N\ 9115. Maandag -A November. A°. 1889. t§£3s gourant wordt dagtlijks, met uitsondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. pit nommer bestaat nit DRIE Bladen. Kikeriki. Het nut der Volkstelling. Leiden, 2 November. Feuilleton. HET GEHEIM FEUS DMB ADVHBTHNTIEN! Y*n 1—6 regel* 1.06. I«dtr« regel meer 0.17^. Chrootere letten n**r pUetendmte. Toor bet ia- eecieerep bmilon de stad wordt 0.10 berekend. ?RU8 DEZER COURAITT: foot Leiden per 6 meenden.1.10. Franco per post.1.40. Aütonderlöke Nommert.0.0ft. Aan da Abonné's daarop, wordt by dit nommer varzonden No. 6 van Kikeriki. De gewone 10-jarige volkstelling is weer in 't zicht. Het belang er van wordt nog door velen niet begrepen. Menigeen ziet er niet veei meer in dan eene aardigheid, welke de nieuwsgierigheid bevredigt, maar verder geener- lei nut heeft dan tot bepaling van 't aantal leden, welke iedere gemeente of ieder kies district naar 's lands Vertegenwoordiging of Prov. Staten afvaardigt, voor de nationale militie en dergelijke. Hfj kan niet geloovon dat de uitkomsten der verschillende opgaven, by de volkstelling verkregen, voor de praktyk van belang kun nen zyn. We willen hier niet de verschillende gezichtspunten aangeven, waaruit men het practisch nut der volkstellingen zou kunnen aanwyzen, maar ons tot een enkel punt be palen en er op wyzen, hoe door die volkstel lingen en door de statistieke opgaven omtrent de bevolking in 't algemeen, de bewyzeii kunnen worden verschaft, dat de duur van 's menschen leven door doeltreffende maat regelen kan worden gevryzigd. Die maatregelen hebben reeds tal van ver ordeningen in 't leven geroepen omtrent alles, wat voor den openbaren gezondheidstoestand van belang is, als op de plaatsen van publieke samenkomst, het desinfecteeren, de slacht huizen, meststoffen, de straatreiniging, het begraven, de ventilatie der openbare gebouwen, de voedingsartikelen, enz. Hoewel sommige dier maatregelen by hunne uitvoering in den beginne tegenstand ont moetten, toch is hunne waarde niet te looche nen. Te meer treedt dit aan 't licht, indien men op het verleden wyst. Te Bazel, eene stad welke tegenwoordig ruim 40,000 inwoners telt, stierven in 1865 205 personen aan cholerain 1865 en '66 ongeveer 400 aan typhus. In die jaren heerschten ge noemde ziekten daar in een voor onze eeuw zeer hevige mate. In 1568 en '64 echter woedde in genoemde stad eene besmettelijke zeikte, waaraan 4000 menschen stierven. De pest maaide daar van 1609 tot 1611 mede meer dan 4000 menschen weg; en omstreeks 't midden der 14de eeuw 6tierveD, eveneens te Bazel, 14,000 menschen aan den zoogenaamden „zwarten dood." Naar de ondervinding der latere jaren be hoeven we voor zoo groote volksrampen in onzen tyd niet meer beducht te zyn. Ook nu dreigt de cholera zich van uit Perzlë over ons werelddeel uit te breiden. Toendeschach onlangs in zyne hoofdstad was teruggekeerd, heette het: de cholera is in Perziê aan het afnemen, maar anderen beweren dat ze in het bekken van den Euphraat en Tiger nog altyd voortduurt. Daardoor moge nu eenige ongerustheid ontstaan, de te nemen maatregelen mogen aan 't verkeer der volken bezwaren in den weg leggen, toch behoeven we niet meer te vreezeu dat de halve bevolking van eenig land zal worden weggemaaid. Eerst in deze eeuw is, ter bestryding dier ziekten, door de wetenschap een groote stap voorwaarts gedaan. Reeds een halve eeuw geleden wees oen Duitsch geleerde er op, dat de oorzaak der besmettelyke ziekte, iets levends moest zyn. Men miste echter de werktuigen, waarmoe men die levende wezens kon nagaan. De vooruit gang in de natuurkundige wetenschap werkte mee; dank zy de verbetering van 't microscoop, begon het onderzoek naar die kleine wezens, welke als de dragers der besmettelyke ziekten moeten worden beschouwd, vruchten te dragen. Nu ongeveer 10 jaren geleden werd aange toond, dat de kleine lichaampjes, die byv. in 't bloed van aan miltvuur lydende runderen worden aangetroffen, levende wezens zyn, in staat om te groeien, voedsel op te nemen en zich sterk te vermenigvuldigen. Voortgezette onderzoekingen hebben er toe geleid om de by den mensch voorkomende epidemische ziekten aan dergelyke levende wezens toe te schrijven. Men noemt ze bacteriën, naar een Grieksch woord, dat staafje beteekent. Menigeen meent in alle bacteriën de grootste vijanden van 't menscheiyk geslacht te zien. Die meening is onjuist. Pasteur heeft zelfs gezegd, dat voor het leven van den mensch de medewerking van bacteriën in het darm kanaal een onmisbaar vereischte is. Toch is het niet minder waar, dat onder deze wezentjes ook onze grootste vyanden gevonden worden. De eigenschappen der bacteriën geven de verklaring van de werking der smetstoffen, die epidemische ziekten veroorzaken. De vatbaarheid der menschen voor de smet stoffen is ook lang niet altyd dezelfde. De een wordt aangetast, de ander niet. En dit is zoogoed als zeker, dat wie eenmaal aan getast is, niet licht voor de tweede maal de gevolgen ondervindt. By de koepokinenting wordt de onvatbaar heid tegen de govaarlyke pokziekte verkregen door inenting van een veel onschuldiger smet stof. Dit bracht Pasteur op de gedachte em smetstoffen van onschuldigen aard te bereiden, waardoor hg in staat was de werking van meer gevaarlyke smetstoffen te neutraliseeren. Daarop berust ook zyne behandeling van personen, die door een dollen hond zyn ge beten. Men mag hopen, dat de toekomst in die richting nog menig gunstig resultaat zal hebben aan te wyzen. Dan zal het een aangename voldoening geven aan allen, die 't wel meer.en met den gezondheidstoestand, om eens achterwaarts te zien en te vragen, welke uitkomsten zgn verkregen en of de levensduur der menschen is verlengd. En in dit opzicht heeft de be- volkings statistiek groote waarde en bovenal de 10 jarige volkstelling, welke door hare gelgktydigheid over 't geheole land, de moeste kans van nauwkeurigheid oplevert. Aan de universiteit alhier is het candidaats- examen in de godgeleerdheid tweede gedeelte afgelegd door den heer J. Hooykaas Jr. Aangenomen is het beroep naar de gereformeerde gemeente te Leiden door den heer C. Werner, te Middelburg. Beroepen is te Leidsohendam ds. P. S. Meerburg, te Kethel; te Maassluis ds. Herwaarden, te Bennebroek. Bedankt is voor het beroep naar De Bildt door ds. P. BartBtra, te Wassenaar. Gisteren mocht de heer C. Zeeman te 'e-Gravenhage, hoofdcommies by het departe ment van financiën, den dag herdenken, waarop hy vóór zestig jaren in ryks dienst trad. Het is te dezer gelegenheid, dat de heer Zeeman door Z. M. benoemd is tot ridder van den Nederlandschen Leeuw. Tot rector van het gymnasium te Gouda is benoemd dr. A. Van IJsendgk, conrector te Amersfoort. Tot leeraar in de natuurkunde aan genoemd gymnasium dr. H. A. W. Speek man te Groningen. De Utrecbtsche Studentenvereeniging tot ondersteuning van behoeftige kraamvrouwen heeft, blykens haar jaarverslag, in het afge- loopen jaar aan 530 vrouwen onderstand ver leend. Onder anderen werden 3589 liter melk, 1012 porties vleesch en 5744 eieren uitgedeeld. Eene „kermesse d'été" is in het afgeloopen jaar gehouden, welke, hoewel niet geheel aan de verwachting beantwoordende, toch nog f 408 heeft opgebracht. Tot bestuursleden zyn gekozen de heeren A. Duetz, B. Koster, J. Greyns, W. Schreuëer en A. Van Os. Opnieuw zyn In de sectiën der Tweede Kamer by de besprekingen over de Indische begrooting bezwaren ingebracht tegen de wyze, waarop de opleiding der ffndischa.ani b- tenaren is geregeld. Van verschillende zgdon werd het denkbeeld geopperd een Ryksifi- richting in het leven te roepen en voor de be noeming tot Indisch ambtenaar meer te letten op algemeeno ontwikkeling en op die byzon- dere hoedanigheden, die de Indische dienst vordert. Dan kon de gelegenheid vervallen; om in Indië het groot-ambtenaars-examen al te leggen. Voorts werd by den minister er op aangedrongen, om een einde te maken aan de misbruiken, welke te Batavia bestaan bg het bepalen der beschikbare plaatsen. Van verschillende zyden werden ernstige bedenkingen ingebracht tegen de regeling dei- voorziening in de geesteiyke behoeften van de christelgke gemeenten en de garnizoenen op Java. Vooral had men bezwaar tegen ge mis aan voldoende waarborgen, tegenover de geldelgke uitkeering die de Reg. in uitzicht stelt. Ook die leden die met waardeering 's min. maatregel bespraken, erkenden dat het betrekkelyk kon. besl. te onbepaalde voor schriften bevat en op meer dan een punt wgziging behoeft. Waarom vroeg men kunnen geen disciplinaire -maatregelen worden genomen tegenover Indische predikanten die zich mis dragen Betreffende den rechtstoestand der Inland- sche Christenen heeft de heer Van Nunon een nota by het verslag doen voegen, waar omtrent o. a. werd opgemerkt, dat, hoe wen- schelgk de uitbreiding van het Christendom ook wezen moge, de volgens die nota aan de Inlandsche Christenen toe te kennen voordeelen te groot zouden zgn, terwyi zyzelven daardoor allicht in een toestand zouden komen, waarin zy zich niet tehuis en dus ongelukkig zouden gevoelen. Geiyk uit Davos-Platz wordt gemeld, is tot vice-consul der Nederlanden voor het kanton Graubunden, resideerende te Davos- Platz, benoemd mr. J. Aikes van Kregten. Te Groningen zijn als apothekersbe diende geëx. en toegelaten de heeren A. Hendriks, geb. te Arnhem; H. Sytsema, geb. te Gorredyk, en E. K. De Boer, geb. te Veendam. van den Inspecteur van Politie. 38)' De indruk, welke Sint-Alba's inhechtenis neming teweegbracht, was in één woord ongehoord. Het betrof hier geen gewoon persoon. Honderden kenden den man. Lon den is ontegenzeglijk een reusachtige stad; maar een financier als Sint Alba, die zgn door eigen werkkracht verworven vermogen steeds ten nutte zyner medeburgers had aangewend en wiens naam daarbg in alle grootsche ondernemingen genoemd werd, kon zelfs daar niet onbekend blgven. Ook zg'ne mildheid, het werkdadig aandeel, dat hy steeds in alle publieke werken van weldadigheid ge nomen had, had zyn roem wyd en zyd ver spreid; en menigeen in de groote stad vroeg zich by het lezen van het Zondagsblad met ver bazing on verontwaardiging af, ofhetgeheele verhaal misschien geen praatje was. Hoe ter wereld durfde men zoo iets schry- ven? En toch, daar stond het, zwart op wit, in al de bladen gedrukt 1 Het zal wel onnoodig zyn te zeggen, dat de meeningen ook in deze zaak zeer verdeeld waren. De meerderheid van het publiek deed, zoo als het, helaas, gewooniyk doet. Eene beschul diging geld by velen voor een bewys. Juist omdat Sint-Alba vroeger zoo hoog stond aan geschreven, moest men hem nu te dieper naar beneden halen. Was het niet verschrik- keiyk, dat een man, zoo rgk, zoo alvermogend, tot zulk eene lage misdaad kon vervallen Al schudde ook menigeen bedenkelgk het hoofd, de meerderheid hield de zaak voor uitgemaakt: degenen, die het meest aan hem te danken hadden, waren onder de eer sten, die hem beschuldigden. Zy wisten tal van voorbeelden aan te halen, waaruit ten duidelgkste bleek, dat juist zulke menschen, die zich het milddadigst voordoen, het eerst tot de gruwelykste misdaden komen. Maar was de opwinding in de hoofdstad groot, ze haalde niet by de woede, die geheel Sandbank had aangegrepen, toon de tyding zich daar nog denzelfden Zaterdagavond onder de bewoners verspreidde. De president van de kiesvereeniging en hare voornaamste leden, die al het mogelyke gedaan hadden om hun liberalen candidaat bg de eerstvolgende ver kiezing te doen zegevieren, stonden plotseling veor het feit, dat hun liberale candidaat een moordenaar bleek te zgn, en welk een moordenaar! die in de cel zgn vonnis zat af te wachten 1 Het was om zichzelven voor het hoofd te slaan. Zy konden elkander in- tuaschen gelukwenschen, dat er slechts voor bereidende stappen waren gedaan en er nog geene strooibiljetten waren rondgezonden of advertenties in de couranten geplaatst. De deugden en eigenschappen, waarmede men gewoon is in zulke stukken een candidaat op te sieren, waren gelukkig nog niet wereld kundig gemaakt. Het kwam by deze gelegen heid aan het licht, dat er verscheidene per sonen onder de leden van de kiesvereeniging waren, die al lang aan dien Sint-Alba ge- twgfeld hadden. Wel is waar had men uit Londen niets dan goeds van hem gekoord. Hg was zeer rgk en stond bekend als een man van groote gaven; maar wat hielp dit als zoo iemand daarby een moordenaar was? Want dat by, en niemand anders dan hg, de bedryver van den laaghartigen, verrader- lgken sluipmoord in de Rob-Roy-villa kon zgn, was eene uitgemaakte zaak. De politie zou zich zonder deugdelyke, onomstootelyke be- wyzen niet aan een man van zgn rang wagen, hem althans zeer zeker niet gevangennemen In elk hotel, in elke villa, in ieder koffie huis of kroeg van Sandbank was de gevan genneming van Sint-Alba het uitsluitead onderwerp van gesprek. Ziedend van gramschap was de directeur van het Marine-hotel, de ons bekende driftige Mac Gregor, op het hooren van het nieuws naar het politle-bureau gesneld. Het was hem echter niet gelukt, toegang tot den gevangene te verkrygen. Zgne woede was er niet op verminderd, toen hy, terugkomende, den de tective Brusel in het hotel vond, die, met een behooriyk bevelschrift gewapend, reeds begonnen was de door Sint-Alba bewoonde vertrekken nauwkeurig te doorzoeken, eene bezigheid, waarvan diens vrouw, zwygend en bewegingloos, hoewel met lgkkleurig gelaat en van het hoofd tot de voeten bevende, ge tuige was. Wat de heer Vavasoer betreft, deze dacht aan zgn laatste gesprek met den gevangene in de rookzaal, en was niet in staat een glimlach van zelfvoldoening te ver bergen. Wy moeten hem echter het recht laten wedervaren van te bekennen, dat hy zich volstrekt niet in Sint-Alba's ongeluk ver heugde, nog veel minder hem, zooals de groote meerderheid, reeds nu voor schuldig hield. Met loffelijke onpartgdigheid hield hg zich van alle oordeelvelling terug, tot hg hot voor en tegen gehoord zou hebben. Ook de overige gasten van het mannehotel, d;e Sint- Alba meer van nabg gekend hadden, deelden zgne meening. (Wordt vervo'gd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1