N°. 9105. Woensdag 33 October. A0. 1889. ©It ncnmer toataat nit TWH Bladen. fsze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering ran <gpn- en feestdagen, uitgegeven. 21 Oct. 1639—1889. Leiden, 22 October. Feuilleton. HET GEHEIM va. LEIDSCH DAGBLAD. PEUi DBZBB OOUILAlfT: ▼•or Leiden por I maeadto.1,10. fmM por poot1.40. Af*onderl#ke Nommen.0.05. Offlcleole Hesmifi^eyiu^en. Bnrgemeester en Wethouders ran Leiden, Gezien de circulaire van den Commissari» des lonings in deze provincie, van den 2den October 1889 A No. 801 (8de Afd.) Prorineiaalblad No. 63, •.erinnoren brj deze den ingezetenen dezer gemeonte an do bepalingon van de artt. 27 cu 42 der wot an den 29eten Maart 1833 (St%atsblad No. 4), zoo- Is die zijn gewyzigd en aangevuld bij de artt. 7 en 14 der wet ran den 9den April 1869 (Staatsblad No. 59), behelzende bepalingen omtrent do op hen rus tende verplichting tot het inlevoren van suppletoire aangiften wegens het in gebruik nemen van perceelen of perceelsgodeelten of aanschaffing van belasting- voorwerpen naar de 5de of 6de grondslagen, terwgl zij tevens worden gewozen op de strafbepalingen van art. 35 der wet van den 29sten Maart 1888 (Staatsblad No. 4), voor zoover die zjjn gewijzigd bij art. 13 der wet van 9 April 1869 (Staatsblad No. 59), en van art. 39 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4), waarvan zij zich bjj nalatigheid m het doen der aangiften zouden blootstellen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTBR, Bnrgem. 21 Oct. 1889. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Loiden; Gezien hot adres van H. KRAU, smid, wonende lhier, houdende verzoek om vergunning tot oprichting an eene s m o d e r ij, in het perceel Oostdwars- racht No. 9. Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1878 Itaateblad No. 95); Geven b^j deze konnis aan hat publiak dat ge doemd verzoek, mot de belagen, op do Baeretarie "'©bot gemeente ter visie gelegd is; alsmede dak op dusdag den 5den November 1839, 'a voormiddag® 4 elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal •borden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DB KANTER, Burgemeester. 22 October 1889. E. KI8T, Secretaris. Vervolg.) Wat konden de Nederlanders daartegenover stellen Tromp's smaldeel bestond uit 18, zegge dertien schepen, toen hij den vijand in et gezicht kreeg. Dadelijk zond hy bericht .aar De "With, die bij de Cmgels kruiste, en naar Banckers, die voor Duinkerken iag, en irwfll Tromp rustig zijne positie behield, Iwam zijn medehelper De With met 4 sche- ron opzetten, zoodat onze macht in het ge- hel 17 schepen telde. De With vervoegde -,ch dadelijk bij Tromp en niettegenstaande os voorzichtigheid Tromp gebood eene afwach tende houding aan te nemen, drong de onatui- lige De With er op aan den vjjand aan te «.sten. Aan het laatste werd gevolg gegeven het gevecht nam een aanvang en de Span jaard, meenende dat het hem gemakkelijk zou zjjn die kleine macht te vernietigen, zag zich zeer teleurgesteld. Hij werd zóódanig ontvangen, dat hj] den strijd opgaf en naar den hoek der Cingels, een punt op ie Zuid kust van Engeland, liep. De Spaan8che vloot had veel geleden, maar ook aan Nederlandeche zjldo was zware schade bekemen„De groots Christoffel" was door eigen kruit in de lucht gevlogen en De With's schip zoodanig getroffen, dat h(j naar huis moest om te laten repareeren en teven6 den uitslag van dit eerste gevecht mee te doelen. Tromp werd door windstilte en mist ver hinderd de Spanjaarden, die langs de Engolsche kust hielden, eenig nadeel te doen, ofschoon hi) er pogingen genoeg toe aanwendde. 'e Avonds te 11 uren van don 16den Sep tember list do admiraal de ankers lichten, hield op den vijand vastaaneengesloten aan en begon te één uur 's nachts het gevecht, dat 'e morgens om tien uren eindigde. Bij 't aanbreken van den dag kreeg Tromp versterking van Banckers, die met 12 schepen van Duinkerken kwam opdagen. Nu werden de Spanjaarden nog erger gejaagd, zoodat zjj genoodzaakt waren onder Duins, Z. O. pnnt van Engeland, de wjk te nemen. Daar lag de Spaanache vloot rustig, zoodat Tromp naar Calaia ko» stevenen om krijgsbehoeften te halen, welke hem met de meeste bereidwillig heid door den Fransehan bevelhebber werden verstrekt, en hy den 19den September zjjn anker naby i» Spanjaarden vóór Dulna liet vallsD, d. i. ten zuiden der Spaansche vloot. Aan Banckers wsrd opgedragen de Span jaarden ten noorden in de gaten te houden, zoodat de gelegenheid om te ontsnappen totaal onmogelyk was. Immers, vóór Duins ligt eene zandbank, de Qojing, eene ondiepte, welke by laagwater geheel droog kwam en waarover het onmo gelyk was te ontvluchten. De Spanjaard zat in de val. Het bericht, door De With in 't vaderland gebracht, maakte geene geringe opschudding. De Staten, die in een aanval van zwaarmoe digheid (of angst) een flauwhartig eehryven door bemiddeling van een vfsucher aan Tromp hadden gezonden welk bericht hem gelukkig nooit heeft bereikt, omdat de visschor, vreemde schepen in zee bemerkende, den lastbrief over boord wierp werden uit hunne zwaarmoedig heid gewekt. Dadeiyk toog men aan het werk om den admiraal zoo Bpoedig mogsiyk hulp te ver schaffen. Aan de Oost-en Weet Indische Com pagnieën werden de beschikbare oorlogsschepen gevraagd, de Landsschepen in orde gebracht, op stapel staande afgewerkt, particuliere vaar- tuigon geleend, kortomer heerschte eene bedryvigheid, welke haren oorsprong had in 't feit, dat thans het oogenblik genaderd was om Spanje eene afbreuk te doen, waarvan het zich niet zou herstellen. Den Stadhouder werd verzocht de vloot te voorzien van krygsvolk, waartoe 2000 man beschikbaar werden gesteld; matroaon boden zich in zulk een getale aan, dat men ze moest afwyzen, in 't kort, met zulk eens voortvarend heid word gewerkt, dat Tromp, binnen den tyd van vier weken, „tot verbazing van geheel Europa", eene vloot onder zjjno bevolen had van 95 sohepen en 11 branders. Ofschoon het aantal schepen der Hollanders grooter was dan dat der Spanjaarden, zien wy b(j vergelyking dat de laatsten in 't voor deel waren. Onze macht bestond uit 41 Lands schepen, 36 van de O.- en W. Indische Com pagnieën, 18 gehuurde schepen en 11 branders, te zamen bemand met 5938 matrozen en 1866 soldaten, maar aangevoerd door Tromp, De With, Jan Evertsen, Banckers, Denys, Houtebsen en zooveel andere dappere bevel hebbers, van wie men wist, dat zy hun plicht niet zouden verzaken, maar, indien zulks noodlg was, hun leven zouden opofferen voor het welzyn van den Staat. Wat in orde en gereedheid gebracht was, werd naar Tromp gezonden, die by het aan groeien zyner scheepsmacht tevons de zekerheid verkreeg, dat de Spanjaard niet zoo gauw uit de val zou komen. Zyne maat regelen waren reeds genomen, maar met de uitvoering er van draalde hy, omdat de En- gel8chen niet te vertrouwen waren. Niut alleen het geschut van de kasteelen van Duins, maar ook eene groote vloot lag gereed om te beletten dat de kust door SpaDjaard •f Nederlander werd geschonden; eigeniyk moet gezegd worden: om te beletten dat de Spanjaard te veel slaag kreeg. Bn toch werd aan het vurig verlangen van Tromp om den Spanjaard in het ruime eop te ontmoeten, niet voldaan. John Pennington, den Engelschen admiraal, die aan Tromp reeds zoo dikwerf de waar- sohuwing gedaan had, dat een aanval op d'Oquendo aan de kust, niet straffeloos ge laten zou worden, werd verzocht den Span jaard te verzoeken, in de ruimte te komen. De Engelschman, niets liever wenschende dan van beide vloten ontslagen te worden, voldeed hieraan, maar thans begonnen de uitvluchten van d'Oquendo. PRIJS DER ADVEKTENTIBN: Te» 1—rvgala ƒ1.08. Iedere regel meer ƒ0.171- Greotere lettere neer pleeWmlmte. Toor bot In- oeeeeeren buiten de eted wordt 0.10 berekend. Hy kon niet vertrekken, omdat zyn masten, stengen en tuigage te Dovnr lageD. Bereid willig zond Tromp een schip om alles to halen wat noodig was, stuurde dit aan d'Oquendo, met beleefd verzoek, of 't hem thans gelegen kwam naar buiten te komen; maar neen, er volgde sene nieuwe;uitvlucht: ,ik heb geen kruit!" De Engelsche admiraal, dis waarschyniyk schik in de zaak gekregen had, bracht ook deze uitvlucht aan Tromp over en weidra werd in een krygsraad het zeer zeker eenig geval in de geschiedenis behandeld, nameiyk den vyand kruit te verschaffen om zich tegen den gever te verdedigen, 't Bleek echter spoe dig dat dit wsder eene flauwheid van d'Oquendo was, want hoewel het kruit gereed lag, hy kwam het niet halen. Doch de dag der beslissing naderde; het geduld der Nederlanders was uitgeput. Tromp, by wien thans de geheels scheepsmacht aan gekomen was, nam zyne maatregelen. Hy verdeelde zjine vloot in zes smaldeelen, waar van met één door hem in 't middsn der vqandeiyke vloot d'Oquendo zou aangevallen worden; Jan Evertsen nam den Portugeesehen admiraal voor zyne rekeniDgDe With hoe gaarne hy ook aan don stryd zou deelgenomen hebben bood zich edelmoedig aan de Engel schen in 'toog te houden; aan schout-by-nacht Catz en de commandeurs Denys en Houtebeen was opgedragen de behulpzame hand te reiken, waar dit noodig bleek. Gedurende al den tyd, dat de vloot in 't vaderland gereed gemaakt werd, was de wind oost geweest, zeer gunstig voor het aankomen der schepen, doch tegen den 20sten October begon hy te draaien, liep naar 't noorden, toen noordwest en was thans een „uiterst roordeelige wind om den vyaad van de reede te verdrijven". Wordt vervolgd.) NB. Door 't woglaten der I (in het vorig gedeelte) ie de Spaansche koning onder ge maakt dan hy was. 't Moot syn Philips IV (1621-1665). Tot den gemeenteraad van Leiden is door den heer P. J. Van Hoeken, als Raadslid, hot volgende schryven gericht „De ondergeteekende stelt voor do subsidie aan de eigenaars van den Schouwburg te ver minderen met jaarlyks 10 pCt. „Hy begrypt dat iemand, die vóór die inrich ting is, naar den BChouwburg gaat, maar is de meeDing toegedaan, dat wie zich genot of weelde wil verschaffen, dit zelf bekostigen van den Inspecteur van Politie. 16) Dokter Merritt zelf was de eerste, die in dezen het voorbeeld gaf: hy ontving Robert met de uiterste koolheid. Dr. Merritt behoorde nu eenmaal tot die menechen, die in de mee ning der wereld hunne godheid zien 1 Robert Power had zich aan dit geloof bezondigd en moest derhalve als een schurftig schaap uit -i vrome kudde worden verwyderd. Hy ent ing een wenk van den ouden heer, welken 'j maar al te goed begreep. Een inderdaad schuldig man zou de zaak vervolgd hebben, ai had hy ook van het eene proces tot het andere moeten komen, maar Robert deed niets van dat alles. Zyn eigen gemoed, zyn gevoel van eer was te zeer gekrenkt, om iets anders te gevoelen dan smart en diepe verachting voor eene wereld, waarin één enkel woord v m vuigen laster zulk eene heerschappy kon uitoefenen. Van één diDg was hy zeker: de vrouw, die hem aangeklaagd had, was slechts oen wc ktuig in de hand van anderen geweest. m 'St iemand in de stad zyn, die hem kwaad wilde doen dio hem wou vernie tigen! Tevergeefs pynigde hy zyne hersens om den man te vinden, die er belang by kon hebben, hem onschadeiyk te makenHy was zich geen enkelen vyand bewust. Hy had niemand beleedigd, integendeel, zyn geduld en zyne vriendelykheid werden algemeen ge roemd IVanwaar was die geheimzinnige vyand komen opdagen?Wat had hy voor Dat waren intusechen vragen, met welker oplossing Power zich niet lang kon bezig houden; na de houding, die dokter Merritt had aangenomen, was zy'n verblyf in Wool- •heeter onmogelyk geworden. Hy zeide zyn dienst op, schudde zich het stof van de voe ten en vertrok naar Sandbank, waar de eenige broeder zyner vroeg gestorven moeder woonde, de laatete bloedverwant, dien hy, zoover hy wist, nog bezat de eenige althans, die hem st«ed8 met liefde en harteiykheid was blyven gedenken. De ontvangst was zóó harteiyk, dat Robert een tweeden vader meende ge vonden te hebben. Met dat al bleef het de groote vraag: wat verder te doen? Vestigde hy zich aan de badplaats als ge neesheer, dan bestond er alle kans, dat zyn verleden onderzocht, nagegaan en besproken zou wordenhet afschuwelyke, lasterlijke ge rucht zou onvermydeiyk naar Sandbank over waaien en zyn toestand onmogelyk maken. Gelukkig bezat zyn eom Pierson, die al sedert jaren, na het aan kant doen zyner zaken, te Sandbank woonde, als een door ieder geacht man, geen geringen invloed by de piaatseiyke overheid. Hy hoorde van eene open plaats by de stedelyke politie en sprak er Robert over, die onmiddeliyk de gelegen heid aangreep, zich onafhankeiyk te maken. Teen de oude Pierson stierf, had de inbraak by den heer Kingsford nog niet plaats gehad, en Robert was nog gewoon politie agent, zyn plicht met de grootste nauwgezetheid ver vullende, maar steeds stryd voerende tegen de sombere herinneringen, welke hy tever geefs van zich af trachtte te zetten, en zieh alleen troostende met de gedachte, dat men hier althans nieta van zyn verleden wist en hy, by de weinigen, die zich om hem be kommerden, niet anders bekend atond dan als de neef van den ouden Pierson. Reeds begon do tyd ook by Robert zyn heelenden invloed te doen gevoelen, toen het vinden van het afgescheurde briefje in de villa op den Hamiltonschen weg zyn geest als met geweld weder naar het treurig ver leden terugvoerde. Even duideijjk en wreed als toen, gevoelde hy de pjjniyke smart der onvei diende vernedering. Een onbestemd ge voel kwam over hem, als moest het lot, dat de ongelukkige vrouw getroffen had, met een geheimzinnigen band aan zyn eigen verleden verbenden zyn. Het duurde maar een oogen blik, en hy zou het onmogelyk onder woor den hebben kunnen brengen, veel minder verklaren, zelfs voor zichzelven. Hy voelde het alleen maar, meer niet; voor het overige was alles tastbare duisternis rondom hem, en dat was dan ook de reden, dat mynheer Grand, de politie commissaris, dien dag nieta meer vernemen zou, dan dat zyn onderge schikte Fransch verstond. „Het is een werkje voor de detectives, Iet op!" had de waardige commissaris uitgeroe pen, en het bleek, dat de ervaren beambte hierin jnist gezien had. Het was niet denk baar, dat de justitie het onderzoek eener zoo gewichtige en duistere zaak als de moord in de Reb-Roy-Villa bleek te zyn, uitsluitend aan de stedelyke rustbewaarders zou over laten. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1