\ic-M
^>J5p-IA'-J- \Mr'A-lr.-^'-Ol -"-
33tJIri?ENV. A TVT).
B*rA-aiEiSiiryii;.
De verkiezUigen ju Frankryk hebben voor
eenige weinig» kieskeurige personen onaan
gename gevolgen gehad. De rechtbank te
Poitiers heeft een grondeigenaar tot 14 dagen
gevangenisstraf en 500 fr. boete veroordeeld,
omdat hy zyn kruidenier had bedreigd met
het verlies van zyne „gunst", indien de man
voor den republikeinschen candidaat stemde
en hem een op zekere wyze gemerkt stem
briefje had ter hand gesteld, zeggende dat
hy er wel achter zou komen of dat briefje
al dan niet in de stembus was geworpen.
Een ander werd tot 8 dagen gevangenisstraf
en 100 fr. boete verwezen, omdat hy eene
stem had gekocht voor 500 fr.
De heer Étienne, onderstaatssecretaris
voor de koloniën, heeft in den ministerraad
mededeeling gedaan van de vorming eener
maatscbappy, welke zich ten doel stelt het
beramen van plannen voor den aanleg van
dringend noodzakelyke spoorwegen in den
Congo-Staat. Hy besprak daarna de bezwaren
van de zyde van Fransche kooplieden omtrent
den invoer van waren uit het buitenland
in de koloniën, nadat ze Frankryk gepasseerd
hebben. De geldigheid dier bezwaren zal door
den minister van financiën worden onderzocht.
De heeren Le Hérissé en Déroulöde
hebben eene aanklacht ingediend by het par
ket, wegens hunne onrechtmatige arrestatie.
De graaf van Parys zal 13 Dec. naar
Lissabon gaan, om eenigen tyd by zyne
dochter door te brengen.
De heer André Theuri3l spreekt tegen
dat by zyne candidatuur voor den zetel in de
„Académie fran?aise," die door Augiers dood
openviel, zou terugnemen, nu Zola zich candi
daat stelde. Daar een zetel eerst eene maand
na den dood vacant mag worden verklaard
en Augiers overlyden nog geen 3 weken ge
leden plaats had, kon er, volgens zyne meening.
voor hem geen sprake zyn, nu reeds op de
opvolging aanspraak te maken of er van af
te zien.
Een ander geval, in verband met deze quaestie,
wordt gemeld betreffende'een induetriëel, die
den naam van Zola draagt en vreest, met
den scbryver der „Rougon et Macquart"-serie
verward te worden.^Hy deed daarom de vol
gende aankondiging openbaar maken: „De
heer Ernest Zola (uit Painboeuf) verwittigt
zyn begunstigers, dat hy niets gemeen
heeft met zyn naamgenoot, den heer Emile
Zola, scbryver."
Wie dus vrywillig de onsterflykheid van de
hand wyst, moet al zeer nederig wezen 1
In de gisteren gehouden zitting van den
Sanaat las de voorzitter een brief voor van
den hoer Léon Say, waarin deze kennis
geeft dat by ontslag neemt als lid van den
Senaat.
Met algemeens stemmen is het krediet
van 58 millioen voor den bouw van oorlogs
schepen goedgekeurd. De minister Barbey
verklaarde dat hy voor het dienstjaar 1891
kredieten zou vragen ten behoeve van don
bouw van pantserschepen op de Rykswerven.
-Do afgevaardigde Reinach zal een ontwerp
op de persvryheid by de Fransche Kamer
indienen. Daarin wordt de pers tot het gemeene
recht teruggebracht, worden speciale delicten
heer John Hunter, die byzonder veel belang
in het jonge meisje schynt te stellen en by
kris en kras zweert, dat hare arrestatie en
de geheele beschuldiging de grootste dwaas
heid is, die de politie nog ooit heeft uitgo-
haald. Ik ken den heer Hunter als e-n man
met een helder hoofd en een scherpzinnig
oordeelik stel zyne meening dus op hoogen
prys, maar.hy voert geen schyn van
bewys aan, dat de vermoedens, die tegen de
beschuldigde bestaan, en die, dunkt my, nogal
niet weinig krachtig zyn, zou kunnen ver
minderen of verzwakken. Gy en Brusel zegt
van uw kant, dat Sint-Alba de man is, die
het gedaan heeft; maar neem my niet kwa-
lyfc, dat ik het oprecht zog: gy zyt beiden
ook niet heel gelukkig geweest, toen hot op
het leveren van wettige en overtuigende
bewyzen aankwamBlyft ge echter by
uwe meeniug, dat wij in Sint-Alba den waren
man hebben, dan moeten wy ook niet rusten,
vóór wy zyne schuld onwederlegbaar kunnen
bewyzen, en geloof myik zal u helpen zoo
veel ik maar eenigszins kange begrypt zelf i
wol, dat ik niets liever verlang, dan die heeren j
courantenschryvers, die mij het leven in den
laatston tyd zoo zuur gemaakt hobben, eens
behoorlyk op hunne plaats te zetten."
„Zou ik u mogen vragen, mynheer," begon I
afgeschaft, miedry ven naar de assises, delicten
naar de correctioneels politie en overtredingen
naar de politiegerechtshoven verwezen.
I>ndtt90lalsnd.
By de beraadslaging over do begrooting
voor buitenlandsche zaken in den Ryksdag
richtte de heer Eugen Richter de vraag tot
de regeering, of het waar is, dat graaf Wal-
dersee, de chef van den generalen staf, invloed
oefent op de buitenlandsche staatkunde, en
wel in eene andere richting, als prins Yon Bis
marck deze leidt.
De minister van oorlog, generaal Verdy,
verklaarde dergelyke mededeelingen in de
pers voor hoogst lichtzinnig. Het leger be
moeit zich in Duitschland nimmer met de
staatkunde.
Graaf Herbert Von Bismarck voegde er nog
by, dat de buitenlandsche staatkunde alleen
door den keizer en zyne wettige raadslieden
wordt geleid.
Richter wees toen op het feit, dat de offi
cieuze bladen door dergelyke lichtvaardige
verzinsels te verspreiden de belangen en het
aanzien van het Duitsche Ryk hebben be
nadeeld.
Den Ryksdag is toegezonden het Witte
Boek over Duitschlands belangen in het gebied
aan den Niger.
Het behandelt de bekende, in den Ryksdag
meermalen tor sprake gebrachte grieven tegen
de Engelsche „Royal Niger Company", welke
onrechtmatige tollen heft, den handel mono
poliseert en andere handelaars verdringt.
Het Witte Boek bevatlo. een bericht van
den Duitschen commissaris Von Puttkamer,
over den druk, welke in het genoemde ge
bied wordt geoefend2o. eene uitvoerige
gedacbtenwisseling tusschen de Duitsche en
Engelsche regeeringen omtrent de Duitsche
grieven; 3o. eene opdracht in dato 2 Oct.
1889 aan den Duitschen zaakgelastigde te
Londen, om aan de Engelsche regeering mede
deeling te doen van den inhoud eener nota van
den staatssecretaris Von Bismarck.
Uit deze nota blykt dat de Duitsche regee
ring allo grieven togen de „Royal Niger
Company" als gegrond beschouwt en van de
Engelsche regeering nadrukkelyk herstel ver
langt. Op grond der mededeelingen van den
commissaris Von Puttkamer wordt in de nota
het volgende uiteengezet:
De „Royal Niger Company" heeft geeno
aanspraak op het aan den Boven-Niger ge
legen koninkrijk Nupe. Aldaar is koning
Moleki uitsluitend heerscher. De „Royal
Niger Company" heeft dus geen recht den
doorvoerhandel te beperken en de Britsche
regeering moet er voor zorgen, dat schepen
en koopwaren, die op weg van of naar Nupe
den Beneden-Niger passeeren, van alle tollen
worden ontheven en voor alle oponthoud
worden gevrywaard. Tetdat beslist zal zyn
over eventueels aanspraken der „Royal Niger
Company" in de boven Nupe gelegen streken
en aan de Benue, moet ook daar tolvryheid
by den doorvoerhandel bestaan. Evenzoo be
hoort de Engelsche regeering er voor te
zorgen, dat de buitengewoon hooge tollen,
welke de „Royal Niger Company" heft in
stryd met de Duitsch-Engelsche overeen
komst van 1885, worden afgeschaft, daar zy
alleen ten doel hebben den meest winst-
Power, nadat hy den heer Norfolk bedaard
had laten uitspreken, „hoe de zaak van mejuf
frouw Duvivier op dit oogenblik staat?'
„Voor zoover ik vernomen heb," antwoordde
de hoofdinspecteur, „is er nog in het geheel
geen voortgang mede gemaakt. Het voorloopig
verhoor, dat zy gisteren voor den rechter van
instructie heeft ondergaan, was natuurlyk
niets dan een vorm. Er werd verdaging aan
gevraagd, die voor eene week werd toege
staan, waarop zy naar de cellulaire gevange
nis in het graafschap is overgebracht. Maar
dat kunt ge, dunkt me, zelf in de couranten
gelezen hebben, dokter!"
„Dat heb ik ook inderdaad," erkende Power,
maar ik hoopte dat u wellicht meer byzonder-
heden zoudt kunnen mededeelen.
„Ik heb ook nog een afzonderiyk, persoon-
lyk verslag gekregen," antwoordde de heer
Norfolk, met een blik op den vreemdeling,
„en ik moot u zeggendat is verre van be
moedigend. De vermoedens tegen het jonge
meisje zyn zeer sterk!"
Het was een geluk voor den heer Duvivier,
dat by geen woord Engelsch verstond en de
laatste uitdrukkingen derhalve niet kon be
grepen hebben. De hoofdinspecteur merkte
het tot zyn genoegen op en ging met meer
vrymoedigheid voort.
gevonden handelstak uitsluitend voor die
Maatscbappy alleen te behouden. Ook be
hoort laatstgenoemde de lastige bepalingen
op te heffen, welke zy tot het verdringen
van andere handelaars heeft genomen. De
aanspraken op schadevergoeding van den
Duitschen koopman Hoenigsberg zyn gegrond
gebleken.
Ten Blotte wordt in de nota de hoop ge
uit, dat de Britsche regeering, tegenover de
thans bewezen feiten, niet langer met hare
tusschenkomst zal talmen en de middelen
zal weten te vinden, om de „Royal Niger
Company" tot nakoming van de internatio
nale verdragen te dwingen.
Keizerin Frederik is Donderdag 49 jaren
geworden. Ter eere van dien jaardag zyner
(in het Zuiden vertoevende) mooder, had de
keizer den Britschen ambassadeur, sir Edward
Malet, en zyne gemalin met het geheele per
soneel der Britsche ambassade op een dejeuner
ton paleize genoodigd, 6ene onderscheiding
welke nog niet is voorgekomen en beschouwd
wordt als een nieuw bewys van de toena
dering, die in het laatste halfjaar tusschen
Duitschland en Engeland tot stand geko
men is.
ItallS.
Uit officiëele opgaven blykt dat de invoer
in de eerste zes maanden van 1889 eene
waarde heeft bereikt van 1 milliard 96 millioen,
zynde 126 millioen meer dan in hetzelfde
tydvak van 1888. De uitvoer bedroeg eene
waarde van 740 millioen, of 16 millioen meer.
Volgens Napolitaansche bladen is er
sprake van eene samenkomst van keizer Frans
Jozef met koning Humbert te Florence.
België.
Het getuigenverhoor voor de correctio
neels reohtbank te Antwerpen is Woensdag
afgeloopen en het woord gevoerd door twee
advocaten van betrekkingen van slachtoffers
der ramp van 6 September, welke zich
civiele party gesteld hebben. De eerste dezer
advocaten, de heer Ferd. Delvaux, schil
derde met warme kleuren de vreeselyke ver
woesting, den schnk, de droefheid en het
lyden, door de vreeselyke ontploffing in de
„kardoezenfabriek" van Corvilain veroor
zaakt, waarna hy den eersten beklaagde
voorstelde als een man, die steeds en onaf
gebroken gehandeld heeft in stryd met de
Belgische wetten en met de voorschriften
der overheid, alleen gedreven door winstbe
jag, daarin gesteund door een jong en be
kwaam ingenieur, die zich tot medeplich
tige gemaakt heeft in deze rampspoedige
onderneming.
De ambtgenoot van den heer Delvaux,
mr. De Cock, stelde zich vervolgens ter taak
het rapport der deskundigen, door de ver
dedigers van Corvilain en Delaunay geraad
pleegd, punt voor punt te weerleggen en te
betoogen, dat de oorzaak der ramp niet in
de petroleumbewaarplaatsen van Van Rieth
Co., maar wel degeiyk in de inrichting
van Corvilain te zoeken is.
De procureur Schoone, die als vertegen
woordiger optreedt van eene derde groep
van personen, die door de ramp verliezen
hebben geleden, zal zich waarscbyniyk refe-
reeron aan het betoog der heeren Delvaux
en De Cock, zoodat heden dan het openbaar
„In de eerste plaats is daar dat ramp
zalige sjaaltje!" vervolgde hy. „Het is bewezen,
dat het haar toebehoort daaraan is geen
twyfsl meer. Mevrouw Hunter heeft het
dadelyk herkend. En dan komt die juffrouw
juffrouwoch, hoe heet ze nu?
„Juffrouw Gregory?" gaf Power in be
denking.
„Dat is zei Juffrouw Gregory 1Welnu,
die juffrouw Gregory beweert dat ze haar
herkentJa, wat het ergste is dat mensch
heeft zich bereid verklaard, den eed af to
leggen, dat juffrouw Duvivier, in grootte, in
gestalte, in houding, in alles met één woord,
volmaakt overeenkomt met de vrouw, die
Madeleine Faure op den avond van haren dood
kwam bezoeken. Gy begrypt wat het zeggen
wil, als zy voor de gezworenen daarby blyft."
„Het is onbegrypelyk!" zuchtte Power, in
diep nadenken verzonken.
„Zeker is het onbegrypelyk I" stemde de
heer Norfolk toe. „Aan kwaadwilligheid of
boosaardige bedoeling van de zyde van die
huisjuffrouw valt niet te denken. Zy vergist
zich ter goeder trouwmaar hoe is het moge-
lyk? Myn verstand staat er voor stil. De
eenige kans, die wy hebben, is, dat zy het
nog niet zeker heeft verklaard. Zy zegt wel
dat zy er een eed op wil afleggen, maar het
ministerie het eerst aan het woord zou zyn
- Weer wordt gemeld dat prinses Cis
mentine, de dochter van koning Leopold van
België, verloofd is met den kroonprins van
Italië. De „Indépendance beige" acht hs'.
niet noodig dit bericht, dat, hoe vaak ook
weerlegd, telkens terugkeert, nog eens tegen
te spreken.
Rusland.
Het jubilé, waarby de czaar eergisteren
zyne door de telegraaf onmiddeliyk wereld
kundig gemaakte vredelievende woorden sprak
betrof de herdenking van het vyf honderdjarif
bestaan der artillerie in Rusland. Het eerstt
stuk geschut werd in 1389 uit den vreemdt
ingevoerd en weldra werden kanonnon in hel
land zelf vervaardigd. Een van die eerstt
logge gevaarten bevindt zich nog in hei
merkwaardige artillerie-museum te Sint-Peters
burg. Tot 1701 onderging de artillerie it
Rusland niet veel verandering, maar toet
voerde Peter de Groote de drie-ponders io
welke hy by zijne veldtochten tegen de Zwedet
kon gebruiken. Onder keizerin Elisabeth kwa
men nieuwe verbeteringen, maar de grondslag
voor de tegenwoordige uitnemende inrichting
van de Russische artillerie werd door czaai
Alexander I gelegd.
Donzelfden dag vierden de kooplieden it
Rusland het vyftigjarig bestaan van de Beun
te Moskou.
Stanley en Emin-pacha.
De voorzitter der Engelsche Emin-commis
sie heeft nu van Stanley zelf bevestiging ont
vangen van zyne behouden aankomst te Mpwa
pwa. Stanley's telegram luidt als volgt:
„Aangekomen te Mpwapwa op 10 Novem
ber. Vertrek waarscbyniyk 12 November ovei
Simbamwenni naar de Oostkust. De Europe
anen zyn allen gezondomstreeks 300 Soeda
neezen breng ik mee; verwacht eiken dag
het bericht van myne komst aan de kust. Wj
ontdekten dat het Victoria-Nyanza zich to
op 155 Engelsche mylen afstands van
Tanganyika-meer zuidwestelyk uitstrekt. He
is 270 Engelsohe mylen lang en meet 27,0CK
vk. myl in oppervlak".
Alle brieven en berichten omtrent de expe
dttie gaan van nu aan door Duitsche handen
Dat Stanley een aantal posten onder beve
van 2 Egyptische officieren heeft gesteld
wordt te Beriyn als een bewys beschouwd
dat de provincie van Emin-pacha nog nie
geheel in handen van don Mahdi is, zooal
eenigen tyd geleden werd gemeld.
De Duitsohe keizer was zéé ingenomei
met het bericht der behouden aankomst vai
Stanley en Emin-pacha in het door Duitsch
land beschermde gebied, dat hy het nieuw
dadelyk aan de in Potsdam aanwezige officie
;en mededeelde. Kapitein Wissmann is to
majoor bevorderd.
Ook de Britsche consul to Zanzibar heef
een brief van Stanley ontvangen, welke o;
11 November uit Mpwapwa was verzonder
Hy kwam daar aan 55 dagen na zyn vertrei
van het Victoria-meer en 188 dagen na afreiz
van het Albert-Nyanza. De geheele expediti
telt 750 man, onder wie 294 mannen va
Emin-pacha en 59 kinderen. Stanley schret
eveneens aan kapitein Wissmann om het
te verzoeken, zyne beide brieven naar Zanzibs
te zenden.
is de vraag of zy het zal durven doen als he
op stuk van zaken komt."
„Ik wou, dat ik dat wyf eens te pakke
kon krygen; ik zou het baar wel aan he
verstand brengen 1" viel Tom Brusel uit, i
zyne drift geheel vergetende, dat hy voc
zyn chef stond. Maar deze lachte slechts e
knikte hem goedhartig toe.
„Ik herhaal het u nog eens," vervolgd
hy, „de zaak is mij duister. Ik heb er
laatste vier-en-twintig uren aanhoudend ove
gedacht, zonder veel verder te komen. Mas
daarom geef ik het nog niet opBrusel wef
wel, dat ik dat niet gauw doe. Ik ben alvas
tot een besluit gekomen, omtrent hetgeen on
het allereerst te doen staat."
De heer Norfolk keek op zyn horloge.
„Ik heb nog maar weinig tyd," ging b
voort. „Onze vriend, de detective, weet hoi
veel andere zaken ik op dit oogenblik in he
hoofd hebl Maar daarom zal ik de uwe nie
vergetenintegendeel, ik maak er eene hoofi
zaak van; ge kunt in alles op my rekenei
Gy, dokter Power, zyt de aanlegger van he
geheele geval, en als ik hot goed begryj
stelt gy er een buitengewoon persoonlyk bi
lang in. Is dat niet zoo?"
Wordt vervolgd.)