---.
Cw O Jü O 22 a» 22 wa.
"Wanneer wü de prijzen nagaan,
■waarvoor men bij abonnement tegenwoordig
cok bjj den heer M. Caben alhier kleed'jg-
3tukken kan laten maken op maat, dan mogen
wy gerust een ieder aanraden, alvorens zyn
geld in het buitenland te bestedon, eerst een
bezoek te brengen in het Confectiemagazyn
van genoemden hoer, by wien men inderdaad
eene groote eorteering der nieuwste stoffen
van verschillend fabrikaat kan vindes.
Reeds meer dan eene halve
eeuw geleden hadden hier te lande voorstel
lingen plaats van lieden, die zich nu eens
.Vuurduivel", dan weder .Salamander" noem
den, en allen het bewgs gaven, dat zy zich,
na zich in eene kleeding van bgzonderen
aard gestoken te hebben, veilig in een vuur
gloed konden bewegen. De laatste voorstel
ling van dien aard te Rotterdam had destyda
plaats op het open terrein van do „Doele",
waar ongeveer ter manehoogte eene gang
was gebouwd, wier zywandon waren opge
vuld met spaanders en krullen. De zooge
naamde „Vuurduivel" verscheen in een rood
wollen pak, met een breedgeranden hoed en
langen, wyden mantel van gelyke stof en
kleur. Dien mantel sloeg hy zich om den
rand van den hoed en het gelaat; de brand
werd in het gebouwtje gestoken en hy liep
er nu zonder aarzelen midden in. De vlam
men omringden hem van alle kanten en
vormden boven zyn hoofd een golvend dak.
Hu wa6 zoodoende voor hot oog der omstan
ders geheel onzichtbaar, hield het een paar
minuten in dien toestand uit en kwam toen
aan de tegenovergestelde zijde langzaam on
ongedeerd te voorschijn.
Gelijksoortige proef werd Woensdag daar ter
stede door de firma A. Bikkers Zoon op
het exercitieveld aan do Linker-Rottokade,
ten aanschouwe van vele belangstellenden en
leden van de brandweer, afgelegd. Hy, die de
proef deed, was gekleed in eene stof van
byzonderen aard, gedrenkt door een zeker
praeparaat. De mantel was weggelaten. Daaren
tegen was de flambard van voordezen ver
vangen door eene hooge, breede, zware muts
van gelgke stof als bet kostuum en, naar
het voorbeeld van de helmen der duikers,
voorzien van eene hooinen plaat, welke het
mogelyk maakte te zien. Alhoewel de aan
stalten voor den brand weinig omvangryk
waren, leverde de proef toch het bewgs, dat
men ook mot dit kostuum een oogenblik
beveiligd is tegen de werking van vuur en
vlammen, te midden waarvan men zich be
vindt. Een levend kongn, in een zak van
gelgke bewerking gestopt en aan het vuur
toevertrouwd, word er ne eenige seconden
weder uitgehaald en bleek ongedeerd te zyn.
Betreffende het verongelukken
van het Engelsche stoomschip „Earnmoor,"
op de reis van Baltimore met eene lading
tarwe naar Rio-Janeiro, wordt thans nog het
volgende vermeld Gemeld stoomschip werd
den 3den Sept. door stormweder beloopen,
dat later toenam tot orkaan, waardoor het
stoomschip genoodzaakt werd by te draaien.
Het schip lag diep beladen en de stortzeeën
braken voortdurend over het stoomschip heen.
Ten laatste kwam er door de atukgeslagsn
kappen zóó veel water in de machinekamer,
dat de vuren uitgebluscht werden en dewyt
er geon stoom meer was, lag het schip ge
heel hulpeloos dwars in ds zee. Den geheelen
nacht arbeidde de equipage aan de pompen,
doch het stoomschip werd door de geweldige
zee en het zware werken dermate ontzet,
dat men inzag dat hot niet te behouden was
en gevaar liep te zinken. Hon bevond zich
toon op 350 Eng. myien afstand van Florida
en niet zeer ver van de Bahama-eilanden.
Des ochtends van den 5den September gaf de
gezagvoerder hovel de booten uit te zetten.
Nadat deze zoo snel mogelyk van proviand
en water waren voorzien, verlieten zy tydens
den hevigen orkaan het zinkende stoomschip.
In de groote boot bovonden zich de gezag
voerder, de eerste machinist, do tweede stuur
man en 16 man equipage. In de tweede boot
bevond zich de opperstuurman, tweede machi
nist en vyf man. Do booten verloren elkander
door het stormweder spoodig uit het oog.
Van de groote boot met den gezagvoerder en
verdere bemanning is tot hedon niets meer
vernomen en de vrees is gegrond, dat die met
al de opvarenden verongelukt is. De andere
boot droef langer dan drie weken rcrid. De
eene dag na den anderen verging zonder dat
een vaartuig m het gezicht kwam, en weldra
w.13 de geheels voorraad eten en drinken uit
gepit. Na 22 dagen rondgedreven te hebben
y-.rr-.-ly7.
was niïn op het punt één d8r bemannlrg
door het lot to bestemmen ter slachting, toen
6".n schip in het gezicht kwam. Slechts éó.i
der manschappen had nog de kracht een
noodsein te vertoonen, dat gelukkig spoedig
aan boord van het naderende schip werd op
gemerkt. Het was de schoener „Mosquito,"
van Nieuw York naar Truxillo bestemd, welke
de uitgehongerde bemanning opnam en hen
meer dood dan levend den 30aten Sept. te
New-Providence aan land bracht. D# machi
nist en ds matrozen zyn door de ontberingen
in de boot zóó verzwakt, dat men voor hun
leven vreest. De stuurman alleen was in staat
eene beschry ving van de Bchipbreuk te geven.
Zoodra mogelyk zullen de schipbreukelingen
naar Engeland worden vervoerd.
BUITENLAND.
rmekryk.
Het bestuur der grootkaneelary van rid
derorden in Frankryk heefr, met het oog op
het belangryke aantal buitenlandsche ridder
orden, dat te Pargs gedragen wordt, zonder
dat men daaitoe het recht heeft, terwyl vele
dier lintjes op dat van het Legioen van Eer
g6iyken, besloten gestrenge maatregelen tot
beperking dier verdienstelykheids-teokenen te
nemen.
Overtreders zullen voortaan gestreng wer
den gostraft, terwyl zy, die ordeteekenen be
zitten met een rood lint, zooals de Christus-
orde van Portugal, de orde van Kambodja
e. a., in het vervolg tegeiykertyd met het
lint het kruis zullen mooten dragen.
Meor dan 7000 personen waren in het
Elysée byeen op het bal, dat president Car-
not den bekroonden inzenders, juryleden en
afdeelingschefs der Pargsche tentoonstelling
aanbood. De zalen waren schitterend versierd
en verlicht en hot bal werd door koorgezang
van 100 opera-zangers opgeluisterd.
Doltaohlacd.
Da Duitsche vice-admiraal Bartsch heeft
het plan voorgesteld en in een vlugschrift
verdedigd, om Beriyn door een kanaal met
de Oostzee te verbinden. Naar men zegt, acht
graaf Yon Moltke het plan voor uitvoering
vatbaar.
Keizer "Wilhelm hoeft tot het gemeente
bastuur van Beriyn een sclirgven gericht,
waarin hy zyn dank betuigt voor de voor
beeldige handhaving der orde in de straten
tydens hot bezoek van den Russischen czaar.
Oootenr."Ho)ig;.-MoDarchis.
In den Donderdag te Weenen gehouden
ministerraad is de buitenlandsche politiek niet
behandeld. Besloten werd aan het leger den
titel van „keizerlgk en koninkiyk" te ver-
leeneD. Het Hongaarsche ministerie zou de
kabinetsquaestie stellen, zoodra de legerwet
behandeld wordt.
De beraadslagingen van het gemeenschap-
peiyk ministerie zyn afgeloopen. Gisteren
werd de laatste byeonkomst gehouden onder
voorzitterschap des keizers, die gisteravond
naar Meran zou vertrekken. Alle geruchten,
zoowel te Buda Pesth als te Weenen in
omloop omtrent eene crisis, zyn van grond
ontbloot.
Boaland.
De onthulling van het gedenkteeken voor
den bekenden Russischen artillerie-generaal
graaf Totleben, te Sebastopol, kon nog niet,
zooals men gehoopt had, Donderdag (de*
verjaardag van het eerste bombardement
dezer stad) plaats hebben, aangezien het nog
niet geheel gereed is. Thans is bepaald dat
het monument op 15 November zal worden
onthuld, den verjaardag van den slag hg
Inkermann, waarin generaal Totleben de
artillerie uit de handen des vyands redde.
Do Berlynsche „Post" komt op tegen
do valsche voorstollingen van buitenlandsche
bladen, als zou het jongste bezook van den
czaar aan keizer Wilhelm door bgzondere
koelheid gekenmerkt zgn. Het blad verklaart
dat beido vorsten elkander niet verlaten
hebben, zonder eerst eene afspraak over
eene nieuwe byeenkomst te hebben gemaakt.
De czaar noodigde keizer Wilhelm uit tot
bywoning van de groote manoeuvres in Rus
land in den aanstaanden zomer, en laatstge
noemde heeft die uituoodiging bereidwillig
aangenomen.
Het Engelsche parlementslid, de heer
Labouchère, vestigt in de „Truth" de aandacht
op de vervolgingen, waaraan de Israëlieten
in Rusland nog voortdurend blootstaan. In
de laatste 18 maanden zgn niet minder dan
J.5,000 Israëlieten uit het land verbannen.
Dagelgks worden, zegt het blad, geheele ge
zinnen uit hunne woningen verjaagd en de
eliendo, welke hun door de barbaarsche regee
ring wordt aangedaan, is onbeschrgflyk.
Turkye.
Op Creta ie, volgens een „Daily News"-
correspondent, muitery uitgebroken onder de
Turksche soldaten, die naby Kanae a3n de
verbetering der wegen werkten. Vier bataljons
staakten den arbeid en mishandelden de offi
cieren. Chakir-Pacba beeft daarop de anders
troepen, die zich op het eiland bevinden, naar
Kanae ontboden.
Bnl^arye.
Een correspondent der „Daily News" meldt,
ondor bevestiging van hst bericht dat het
bezoek van vorst Ferdinand van Bulgarye
geen staatkundig oogmerk heeft, dat ook het
sluiten sener leening daaraan niet ten doel ligt.
üervlh.
Koningin Nathalia heeft het huis van een
ryken koopman te Belgrado voor een jaar
gehuurd. Ze schynt voorloopig dus nog niet
voornemens te zyn om te vertrekken.
Eerst morgen, Zondag, zal de Servische
Schupechtina worden geopend. De radicale
party heeft, naar de „Daily News" verneemt,
ten laatste besloten onverdeeld op te treden.
Bonlangcr en de Orlcaalsten.
Naar aanleiding van den twist tusschen
generaal Boulanger en den hoofdredacteur
der „Gauloia", den heer Arthur Meyer, voor
heen een der yverigste Boulangisten, doch nu
een der dergenen, die den generaal na zgne
nederlaag het hardst valt, deelt de „Figaro"
do oorzaak van dit geschil mede. Ofschoon
de tyd nog niet is gekomen om de geschiede
nis van het Boulangisme te beschryvon, meent
hot blad toch wel een tipje van den sluier,
welke deze beweging omhult, te mogen op
lichten.
Den 16den September, dus zes dagen vóór
de verkiezingen, kwam de heer Meyer te
Londea om Boulanger mede te deelen, dat
zgne nederlaag by den aanstaanden stryd reeds
zeker was. Alle voorteekenen waren ongun
stig en alleen kon volgens hem de zaak nog
gered worden, indien Boulanger zich terstond
naar Pargs bogaf. De heeren Laguerre, Na-
quet en Laisant waren juist te Londen om
met Boulanger te overleggen en allen hadden
er op aangedrongen, dat Boulanger naar Pargs
zou torugkoeren. Hunne pogingen waren echter
vruchteloos gebleven. Boulanger wilde er
niets van weten en toen nu ook nog de heer
Meyer met hetzelfde plan voor den dag kwam,
werd Boulanger zóó boos, dat hg den heer
Meyer allesbehalve beleefd bejegende.
Boulanger verweet Meyer dat de royalisten
hem ten verderve wilden leiden, ten einde
hem onschadelgk te maken, en de royalist
bleef natuuriyk het antwoord niet schuldig.
De heer Naquet, die by het onderhoud tegen
woordig was, trachtte tevergeefs den vrede
te herstellen. Do heer Meyer ging onverrich-
terzake heen, na van den generaal een „zeer
koel afscheid" te hebben genomen.
Do heer Rochefort bleef onzydig. Trou
wens zegt de berichtgever Rochefort was
het steeds met Boulanger eens, zelfs voordat
hg nog de meeDiDg van den generaal had
vernomen, 's Avonds na Meyers vertrek be
proefden Naquet en Laisant nog eene poging
om Boulanger te kalmeeren, maar de generaal
maakte tersiond een einde aan de zaak door
te zeggen„Spreek er niet meer vanik ga
niet; dat zyn domheden van den heer Meyer."
De vrienden van Boulanger gaven toes hun
plan op, daar zy zagen dat het even vruch
teloos was den terugkeer naar Pargs te be
werken, als zy de vlucht naar Brussel en
Londen hadden kunnen verhoeden. Vooral
de hoer Laguerre had krachtig op Boulanger's
terugkeor aangedrongen, daar hy overtuigd
was, dat hunne zaak zou gewonnen zyn, indien
Boulanger voor den Senaat ware verschenen.
Boulanger weigerde echter hardnekkig en
beweerde steeds: „Indien Frankryk niet ge
red wil zyn, des te erger voor het land. Ik
heb mgn plicht gedaan; laat nu de overigen
hun plicht doen."
Ook op het reeds vermelde tolegram van
Boulanger is de heer Meyer het antwoord niet
schuldig gebleven. Toen Boulanger hem zgn
afval verweet, antwoordde Meyer: „Ik kan
alleen verraad plegen jegens hom, wien ik
dien. Ik dien den koning en heb u nooit
gediend."
Toen namoiyk de „Gaulois" oen voor don
generaal allesbehalve smakelgk artikel gaf,
zond deze immers uit Jersey aan Arthur
Meyer het volgende telegram, dat wij reeds
vroeger vermeldden: „Ik h6b hot artikel in uw
blad van 11 dezer gelezen. Ik heb u steeds
tot alle domheden in staat geacht. Thans zie
ik dat gy ook tot allerlei verraad in staat
zgt. Ik zend u de betuiging mgner diepste
verachting."
Men kan alles van twee kanten beschouwen.
Men leze slechts, hoe de „IntranBigeant" het
vertrek der Boulangisten uit Londen verklaart.
„Boulanger zegt de heer Rochefort
ie naar Jersey gegaan, omdat de winter hem
te Londen te koud is; ik ben er gebleven,
omdat ik hier zeer gomakkeiyk in betrekking
kan blgven tot myn blad, en de heer Dillon
naar Brussel verhuist, omdat zyne kinderen
te Pargs ter school gaan en hg hen te Brussel
gemakkelgker kan laten overkomen. Overigens
heeft de gemeenschappelgko vervolging onze
vriendschap slechts versterkt."
De Cwtar en Ton Bismarck.
De „Hamburger Nachrichten" behelst de
eerste mededeelingen over hetgeen er by het
langdurige onderhoud van den czaar met den
Duitschen rgkskanselier moet zgn verhandeld.
De czaar zou het gesprek hebben ingeleid met
te verklaren dat hg den rijkskanselier dank
baar was voor zgne houding tegen de anar
chisten, gelgk deze gebleken is uit zgn op
treden in de zaak met Zwitserland.
Op dit stuk, moet de czaar gezegd hebben,
vermag Von Bismarck hem en zgn land meer
nut te doen dan de czaar zelf; in dit vraag
stuk is inderdaad de band gelegen, die de-
monarchieën aaneenhoudt; natuuriyk vallen
alle bemoeiingen in den bedoelden zin bg hem,
den czaar, in goede aardehet is niet onmoge-
igk, dat alle Staten het allereerst den stryd
in hun eigen gebied te voeren zullen hebben.
De gebeurtenissen in de Russisch-Duitsche
Oostzee-provinciën aanroerende, moet de rgks
kanselier zich hebben uitgelaten op eene wgze,
welke goheel overeenstemde met de gedrags
lijn, gevolgd tegenover de klachten der Duitsch-
Oostenrgksche provinciën, d. w. z. met de ge-
dragslgn van volkomen onthouding van Duitsch-
land; en tevens op zoodanige wgze, dat de
czaar geen aanleiding vond tot het maken van
aanmerkingen.
Het vraagstuk der militaire toerustingen
moet in het geheel niet aangeroerd zyn;
daarentegen moet de czaar het bekende bericht
der „Köln. Ztg." over de memorie van Obrut-
schow als uit den duim gezogen hebben ge
kenmerkt. Het spreekt geheel vanzelf, zou
de czaar gezegd hebben, dat de chef van den
gonoralen staf het Russische leger en land
zoo eterk wil maken als mogelyk is; daarop
betrekking hebbende rapporten moet hg ieder
jaar bg den czaar indienen, evenzeer als dit
in Duitschland geschiedt.
Ophelderingen over de wederzijdsche ver
houding van Duitschland en Oostenryk heeft
de czaar niet verlangd, en zyn door Von
Bismarck ook niet gegeven. Ten aanzien van
Bulgarye moet Von Bismarck hebben doen uit
komen dat het, omdat Rusland rechtstreeks
rechten op dat land kan doen gelden, raad
zaam is, zich van de sympathie der bevolking
te verzekeren, en het uitzenden van Russische
zendelingen te beperken, dewgl dit toch niet
tot het doel schgnt te kunnen leiden.
Voorts moet Von Bismarck verklaard heb
ben dat Duitschland steeds eene even objec
tieve houding tegenover Bulgarye biyft inne
men, als tegenover het optreden van Rusland
in Azië. Op dit stuk is het niet alleen moge
lyk, maar ook gewenscht, dat Rusland en
Engeland zich met elkander verstaan.
Het schynt dat de czaar, te Beriyn komende,
ni6t vrg was van zekere vrees, dat het Drie
voudig Verbond toch de eene of andere gunstig-
schgnende gelegenheid ie baat zou nemen
om Rusland voor het oorlogsvraagstuk te
stellen, of dat Duitschland tet- een oorlog met
Frankryk zou kunnen aandrijven, om van
eventueels gunstige militaire kansen party
te trekken, waardoor Rusland zich voor de
noodzakelijkheid kon zien gestold om over
het al dan niet deelnemen aan zoodanigen
oorlog te beslissen. Men schynt te mogen
aannemen, dat het in de beide opzichten ge
lukt is, den czaar van zyne mogelgke be
zorgdheid te bevryden.
De rgkskanselier zou verklaard hebben,
over den uitslag van het onderhoud zeer te
vreden te zgnopnieuw had hy de overtuiging
gesregen dat do czaar ten volle vredelievend
gezind is en nimmer den oorlog tegen Duitsch-
lar.d zal beginnen. Daardoor laat zich, zou
Von Bismarck besloten hebben, de toekomst
vreedzaam aanzien.