officier van gezondheid der 2de klaa6e van
het leger in Nod.-Indié D. J. Boldingh, ter
zake van lichaamsgebreken, met Ingang van
1 Februari 1890, eervol uil Zr. Us. militairen
dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.
west-kiim.
Aan een particulier schreven uit Suriname
omtrent het confliot tneschen den Gouverneur
en de Koloniale Staten is hst volgende ont
leend
De heer Lohman schijnt pressie te hebben
willen uitoefenen op de navolgende hseren,
tevens leden der Koloniale StateaCateau
Van Rozevelt, agent-generaal der immigratie;
ar. A. Salomon, inspecteur van don genees
kundigen dienst; mr. G. Barnet Lyon, ad
vocaat-generaal b\j het haf van justitie, en
Da Costa, ommegaand rechter. De Gouverneur
wil naar men in Suriname alg6ir.»on zegt
dozo vier heoren, die allen afzetbare ambte
naren zya, ontslaan om hun deel in de
stemming der Staten ever het voorstel van
Muiier.
De Gouverneur moet den 23ston Januari
jl. mr. J. Kalff, lid van het Hof, naar Deme
ravy gedépêcheerd hebben met laat, zoo men
zegt, den minister van koloniën over hef
gebeurde te gaan spreken. De stuomboot,
waarmedo hy vertrok, keorde terug door oen
gebrek aan de machine. Ky zou zioh nu per
Fiv.nsche mail naar het moederland begeven
Do kolonie is zeer ingenomen tegen don
Gouverneur. Iedereen keurt zijno houding ten
strengste af en in dit opzicht kunnen de
Kolonialo Staten op den meest volkomen steun
van do Sur. bevolking rekenen. Men geloof!
in Suriname dat de positie van den Gouverneur
onhoudbaar is geworden en dat hy spoedig
vervangen zal worden. Tan eens ontbinding
van de Kolonialo Staten is voor het Geuver
nement hoegenaamd geta heil ts wachten,
daar nseu by de eventueel nieuwe verkiezingen
ongetwijfeld de oude Staten terugkrygt.
Vooral het feit, dat de vier genoemde hee-
ren met entslag bedreigd zyn, heeft hevige
verbittering verwekt. Zy allen zyn mannen,
die doorkneed zyn in de koloniale politiek
en hebben do sympathie van ingezstensn der
kelonie.
Eene vergadering van burgers te Parama-
ribe heeft besloten den Kolonialen Staten
hare volkomen adhaesle te betuigen en een
request aan de Regeering in het Moederland
té zenden.
Verder vermeldt de echryver Er ligt meer
in deze zaak dan zich op de oppervlakte laat
zien. In waarheid is zy de uitbarsting van
reeds lang bestaande eneenigheid tnsschen
de bevolking en den Gouverneur, die nu aan
sprakeiyk wil Btellen de vier genoemde hoeren,
die onschuldig zyn aan het oonflict en slechts
van hun recht al6 lid der Staten gebruik ge
maakt hebben.
Zooveel is zeker, dat het Nederlandech
prestige door het voorgevallene met de Para
negers in het conflict met de Staten ernstig
geknakt is, dat verdere samenwerking tus-
schen Vertegenwoordiging en Gouverneur tot
de hersenschimmen behoort en dat de Suri-
naamsche bevolking besloten is tot het uiterste
voor haar goed recht te strijden.
In hunne vergadering van 27 Dec. hebber
de Koloniale Staten van Suriname uitvoerig
van gedachten gewisseld over het schryven
van den Gouverneur.
De heer Heylidy verklaarde o. a. dat hy
wegens dien brief zyn ontslag nam ais lid
der Staten. Hy wilde niet blootgesteld zijn
aan herhaling van beleedigingen als de brief
bevat; zyn stand, zyne opvoeding, zyn leeftijd
gedoogden dit niet.
Een ander lid, de heer Muller, weet de
houding van den Gouverneur aan diens om
geving.
De heer Van Praag verklaarde dat hy naar
aanleiding van den brief teruggekomen was
van zyn plan om den Staten voor te stellen
aan het bestuur inlichtingen te vragen over
de Reform- of Verbeterschool. Hy wil zyno
medeleden niet blootstellen aan eene bejege
ning, als zy thans hebben ondervonden.
Geen der sprekers nam de verdediging van
de houding van den Gouverneur op zich; allen
keurden zyne handelwüze sterk af.
Op voorstel des voorzitters werd intusschen
ten slotte het schrijven van den heer Lohman
voor kennisgeving aangenomen.
Kei Lcidseh Tooneel.
Sinds geruimen tijd mochten wy geen pro
duct meer uit de Possenfabriek van Von
Schönthan aanschouwenwij verkeerden daar
om al in do veronderstelling dat de gees-
tige schepper van zoovele farces ten dezen
opzichte zjjn laatste woord gesproken bad,
teen plotseling een nieuw voortbrengsel zyuer
geestesgaven, een teoneelspel, „Het laatst»
woord" getiteld, ons kwam verrassen. He
laas, dit heeft niet kunnen beantwoorden aan
de gekoesterde verwachtingen.
Schóathan ie «en humorist van eeht allooi;
vele zijner Possen tintelen van geest; de ernst
des lerens is hem echter ten eenenmsie
vreemd en de poging om dezen aanschou
welijk voor te stellen, mag dan ook als vol
komen mislukt beschouwd worden.
De auteur heeft er niet eens in kunnen
slagen den toeschouwer duidelyk te schetsen,
welke strekking do titel draagt. De uitdruk
king toch „dit is myn laatste woord" heeft
hy in den mond van verschillende zyner
figuren gelogd en by allen in een verschil
lenden geest. De moest rationeole verklaring
is ts vinden in de woorden van den geheim
raad Mantius, als deze zegt„Ik doe altyd
wat myn plicht mij gebiedt; plicht is mön
eerste en laatste woordmaar dan heeft dis
man al eene byzondor eigenaardige opvatting
van plichtsbetrachting. Zyn plicht namelyk
dwingt hom zyne dochter Gertrude te ver
bieden Boris Boranoff te huwen den man,
dien zy liefheeft en waartegen de vader geene
andere bedenking kan aanvoeren dau dat hy
niet in zijn eigen land, in Rusland, woont,
en diezelfe plicht noodzaakt hem zijn kind te
bevelen hare hand t9 reilren aan een individu
graaf SeLtwitz genaamd, dien zy niet bemint
eu die, zooals later aan het daglicht komt,
niets anders dan een panier percé bljjkt te zyn.
Natuurlijk komt door bemiddeling van vele
anderen alle3 terecht; het huwelyt met
den Rus en buitendien nog een twoetal
andere komen tot stand, maar hoe?
Dit alles wordt den toeschouwer niet opge
lost. Niets is gemotiveerd, geen enkel feit
met deugdeiyke argumenten voorzien, niets
wordt er zelfs aangehaald dat dit alles zelfs
waarsohyuiyk maakt. Ten bewyze hiervan
enkele staaltjes.
Boranofi' wordt door de politie vervolgd;
op hem rust eene zware verdenking, welke
de Duitsche regeering zelfs genoopt heeft
hem uit haar Ryk te verbannen. Welke ver
denking deze wel wezen kan, wordt niet op
gehelderd, noch in het begin, noch by het
einde va» het stuk, tenzy men de reden, dat
hy tot de courantenschryvore behoort, voor
lief wil nemen. Men ontwaart zelfa niets
meer van deze figuur; hy en graaf Settwitz
komen even op het tooneel om vervolgens
voorgoed daarvan te verdwfmonverder:
Alexander Jordan krygt in tegenwoordigheid
van EUy Mantius een bepaald, op allesbehalve
kiesche wyze gegeven, afwyzend antwoord, als
hy de barones Van Bagolefl ten huweiyk vraagt,
en eenige oogenblikken daarna spoedt hy zich
tot dezelfde Elly, getuige van dit alles, zweert
haar alleen liefgehad te hebben en krygt ook
het jawoordwydersde styve privaat-docent
Johan Mantius, die straks nog een vrouwen
hater was, zelfs een uur geleden eeae weten-
schappeiyke rede heeft gehouden over al het
verderfiyke, door de vrouw in den tyd dei-
eeuwen in het leven geroepen, komt ten huize
der barones Van Bagolefl om, namens zijn
vader, zyne zuster, die in dit huis eene toe
vlucht heeft gezocht, op te eischen. In een
oogwenk is de knappe geleerde, de misogune
bekeerdhy stelt zich thans op een standpunt
tegenover zyn vader en gaat verloofd met
de vrouw des huizes de deur uit.
Schönthan schetst geen personen, hy maakten
schept ze zelf, maar zooais ze in de werkel ykheid
niet bestaan. In een Posse schaadt dit niet
in een tooneelspel, dat de spiegel der mensch-
heid heet te zyn, daarentegen wel. Dit pro
duct kan dan ook niet anders beschouwd
worden dan als een gewoon pièce 1 tiroir, als
eene aaneenschakeling van een aantal aardige,
dikwyis zelfs zeer lieve scènes, echter zonder
eenig causaal verband met elkander. Wy
hopen dat de auteur op dit meer serieus ge
bied zyn laatste woord gesproken heeft.
Het is ons ten eenenmale onverklaarbaar
dat de vereenigde tooneelisten hunne keus op
zulk een stuk gevestigd hebben en nog minder
begrijpen wy het, dat zy met zulk eon bui
tengewonen y ver en liefde er zich aan gewyd
hebben. Er werd namelyk uitstekend gespeeld.
Het meest bewonderden wy de beide ge
broeders Haspels, de één als de strenge,
onverbiddelijke bureaucraat, die alles naar zyn
eigen wil tracht te beheerschen, de ander
als de oude, goeie gek, zooals by zichzelven
eenmaal noemde; de scènes tusschen deze
beiden waren bepaald juweeltjes van artistieke
opvatting, van natuur en waarheid. Jan C.
De Vos gal -ons een vermakelijk type van
den papillen, die van de eene schoone naar
da andere fladdert; alleen de laatste scène,
waarby b| zyn molsjs in tegenwoordigheid
van anderen achter het gordijn trok, scheen
ons al te grappig voor een man uit den be
schaafden stand. Ckrispfjn stelde den eenigs-
zins stijven kamergeleerde zeer eenvoudig
en sober, maar niettemin zeer waar, voor.
Tan Kerokhoven, als Gerlach, de man, die
genoegen vindt in het ieed van andoren,
chargeerde Terschrikkeljkzyn toon was
eon doorloopsnd dissonnant; zooals hy zich
uitte was liet onbegrypelyk dat de geheim
raad Mantius zjjn minder edel optreden niet
terstond doorgrondde; ook zyne grime was te
sterk gekleurd; hy leverde ons een waren
marqué uit de oude school.
Waren wy Paris, hot zou ons buitenge
woon moeilijk vallen te beslissen welke der
drie gratiën met den appel moest vereerd
werden. Mej. Vink, als barones Van Bagoleff,
heeft gisteren weer getooDd dat niet alleen
de meisjosrollen, maar ook do meer inge
togen vrouwenkarakters in hare handen vol
komen tot hun recht komen. Mevrouw Jon-
kors, als Gertrude, bewonderden wii door haar
kraehtig, bezielend spel en voor; J dtftr haar
„stil spol", dst zy onB in de eerste acte
te aanschouwen gaf, en moj. Faassen, aio
Elly Mantius, nam ons in door het naïeve,
hot ongekunstelde van hare voordracht. Mej
Vink mocht zich verheugen in een sier-
lyken cyelus-bouquet, haar van de zyde onzer
Minorvazoncn aangeboden.
•Aan de bewerking vaa het stuk had wei
eenige meerdere zorg besteed kunnen worden.
Wel schryft onze beroemde, te vroeg ont
slapen novellist J. J. Cremer in zjjn „Tooneel-
spelers" dat baronnen en baronessen op do
planken dezelfde taal moeten voeren ale ge
wone menschen, maar toch heuden wy ons
overtuigd dat ook hy het gebruik van
woerden als lenk, smoezen enz., enz.
en dat nog wel op eene deftige seirée, zeude
afgekeurd hebben.
De zaal was flink bezet. Mr. L. H.
Gemengd Nlenw».
Toen een 16-jarige jongen heden-
middag met een tweewieligen, met manden
met spanen beladen wagen de hooge Bakker-
8teegsbrug afreed en den Vliet op wilde, kon
hy zyn voertuig Diet meer meester bljjven,
zoodat dit een te korten draai en de richting
naar den walkant nam en -werkeiyk te water
geraakte. Gelukkig had de jODgen den wagen
even te voren losgelaten, zoodat de eerste althans
op den wal bleef. De wagen werd weer op
den kant gehaald, doch de inhoud verspreidde
zich lustig dryvende over de oppervlakte van
het water.
Door de kege1 -vereenIging
,Aöa", te Leiden, ie aan do zuster-vereeniging
„Uitspanning door Inspanning" eeno verguld
zilveren medaille aangebeden, welke ter vrye
beschikking van de concours-gevende ver-
eeniging is gesteld.
Te Scheveningen heeft de storm
weinig of geen schade aangericht. Opmerkeiyk
is het dat de zee, ten gevolge van den zuid
westenwind, Teel kleine voorweipen op den
oever heeft geworpen, wat aan velen aanlei
ding heeft gegeven aan het strand te zoeken,
waar zy o. a. vondeneen beschadigd zilveren
horloge, een 2l/J-guldenstuk, een gulden,
enkele 25-cents-stukken, o. a. een kwartje
van het jaar 1821, heele en halve shillingen
enz., die by het afloopen van het water bloot
kwamen te liggen.
Ook beden wierp de zee te Scheveningen
nog voorwerpen van waarde op het strand,
o. a. een zilveren penning, dragende aan de
♦éne zyde het opschrift: Monoig ordint
tbaiect 1787, en aan de keerzyde een drie-
maslbark met het onderschrift: Concordia
Resparvae Crescen't. Voorts werden heden
nog gevonden een gouden ketting en een
zilveren armband.
Op don weg by de grensscheiding
tusschen Den Dungen en Beriikum is Zondag
avond zekere Van I., uit Midde lrode,die ver-
moedelyk door den storm de stoomtram niet
heeft hooren naderen en zich van achter
een beneden aan den dyk staand huisje
plotseling op den weg heeft begeven, dooi
den laatsten trein, omstreeks 10 uren, over
reden en gedood. De ongelukkige, wiens lyk
naar het raadhuis te Beriikum is vervoerd,
laat eene vrouw met 7 kindoren na. Cs-H. Crt.)
Uit verschillende plaatsen dos
lands, aan de groote rivieren gelegen, wordt
medegedeeld dat het water in de laatste dagen
onrustbarend gewassen is.
Zoo toekende Zondag avond de peilschaal
aan de groote schutsluis (Vlasmarkt) te Rot
terdam b|j hoog wator 2.34 M. boven
Rottepeil, en Maandag-ochtend, 27 Jan., om
kwart voer negenen, by hoog water 2.50
boven Rottepeil.
De hooge vloed bracht gisteren te Rotter
dam groote stremming teweeg in de vaart der
beneden-stoombooten. Daar het water boven
peil stond, kon de stoomboot „Middeiharnis"
niet schutten, en dus niet varen, terwijl de
„Onderneming", welke op tyd vertrok, niet
verder dan Zuidland vaart. Al de hoofden in
het Spui stonden blank, zoodat ook de „Oude
Maas II" en „Den Bommel" de reis zijn
schuldig gebleveD. Van de raderbooten kiv?.-
mon alleen de „Voorne en Putten I" en
„Oude Maas I" aan.
Uit Deutichem schryft men van 27 Jan.,
4.30 's namiddagsHet water op den Ouden
IJsel is in de laatste dagen zóó hoog geste
gen, dat vele bouw- en weilanden zyn onder-
geloopen; eveneens is de binnenweg naar het
nabijgelegen dorp IVehl niet begaanbaar. De
peilschaal is thans hooger dan dezen winter
nog het geval was, n). 11.63 M. Wind NW.
Weder: In den afgeloopen nacht en heden
morgen zware storm, doch nu kalm.
Uit Zwolle wordt van 27 Januari gomeld
Alle hooilanden langs hot Zwartewater en
langs het Almelooscho kanaal zyn onderge-
loopen. De koersluizen dor Willemsvaart
moesten gesloten worden. Da peilschaal, die
op 27 d6zer, 's namiddags halftweo, 1.30 U. 4-
A.P. teekende, wastes uren 1.50 e.n te halfzeven
1.58 M. -f- A.P. Men is druk in de weer met
het plaatsen van kistingen en damplanken.
Volgens bericht uit Kampen van 27 Jan.,
des avonds 6 uren, is de IJsol nog 27 cM.
gewassen. Peilschaal O.öö N. 4- W. Door aan
houdenden westenwind wordt de afstrooming
Tau het bovenwater zeer belemmerd.
Ten gevolge van den hoogen waterstand met
etorm moest gisteren de iienst op de lyn
Zevenaar Kleef—Keulen worden gestaakt.
Schipbreuk. Zondagmorgen
omBtreeks 4 uren strandde by hevigen weste-
lyken storm in de onmiddellijke nabijheid van
Calantsoog het Engelsche viermastschip „Loch
Moidart", kapitein Andrew, met salpeter Van
Pisagua naar Hamburg bestemd.
Terstond na de stranding werd het schip
door de branding beloopen, die het aanhoudend
met kraobt beukte. In de verwachting dat
met den dag het weer waarschynlyk eenigs-
ains tot bedaren zou komen, werd nietdade-
lyk van den wal hulp geboden. Aan boord
van het zwaar werkend» schip begreep men
dat ée toestand hoogst gevaariyk was en
trachtte men het strand te bereiken. Vyf
der schipbreukelingen begaven zioh daartoe
het eeret in eene sloep, doch nauwelijks had
deze het schip verlaten, of het ranke vaar
tuigje sloeg om. Slechts twee, een oud man
en een jong matroos, bereikten zwemmende
den wal; drie der mannen vonden den dood
in de golven. Alle overige schipbreukelingen
wachtten nu in de masten kalm redding af.
Men kon hun echter geene hulp verleenen.
Het weer en de zee waren nog onstui
miger geworden en alle pogingen om met
de reddingsboot het schip te bereiken, mis
lukten, terwyl men ook vergeefs beproefde
door middel van het vuurpyitoestel gemeen
schap met het schip te verkrijgen. De „Loch
Moidart" hield het in den strjjd tegen wind
en golven niet lang vol; omstreeks één uur
's namiddags brak het schip in tweeén, de
masten geraakten overboord en alle opva
renden, die zi»h nog op het schip bevonden
27 in getal verloren het leven op nog
geen 208 meter afstand van het strand. Twee
ïyken ?.yn reeds aangespoeld. Van het schip
is niets meer te ontdekken.
De kustwacht te Kykduin rapporteert dat
hy Zondsg-middag omstreeks vier uren een
groot 6Chip met volle zeilen uit zee op de
Zuidergronden had zien aanstormen. Weinige
oogenblikken later was hot op den Ameri-
kaanschen bol gestrand. Om halfvyf vertrok
de sleepboot „Hercules" met de reddingsboot
op sleeptouw van Nieuwediep naar de stran-
diDgsplaats. Daar aangekomen wa3 echter,
aldus schryft men, niets meer van hot schip
te ontdekken. Men vermoedt dat het onmid-
dellyk met man en muis is verongelukt. Om
trent naam of nationaliteit is tot heden niets
hekend geworden. Alleen is in de nabijheid
van Huisduinen veel wrakhout aan het strand
gespoeld. De afgebroken bodem van een water
vat, welke zich daaronder bevond, was ge
merkt: Ship „Stores" from. De sleepboot
„Hercules" is gisteren ter verkenning opnieuw
naar zee gestoomd, doch andermaal terugge-