N 9110. Dinsdag SO October. A0. 1889. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. m nooraer besteat ait Bladen. Leiden, 28 October. Feuilleton. HET GEHEIM~ LEIDSCI DAGBLAD. PBXJB DBZHB COUBANT: T#cr Leld«a per I nuumi*1.10. Imbm p«r p*«t1.40. Afronderlgk* Hommen.0.05. PRIJ8 DEB ADVEBTENTTEN: Vw 1—6 Ngdi/1.00. I*d«r* regel meer 0.IT4. Groot*re lettert attr plfc&taraimte. Voor het in- cteseeren buiten de rtad wordt 0.10 berekend. Professor Corneliasen alhier bracht heden by dea aanvang van zyn college eene warme hulde aan de nagedachtenis van den overleden oud-hoogleeraar Cobet. Ook professor Va* Leeuwen sprak daarna tot de studenten over zgn diep betreurden voorganger, en noodigde hen, na afloop zyner toespraak, uit, den grooten doode te eeren door het college-gebouw voor heden, ten toeken va* rouw, te verlaten. Het stoffelijk overschot van wjjlen Charles Gabriêl Cobet zal morgen, Dinsdag, op de be graafplaats aan de Groenesteeg worden ter aarde besteld. De lyksteatsie zal daartoe om halftwaalf het sterfhuis, op het Rapenburg, verlaten. Aan de universiteit alhier zyn tot heden voor de eerste maal ingeschreven 150 studen ten, verdeeld als volgt: rechten 55, genees kunde 59, wis- en natuurkunde 13, letteren en wysbegeerte 9 en in de godgeleerdheid 14 studenten. Den Gden en den 20sten December zal prof. Lorentz, uit Leiden, spreekbeurten vervullen in de maatschappy „Diligentia", te 's-Hage. Aan de Leidsche Hulpbank, welke eiken Vrijdag van halféén tot halfdrie zitting hondt in het gebouw van de Spaarbank op den Ouden Ryn, werd gedurende de maand October, onder borgstelling, aan 68 pereonen geleend 7965. De door ens per Fransche mail ontvan gen Indische bladen loopen van 26 tot on met 28 September. Daarna ontvingen we hedennamiddag per Engelsche mail de Bataviasche bladen van 21 tot 26 Sept., alsmede de „Deli-Crt" van 18 tot 28 September. By de heden gehouden openbare vorkoo- ping van cokes, in partyen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste pryzen 57, 28, 5.90 en 2.90; de laagste: 55, 27.50, ƒ5.70 en ƒ2.85. Men schryft ons heden uit Warmond Gisteren was het te Warmond ee* ware feestdag. De hoogeerwaarde heer N. Frink, deken van Noordwyk, pastoor alhier, mocht den dag herdenken, waarop hy vyftig jaren geleden het priesterambt aanvaardde. Veertig jaren daarvan was hy onafgebroken werk zaam in onze gemeente. Niettegenstaande het ongunstige weder, wapperden al vroeg de vlaggen van de meeste huizen. Ook het kerkgebouw was voor deze gelegenheid feestelyk versierd, het altaar vooral; dit was als het ware in een bloem tuin herschapen. Ter weerszyden daarvan waren vaandels aangebracht, versierd aan de ééns zyde met de wapens der verschillende bisschoppen, die den jubilaris tydens zjju vyfcigjarig priesterambt bygewoond heeft, en aan de andere zyde met het wapen van Warmond. Tegenover het altaar aan de bal- lustrade van het zangkoor prykte een prachtig schild, waarvan het middelstuk, van zwart fluweel, omgeven door een vergulden lauwer krans, prykte met de jaargetallen 1839-1889, en daaronder op het lint in vergulde letters Onzen geliefde» Herder." In het schip der kerk was voor eiken pilaar eene tropee aangebracht, met de verschillende wapens van het decanaat. De hoogmis werd by deze gelegenheid door den gryzen jubilaris zeiven voorgedragen, hetgeen door hem nog steeds met jeugdigen yver gedaan wordt. In den namiddag was het plechtig Lof, waarna het Te-Deum Lau- damus verdiensteiyk uitgevoerd werd door het zangkoor van genoemde kerk. Het ontbrak den beminden jubilaris niet aan blyken van belangstelling, zoowel van stoffelyken als geestelyken aard, zoowel van parochianen als van anderen. Vooral na afloop van oehte*d- en namiddagdienst was de toe loop groot dergenen, die den jubilaris hunne gelukwenschen kwamen aanbieden. Het was dan ook voor den beminden herder een gedenkwaardige dag. Het is toch wei nigen gegeven zulk een gouden feest te vieren, en op zulk een hoogen ouderdom nog met zulk jeugdig vuur het priesterambt te kunnen waarnemen. De wensch is alge meen dat God nog tal van jaren den geliefden herder in het midden zyner vrien den mag laten, en hem moge sterken en de kracht geven om voor de parochie het pas toorsambt te blyven vervullen. Dr. W. Geesink heeft de beneeming tot buitengewoon hoogleeraar in de theologie aan de Vrye Universiteit aangenomen. By Zyner Majesteits besluit van 18 Oct. 1889 No. 25, is tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd de kapitein Mareakoff, gezagvoerder van het Russische stoomschip „Rössia". De dood van den heer C. P. Van Eeghen die te Amsterdam overleed, is voor de zynen een zwaar verlies, maar niet minder voor zyne stadgenooten. Geene enkele stichting, zegt het „N. v. d. D.", welke der goede burgery ten nutte kwam, waaraan zijn naam et is verbondengeene onderneming op het gebied van handel of nyverheid, waardoor de algemeene welvaart verhoogd werd, waar aan hy geen aandeel nam. Soms was hy zelfs geheel de man, die stichtte en doel treffende maatregelen nam tot de instand houding. Zyn invloed, zyn geld, zyn tyd, alles had hy ten beste. Niet alleen voor zic-h- zelven, maar voor geheel zyn geslacht en ver wantschap veroverde hy zich in Amsterdam eens biyvende plaats. De door het Hoofdbestuur van den Ned. bond „Maatschappeiyk Belang" voorloopig aangegeven formule van de prysvraag is aldus door de ju* vastgesteld: „Welke nadeelen kunnen, bepaaldeiyk met het oog op Nederlandsche toestanden, voor de maatschappy ontstaan uit overdreven en on oordeelkundige toepassing van het beginsel der coöperatie (wmkel- en comsumtie-vereeni- giiigen.)" Het stoomschip „Bromo", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 25 Oct. Gibraltar de „Prinses Marie" vertrok 26 Oct. van Ba tavia «aar Amsterdam; de „Zeeland", van Rotterdam naar Java, vertrok 26 Oct. van Suez; de „Edam" is 26 Oct. van Amsteidam teNieuw-York aangekomen; de „Prins Alexan der, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 27 Oct. te Southampton. Z. M. heeft benoemd tot lid van het college van regenten over hot huls van be waring te Ziériksee F. F. Leupen, leeraar aaa de hoogere burgerschool aldaar. Benoemd S. A. K. baron Yan Nagell, burgemeester der gemeente Hoevelaken, tot burgemeester der gemeente Warnsvfld, met toekenning van eervol ontslag uit eerstge noemde betrekking. Aan J. Kelbling, geboren te Geislingen (Wurtemberg), vergunning verleend om de ge neeskunst uit te oefenen op Nederlandsche zeeschepen, met uitzondering van oorlogs vaartuigen, onder voorwaarde dat hy de wet- teiyko bepalingen omtrent de uitoefening der geneeskunst in Noderland stiptelljk nakome. Met ingang van 1 November 1889, aan B. Kouwenbergh, op zyn verzoek, eervol ont slag verleend als leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te Tilburg. Den eereten luitenant F. Van der Breg- gen, van het 2de regiment infanterie, in zynen rang overgeplaatst by het regiment grenadiers en jagers. Benoemd, by het wapen der artillerie, by het 3de regiment vusting artillerie, tot kapi tein, den eersten luitenant P. G. L. baion Q ïarles de Quarles, van het 3de regiment veldartillerie. Gemengd Nieuws. Uit Oegstgeest wordt ons heden bericht: In den nacht van Zaterdag op Zon dag jl. is er in de Ned. Herv. kerk alhier ingebroken. De daders wisten zich toegang te verschaffen door van een der kerkramen eenige glasruiten met roeden en al uit te breken. Na blykbaar overal 'in kerk en con sistoriekamer te hebben rondgesnuffeld, en eenige vreemde muntpenningen zonder waarde te hebben meegenomen, zyn ze, zonder eenig spoor achter te laten, weder vertrokken. Al gemeen is men hier van gedachten dat de daders meenden met eene R.-K. kerk te doen te hebben, daar in zulk eene in den regel meer waarde aan kerksieraden aanwezig is dan in eene Ned. Herv. kerk. Heden meldt men ons uit Katwyk aau ZeeGisteren zyn van de hariogvisschei y aangekomen KW. 25 „Op Hoop van Zegen", van den reeder Ph. Hoek, met 84 kantjes pekelh., 60 kantjes steurh. en 30000 stuks. Deze schuit heeft belangryke schade aan de vleet en 4 netten verloren. KW. 9 „Geertruida Johanna", van den reeder F. E. Meerburg, met 200 kantjes pekelharing, KW. 48 „de Hoop", van den reeder D. D. Ouwehand, met. 275 kantjes en 20000 stuks. Op uitnoodiging van dewerklieden uit de fabriek van den heer Wilton, te Oud- Delftshaven, had Zaterdag-avond te Rotterdam in 't lokaal „Amicitia", in de Korte Torenstraat, eene vergadering plaats van smidsgezellen. De voorzitter, de hoer A. Emans, deelde mede, dat men, zyns Inziens, geene verhooging van loon moest vragen, doch volstaan met het verzoek om vermindering van werkuren, daar, wanneer iedereen loonsverhooging kreeg, de levensmiddelen zouden stijgen en men dus nog evenver zou zyn als toen men begon. Velerlei discussies werden gevoerd, onder meer over de vraag of men den steun zou aannemen van den „IJzer- en Metaalwerkers- bond" als vereeniging, dan wel afzonderlyk zou optreden. Daar deze Bond echter vergadeit in het lokaal der sociaal-democraten en men byna algemeen van oordeel was, dat de patroons zelfs de wenschen der werklieden niet zouden aanhooren, wanneer er slechts een sociaal democratisch tintje aan de beweging werd gegeven, besloot men tot het laatste. Na velerlei verdere beraadslagingen, werd eindeiyk overgegaan tot de benoeming van van den Inspecteur van Politie. 29) „Wat vinden wy? Wy vinden eene jonge vreuw met afgesneden neen! met twee-maal afgesneden hals beide wonden zyn zóó vast, zóó zeker toegebracht, alsof een heelmeester het bywyz# van «peratie had gedaan. Kan iemand zich znlk eene vaste vrouwenhand voorstellen Ik niet. En verder zou eene vrouw moed en bedaardheid genoeg bezitten om, na znlk een moord te hebben gepleegd, hare handen te wasschen, het ïyk op het bed te leggen, de koffers te onder zoeken, tot ze gevonden heeft wat ze zocht; daarop zich nog eens bedenken en dat her- kenningsteeken onder den arm van haar slachtoffer netjes en voorzichtig wegsnyden en eindeiyk de kamer zoo kalm verlaten langs een weg, die zeker var van gemakkeiyk is? Nog eens, kan eene vrouw zoo iets doen?" „Hml" antwoordde Brusel op den vragen- den blik, waarmode Power hem aanstaarde. „Daar kan ik nu zoo dadeiyk geen neen op zeggen, zie je! Het spyt my voor het teedere geslacht, dat ik het zeggen moet; maar ik heb in myn leven vrouwen genoeg gezien, die er wel toe in staat waren." „Dat kan zyn," hernam Power, zonder zich uit het veld te laten slaan, „maar dan was het misschien een ander geval. En bovendien, het is nog niet alles. Ik ga verder en vraag wie heeft die vrouw gezien Niemand. Juffrouw Gregory zelve weet niet anders, dan dat zy slank en donker was. Zy was van top tot teen in een langen regenmantel gestopt en droeg daarover nog een sjaaltje of een doek en een dichten sluier om en voor haar gezicht, allemaal blyken, dat zy er zorgvuldig voor waakten, niet gezien te worden. Zy klimt de trap op en zegt nog geen enkel woord. „Dat bewyst alleen hoe door en door ge slepen zjj was!" viel de commissaris hem in de rede. „Zy kwam met het plan een moord te begaan, en 't is dus niet te verwonderen, dat zy zoo weinig van haar gezicht liet zien als maar mogelyk was. Ik begryp niet, Power, hoe die gedachte je in het hoofd is gekomen. My zult ge zoo gauw niet overtuigen; dat is zeker." „Laat hem toch zeggen, wat hy te zeggen heeft, commissaris!" hernam Brusel ongedul dig. „Ik ben er van overtuigd, dat wy nog niet alles gehoord hebben." „Dat is het juist I" antwoordde Power ern stig, „en ik geloof, dat de commissaris niet langer zoo ongeloovig en spottend zal glim lachen, als hy alles gehoord heeft." De uitdrukking op het gelaat van den heer Grand had deu jongen inspecteur nameiyk al lang gehinderd, en hy nam zich voor, zyn chef plotseling van den ernst zyner onder zoekingen te overtuigen. „Herinnert gy u," vervolgde hy, den com missaris scherp in het oog houdende, „dat ik u een stukje papier heb laten lezen, dat ik in den schryflessenaar van de vermoorde Madeleine Faure gevonden heb?" „Ja zeker!" antwoordde de heer Grand, min ef meer van zyn stuk gebracht. „Ik heb het nog in myne portefeuille!" „Welnu, ik heb het toen voer u vertaald, nietwaar Maar wat ik u niet gezegd heb omdat ik het op dat oogenblik niet noodig vond is, dat ik het handschrift onmiddeliyk herkende. Ik wist, wie het ge schreven had." „Wat duivel zeg je nu!" riep de commis saris verschrikt uit, haastig het bewuste stukje papier uit zyne portefeuille te voor- schyn halende. „De man, die deze woorden geschreven heeft," ging Power voort, Brusel naderby wenkende, om het fragment van den brief te beschouwen, „heb ik jaren geledon ge kend, lang voor ik politie agent werd. Die man kende Madeleine Faure, die man was hier in Sandbank in den nacht van den moord, wat meer zegt: die man is nog hier.en zoo waar als ik op dit oogenblik voor u stahj is het geweest, die, als vrouw verkleed, zyn ongelukkig slachtoffer in do Rob-Roy-Villa opgezocht en vermoord heeft! XII. Als door eene veer bewogen, richtten de commissaris en de detective zich by het hoo- ren dezer woorden overeind. „Wat heb ik gezeyp?" riep Tom Brusel triomfanteiyk uit, zoodra hy zich van den eersten schok had hersteld. „Wat heb ik ge zegd, commissaris? Ik las het op zyn gezicht, dat hy meer wist dan hy den gezworenen vertellen wou I Dat wordt eene mooie ge schiedenis! Eene mooie geschiedenis!" De detective herhaalde de laatste woorden zóó dikwyis, en zyne opwinding was blyk baar zóó groot, dat Power begon te vreezen al te voorbarig te zyn geweest. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1