N°. 9156 Zaterdag; 31 December. A" 1889 poeren* wordi dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 20 December. ÏPoxiJJJLotoaa.. ~~Di~BEDRiEGER. FEUS DHZEB OOTJRAin?: ▼•or Leid«n p«r 8 maandna1.18. Franco p«r pont1.48. A-fttosderlfct® Hommen.149. PRIJS DHR ADVHBTHNTIiaNr ▼en 16 regel» 1.05. Iedere regel meer/0.17^ Orootere letten neer pleetemlmte. Toor het la- oren buiten de st&d vordt 0.10 berekend. Heden zijn aan de universiteit alhier be vorderd tot doctor in de geneeskunde: de heer T. G. Den Houter, geb. te Leiden, met academisch proefschrift, get.„Partus arte praemalurus," en de heer J. Van der Hoeven, geb. te Botterdam, met academisch proefschrift, get.„Over de zoogenaamde epispadia by de vrouw." Aan dezelfde universiteit zfjn de volgende examens afgelegdhet dcctoraal-examen in de rechtswetenschap door de heeren M. P. D. Van Harinxma thoe Siooten, F. J. C. Van der Schalk en W. D. Van Limburgh; het candidaats-exaraon in de plant- en dierkunde door den hoer J. E. G. Van Emden. Naar aanleiding van het bericht aan de „N. R. C." uit Amsterdam, dat aldaar Leidsche studenten zich in het gasthuis komen oefenen in het opereeren enz., waar toe te Leiden de gelegenheid niet schijnt te bestaan, meldt men nu aan genoemd blad uit Leiden, dat dia gelegenheid alhier inder daad zeer onvoldoende is. Reeds vroeger is er op gewezen, dat het Leidsche Ziekenhuis berekend is op het bezoek van een dertigtal studenten, terwijl de klinische lessen tegen woordig worden bezocht door ruim 160 can- didaten. Het spreekt vanzelf dat, toy zulke toestanden, zoowel het gebouw als het mate riaal, noodig voor do pra.ctische geneeskun dige vorming, bi) lange niet meer toereikend zijn. Dit geldt zoowel voor het ziekenonder- zoek als voor do operatieoefeningen. Als men weet, hoeveel moeite hot kost, kadavers te krijgon, dio voor deze oefeningen mogen worden gebruikt, dan is het duidelijk, dat, ook b(j do grootsto welwillendheid van het onderwijzend personeel, hun voorraad niet voldoende kan zijn om aan 160 studenten de gelegenheid te bieden, zich voortdurend in do practl8che chirurgie te oefenen. Sedert eenige jaren zoeken dan ook do studenten die gelegenheid in de naburige steden. Het name in het Haagsche gasthuis werden zij tot vóór enkele maanden gastvrij ontvangen, en vonden zij aldaar da assistenten bereid, hen bij hunne studie te helpen. Die gelegen- heid is, om onbekende redenen, tot groote schade der Leidsche studenten, plotseling afge3loton, zoodat zü nu genoodzaakt zijn, nog verderop te gaan zoeken, wat zjj in Leiden zelf niet vinden. Ook voor de deug delijkheid der geneeskundige opleiding is het dus alleszins wenschelijk, dat aan den on- zaligen toevloed van medici paal en perk Eene vertelling uit Rtimen ie van J. Kraner. Door JOHANNA. 2) De weg leidde naar do bergen; men be klom de Fiatra arsa. Na een moeilijken tocht van zes volle uren, die Capugol veel te snel schenen te vorloopen, kwam men bij de herders hut aan, waar de kudde schapen gewoonlijk overnachtte. „Waar is de berin?' vroegen de boeren aan de herders, die bezig waren kaas te maken. Hij wees met zijne muts van lamsvel naar do diepe kloof, hoog in den bergkegel. „Daar!" „Hebt go haar dan gezien?" vroeg Capugol. „Ja, Bojar, eergisteren. En gisteren was de oude Gewostiza aan het braambossen-zoeken, en zag zij do berin op twintig schreden van zich af." „Is haar niets overkomen?" vroegen Capugol en Faraminte tegelijk. „Neen, Bojaren, do berin valt nimmer oude vrouwen aan." Dat antwoord bevredigde hen niet. „Hoe weet ga het dan?" worde gesteld, en de Leeuwarder afgevaar digde ter Tweede Kamer heeft een goed werk verricht met hierop de aandacht der regeering te vestigen. De heer L. Dosuiten, directeur van de Fransche Opera te 's-Gravenhage, hoeft zich tot den Raad aldaar gewend met het verzoek om hem ook dit jaar 6000 subsidie te willen verleenen, daar hij, hoewel trachtende de voorstellingen op een alleszins bevredigend gehalte te houden, toch met zeer zware con currentie heeft te kampen, terwijl zijne inkom sten door het vervallen der voorstellingen buiten de stad zeer sterk verminderd zijn. Tot notabel der Herv. gemeente to Haar lemmermeer is by herstemming gekozen de heer P. Van Dam met 52 stemmen. De heer H. Sweers verkreeg er 22. Op 18 dezer werden door de directie der Ned. Rynsp.-Maatschappy de restauraties te Breukelen, Zeist Driebergen, Ede, Harme ien, Zoetermeer Zegwaard en Alfen-Ouds- hoorn verpacht. Ingekomen waren 14 biljetten. Hoogste inschrijvers waron: voor station Breukelen W. B. T. Boekhorst te Middelburg, voor ƒ201 per jaar; voor station Zeist Driebergen B. P. C. Gerstel te Kampen, voor 1256 per jaar; voor station Ede H. A. Bu(jen van Weelderen te Utrecht, voor 1250 per jaar, on voor station Harmeien L. E. Jacobi te Hoorn, voor 500 per jaar. Voor de restauraties te Zoetermeer Zeg waard en Alfen Oudshoorn kwamen geene biljetten in. Na vooraf dezen ochtend voor de arrond.-rechtbank te 's-Hago te zijn beëedigd word do nieuw benoemde kantonrechter te 's-Gravenliage, mr. A. J. W. Van Roijen, in eene zitting van het kantongerecht geïnstal leerd. Na voorlezing van het kon. besluit van benoeming on de akte van eedsaflegging, wenschto de waarnemend# kantonrechter, mr. W. Van Rossem Bz., den nieuw benoemden titularis, namens allo ambtenaren van het Haagsche kantongerecht, hartelijk geluk en verklaarde hem geïnstalleerd. De begrafenis van wijlen mr. L. A. A. Van Wensen, in leven vice-president van do rechtbank to Amsterdam, had gistermorgen plaats op het kerkhof „Zorgvliedt," aan den Amstel. De belangstelling was zeer groot. Vele deputaties van liefdadige en andere genoot schappen, van wolko de overledene bestuurs lid was geweest, waren op het kerkhof tegen woordig, evenals oene deputatie van de rechtbank, waarbij jhr. mr. C. H. Backer, „Dat is het volksgeloof," spotten de boeren. „En ook zou eergisteren den heer den herder niet te na gekomen zijn, als hij hem den ezel gelaten en niet gescholen had." „En waar is het ongeluk geschied?" Uit deze vraag van Capugol kon men zijn afkeer van bloed bomerken. Bloed kon hy niet zonder sidderen ziendat was eene zjjner zwakheden. En toch werd hij met onweer staanbare kracht er heen getrokkGn. „Daarboven, mijnheer, geen tweehonderd schreden van hier, bij do braambeziën-struiken!" Men ging naar de plaats. Het korte gras was bloedrood gekleurd en de grond omge woeld. Capugol verbleekte, greep naar zjjne veldflesch en nam er eene lange, versterkende teug uit. „Gaan wü eerst ontbijten 1 Wij moeten ten minste twee uren rusten, eer we op de jacht gaan." Men ontbeet dus in de herdershut. De boeren kookten hunne malsbrjj en aten er schapenkaas bij. Het scheen ook Faraminte goed te smaken. Alleen Capugol scheen in zijne sardinen en in het koude hoen geen behagen te vinden. Des te dapperder sprak hjj den wjjn aan. Wijn geeft moed. Hjj reikte ook den hoeren een dronk. Zoo vriendelijk en neerbuigend als b9den, was hij nog nooit jegens de boeren president, werd opgemerkt. Ook de burge meester was aanwezig, en op het kerkhof sloot zich eene groep mannelijke verpleegden uit het Sint-Jacobsgesticht bij den begrafenis stoet aan. De lijkwagen was bedekt met de schoonste rozen en palmen. Er waren zooveel bloemen, dat op de kist slechts een enkel kruis met rozen werd neergelegd. In de kleine kapel van het kerkhof verrichtte de R.-C. priester den dienst, welke bp het geopende graf werd voortgezet, vóór het stoffelijk overschot in de groeve was neergelaten. Lijkreden werden, naar den wensch van den overledene, niet gehouden. Een bloed verwant van den overledene bedankte voor de belangstelling. Men scbrflft uit Den Haag aan do „Amet. Crt."„Wederom is aan het ministerie van binnenlandsche zaken de quaestie der grens regeling tusschen Amsterdam en de gemeen ten Nieuwer-Amatel, Sloten en Diemen aan hangig. Amsterdam zou van die aangrenzendo gemeenten een deel erlangen, doch het uit breidingsplan voor de hoofdstad is niet zoo uitgestrekt als dat van eenige jaren geleden. De Weesperzljde en de Ainsteldjjk, onder Nieuwor-Amstel, vallen niet in het bij Amster dam te voegen gedeelte, wel het deel, dat achter de Weesperzljde zich uitstrekt lange den spoorwsgdyk. Do Overtoom zou tot de Dubbele Buurt bij Amsterdam govoegd wor den; verder zoudon de Houbrakenstraat en het Concertgebouw binnen de grenzen der hoofdstad komen te vallen en misschien een deel van den Parkweg eveneens. Een deel van den Haarlemmerweg, thans behoorende onder dé gemeente Sloten, zou dan mede Amsterdamsch grondgebied worden." Aan de universiteit te Göttingen is de heer J. P. Lotsy mot proefschrift: „Boitrage zur Biologie der Flechtonflora des Hainbergs bei Göttingen" cum lande tot doctor in de plant- en dierkunde bevorderd. Bjj beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is, met ingang van 1 Januari 1890, voor den tijd van één jaar, be noemd tot opzichter by 's Rijks veeartsenij school te Utrecht J. A. Th. H. F. Van Rijswijk De Jong te Utrocht. De luit. ter zee 2de kl. C. A. Lussanet de la Sabloniére, dienende aan boord Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met den lsten Januari a. s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den luit. ter zee 2de kl. A. J. Van Stockum.. geweest. Het lag anders niet in zijn karakter toe te geven dat boeren ook menschen waren Deze buitongowone vriendelijkheid viel zijn vriend Faraminte in het oog, dio anders geene bijzondere opmerkingsgave bezat. „Nu moeten wjj echter opbreken," riep een oude boer en onderzocht zjjn geweer, welks loop met oen dun touwtje aan den schaft gebonden was. De eigenaar van cle herdershut begoleidde de jagers tot de plaats, waar het bergpad zich in het dunne dannenbosch verloor. Hier troffen zij de verouderde sporen van een beer aan; zij zochten tot hot donker werd, doch bemerkten zelfs toen nog niets van het dier. Nu staken zij op een heuvel een vuur aan, dat weldra helder opvlamde; zjj legerden er zich om heen. Faraminte en Capugol wikkel den zich in hunne dekens en staarden in den vuurgloed. „Van naderbij bezien, is do gansche geschie denis eene groote dwaasheid," bromde Fara minte. „Hongerlijden, bevriezen, stijve lede maten bekomen en dat alles om uwen dooden ezel. En, op mijn woord, ik houd het er voov, dat gij het hazenpad kiest als het er op aan komt, Capugol!" „U w o n dooden ezol. Waarom niet m ij n e n" was het antwoord van Capugol, dat nu veel Het stoomschip „Koningin Emma," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 19 Dec. van Genua; de „Prins Willem I," van Para maribo naar Amsterdam, vertrok 19 Dec. van Havre; de „Utrecht," van Rotterdam naar Batavia, is 19 Dec. te Southampton aange komen; do „Zuid-Holland," van Rotterdam naar Batavia, is 19 Dec. van Port-Said ver trokken; de „Soerabaia," van Batavia naar Botterdam, vertrok 18 Dec. van Marseille. By koninklijk besluit is, met iEgang van 1 Jan. 1890, benoemd tot directeur der op dat tydstip in de gemeente Oegstgeest te vestigen Rijks-werkinrichting voor vrouwen, B. J. Beek, thans directeur der Militaire Strafgevangenis aldaar. Aan J. A. Yan der Stok, op zijn verzoek, met ingang van 20 dezer, eervol ontslag ver leend als notaris te Amsterdam. Benoemd H. Vinckers J.-Bzn., voor het jaar 1890, tot leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Zalt-Bommelen A. E. Lubach te Kampen, voor het jaar 1890, tot leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Tilburg. Als biyk van Zr. Ms. goedkeuring en tevre denheid, de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld by koninklijk besluit van 22 September 1855, toegekend aan L. J. Kassels, matroos 2de kl. aan boord van Zr. Ms. stoomkanonneerboot „Geep," wegens het mot levensgevaar redden van den schild wacht van dit schip, die in den nacht van 1 op 2 Oct. 1889 van den steiger in de haven te Nieuwediep was geraakt; J. C. A. Haks, slagersknecht te Amsterdam, idem van drie drenkelingen, die in den avond van 14 Oct. 1889 met een aangespannen goederenwagen op den Blauwburgwal, by de Hoerengracht, aldaar te wator waren geraakt. Met ingang van 1 Januari 1890: lo. aan mr. J. E. Boddaert, op zpn verzoek, eervol ontslag verleend uit zpne betrekking van adjunct-commies by het departement van binnenlandsche zaken; 2o. in zqne plaats tot adjunct-commies by dat departement benoemd mr. C. Roest, te 's-Gravenhage. Bepaald, dat in den loop van het jaar 1890, voor den tyd van vpf jaren, zullen worden gedetacheerd: by het leger in Ned. Indiö, de eerste luit. H. F. Van Thiel, van het 6de, en de tweede luit. H. J. L. A. F. Steup, van het 3de reg. inf.by het leger hier te lande,, onderscheideniyk bij het 6de en bij hot 3de reg. inf., de eersto luitenants G. M. P. Scheucr en A. Kisjes, van het wapen der inf. van het leger in Ned.-Indië. minder hooghartig klonk." Do ezel was de ver klaarde lieveling van de aristocratie van Sinaia wogens zpne buitengewone, geestige eigen schappen. „En of ik op den loop ga? 't Kan gebeuren, al of niet, dat hangt er van af!".... De koude nachtwind, die hem om de ooren blies, droeg van tyd tot tijd het geroep der herders naar hem over, die door hunne kreten hot roofgedierte van hunne kudden afhielden. Dit deed do beide Bojaron verschrikt opsprin gen alsof de boer hen op de hielen zat. Toen eindeiyk de zon opging, hadden zij nog geen oog toegedaan. Doodmoede en den- ezel vtr- wonschend, stegen zij weder te paard. Na een marsch van een uur kwamen zp op een berg, die vol ravynen was, een jongen man tegen, die een soldatenrok droeg en de dorobanzen muts met de haneveer lustig op het linker oor had geschoven; in zijne hand hield hy een knobbeligen stok. Al voortstappend floot hij een vroolpk liedje. „Goeden morgen, vrienden; de berin wacht op u. Ga slechts daar op die hoogte, hier tegenover „Gp hebt haar dus gezien?" vroeg de oude. (Wordt vervolgd.1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1