De Brand. ■Wederom ie Leiden door een zwaren brand geteisterd geworden, thans in de uitgebreide machinale spinnerij van d® dekenfabriek der alom hier te lande en tot zelfs daarbuiten om haar uitstekend fabrikaat bekende firma J. C. Zaalberg Zoon. Toen gisteravond om zeven uren de werk lieden den arbeid hadden gestaakt en de fabriek verlaten, hadden onmiddellijk daarna de meesterknecht en de waker Heymans de gebruïkeljjko eerste ronde gedaan, welke ronde do waker om acht uren alleen herhaalde. De gewoonte was dat hij dit dan elk uur deed. De tweede boekhoudor verliet zoo wat acht minuten over achten hot kantoor, zonder eenig onheil to bespeuren, maar was de straat, waar do fabriek gelegen is, nog niet uit, of hjj zag de weerkaatsing der vlammen in de ramen der woningen op den Nieuwen Rijn. In een oogenblik schijnt de fabriek, van voor tot achter, in lichterlaaie te hebben ge staan. Toen de brandweer aanrukte, stond ze dan ook voor eene zee van vuur, zich uitstrek kende van de Uiterstegracht tot de Vestestraat. Met het oog op den vrij sterkon wind bestond er bovendien groote vrees dat ook de onmid dellijk aan do eene zijde grenzende machinale weverij en de overgelegen panden, waaronder ook het magazijn (waarin de voorraad dekens echter niet groot was, daar deze telkens als er hoeveelheden gereed zijn, worden afgele verd), zouden worden aangetast. Immers, de hevig en hoog woedende vlam men vlogen van alle zijden het gebouw uit, tot ver over de straat, zoodat deze alleen met het grootste gevaar gepasseerd kon worden. Dank zij echter het moedige en onver schrokken optreden der brandweer, mocht men er eindelijk in slagen verdere uitbreiding tegen te gaan, met uitzondering der aan de andere zijde belendende pluizerjj, waar zich op den zolder eene hoeveelheid voor de spinnerij bestemde wol bevond. Gelukkig was de wind intusschen van rich ting veranderd en tevens iets bedaarder ge worden, zoodat men voor het overslaan der vlammen naar eene ook daartegenover gelogen weverij niet rechtstreeks beducht moer be hoefde te zijn. Ware het echter werkelijk geschied, dan zou het onheil, hoe groot het nu reeds was, niet te overzien zijn geweest, want dan zou het uitgestrekte blok huizen aan de Heorengracht-zijde in waren nood hebben verkeerd. Toch moesten daar reeds maatre gelen genomen worden en vond men hier en daar op de daken stukken vuur. Telkens als er in het brandende gebouw machinerieiin met donderend geraas naar be neden stortten, werden de geweldig opwaarts stijgende vlammen vervangen door ontzettende vonken-wolken, welke dan een niet minder verschrikkeljjken, maar toch majestueuzen aanblik aanboden. Door de geheele stad was do brand tegen de donkere lucht te zien en op verren afstand werden hooge gebouwen er door verlicht, o. a. de Hooglandsche kerk, het bovenge deelte van B. H. Pols' dekenmagazijn, op de Hooigracht, de kerk op de Haarlemmerstraat, bij de Haven, enz. Ook ver buiten de stad worden de vlam men opgemerkt. Zoo deelt men ons uit Voor schoten mede dat ook in dit dorp de vuur tongen gezien werden. De spoorwegpassagiers van daar naar Leiden hadden er langs den geheelen weg een prachtig gezicht op. De geheele brandweer was natuurlijk aan wezig. De brandspuiten gavsn eensdeels water van de Uiterstegracht, waar het aan de over zijde zwart zag van de toeschouwers, die van heinde en ver, oek naar andore gedeelten in den omtrek van de plaats des onhoils, waren samengestroomd. De spuitgasten posteerden zich hoofdzakelijk op de binnenplaats der fabriek, waar z(j het in den aanvang wegens de geweldige hitte hard te verantwoorden hadden. Aldus werd op het perceel van achte ren en ter zijd# gespoten. Anderdeels hadden de spuiten post gevat op de Heerengracht, van waar de slangen door poorten en huizen heen naar de Vestestraat werden geleid, zoodat op deze wijze het vuur aan de voorzijde door het water kon worden bestookt. Van daar richtte men uit tuinen, op muren of op daken gezeten, de stralen op het vuur, dat vooral hier in zijn ijselijken -omvang was na te gaan. De stoomspuit stond op den Nieuwen Rijn. Hare slangen gingen door de Vestestraat en bereikten aldaar de brandende perceelen. Het eerste water werd gegeven met de op de binnenplaats der fabriek liggende brand- kraan, terwijl ook die van het Ethnographisch Museum, afdeeling op de Heerengracht, door eene poort geleid, reeds spoedig dienst bewees. Nog wordt ook geroemd de spuit der Katoen- fabriek, wegens haar flink optreden. Alvorens de pluizery was aangetast, had men gelegenheid gehad uit het daaronder gelegen fabriekskantoor de weinige boeken, welke zich daar bevonden (daar de voornaam ste boeken eiken avond naar het groote kan toor aan do overzijde werden overgebracht) en ook de uitbetalingslijst der werklieden in veiligheid te brongendoch toen bleek tevens dat uit eene der laden van een vierpersoons- lessenaar ongeveer ƒ300 aan rijksdaalders waren ontvreemd, welke de meesterknecht van het ziekenfonds der arbeiders onder zijne berusting had. Ruim elf gulden aan kleiner geld waren blijven liggen. Toen de meester knecht om acht uren dit kantoor had verlaten, had hjj den lessenaar op slot gedaan en nu vond hij dien open. De andere drie, waar- geen geld in was, waren dicht gebleven. Men had zich toegang tot het-kantoor ver schaft, niet door de gewone deur, welke ge- al iten was, maar door een raam op de binnen plaats stuk te slaan, daardoor te klimmen en vervolgens moest men den geheelen lesse naar omloopen, ten einde de bewuste afdee ling, waarin het geld geborgen lag, te bereiken. Er kan gezegd worden dat men den brand ongeveer te elf uren onder de knie had, zoodat om halftwaalf de eerste handspuiten konden inrukken, vervolgens de anderen en hedenochtend om vjjf uren de stoomspuit. De brandwoer had wél eene lange, ver moeiende en moeilijke taak te vervullen ge had. Voor het kwijten daarvan komt haar alle lof toel Wat er van de beide verbrande panden is overgebleven, vertoont inderdaad eene ruïne. Van de spinnerij staan niet anders dan de onlangs nieuw opgebouwde achter- en voor muren. Al het andere ligt verbrand door en over elkaar. De drie bovengelegon zalen dei- spinnerij zijn met de spinmolens öf in do vlam men opgegaan, óf op de benodongelegen vol- lerjj en ruwerjj neergekomen, zoodat ook deze vernield werden. Dat de belendende weverij gespaard ge bleven is, mag niet alleen gedankt worden aan hot nat houden der daken, maar ook aan den nieuwen brandmuur, welke beide ge bouwen scheidt, ofschoon er door do hitte niettemin drie spleten in zijn gekomen. Toch heeft het dak door het vuur geleden en wa3 dit reeds tot een der verdiepingen doorgedrongen, zonder zich echter verder te kunnon uit breiden. De waterschade is aldaar natuurlijk gioot. Vele machinerieën hebben er veel door ge leden, ook tal van in bewerking zijnde kostbaro gekleurde dekens. De stoommachine, welke al de machine rieën in beweging bracht, is niet veel bescha digd. Door het op haar neergekomen water is ze voorloopig onbruikbaar. Daardoor moet nu ook de weverij stilstaan, zoodat thans 150 personen zonder werk zijn, omdat ook de leoren en andere verbindingen van de machine zijn verbrand. De schade wordt bovendien voorloopig op 150,000 geschat. Een en ander was verzekerd op Amsterdamsche Beurspolis. De oorzaak en de spoedige uitbreiding van den brand lag lang in het duister, tot einde lijk hedennacht om twee uren, door allerlei vragen en opgemerkte bijzonderheden in het nauw gebracht, de waker de bekentenis aflegde dat hy, toen hjj gisteravond om acht uren op de bovenste verdieping de ronde had gedaan, by het naar beneden gaan met de veiligheidslamp in de hand aldaar van de trap was gevallen. Hoe sterk, nieuw en deug- delyk die lamp ook was, ze brak, de daarin aanwezige petroleum vatte vlam en ver spreidde zich over den zolder. Geheel door trokken als deze is (geiyk steeds in dergelyke fabrieken) door de vettigheden van het emou ten van de wol, ten einde ze te kunnen bewer ken, had de vlam ruimschoots gelegenheid zich daaraan hoe de man ook met zyne voeten er over heen wreef mede te deelen en verder zich zoo ontzagiyk snel uit te breiden als heeft plaats gehad. De man ging naar benoden en zeide niets van het voorgevallenehy hield zich van den domme, zocht zich door allerlei uitvluchten te redden, doch viel eindolyk door de mand. In verband met den diefstal der 300 is een jongen, die in het kantoor is opgemerkt geworden en niets met de fabriek te maken had, door de politie in voorloopige bewaring genomen. Deze stelt verder een onderzoek in. Gemengd Nieuws. Schipbreuk van de „Leerdam." De passagiers en de bemanning van de „Leer dam" vertrekken heden of morgen met het stoomschip „Stoomvaart" van Hamburg naar Rotterdam. De telefonische gemeenschap tus- schen Parys en Brussel is verbroken. Yoor de beurs en de pers is dit een geduchte last. Beide steden zyn verbonden door twee draden. Woensdag brak een dezer draden, en toen men bezig was deze te herstellen, brak ook de andere. Het breken der draden wordt toe geschreven aan de plotselinge afwisseling dei- temperatuur gedurende de laatste dagen. Volgens mededeeling van dr. Gill, in „The Lancet" mocht het gelukken by breuk van een der voorarmbeenderen (het spaakbeen), waar tevergeefs verschillende andere genezingsmethoden waren aangewend, genezing te verkrygen door het inleggen van stukjes konynenbeen tusschen de breuk stukken. Deze beenstukken werden uit het dybeen van een zes weken oud, gezond konyn ge nomen, en tusschen de beide blootgelegde beeneinden ingelegd. De operatie had dit jaar in Maart plaats by een 20-jarigen man, die reeds sinds Fe bruari 1S88 aan de beenbreuk lpdende was. Op het eind van April had reeds consolidatie plaats gegrepen. In Augustus was van stoornis in de beweging van den arm zoo goed als niets meer waar te nemen. Eenigen tyd geleden werd ge meld, dat er by eene familie te Schwelm, in de Pruisische provincie Westfalen, eene niet geringe agitatie heerschte, doordien haar was medegedeeld, dat zy recht had op eene erfenis van vele millioenen, nagelaten door den heer Brand, die in 1780 te Amsterdam was overleden en wiens nalatenschap nog in handen van de Nederlandsche regeering was. Volgens de berichten konden niet alle> ft de erven Brand, maar ook de aanverwante familie Schmitz aanspraak op die gelden maken, en had een referendaris te Dussel- dorf, lid van laatstgenoemde familie, zich bereid verklaard om de belanghebbenden van dienst te zyn, ten einde die millioenen in handen te krygen. Hiertoe zou in de eerste plaats een stamboom van de rechthebbenden mo6ten worden opgemaakt, en daarom werd er verlangd, dat allen, die vermeenden daar toe te kunnen behooren, zich zouden aan melden. Nauwelyks had de „N. R. C." hier van melding gemaakt, of zy werd over stroomd met aanvragen, hetzy om nadere gegevens, die zy niet had hetzy om het adres van den bedoelden referendaris. Wan neer al die personen uit ons land zich bij hem hebben aangemeld, terwyi het aantal in Duitschland zeker nog wel veel grooter zal zyn geweest, dan heeft de man voor eerst nog niet verlegen gezeten om eene lectuur vol verscheidenheid en overeenstem ming. Thans echter is het eensklaps met al die drukte gedaan. Een horlogemaker te Ei- berfeld, meenende tot de rechthebbenden te behooren, heeft het namelyk raadzamer ge acht, zich rechtstreeks tot prins Von Bis marck te wenden, en heeft daarop van de Duitsche rykskanselary door tusschenkomst van den burgemeester te Elberfeld het vol gende ten antwoord ontvangen„De erfenis heeft werkoiyk bestaan; maar reeds spoedig na het overlyden van den erflater in 1780 is de helft er van uitbetaald aan de echt- genoote van den heer Van Moers, te Am sterdam. De andere helft bleef in bewaring voor het geval dat er nog meer erven waren, waartoe dan ook bij openbare aankondiging eene oproeping werd uitgevaardigd. Nadat deze oproeping tot 1793 vruchteloos was g#blev#n, is de tweede helft toen insgelyks gerochtelyk aan mevrouw Van Moors toege kend 6d uitbetaald, zoodat alle verdere be moeiingen thans tevergeefs zullen zyn." Aanvaring „Prins Willem I". Van de „Vereeniging van Assuradeuren te Amsterdam" is het volgende bericht, dd. Boulogne-sur-Mer 20 Dec., ontvangen Het Nederlandsche stoomschip „Prins Wil lem I," van Suriname, laatst van Havre, naar Amsterdam, is in het Engelsche Kanaal ge zonken, na op twaalf mylen afstands van Havre door een onbekend gebleven zeilschip te zyn aangevaren. De gezagvoerder van de „Prins Willem I" is met zes-en-twintig man equipage en twee passagiers in eene beot, gesleept d#or een visschersvaartuig, te Beulogne-sur-Mer aange komen eene andere boot, waarin zich dertien schipbreukelingen (10 man der equipage.e 3 passagiers; bevinden, wordt nog vermist. Van „Reuters Office" ontvangt men h( volgende telegram uit Boulogne, dd. 20 dezei Het stoomschip „Treport" is hier aangekome met 36 man der equipage en 5 passagier van het verongelukte Nederlandsche stoon schip „Prins Willem I." Het stoomschip „Prins Willem I," va Paramaribo, vertrok 19 Dec. des avonds t 7 uren van Havre naar Amsterdam. Dit stoomschip had te Havre nagenoeg all lading gelost. Slechts twee passagiers 2d klasse hadden te Paramaribo plaats genomer beiden militairen. To Havre kwamen 3 pas sagiers aan boord. De bemanning bestond ui 36 koppên. Te zanten dus 41 man, waarva: 28 zyn gered en te Bouiogne-sur-Mer aange bracht. Eene boot met 13 man wordt vermis' De boot was verzekerd voor 300,000 waarvan 25,000 voor risico der Maatschappij De overige 275,000 zyn deels in Engeland deels te Amsterdam gesloten, in ongevee gelyke deelen. Onder de voor Ainsterdan bestemde lading was een voorraad goederen bestemd voor een bazaar te 's-Hage ten voor deelo der Hernhutters. De namen der geredden zyn der direct! nog niet bekend. De boot had oen inhoud van 1250 ton, w;v gebouwd op de fabriek-Van der Made te Am sterdam en kwam in 1883 in de vaart. Volgens een later bericht van het bestuit van den West-Indischen Maildienst is de tweed! boot te Tréport aangekomen. Allen zyi dus gered. BUITENLAND. HbrsmEnirjjai. In de „Presse" heeft de heer Laur aan zijne kiezers het volgende „kort en krachtige' manifest gericht: „Kiezers van Neuilly, Clichy, Levailois Perret en Boulogne 1 De Kamer heeft, door myne verkiezing te niet te doen, u een slag in het aangezicht gegeven. Ik stel vertrouwen in u gy zult het beantwoorden." In de Woensdag gehouden vergadering van den Paryschen gemeenteraad is met alge- meene stemmen oen voorstel aangenomen om stappen te doen by de Afgevaaidigden der Seine, opdat zy by de Kamer een wets voorstel indienen, strekkende om Parys zyne rechtmatige gemeentelijke vryheden te ver- leenen. Dnleschland. Eene vereeniging van groote industriëelen in het Saar-gebiod heeft naar aanleiding van de beweging onder de arbeiders in de steen- kolenmynen bekend gemaakt, dat zij van het oprichten van commission uit de arbeiders, met welke de wetgevers voortaan zouden moeten onderhandelen over de loonen enz., niets wil weten. Door die instelling en door de daaraan verbonden scheidsgerechten zou, vol gens do vereeniging, slechts de sociaal-demo cratie in de hand worden gewerkt. Tegenover do tegemoetkomende houding, door de regee ring jegens de arbeiders aangenomen, baart deze bekendmaking niet weinig opzien. De Bondsraad heeft de overeenkomst tusschen Duitschland en Nederland ter zake van den zoogenaamden handel in meisjes („Schutz verkuppelter Frauenspersonen" wordt deze in het Duitsch genoemd) naar de betrok ken commissiën verwezen. Het is voornamelyk om het huiswaarts zenden van zulke vrouwen te doen. Deze zaak zal zoo spoedig mogelijk worden afgedaan. BelflS. Koning Leopold van België he#ft Donder dag de eerst# zitting van den nieuwen Staats raad voor de» Congo-staat te Brussel byge- woond. De koning presideerde en hield eene toespraak, waari» hy hoopte dat de jonge Staat onder leiding van dezen Raad steeds in bloei zou toenemen. Nadat de koning vertrok ken was, nam de minister van Staat Pirmez den voorzittersstoel in. Het eerste werk van den Raad was twee onder-voorzitters te kiezen en twee onder-secretarissen en zich daarna te verdeelen in twee commissies, die moeten beginnen met voor den Congo-staat een bur gerlijk wetboek te ontwerpen en de procedule te regelen. ItaUë. De Kamer van Afgevaardigden heeft het wetsontwerp tot* afschaffing der differentiëele rechten met 170 tegen 50 stemmen goedge keurd. Ruslnnii Volgens de „Köln. Ztg." zal Anton Rubin stein in Mei van het volgende jaar het be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 2