n muntstelsel, waardoor een vaste verhou
ding zou kunnen aangenomen worden tus
schen do waarde van goud en zilver als munt-
materiaal, hoezeer heeft men zich niet
teleurgesteld gezien in zyn verwachtingen
aangaande een suikerconventie. En dat zyn
nog maar onderwerpen van betrekkeiyk zeer
beperkten omvang, waaromtrent eenstemmig
heid in beginsel als zeer gewenscht is erkend.
Yan gelijkheid in de bepaling van arbeids
voorwaarden wordt het nut niet zoo algemeen
ingezien.
Zelfs is men het allesbehalve eens over
de grenzen, tot welke de inwerking van het
Staatsgezag zich behoort uit te breiden. De
volken hebben geen gelyke politieke opvoe
ding gehad, en niet overal neemt het gezag
van den Staat dezelfde plaats it^b^ de onder
linge betrekkingen dor staatsburgers. In
Duitschland vindt meD het natuurlyk, dat de
Regeering zich bezighoudt met onderwerpen,
die wy liever aan de vrije werking van het
particulier initiatief willen zien overgelaten.
In Engeland staat het beginsel van de onder
handeling tussGhen de georganiseerde maat-
schappelyko groepen op den voorgrond, en
het is niet te verwonderen dat daar het plan
van een internationale regeling, waarby het
ingrypen van den wetgever noodzakeiyk hoo-
ger opgevoerd zou moeten worden, tameiyk
koel is ontvaagon.
Dan behoort men er ook op te letten, hoe
zeer de onderlinge verhouding der verschil
lende bedrijven in de onderscheiden landen
uiteenloopt. Het geval is denkbaar, dat om
trent één enkelen tak van arbeid, die in het
geheele samenstel een ruime plaats inneemt,
eenige gemeenschappelyke maatregelen wor
den getroffen, vooral wanneer de uitoefening
van dat bodryf afhaDkelyk is van een door
den Staat te verleenen concessie. Als voor
beeld noemen wy hot mynwezon. Een alge
meen geldende wet, die verbiedt vrouwen on
kinderen onder den grond te doen werken;
die het maximum der werkuren op acht
steltdie het loon op een halven mark per
uur bepaaltdi9 de exploiteerende maat
schappijen verplicht tot nauwkeurig te om-
schryven maatregelen van voorzorg en vei
ligheid, tot het oprichten van pensioenkassen,
tot ondersteuning van de nagelaten betrek
kingen van mynwerkers, die ten gevolge van
69n mynramp om het leven zyn gekomen,
behoort wellicht tot de mogelykhedenmaar
op hoeveol takken van bodryf is dit van toe
passing? De zoo uitgebreide kleine industrie,
zoomede de ambachtsny verheid, zouden er in
elk goval buiten vallen; immers, men kan
niot van hoogsrhand een schoenmaker ver
bieden, langer dan de vastgestelde uren bezig
te zyn, en in de bouwvakken doen zich
zóó dikwyls omstandigheden ^oor, die tot
een langen werkdag noodzaken, dat wy niet
eens de mogelijkheid erkennen, den duur van
den arbeidsdag plaatselyk te regelen.
By de fabrieksny verheid, voor zooverre deze
niet kan uitgeoefend worden dan wam.eer
de arbeiders in dezelfde lokalen bijeenzyn,
waar de stoomkracht het individueel arbeids
vermogen grootendeels vervangt, bestaat rui
mer kans om tot zekere beperkingen en algo-
meene regelingen te komen. Doch hier zullen
vooral de plaatseiyke en nationale belangen
een slagboom stellen tusschen de wenschen
dergenen, di9 internationale bepalingen ver
langen, en de werkeiykheid. De mededinging
op do wereldmarkt zal onvormydeiyk de rol
vervullen van de spraakverwarring by dezen
Babelsc.hen torenbouw, waarby dan nog komt
.Jt A zevxt
PRIJB DELL1 AJ5VXU&7BNT7T-:-.?
1—5 rogoio i.OG. Ieder© regel meer Q,i%
Grootor© lottcro naar plaatsruimte. Voor sa.-
oMoceron boit<?ü do atad wordt 0.10 iMriicariS.
dat de volkoh, die men in hetzelfde gareel"
wil doen loepen, niet op denzelfden voet staan
ten opzichte van het vryhandols-vraagstuk.
Om gelyke aibeids-voorwaardon by de groot
industrie mogelyk te maken, zou men moeten
beginnen met uniforme tarieven van invoer of
liever met afschaffing van alle tolrechten. Do
Groote Mogendheden hebben do opbrengst der
laatsten te zeer noodig voor haai' militaire
budgetten, dan dat wo op dion belangryken
maatregel zouden mogen rekenen, een gelyk-
making der tarieven zou do kleinere Staten,
inzonderheid die, welke koloniën bezitten, in
te ongunstige positie plaatsen.
We kunnen het denkbeeld van keizer Wil
helm begroeten met do hulde, dio men brengt
aan een edelmoedige gedachte, doch wo zullen
ons oordeel ovor de uitvoerbaarheid niet laten
beheerschen door de opwellingen van geest
drift, waarmode sommige Duitsche organen
het keizeriyk rescript hebben toegejuicht.
Meenden zy daarin den wiekslag te hooren
van den genius der wereldhistorie, wy zullen
onze.oud-Hollandsche kalmte bewaren, tot de
loop der gebeurtenissen ons in het ongelyk
heeft gesteld. Inmiddels worde voortgegaan
met hetgeen in particuliere kringen wordt
gedaan tot bevordering van de belangen dor
arbeidende klassen, opdat niot het uitzicht op
het betere de vgand moge worden van het
goede.
Het spreekt vanzelf dat een eventueele uit-
noódiging tot het houden der beroemde con
ferentie ook door het Nodorlandsch gouver
nement zonder eenige aarzeling zal worden
aangenomenniet alleon uit achting voor een
wel willenden nabuur, maar ook omdat de be
spreking van arbeidsvraagstukken vruchtbaar
zal zyn voor do kennis van maatscbappelyke
toestanden en verhoudingen, al mogen ook
de practische resultaten niet zoo schitterend
zijn als door sommigen wordt verwacht.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
J. B. W. Van Hugenpoth tot den Beorenclaauw,
geb. te 's-HortogeDboscb, bevorderd tot doc
tor in de rechtswetenschap, met academisch
proefschrift, get.: „Do gevolgen van borgtocht
tusschen den schuldeiscber en den borg."
Aan dezelfde universiteit is het doctoraal
examen in de rechtswetenschap afgelegd door
den heer E. J. J B. Cremers, en het doctoraal
examen in de godgeleerdheid door den heer
P. A. Klap.
FJorian vernam geheel verbluft die aan
klacht, die zoo onverwachts uit het graf
tegen hem oprees; maar deed wyselyk geene
enkele poging om zich te verdedigen. Hy liet
het hoofd hangen en zei deemoedig: „Het
zal wel zoo zyn!"
Nog dienzelfden morgen ontving de heer
Roll eene depeche en vertrok terstond naar
Weonen. In de fabriek mompelde men dat
zy van den jongenheer kwam, die met de
mooie juffrouw van het slot zooals men
Clara noemde in het geheim gehuwd was.
De klerken wreven zich in de handen dat
was toch eens eene kleine afwisseling by dat
eentonige debit en credit.
Eene nachteiyko schaakparty, een geheim
huwelyk, en de strong9, allyd brommende
chof, als vader en als minnaar beleedigd,
welk oen belangrijk geval!
„Zijn verdiende loonl" zei de jongste;
„wat behoeft hy ook op zyn ouden dag eon
jong meisje te vragen! Dat past ons alleen
„Als do jongenheer haar niot geschaakt
had, wie weet wat er dan gebourd ware,"
zei do ander.
Eersi la-it in don avond keerde d lieer
Roll terug on bij hst flauwe licbr dor lan
tarens o.) d3 plaats zag d* luu- u -
hy eeoo lange, smalle kis? m« dn.
veel op eene doodkist geleek. By het uitstap
pen viel by byna van de trede, zoodat de
knecht hem ondersteunen moest. Hy bleef
eene poos waggelend staan en gaf bevel om
de kist in huis te dragen. Twee arbeiders,
die geroepen werden om te helpen, deinsden
verschrikt achteruit, toen zij zagen dat het
inderdaad eene doodkist was en geene leege
ook, zooals zy weldra merkten. Yragend
zagen zy hun meester aan, die hun onge
duldig wenkte om voort te maken en kortaf zei:
„Ja, het is de jongenheer; draagt hem
naar boven naar myne slaapkamer."
Daar liot hy de kist openen en het lyk op
het bed leggen, stak zelf twee kaareen aan,
die hy aan het hoofdeinde plaatste, en zond
j de lieden weg, zoggende dat hy met zyn zoon
alleen wilde zyn. Met een blik, die den ouden,
hardvochtigen huisknecht zelfs door merg en
beon ging, voegde hy er by
- „Wy hebben elkaar nog veel te zeggen -
eer het morgen is."
Den anderen morgen kwam hy op hot ge
wone uur op het kantoor, gaf als allo dagen
v../,.? bevelen en doa.1 do ronde door de werk-
v: oer - 9 werklieden, d o reedö van den
V'.: in zoo-. oöoofd adde.n. zagen
i: dcme i aan dat merkte hij wel,
maar ad koek me-, opzet een anderen kant
uit, en bromdo over eene kleine onnauwkeurig
heid, die hem opviel.
Tegen don middag kwam er eene rijk ver
sierde metalen kist uit de stad, waar het
lyk Ingelegd werd. Daarop trok de fabrikant
zyne zwarte ja3 aan en begaf zich naar den
dorps-predikant, met wien hy een langdurig
onderhoud had. Dit bezoek was hem zeker
zwaar gevallen, want toen hy de pastorie
verliet, bleef hy eene poos voor de deur staan
om zich het voorhoofd af te wisschen.
Eerst laat op den avond bleek het waar
voor hy by den dominee geweest was. Deze
kwam met den koster in het voorhuis der
fabriek en hield een lykdienst by de kist,
die daarna door vier arbeiders, voorafgegaan
door twee fakkeldragers, langzaam over do
plaats gedragen werd. De heer Roll opendo
zelf het kleine poortje, dat toegang tot het
park gaf - hU en de dominee waren de ©enigen,
die het lyk volgden, en doodstil bewoog zich
die zonderlinge stoet tusschen do hoogo
booraen door, waarop de fakkels een spook-
ac'iTig schijnsel wierpen. Zy togen langs het slot,
dar wit afstak te^en den donkeren achtergrond.
Wordt