N'. 9127. Maandag 1© T^* ovejsil>ei*. A°. 1889. Leiden, 16 November. §es8 fëmirant mrdt dagelijks, met uitzondering van (jgfea- es gmt&sgez, uitgegeven. feuilleton. HET GEHEIM Sint-Nicolaas-étcilages. PRIJS D11 EBB OOUSANTi feu Leidon per 3 maand&a..1.29. Tra»» por post2.40. AfeïadorlQk» Nommors.9.00. Volgens sens in dit blad voorkomende advertentie, zullen de godsdienstige voordrach ten in het kerklokaal van het Weeshuis op de Hooglandsche Kerkgracht Dinsdag 19 Novem ber a. 8. weder aanvangen. De gemeenteraad van Assen heeft be sloten aan de Kweekschool voor Bewaar- schoolhouderessen te Leiden eene jaarlyksche toelage van 10 te verleenen tot wederop- zeggens toe. Door Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland is goedgekeurd het besluit van den Raad der gemeente Zoeterwoude betreffende het inkorten der kermis. Op de voordracht voor de benoeming van een secretaris der gemeente Ter-Aar zyn door B. en Ws. geplaatst de heeren J. Hogen- boom, ambtenaar ter secretarie te Leirauiden, en M. C. Thyssen, idem te Ovorasselt. De verschillende rapporten omtrent de in de op a. s. Dinsdag te houden vergadering van Provinciale Staten van Zuid-Holland te behandelen voorstellen, zyn rondgedeeld. Het ontworp eener verordening op het ge bruik van het jaagpad langs den Ryn, ten behoeve van nabyiiggende fabrieken, pak huizen en opslagplaatsen, waarby wordt voor gesteld dat de provincie, als eigenaresse van het jaagpad, het lossen en laden aan dat pad afhankeiyk moet maken van voorafgaande vergunning, stuitte by twee leden der com missie op ernstigen tegenstand. Volgens dezen rustte de plicht om voor het goed onderhoud van het jaagpad te zorgen op de provincie en ging het niet aan, dat deze nu haar politie recht te hulp riep om althans een gedeelte van dien last op de bruikers van de aan grenzende perceelen over te brengen. Één van de tegenstanders meende zelfs nog ver der te mogen gaan. Volgens hem hadden, zoo niet alle, dan toch enkele fabrikanten aan het jaagpad een verkregen recht om daar te lossen en te laden en dit recht mocht niet by eene politieverordening worden op zyde gesteld. De groote meerderheid der commissie was intusschen van een ander gevoelen. Wat al dadeiyk de bewering betreft, dat eenige of meerdere fabrikanten een verkregen recht zouden hebben, om aan het jaagpad te lossen en te laden, zoo meende de meerderheid, dat deze veilig konden worden ter zyde gelaten. De zoodanigen hadden van de nieuwe regeling niets te vreezen, want geen twyfel, of hun goed recht zou in de toekomst als in het van den Inspecteur van Politie. 61) „Zyn dat tranen van berouw?" vroeg by zichzelven af. „Zyn ze het bewys van schuld of het natuurlyk gevolg van haren wanhopi- gen, verlaten toestand? Arm kindl Ik geloof het laatste. Hoogstens is ze een onwetend werktuig in de hand van dien schurk geweest." Terwyl Power zoo in zichzelven redeneerde, had het jonge meisje de handen van voor haar gelaat weggenomen en ze in den schoot laten zinken. Met een verwilderden, verbasterden blik zag zy om zich heen. „juffrouw!" fluisterde Power, onder den indruk van het oogenblik, in het Fransch, dat hy zeer vloeiend sprak. „Houd moed! Laat vooral den moed niet zinken." Op het hooren dezer woorden, in hare eigen taal uitgesproken, vloog Charlotte Du rivier overeind en ylde haastig naar de deur. „Mijn God, riep zy uit, wie zyt ge? Wie spreekt tegen my?' „Een vriend," antwoordde Power, een oprecht vriend. „Een vriend?" antwoorde hot jonge meisje. verledene in elk geval gehandhaafd worden. De nieuwe verordening zal alzoo enkel gelden tegenover hen, die zich op geen ver kregen recht kunnen beroepen en voor dezen geen nieuwen toestand vestigen, maar een voudig bestendigen, wat tot nog toe altyd bestaan heeft, te weten dit, dat zy, die in het belang van hunne ny verheid behoefte hebben aaa schoeiingswerken, die zeiven aanleggen en onderhouden. Indien de meerderheid gaarne haar zegel hechtte aan het voorstel van Ged. Staten, zoo had zy toch eenige bedenking tegen de redactie van sommige der voorge stelde artikelen. De commissie stelt mitsdien voor aan de verordening, gewyzigd in den door haar aan gewezen zin goedkeuring te hechten. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zaandam heeft zich tot do Tweede Kamer der Staten-Generaal gewend met een adres, waarin zy verzoekt dat goedkeuring moge worden onthouden aan het voorstel van den heer Bahlmann tot heffing van graanrechten, en in geen geval worde toegegeven aan eenige poging, hoe gering of onder welken naam ook, welke leiden kan tot het beschenningsstelsel. Jhr. mr. W. M. Yan Weede, Zr. Ms. minister-resident te Bucharest, is in de resi dentie aangekomen en afgestapt aan het „Hotel Paulez." Graaf De Villers, secretaris des Konings voor de zaken van het groothertogdom Luxem burg, is, na eene langdurige afwezigheid, te 's-Gravenhage zyne standplaats terugge keerd. De „Staatscourant" van heden bevat de wet van 28 October jl. (Staatsblad No. 144), houdende goedkeuring van eene met de di rectie der Nederl. Rhynspoorweg-Maatschappy gesloten overeenkomst tot ruiling van gronden. Op 15 dezer is te 's-Gravenhage door den minister van buitenlandsche zaken met den gezant van het Duitsche Ryk eene ver klaring onderteekend, betreffende maatregelen tot het tegengaan van den zoogenaamden han del in jeugdige vrouwen en meisjes. Sts.-Crt In den ouderdom van ruim 73 jaren is te Amsterdam overleden de oud-gezagvoerder D. Yan Ketwich, vroeger directeur van het Zeemanshuis, uit welke betrekking hy eerst onlangs ontslag had genomen. Hy was tevens bestuurslid van de afd. Amsterdam van het Nod. Genootschap tot zedelyke verbetering der gevangenen, eerste ambtenaar der com missie van toezicht op de landverhuizing, enz. De overledene was niet alleen algemeen bemind om zyne welwillendheid, maar vooral „Ach! indien dat waar is, zeg my dan toch, waarom ik hier ben opgesloten? Waarvan wordt ik toch beschuldigd?" „Stil! spreek zachthernam Power haastig, want hy bedacht te laat, dat het spreken met gevangenen streng verboden is. „Men mag ons niet hooren. Ge zyt beschuldigd van den moord in de Rob-Roy-Villa Uwe sjaal is gevonden „O God!" ja, myne sjaal ik weet het! „Daar hebben ze my telkens van gesproken. Maar ik ben onschuldigik zweer het u! Ik had het sjaaltje vorloren, dat ik van mevrouw Hunter op myn verjaardag kreeg; ik had het reeds lang gemist en wist niet eens, dat ik het nog had, toen het uit myn koffer in Dieppe te voorschyn werd gehaald. Och, mynheer! ge spreekt zoo anders tegen my dan die anderen; helpt my toch! Zend iemand hier, die voor my naar mevrouw Hunter kan gaanmevrouw Hunter, de vrouw van den heer John Hunter O, die zal my niet verlaten! Zy kent my, zy zal voor my willen spreken, maar ze zyn nu zoo ver hier vandaan op hun landgoed „Ze zyn hier reeds geweest. Maar zy kun nen niet vóór morgenochtend by u komen I" „Zyn ze reeds hier geweest riep het arme meisje uit. „O, Goddank I dan ben ik geacht om zyne groote mate van werkelyk practische menschlievendheid. Hom danken vele gevangenen het, dat zy inderdaad zede- ïyk ^verbeterd uit het tuchthuis werden ont slagen en, in de nieuwe wereld, een wer kelyk nieuw leven konden beginnen. Over menig belangryk onderwerp, de scheepvaart betreffende, heeft de heer Ketwich, o. a. in het „Handelsblad," goede wenken ge geven. „Zeemanshoop" geeft door een half stok geheschen vlag zyne deelneming te kennen met het geleden verlies. (A. E.) By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 15 dezer, is voor het jaar 1890 benoemd tot adsistent aan de Rykslandbouwschool de heer J. P. Strieker Jr., te Wageningen. In de Staatscourant van 16 dezer is opgenomen het rapport der commissie, belast met het afnemen der examens in de Fransche taal (L. O.). Van de 313 vrouwelyke candi- daten zyn niet opgekomen 14, toegelaten 175, afgewezen 124; van de 534 mannelijkeniet opgekomen 46, teruggetrokken 4, toegelaten 189, afgewezen 295. De commissie vestigt de aandacht op het feit, dat in byna alle onderdeelen, in vergelijking met de verleden jaar verkregen uitkomsten, eenige vooruitgang valt op te merken. Toch blyft er nog veel te verbeteren over, vooral op 't gebied der syntaxis en der vertaling, waarin ook dit jaar velen beneden do matig gestelde eischen bleven. Nog betrekkelijk weinig tyds, en het St.- Nicolaas-feest ia daar en zal op allerlei wyzen in geheel ons land, dus ook in onze goede stad, herdacht en gevierd worden. Dat „het St.-Nicolaas-feest is weldra daar" brengt bij verschillende personen verschillende gewaarwordingen teweeg en heeft, evenals alle zaken, zijne licht- en zijne schaduwzijde. Deze of dezen vaart eene rilling door de leden, als z(j of hij bedenkt dat het weer bijna St.- Nicolaas is en tegelijkertijd welk eene anti- aangename „verrassing" haar of hem ten vorigen jare van een „onbekend" kantoor werd toegezonden, welke „verrassing," in stede van de tolk eener hartelijke vriendschap te zjjn, inderdaad de tastbare vertegenwoor diging was van eene mindor vereerendo, minder lieflijke bejegening. Gene daarentegen voelt een blos van vreugde op do wangen rjjzen, als zij of hy zich her innert welk eene aardige surprise, zwijgend toch niet geheel verlaten. Maar mijn goede oom in Rouaan, wat zal die zeggen, als hij het hoort?" „Maak u daarover geene zorg," antwoordde Robert Power. „Ala gjj my zjjn adres wilt opgeven, zal ik hem vanavond nog schrijven, als de heer Hunter het ten minste niet reeds gedaan heeft." „Och, schrijf hem toch maar, als ge zoo goed wil zijn, mijnheer, zeide het meisje haastig. De heer Hunter mocht het eens ver geten. Mijn oom woont in Rouaanzijn adres is: aan den heer Emilie Duvivïer, No. 17 Lafayette-straat. O! schrijf hem toch, dat ik onschuldig ben, dat ik niet eens weet, waar van ze mij beschuldigen en dat hij vooral toch dadelijk moet overkomen. O God 1 o Godl ik heb niets gedaan dan schreien, se dert die vreeseiyke menschen my aanvatten en naar de gevangenis brachten. Uw gelaat is het eerste medelijdende, vriendelyke gezicht, dat ik in al die dagen gezien heb." „Houd moed, mejuffrouw, nog eens, houd moed!" riep Robert met vuur uit. „Hy was zoodanig door do droef heid van het meisje go- troffen, dat het hem onmogelijk was een oogen blik langer aan hare schuld te gelooven. Ik zal alles voor u doen, wat ik kan, voegde hy er met aandrang by. Vertrouw op my FBIJ8 DER ADVZItVHNTISN: T»n 1I regale 1.05. Iedere regel moar/C.l?t Grootare lottere neer pieeteratmte. Voor hel tsi- oeoeeeron baiton do stad wordt 0.10 berebsad- in do meeste gevallen, en toch veelzeggend, haar of hem werd overhandigd van een „vreemde," die nu niet meer vreemd voor haar of hem is. Maar niet enkel is het St.-Nicolaas-feest van belang voor dogenen, die geven en ont vangen, het is ook van groot gewicht voor hen, die, hoewol zy niet ten eenenmale on- gevensgezind en van ontvangen afkeerig zgn, er voor zorgen moeten, dat er het een en ander gekocht kan worden, die dus, elk op zyn gebied, eene ruime keuze van voor cadoaux geschikte artikelen, in eiken prys, moeten in voorraad hebben. Op eiken winkelier, dit is nog de oud- Hollandsche naam, rust in onzen tyd de verplichting, wy zouden byna geneigd zyn te zeggen, de zedelyke verplichting tegen het bedoelde feest meer dan anders vele artikelen te kunnen aanbieden en tentoonstellen. Tentoonstellen, daarin zit het 'm juist, reeds zoo'r. week of wat vóór het feest, waarop niet enkel moer koek, banket, cho colade- en suikerwerken eene rol spelen. Wie goed kan tentoonstellen, is de baas, die lokt do moeste koopers, die vangt het meest. Daarom tracht elk winkelier in deze weken het schoonste, het nuttigste, het doelmatigste te étaleerenvandaar dat er tusschen de winkeliers ook hier ter stede een wedstryd ontstaat in dat étaleeren, een wedstryd, welke veel moeilykheden met zich medebrengt, maar waarin de deelnemers versagen noch sneven, gedenkende aan het „finis coronat opus", het einde kroont het werk, of dui- deiyker: het geld verzoet den arbeid. Brengen wy in de eerste plaats een bezoek aan het magazyn der heeren Blankenberg A Co., zooals elk Leidenaar weet, op de Mare. Dat magazijn is een boek-, muziek- en kunsthandel by uitnemendheid en Jokt in gewone tyden steeds vele kykers voor de winkelramen. In buitengewone tyden, zooals nu, is dit dus niet minder het geval. De firma Blankenberg Co. stelt die buiten- winkelsche bewondering al zeer op prys, hetgeen blykt uit het werk, dat ze maakt van do uitstalling in do winkelkasten. Nog veel meer waardeert ze echter een bezoek in haar magazyn, waaraan het dan ook dezer dagen geenszins zal ontbreken. De firma heeft een goeden naam. Dit jaar handhaaft zy dien wederom op schitterende wyze. Wat men maar eenigszins kan be denken van hetgeen in een magazyn als het hare aanwezig kan 'zyn, vindt men er, en wij zouden voorzeker hier heel wat ruimte kunnen myn naam is Power Robert Power, vergeet het niet. Ik ben inspecteur van politie in dit district; ik ken den waren schuldige." „Als ge maar moed houdt, zal alles goed afloopennog eensik zal voor u doen wat ik kan. Maar nu moet ik u verlatenhet mag niet gemerkt worden, dat ik met u ge sproken heb. Met nog een laatsten blik op het jonge meisje, dat zich langzaam weder in hare cel terugtrok, keerde Robert Power zich om en bevond zich plotseling tegenover den com missaris Grand, die hem onhoorbaar was nageslopen om hem te bespieden. „Eene mooie manier van doen voor een inspecteur van politie 1" begon de heer Grand, schamper lachende. „Geheime afspraken na ken met eene gevangene, die van moord beschuldigd is 1 Ik zal er rapport van maken, daar kun je op aan 1 God weet wat je met dat mensch hebt afgesprokenmaar ik zal er voor zorgen, dat je me niet voor de tweede maal kunt beetnemen!" Robert begreep terecht, dat liy er was ingeloopen. De commissaris had hem blyk- baar reeds van het eerste oogenblik af aan gadegeslagen en hët gesprek gehmord. Het was een geluk voor hem, dat hy de gevan gene in het Fransch had toegesproken; de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 5