N9. 9184.
Maandag 27 Januari.
A9. 1890.
Uit nonimcr bestaat uit DRIE
Bladen.
Kikeriki.
jtn {Jouraat wordt dagelijks, met uitsondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
e Kweekschool voor Zeevaart
te Leiden.
Leiden, 25 Januari.
F"©mlletoii.
Een tocht vóór zonsopgang.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS Dim OOUEJlNTI
TMf Loiden per 8 maand®»..1.19.
f(UM por post1.49.
jLtowdorl^Jk» Nommors,t.M.
|-=i
Aan de Abonné'a daarop, wordt by dit
ommer verzonden No. 18 van Kikeriki.
Onze Hildebrand heeft eene van den Hol-
ttnd6Chen jongen gezegd„HU is grof van
knieën en knokkels, maar blank van vel en
kleurig van bloed. Zyn oogopslag is vry, by
brutale af. Liefst draagt hy zfino ooren buiten
ne pet. Zjjn haar is van Zondagsmorgens
alfelf tot Zaterdagsavonds, als hy naar bed
.at, in volkomen wanorde. Het overige van
week zit het goed. Krul zit er meestal
|iet in. Gekrulde haren, gekrulde zinnen
Als nu zoo'n echte Hollandsche jongen
eens in zyne „gekrulde zinnen" krjjgt, om
t zijne moeder te zeggen, eenmaal, nog eens,
|n telkens weer: „Moeder, ik wou zoo graag
aar zeel" dan zal die moeder misschien ver-
fegen staan kijken, omdat zy niet weet, hoe
3ij 't moet aanleggen, om den knaap, die wel
«ens wat baloorig is, doch overigens eene goede
inborst heeft, zijn zin te geven. Laat ons dit
verlegen moedertje wie weet hoeveel lot-
genooten z(j he6ftoen weinig helpen.
Er bestaat te Leidon eene kweekschool voor
zeevaart, eene schoone gelegenheid, om jon-
ens, bijzonder uit den behoeftigen stand,
ij 's Rijks zeemacht tot eene oervolle en nut
tige betrekking in de maatschappjl op te lei
den. In het jaar 1855 werd deze school op
gericht. De Koning is beschermheer. Vroeger
bekleedde onze brave Prins Hendrik het eere
voorzitterschap. Dr. A. Rutgers van der
Loeff heeft langen tijd gestaan aan hot hoofd
van de commissie van oppertoezicht en beheer;
zijn naam is nauw aan deze stichting ver
bonden. Thans is de heer C. H. De Goeje
te Leiden, secretaris-directeur dezer commissie,
t Is erg jammer, dat velen in ons land, of-
ichoon wij toch van oudsher een flink zee
varend volk zijn, zekeren weerzin tegen den
reedienst bezitten.
De weerzin zal echter spoedig wijken,
wanneer men bedenkt dat onze Hollandsche
jongens toch niet allen, en niet altijd, bjj moeder
thuis kunnen blijven, en dat de behandeling,
welke de scheepsjongens en lichtmatrozen
vroeger moesten ondervinden, in onzen tijd
■i»
niet veel meer te wenschen overlaat. Boven
dien, de straks genoemde commissie heeft
eens terecht geschreven, dat b(jna in elke
gemeente van die woelige knapen gevonden
worden, „aan welke de geschiktheid en de
neiging ontbjeken voor het meer stille leven
hunner kameraden, en van wie het daarom
al spoedig heet, dat zj| niet willen deugen;
terwijl zij daarentegen wel lust en aanleg
voor de zeevaart hebben, maar er niet toe
kernen, omdat het hun aan gelegenheid ont
breekt." Is het nu niet verstandig dat mon
met de natuurlijke aandrift van die
„woelige knapen" rekening houdt en hun de
gelegenheid biedt, om aan hunne eigenaardige
bestemming te voldoen? Dan kunnen zy later,
by goed oppassen, voor zichzelven zorgen en
nuttig z(jn voor de maatschappij. Dat is beter
dan hen aan hun lot over te laten, zoodat
zij wellicht op reeds jeugdigen leeftijd tet
het plegen van baldadigheid overgaan of in
handen vallen der politie. Zulk eene uitne
mende stichting verdient dus aller steun.
Men kan dien steun verschaffen door eene
jaarlijksche contributie van minstens f 2.50,
door het nemen van een of meer aandeelen
van f 25, of door eene gift van 100 of meer
ineens. Onderscheidene onder-commissiën in
vele steden van ons land geven gaarne de
noodige inlichtingen.
Vraagt men, welke eischen de kweekschool
aan de leerlingen stelt, dan antwoorden wfj
dat deze eischen waarlijk zeer bescheiden
mogen heeten.
Wie op de inrichting wil geplaatst worden,
moet lichamelijk voor den zeedienst geschikt
zijn, een leeftyd van 11-17 jaar bezitten,
eene behoorlyke lengtemaat hebben en enkele
stukken (nl. een geboorte akte, een bewjjs
van goed gedrag en eene toestemming van
ouders of voogden) kunnen overleggen. Het
onderwijs is kost eloos maar voor kost en inwo
ning wordt eene tegemoetkoming gevraagd;
mees'al kan men in het geheel met 20 a 40
volstaan. Met deze som kan dan een flinke,
oppassende jongen het zoover brengen, dat
hy in 's lands dienst treedt. Is hy zoover,
dan heeft hy alles vry en geniet nog soldy
bovendien. Rekening houdende mot de onder
vinding, dat jongens soms zeer veranderlijk
zyn in de keuze van hun beroep, behoeven
zy niet dadeiyk eene vaste verbintenis aan
te gaan, maar wordt hun eon proeftyd van
eenige maanden gegeven. Doch het ontvangen
van onderricht begint terstond. De Regeering
toch heeft by de kweekschool onderofficieren
en manschappen der marine goplaatst tot
het geven van onderwys. Allerlei wordt den
knapen geleerdbehalve gewoon schoolonder-
wys, zwemmen en gymnastiek, ook kennis
van de gereedschappen aan boord, van het
kompas, van het geschut enz. Tevens is er
gelegenheid voor godsdienstige opleidirg. Zoo
wordt ook het hoogste en beste niet vergeten.
Zeg nu eens, moeder, als gy dit alles weet,
gelooft gy dan niet, dat uw jongen te Leiden
in goede handen ia? Wu houden 't er voor,
dat gy trotsch op hem zult zyn, als hy daar
zoo manhaftig paradeert in het want van de
kanonneerboot, die voor den wal ligt. Hoor,
terwyi hy driemaal zwaait met zyne muts
(er staat „Kon. Ned. Marine" oproept hy
ook driemaal uit volle horst: „Hoera, voor
Koning en Vaderland!" En wat zegt ge er
wel van, als ge hem straks, vroolyk zingend,
in de sloep ziet, in zyn aardig pak gestoken,
met de moedige borst ontbloot, terwyi hy de
riemen sieriyk in het water slaat? Zyt gy
dan niet bly, dat hy niet meer den ganschen
lieven dag op straat slentert en allerlei katte-
kwaad uithaalt, maar dat hy te Leiden wat
te doen heeft en zich eene goede toekomst
voorbereidt? O, de zee vertelt Hollands glorie,
die thans ook door uw knaap kan verhoogd
worden I Maak u niet al te ongerust. Want
't is volkomen waar, als men zegt, dat de
Nederlandsche Janmaat ln Oost en West min
stens een even goeden naam bezit, als de
Nederlandsche soldaat. Welnu, de goede God
beware uw jongen, ook als hy weldra naar
verre stranden moet reizen en daar mer.ige
verleiding zal hebben te weerstaan. Wanneer
da> oieohto donkfc, naotjdoi aan öa harte-
lflke gebeden, die gy zoo dikwyis voor hem
hebt uitgestort en aan de trouwe liefde, waar
mee gy hem steeds hebt verzorgd, dan is
er geen nood! Als een ervaren zeeman ziet
gy hem dan na eenige jaren, zoo God wil,
terug, 't Ga hem steeds goed. Onze beste
wenschen vergezellen hem 1 (Nieuw Leven).
Aan hot Waalsche hospitaal, ophetRapen-
hurg alhier, is door wylen den heer Paulus
Stoltenkamp, op den lflden Januari 11. te
Alfen overleden, eene som van vyfhonderd
gulden in contanten vermaakt, vry van alle
rechten.
De „Willem Teil," welke door het Hol-
landsch Opera-gezelschap thans te Amsterdam
gespeeld wordt, heeft grooten toeloop. Gister
avond was in het groote gebouw van den
Parkschouwburg geen plaatsje onbezet geble
ven en herhaald en daverend was het applaus,
PRIJl DER AD VER TENT EEN
V»m 18 regtl* 1.06. I«der« r«g«l m««r /l.lVp,
Grooter. l«U«n Bur piaktaroizaW. ?ht k«k ta-
iMmrai buiten de oWd wordt 0.1# borekeaA
dat den optredenden en den orkestmeester ten
deel viel.
Hedenavond zal de party van Willem Teil,
tot dusverre door den heer Orelio gezongen,
door zfin kunstbroeder, den heer Albers, wor
den overgenomen.
De heer Dan. De Lange geeft in het „N.
v. d. D." eene uitvoerige critiek over de eerste
opvoering van deze opera van Rossini. Hij
noemt deze opvoering, vooral met het oog op
de bekende moeilykheden in deze opera, eene
overwinning voor de Hollandsche Opera.
De hoofdpersonen roemt hy als om stryd,
terwyi het orkest (waarin de groote cellist
Bosmans als solo-violoncellist optrad) bewezen
heeft over welke uitstekende krachten het
beschikt.
De ondergeschikte partyen besprekende,
waarvan o. a. de rol van Tell's gade Hedwig,
door Mej. Van Zanten wordt vervuld, zegt
hy van deze laatste het volgende:
Een meesterstukje van dramatisohe kunst,
noem ik de wyze, waarop Cornelia Van Zanten
de party van Hedwig zong en speelde. Deze
kunstenares weet steeds aan hare vertolking
iets te geven, dat den hoorder en den toe
schouwer onwillekeurig aan de natuur, aan de
werkeiykheid doet denken. Ook thans weder.
In haar zag ik zonder ophouden de trouw
hartige, liefdevolle gade van Teil en de be
zorgde en gelukkige moeder van Jemmy.
Niets veronachtzaamt zy. Zoo b. v. in het
eerste bedryf, toen zy zich met den vader van
Arnold nederzette en het feest zou beginnen,
handelde zy als ware zij werkeiyk de vrouw,
die door hare positie en door heer ïrarakrer
de beschermster, de toevlucht van hare lan-
deiyke omgeving is. Over deze kunstenares
zou ik bladzyden vol willen schryven em de
voortreffeiyke eigenschappen van haar spel
in 't lioht te stellen. En toch zou ik geen
juist beeld van haro kunstenaars-werkzaam
heid hebben gegeven. Men ga haar zien, men
geve acht op wat zy doet en vooral op wat
zy laat. Ik houd my overtuigd, dat ieder, die
zich de moeite geeft om hare vertolking nauw
keurig te bestudeeren en te overdenken, tot
de conclusie komt, dat zy eene kunstenares
van den eersten rang is, wars van elk effect
bejag, alleen er op uit om tot in de kleinste
onderdooien de figuren, die zy heeft voor te
stellen, juist weer te geven. En daarby leeft
in die voorstelling een bewonderenswaardige
gloed; van berekening is by haar niets te
bespeuren. Door haar wordt de party van
Hedwig een der attractions van de „'Willem
TelT'-voorstelling.
18)
Op zekeren dag bracht de schoolmeester een
bericht mede, waarover Nelly anders zeker
gejuicht zou hebben. Hy had eene vaste aan
stelling als hoofd eener fabrieksschool gekregen,
„vlak hier by" voegde hy er iets zachter by,
„te Ingendorf." Juffrouw Wendelin nam zyne
hand en die harer dochter en drukte ze innig.
„Dat is eenteekonvan boven," zei zy. „Zoo
dra ik beter ben, vieren wy uwe bruiloft
dat zal vroolyk zyn. Ik dans den oeredans!"
Na eene poos voegde zy er by dat doctor
Lóhner, als hy van zyne reis terugkeerde, zeker
ook heel bly zou zynEn Claradie
moest bruidsmeisje zijn, jaalsik
hoelemaal beter ben."
Zy sloot de oogen en lag eene poos heel stil.
Eensklaps werd zy onrustig en mompelde:
„Ja... de doctor... en Clara... en allen...
als ik weer gezond ben."
Zij glimlachte en keerde zich met een zucht
naar den muur toe.
Nu was zy hoelemaal boter!...
Op een helderen, warmen Septemberdag werd
zy begraven. Clara stond bij het graf en onder-
steundo Nolly, die byna ineenzakte, maar zelve
vergoot zy geen traan, ofschoon zy moeder
Wendelin zoo hartelyk lief gehad had, en zich
haren dood zeer aantrok. Haar strak gelaat
en hare droge oogen ergerden de buurvrouwen,
die elkaar toefluisterden
„Zoo jong 9n reeds zoo ongevoelig!"
Op den terugweg zei Nelly eensklaps:
„Wy hebben niet eens eene kennisgeving
aan doctor Löhner kunnen sturen, want wy
weten niet waar hy is. Ach! als die thuis
komt en zyne juffrouw Wendelin niet meer
vindt 1" besloot zy met een zucht, en opnieuw
vloeiden hare tranen. Clara had al dien tyd
uit het raampje gekoken en toen zy het hoofd
weer binnenhaalde, zag zy nog bleeker dan
anders en nam zwygend de hand van Nelly,
die zy liefkozend streelde.
Vier weken later trok de schoolmeester naar
Ingendorf en richtte zich daar voorloopig zoo
goed mogelyk in. Hy was niet verwend. Nelly
had een onderkomen by een van de buren
gevonden en de woning der overledene werd
verhuurd. Eindeiyk was er tyding van Rai-
mond gekomen. Hy had eenige weken in Ve
netië ziek gelegen, moest nu nog verder naar
het zuiden, en verzocht zyn boeltje zoo lang
te bewaren. Hy sloot geld voor de huur en
nog een sommetje als huwelyksgescheuk voor
het jonge paar in den brief. Men pakte dus
zyne hoeken in kisten en zette die op een
zolderkamertje. In de eerste dagen van April
trouwden Flonan en Nelly in alle stilte. Clara
omarmde hare vriendin voor het laatst, schudde
den jongen man, die van verlegenheid over
zyne eigen beenen struikelde, de hand en daar
reed het jonge paar naar zyne nieuwe woon
plaats. Zy keek het rytuig na, totdat het uit
het gezicht verdween en begaf zich toen lang
zaam naar hare kamer. Hare tante zag zy
thans nog minder dan vroeger, want daar de
stem der gevierde zangeres zeer verminderde,
werd zy aan de opera door jeugdiger krachten
verdrongen en moest haar heil zoeken in gast
rollen, waarby Signor Toroffi haar steeds ver
gezelde, doch de gewezen beschermeling werd
gaandeweg de Hoveling van het publiek, dat
de gewezen primadonna op den koop toe nam.
Het spreekt vanzelf dat zy niet best geluimd
was, als zy na zulk eene reis thuis kwam,
en Toroffi dan alle genoegens najaagde, die
hy zich op reis had moeten ontzeggen, in
plaats van, zooal3 vroeger, zyne avonden by
haar door te brengen.
Clara moest uren lang hare klaagliederen of
de herinneringen aan hare vroegere zegepra
len aanhooren, zoodat zy 's avonds zoo vroeg
mogelijk naar hare kamer ging, waar zy vaak
met het gelaat in haar kussen viol en tranen
van ergernis en schaamte vergoot.
In de slapelooze nachten, die daarop volgden,
overwoog zy dan dat zy een einde aan dit
ondraaglyke, onnatuurlyke leven moest maken
en dit huis verlaten. AI, wat zy hier hoorde
en zag, krenkto en vernederde haar; zy haatte
thans hare tante niet meer, geiyk zy als kind
gedaan hadnu verachtte zy haar. De zucht
naar bevryding werd vaak zóó sterk, dat zy
midden in den nacht opstond en zich aan
kleedde maar waar moest zy heen?
Tot wien zou Clara zich wenden in die groote
stad, waar zy geen enkelen vriend had?Dan
kwam de herinnering aan Raimond weer boven,
zooals hy zoo vaak tegenover haar gezeten had,
met zyne trouwe oogen op haar gevestigdzy
hoorde zyne zeer welluidende stem weer, welke
van al het goede en schoone sprak, dat zy
niet altyd begreep, maar toch mooi vond, ter-
wille van die stem. Zy had in zulke oogen-
blikken kunnen lachen en schreien tegelyk;
en dan voelde zy het ergerlyke harer omge
ving niet meerhet was als had zy vleugels,
welke haar omhoog droegen naar eene reinere
wereld, van waar hy lachend op haar neer
zag zy huiverde -
Wordt venm'tpi,)