N". 9136.
A*. \m.
Wt Bommer bestaat Bit TWSS
Ble4ea.
Leiden, 27 November.
fezt (goaraat wordt dagelijks, mit uügoaderlng
van §pn- tn feestdagen, uitgegeven.
nu» dkb umnHnut
DAGBLAD.
PUIJS DKZSB OOTOAITT.
▼•or Leiden per 8 miindta
Franco per poet,1.48.
liaonderl^ke Fobb«N....m.......8^fi.
Bp de verkiezing ran een lid voor den
gemeenteraad alliier waren door de 2375 kie
ners ingeleverd 1669 stembiljetten.
Hiervan werden er heden door het stern-
bureel van onwaarde verklaard 84, zoodat het
aantal geldige stemmen 1635 en de volstrekte
meerderheid 818 bedroeg.
Uitgebracht waren op de heeren
J. Van der Breggen Az., candidaat der
liberalen939 stemmen.
J. A. Bots, candidaat der
katholieken, gesteund door de
anti-revolutionairen 675 stemmen.
Gekozen is das de heer VAN DER BREGGEN.
Op verschillende personen waren nog 21
stemmen uitgebracht.
Door de afdeeling Leiden der Schippers
vereniging „Sehuttevaer" is b(j den gemeente
raad een nader adres ingediend omtrent de
bediening der bruggen bjj nacht en eene ver
lenging van den gewonen tjjd voor het openen
der brnggen.
Adressanten wenschen dat de gewone tyd
voor het openen in de wintermaanden worde
gesteld van 's morgens zeven uren tot 's na
middags acht uren, eene vermeerdering dus
van 4 uren 's daags, aangezien than^ voor de
maanden November, December en Januari de
gewone t(jd is gesteld van 8 tot 5 uren.
Wanneer, zeggen B. en Ws. in hun rapport
hierop, de 18 brugwachters 4 uren dagelijks
meerderen dienst moeton verrichten, zou dit
voor eiken brugwachter in 7 dagen 28 uren
bedragen, te zamen 504 uren. Vermits het
voorzeker niet biliyk zoude wezen dien meer
deren dienst aan de brugwachters op te dragen
zonder eenige geldelijke tegemoetkoming, zou,
het uur berekend op 10 cents, eene uitgave
van 50.40 per week of 655.20 voor de
drie maanden worden vereischt.
Verdor wordt door adressanten voorgesteld
om de twee brugwachters, die des nachts ge-
stationneerd zijn aan de politiewacht met één
te vermeerderen es ze te stationneerenéén
aan den Nieuwen Rijn, één aan de Haven en
één aan de Mare.
Ook naar het oordeel van den algemeenen
marktmeester, die omtrent het verzoek is ge
hoord, zou deze regeling niet doenlijk wezen,-
althans tot geen practisch resultaat leiden,
aangezien alsdan één brugwachter b(j voor
komende gevallen acht bruggen zoude moeten
bedienen en dat wel in den winter, wanneer
de bruggen somtijds zwaar z(jn belast met
sneeuw of z(]n vastgevroren.
Overigens w(Jzen B. en Ws. er andermaal
op, dat eerlang in de regeling van de bediening
der bruggen en de heffing van bruggeld eene
wijziging moet worden gebracht in verband
met de aanstaande opening der nieuwe vaart,
zoodat thans geene aanleiding bestaat die rege
ling aan eene herziening te onderwerpen.
Zfl geven mitsdien den Raad ln overweging
afwijzend op het verzoek te beschikken.
De nieuwe Stadsgehoorzaal.
De commissie van financién heeft een uit
voerig rapport uitgebracht over het in hare
handen gestelde voorstel van B. en Ws. tel
herbouwing van de Gehoorzaal. Zjf zegt daarin
dat, alvorens tot het stichten., eener nieuwe
zaal op den grondslag van een der den Raad
voorgelegde plannen te besluiten, de Raad
zioh nauwkeurig rekenschap dient te geven
van do geldelijke offers, welke dit gedurende
ettelfike jaren van de gemeente zal vergen.
Slechts daarna valt met grond de vraag te
beantwoorden, of de behoeften, door den bouw
te bevredigen, die offers rechtvaardigen.
De commissie legt in de eerste plaats eene
raming van de finantiëele gevolgen der ver
schillende plannen voor. Allesn plan C gaat
zjj met stilzwijgen voorbit, wjjl de inlichtingen,
haar met de meeste welwillendheid door den
architect gegeven, haar den bouw van eene
zaal met loges v.or de aceustiek gewaagd
doen achten.
Een paar harer opmerkingen gaan vooraf.
Om tot de kennis der geldelijke gevolgen
van elk plan te geraken, moet men in aan
merking nemen
lo. de jaarlyksche rente en aflossing;
2o. de winstderving;
8o. de kosten van onderhoud, assurantie en
belasting
4o. de vermoedelijke baten.
Ad I°m. Bjj hare berekeningen is de com
missie uitgegaan van de meening, dat het
voor den bouw en den aankoop der meubelen
benoodigde, na aftrek van de in kas zijnde
assurantie-penningen, zou worden gevonden
door eene 3'/a pet. leening, te plaatsen a pari
en - ingeval plan I, II of III werd gevolgd
aflosbaar in 50 jaar.
Voor 31/, pet. rente en aflossing eener loe-
ning is gemiddeld noodig „g^0 van de ge
leende som, dus, zooals Burg. en Weths.
terecht stellen, in een rond cpfer 4 pet.
Zoo een der plannen A en B werd gevolgd,
zotf minder dan 50,000 behoeven te worden
geleemd. De commissie zou in dat geval aflos-
«Ing van ƒ1000 'sjaars geraden achten.
Ad IIum- Ging men tot den bouw
niet over, men zou tot schulddelging
kunnen aanwenden de som van de
Assurantie-Maatschappij ontvangen 49,279.
en de opbrengst van het nog aan
wezige deel der oude zaal, door den
architect voor afbraak gewaardeerd
op ongeveer8000.
Te zamen 67,279.
Men zou daardoor een voordeel genieten van
3'/i pet. dier som of 1995 per jaar.
Dit mist men b(J den bouw.
Bovendien geeft men door den bouw de
opbrengst prijs van enkele huizen.
Om de winst, daardoor te derven, matig te
waardeeren, heeft de commissie gemeend wel
te doen door, op het voetspoor van Burg. en
Weths., de thans genoten huur door vermenig
vuldiging met 20 te kapitaliseeren, aan het
Telegraafkantoor (evenals Burg. en Weths.)
eene waarde van 40 0 toe te kennen, en
van het aldus geraamde kapitaal eene rente
van 3'/i pet. in rekening te brengen.
De inneming van het huis op de Breestraat
No. 60 brengt naar dien maatstaf eene winst
derving mee vanƒ250.
die van het Telegraafkantoor van ,140.
die van het IJkkantoor van 140.
die van de woningen op de Aalmarkt van 440.
Yoor het terrein, waarop de oude Gehoor
zaal stond, heeft de commissie niets in rekening
gebracht, w|jl zy niet durft aannemen, dat
dit, werd er geene nieuwe Concertzaal gezet,
door de gemeente binnen korten tyd productief
zou worden gemaakt.
Ad 111""". De kosten van onderhoud, assu
rantie en belasting raamt de commissie voor
de plannen I, II en III, als Burg. en Weths.,
op 1500, voor de eenvoudigere plannen A
en B op 1300.
Ad IVum. Naar de vermoedeiyke opbrengst
eener te bouwen Gehoorzaal is moeilyk te
gissen. Er is echter, naar het inzien der com
missie, geen voldoende grond om aan te nemen,
dat het gebruik dezer lokalen, die men wenscht
te Btichten, dat der oude belangrijk zal over
treffen. Zy durft hierom huur en pacht niet
hooger ramen, dan by het volgen van plan
I, II en III op 4500, van plan A op 4200
en van plan B op 4300.
Na dit vooropgezet te hebben, gaat de
commissie tot de mededeeling harer becyfering
over van de verschillende plannen.
TM 1-4 r*t*ls 1.44. Mkn nol BMf /4.1T).
OtmOk aur plutantate. Tom hot to-
i.Miwn bulla 4o oM «Ortt 4.14 bonkoni.
Daaruit blykt dat Plan I gedurende 50
jaren een jaarlykseh nadeel van 1625 zal
geven en na 50 jaren een jaarlykseh voordeel
van 616.
Plan n« gedurende 50 jaren een jaarlykseh
nadeel van 2545 en na 50 jaren een jaar
lykseh voordeel van ƒ615.
Plan 116 gedurende 60 jaren een jaarlykseh
nadeel van ƒ2805 en na 50 jaren een jaar
lykseh voordeel van 476.
Plan III gedurende 50 jaren een jaarlykseh
nadeel van 3605.
Plan A' gedurende 24 jaren een jaarlykseh
nadeel van 925.
Plan A1 (met sousterrain) gedurende 35
jaren een jaarlykseh nadeel van ƒ1115 en
daama een jaarlykseh voordeel van 515.
Plan B' gedurende 31 jaren een jaarlykseh
nadeel van ƒ1385 en daarna een jaarlykseh
voordeel van 175.
Plan B1 (met sousterrain) gedurende 42
jaren een jaarlykseh nadeel van 1577.
Dit laatste plan zou, indien men tevens
voor het gebouw een nieuwen gevel wenschte
14 plaatsen, gedurende 48 jaren een jaarlykseh
nadeel opleveren van 1677.
Uit deze becyferingen volgt dat elk der
ingediende plannen voor de gemeente aanzien-
ïyke geldelyke opofferingen meebrengt.
Dit is op zichzelf, zegt de commissie, geen
grond om in geen geval tot aanneming van
één daarvan te besluiten, maar geeft zeker
voldoende reden om zoodanig besluit niet te
nemen, voordat op afdoende wyze is gebleken
dat geen byzonder persoon of maatschappy
die wellicht goedkooper zou kunnen bouwen
en met meer voordeel exploiteeren - tot
het stichten der noodige lokalen bereid is.
De commissie is van oordeel, dat het, wer
den den Raad door particulieren aanneme-
lyke bouwplannen voorgelegd, aanbeveling
zou verdienen, aan dezen den bouw over te
laten en hun desverlangd het terrein en het
nog bestaande gedeelte der oude Gehoorzaal
in erfpacht af te staan.
De commissie geeft dus den gemeenteraad
in overweging te besluiten
De beslissing op het voorstel van Burg.
en Weths. betreffende het bouwen eener
Gehoorzaal te verdagen tot de eerste verga-
i dering in Januari a. s.
Met personen, die zich inmiddels tot
zoodanigen bouw voor eigen rekening mochten
bereid verklaren, omtrent afstand van het
terrein dor oude Gehoorzaal in erfpacht en
van het nog bestaande deel dier zaal, in
i onderhandeling te treden.
3F*o-oJLiXe'to]ö,c-
HET GEHEIM
van den Inspecteur van Politie.
86)
„Ik begryp best!" viel de heer Kings-
ford hem dadelijk in de rede. „Het is moei
lijk voor u, maar luister eens. Wy hebben
alles afgesproken. Grand krijgt eene waar
schuwing en die zal op pooten staan, dat
verzeker ik ui om de minderen met rust
te laten. Kom gerust terug; ze zullen u met
rust laten, en mocht er iets gebeuren, kom
dan dadelijk bij mij wacht geen minuut, ik
zal ze op hun nommer zetten, geloof my 1
Robert was innig getroffen door zooveel
goedheid; maar hij schudde het hoofd.
Houd my niet voor koppig, myDheer," sprak
hij, „on vooral, denk toch niet, dat ik uwe
goedheid ooit zal vergeten; maar inderdaad
het is beter voor mij, en wat meer zegt,
het is beter voor de zaak van juffrouw Duvi-
vior, dat ik vrjj man blyf."
De heer Kingsford keek hem verwonderd aan.
„Hebt ge dan nieuws?" vroeg hij. „Is er
mogelijkheid, dat het vreeselyke geheim ein
delijk eens zal worden opgehelderd?'
De g09de man had Robert zooveel vriend
schap betoond, dat deze het onheusch vond,
zyn vertrouwen niet met gelijke openhartig
heid te beantwoorden.
Hij deelde den heer Kingsford daarom in't
kort mede, wat er aan het licht was gekomen,
welk gesprek hy met den hoofd-inspecteur te
Londen gevoerd had, en eindelijk welke taak
hy op zich had genomen.
De heer Kingsford hoorde hem met de
grootste aandacht aan."
„Het is inderdaad eene zonderlinge geschie
denis!" De verhouding tusschen dien Sint-Alba
en die Stanley's is zeker zeer verdacht 1
Maar dat is waar ook, ge hebt dien Sint-Alba
vroeger gekend; weet je niet, waar hy van
daan kwam?"
„Ik weet waarlyk niets meer van hem dan
ik indertyd voor het gerecht verklaard heb,"
antwoordde Power.
„Dan weet ge dus niets van zyn oorsprong?
I Ik zal u zeggen, waarom ik het vraag", ver-
i Yolgde de magistraat. „Sint-Alba is zulk een
vreemde naam, en nu herinnor ik mij indertyd
iemand van dien naam gekend te hebben
„Hoeft u vroeger een Sint-Alba gekend?"
i vroeg Power verrast.
„Dat is te zeggen, de man, dien ik bedoel.
schreef zyn naam eonig3zins anders. Het was
een Italiaansch uitgewekene, dio zich Sint-Alba
noemde. Sant is natuurlijk de Italiaansche
vertaling van Sint."
„En wat was die Sint- of Sant-Alba, dien u
gekend hebt, verder?"
„Het is jaren geleden, dat ik hem ontmoette.
Het was een oud man, van wien verteld
werd, dat hy zyn vaderland had moeten ont
vluchten, omdat hy deel van eene republi-
keinsche samenzwering had uitgemaakt. Hy
vras iemand met zonderlinge manieren en
gewoonten, die aan allerlei liefhebberyen,
voornameiyk aan de schilderkunst, deed, als
ik ray wèl herinner."
„Dan zou dus deze Sint-Alba zyn zoon Diet
kunnen zyn?" vroeg Power verder.
„Neen, natuuriyk niet. Misschien is het in
het geheel geen bloedverwant van hem ge
weest. Wat er vorder van den ouden heer
geworden is, weet ik niet zeker. Sommigen
vertelden, dat hij weer naar het vasteland
was teruggekeerd; in elk geval is hy nu
al lang overleden."
Robert Power was in diop DadoDken ver
zonken.
„Het doet my toc-h genoegen, dat u my
van hem verteld hebt," sprak hy eindelijk
langzaam; „wy kunnen niet weten, allicht
voert het tot iets aoders
„Ge biyft dus den grooten financier en
men8chenvriend nog steeds verdenken?"
„Ik ben heilig overtuigd, dat by en nie
mand anders die ongelukkige vrouw vermoord
heeft," antwoordde Robert ernstig. „Mijn
eerste vermoeden viel op hem, toen ik dat
stukje van dien verscheurden brief vond en
zyn handschrift herkende. Sedert ik daarop
dien avond zyn gezicht zag, by het vernemen
der aanklacht, heb ik nooit een oogenblik
meer aan zyne schuld getwyfeld
„En het meisje dan, dat nu gevangen zit?"....
„Is zoo onschuldig als gy of ik, mynheert
Alles wat tegen haar wordt ingebracht, is
het werk van dien ellendigen schurk."
Robert's ernst maakte zichtbaar indruk op
den heer Kingsford.
„Ik hoop van harte, dat gy gelyk hebt!"
hernam hy. „Ik voor my vond het geval zoo
verschrikkeiyk, dat ik maatregelen heb ge
troffen om door een ander in de rechtbank
vervangen te worden. Ik wil met de gebeele
zaak niets te maken hebben; ik voelde, dat
ik niet onpartydig genoeg was om zonder
vooroordeel uitspraak te doen. Na hetgeen ge
my verteld hebt, ben ik er dubbel biy om
en behoef ik u niet te zeggen, dat ik u
oprecht een goeden uitslag op uwe onderneming
toeweusch."
{Wordt vervo^d.)