N°. 9102. Zaterdaa 19 October. A0. 1389. Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. HET GEHEIM^ v- LEIDSCI DAGBLAD. PBJJV DSZHB COUBJlNT: f—r Ldd«n f«r I buub1«....m..v.... 1.10. Vnnoo per peet.T.V.I". 1.40* Afitonder^Jk® Nommers.0.05. PRIJS DHR ADVERTBNTIEN: ▼•a 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters user plaatsruimte. Voor het in- om see ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Leideu, IS October. Heden is aan de universiteit alhier de heer A. Slotemaker, geb. te Hoorn, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met acade misch proefschrift, get.: „De leer van den Modus naar Romeinsch recht", en dezelfde tot doctor in de staatswetenschap met „Stel lingen." Aan dezelfde universiteit is het candidaats- examen in de rechtsgeleerdheid afgelegd door den heer H. J. H. Stoop, van Streien. In de vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Donderdag 24 Ootober a. 8., des namiddags te één uur, zal o. a. worden behandeld de begrooting der gemeente voor het jaar 1890; Het aangekondigde concert van het Zweedscbe Zangersquartet had gisteravond in de zaal van Zomerzorg alhier plaats. Die zaal was slechts ten deele met toehoorde ressen en toehoorders gevuld; men zag er meer ledige stoelen dan bezette zitplaatsen. Jammer, want hetgeen de zes Zweedsche heeren, twee eerste tenoren, één tweede tenor, één eerste bas en twee tweede bassen, ten gehoore brachten, was te schoon om maar door betrekkelijk weinigen genoten te worden. De eerste plicht, welke daarom op die weinigen rustte, was dankbaarheid jegens de zangers, die zich met evenveel toewijding van hunne taak kweten als z(1 zouden gedaan hebben voor eene volle zaal. De aanwezigen schenen daarvan dan ook overtuigd, want zij beloonden die zangers tel kenmale met een welverdiend applaus, waar door de heeren zich in de voor hen aange name noodzakelijkheid bevonden na het ten gehoore brengen van elk stuk het auditorium in den gebruikelyken vorm dank te betuigen en het na elke der drie afdeelingen, waarin het programma gesplitst was, te onthalen op een extra-zangstuk. De titels der veertien nummers van het programma hier te vennelden, zou tot niets nut zjjn en de vermelding van die der lie deren, welke o. i. het schoonst en lieflijkst in de ooren klonken, van weinig belang wezen. Daarom zullen wjj er ons toe bepa len te zeggen dat de uitvoering van het programma vrijwel in staat was ons in kennis te stellen met hetgeen de Zweedsche heeren op het gebied van zang vermogen. "Wij moch ten echter van hen geene proeve hooren van wat zij op het gebied van kerkelijke muziek weten aan te bieden, op welk gebied zij ook geheel thuis moeten zjjn. De plaats der uit voering was daartoe trouwens uiteraard min der geschikt. Sommige der uitgevoerde nummers ken merkten zich door practische eigenaardigheden, waarvoor men in de theorie van den zang tevergeefs naar geijkte termen zal zoeken, maar die niet nalieten hare uitwerking op het publiek te doen. De tenor-solist onderscheidde zich door groo- ten omvang, en, evenals het ensemble, door zuiverheid van stem. In het kort, het was een avond van zeldzaam en verfijnd kunst genot, dat door de zangers werd verschaft. Het meerendeel der liederen, van verschil lend karakter,werd voorgedragen in de moeder taal der heeren en al is deze niet het zoet vloeiende, het zoetklinkende Italiaansch, waar de muziek eene lieflijke vertolking vereischte, was alle scherpheid gebannen en bleek dat ook het Zweedsch kan bekoren. Niettemin gelooven wij dat het den toehoorders niet onverschillig was, dat eenige nummers in het Duitsch werden ten gehoore gebracht. De schoone, krachtige mannenstemmen, bewonderenswaardig zacht evenwel, waar dat behoorde, klinkende „wie Orgelton und Klok- kenklang", stemden tot ingenomenheid en deden weldra vergeten, dat men bj) het bin nentreden der zaal op het programma had gelezen„door ongesteldheid is de heer Re- naud verhinderd mede te werken." De harp, dat geliefde snarentuig, werd dus niet bespeeld. Toch was het meermalen of een onzichtbaar Instrument het gezang der Zweden begeleidde. Dat instrument was dan ook, hoewel onzichtbaar, aanwezig; de heeren dragen het overal met zioh omhet is het hun door de natuur geschonken of door oefe ning ontwikkeld orgaan. „Wy roepen den zangers een wolgemoend „tot weerziens 1" toe. Door de alhier zitting houdende com missie voor het geneeskundig staats-examen is heden tot arts bevorderd de heer P. Huyser, terwyl de heer W. Driendyk is toegelaten voor het 1ste gedeelte. Door den heer J. H. W. Freytag zyn achtereenvolgens een aantal voorwerpen uit Indië aan 's Ryks Ethnographisch Museum ten geschenke gegeven, welke in de Staats Ct. van 18 October beschreven worden. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. De commies der posteryen 3de kl. J. S. Parker wordt met ingang van 1 November a. s. van het postkantoor te Zwolle naar dat te Leiden verplaatst. Van dien datum af wordt de commies 3de kl. G. G. Beuningh, thans tot herstel van gezondheid buiten dienst, ge plaatst op het postkantoor te Zwolle. By het bestuur van het Reddingsfonds te Helder is ontvangen eene som van f 37.85 van de Studenten-Sociëteit „Minerva," te Lei den, zynde de inhoud der aldaar geplaatste bus, voor dat fonds byeengebracht door de leden van genoemde sociëteit. In de gisteren gehouden vergadering van den Raad der gemeente Goes is op voorstel van B. en Ws., nu bet ryks-subsidie is inge trokken, besloten, tot wederopzeggens eene jaarlyksche bydrage van tien gulden te verlee- nen voor de Kweekschool voor Bewaarschool- houderessen te Leiden. De l6te luitenant A. C. Bryce, van het éde regiment infanterie, heeft ontslag uit den militairen dienst aangevraagd. Blykens een telegram van den gouver neur-generaal van Nsderlandsch Indië keert de by hel Indische leger géfttacheerde 1ste luitenant der infanterie J. Vitteveen wegens ziekte naar Nederland terug. Uit de 30 sollicitanten naar de vacante betrekking van onderwyzer aan de 1ste openbare school te Stolwyk, is de volgende voordracht opgemaaktL. De Bruin te Nieuwe Tonge, \V. Honkoop te Stolwyk, P. Jager te Oude-Wetering, J. F. C. Korn te Geertrui- denberg, en P. Kruyt te Boskoop. De heer C. I. A. Bosch, predikant te Nieuwveen (classis Leiden), heeft toezegging van beroep ontvangen naar de Ned.-Herv. gemeente van Hoogkarspel. Door de architecten A. en J. A. G. Van der Steur te Haarlem is gisteren aan besteed: het afbreken van het Heeren-Loge- ment in den Haarlemmerhout, en het daar ter plaatse bouwen van een nieuw hotel met koetshuis, paardenstallen en bovenwoning. Ingeleverd 9 biljetten. Laagste inschryver was de heer J. Verkoren, te Voorschoten, voor f 58,723de hoogste inschry ving be droeg f 68,730. Sedert 15 dezer is dr. J. J. Salverda de Grave by prinses Wilhelmina werkzaam als leeraar in de Fransche taal. In het Amstel-Hotel to Amsterdam zyn aangekomen de volgende heeren, allen leden van den Parijschen gemeenteraad: Deligny, Mayer, Maury, Bailly, Despatys, De Bou- teiller, Leveque, Darlot, Pauland, Rousselle en Martin, secretaris. De heeren bezoeken, onze hoofdstad, om na te gaan, welke de meeat practische wijze is, om eene groote stad van levensmiddelen te voorzien. Zy bezoeken achtereenvolgens daartoe de grootste steden van Europa. De heer J. L. Cluysenaer is benoemd tot direoteur-generaal der Maatschappy tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, ter ver vanging van den heer W. K. M. Vrolik, wiea op verzoek eervol ontslag is verleend. De behandellDg van de overeenkomst met de regeering is verdaagd tot 31 October a. s., emdat het getal aandeelen, ter vorga- dering vertegenwoordigd, onvoldoende was voor het nemen van een besluit. Gistermiddag werd door den Senaat van het studentencorps te Groningen aan den commissaris van politie aldaar, den heer J. C. Yundorink, eene prachtige staal gravure in lijst aangeboden namens genoemd corps, als biyk van waardeering voor de uitstekende handhaving der orde gedurende de laatste lustrumfeesten. Eene som gelds werd den commissaris ter hand gesteld om onder de agenten van politie te worden verdeeld. Evenals prof. Blok t» Groningen, heeft ook mr. S. Muller Ezn., archivaris der ge meente Utrecht naar de „Amst. Ct." ver neemt bedankt voor het hoogleeraarsambt aan de gemeentelyke universiteit te Amster dam, in de plaats van wyien prof. Jorissen. De „Tyd" verneemt dat het lid der Eerste Kamer, de heer H. M. Smits, te Oosterhout, ernstig ziek is, zoodat hy hoogstwaarschyniyk aan de behandeling van het wetBontwerp- Mackay geen deel zal kunnen nemen. De heer O. Los, te Sleeuwyk, herdacht Zondag 11. den dag, waarep hy vóór 25 jaren de bediening by de Chr.-Geref. gemeente aldaar aanvaardde. Vele blyken van waardeering vielen den jubilaris ten deel. Het stoomschip „Prins Maurits," van West Indié naar Amsterdam, is 10 Oct. van Hévre vertrokkende „Sumatra," van Am sterdam naar Batavia, vertrok 17 Oct. van Soez; de „Semarang," van Rotterdam naar Java, is 16 Oct. Perim gepasseerd; de „Gel derland," van Rotterdam naar Batavia, ver trok 17 Oct. van Suez; de „Soerabaia" is 17 Oct. van Rotterdam te Batavia aangekomen. By koninkiyk besluit is aan M. J. Romer, op zyn verzoek, met ingang van 1 Nov. a. s., eervol ontslag verleend als kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Schoonhoven. Aan mr. F. A. J. Van Lanscbot, op zyn verzoek, met ingang van 6 Nov. a. s., eervol ontslag verleend als raadsheer in het gerechts hof te 's Hertogenbosch, met dankbetuiging voor de door hom in rechterlyke betrekkingen bewezen diensten. van den Inspecteur van Politie. j 10) Deze laatste min of meer verplette rende mededeeling van juffrouw Gregory wierp plotseling een geheel nieuw licht over de zaak. De kamerdeur, welke Weels, de smid, had opongestoken, was dus van binnen en niet van buiten gesloten geweest. De sleutel was uit het slot genomen, en het was Weels niet mogelyk geweest deze byzon- de-heid op te merken. De mededeeling van de weduwe echter hief allen twyfel op en leidde het onderzoek in een geheel ander spoor. Zonder op bevel of verlof van zyn chef te wachten, stormde Power de kamer uit en de trap op, naar het vertrek, waar de ver moorde lag. Als een bliksemstraal was het hem door het hoofd gevlogen, dat hy het raam en de gordynen wel dicht gevonden, maar verzuimd had ze te onderzoeken. Een eerste blik op het venster overtuigde hem, j dat haken, welke het schuifraam van i onder asthielden, teruggeslagen waren. Vlug i als de wind schoof hy het raam naar boven en keek uit. De kleine achtertuin lag onge veer twintig voet daaronder en was omringd door een lagen, steenen muur, terwyl zich op zyde, byna vlak onder het venster, het schuin afloopende pannen dak van een klein schuurtje bevond, hetwelk juffrouw Gregory als waschhok gebruikte. De zaak werd duidelyk genoeg. De ge heimzinnige bezoekster had de kamer door het raam verlaten; op het dak staande, had ze dit raam voorzichtig weer dichtgeschoven en zich langzaam naar beneden laten glyden. De sprong van den onderkant van het dak op de zachte aarde van den tuin leverde zelfs voor eene vrouw niet het minste be zwaar of gevaar op. Om zich zekerheid te verschaffen, beproefde Power de zaak zelf. Met de vlugheid van eene kat wipte hy uit het venster en stond een oogwenk later op het dak van de kleine schuur; zich met de eene hand ondersteu nende, duwde hy het raam zacht e. gemak- kelyk weder naar omlaag. Het afglyden langs de pannen en de sprong op den grond waren voor hem kleinigheden. De commissaris Grand was zyn inspecteur een weinig langzamer gevolgd, maar kwam juist bytyds by het venster om het slot van de proefneming te zien. „Kyk goed, of je ook sporem ziet in den tuin I" riep hy den heer Power too, nadat hy het raam weder had opgeschoven. „De grond is er zacht genoeg voor, dunkt me." Power was er reeds mode bezig vóór hy het bevel ontving. Het zoeken der sporen was echter lang zulk een gemakkelijk werk niet, als men zou gedacht hebben. De zachte grond was wel is waar overal ingetrapt, maar dat was ook alles. Juffrouw Gregory, die, als zuinige huisvrouw, op alle wyzen van haar tuintje party trok, had vlak onder het schuurtje een bed met kool beplant. Voet stappen waren in menigte op en om het bed te vinden, maar met uitzondering van een enkele wat dieper ingedrongen hiel, viel er nergens een afdruk waar te nemen, scherp genoeg om eene aanwyzing op te leveren. Daarenboven begon het kiezelpad van het tuintje reeds op kleinen afstand van de schuur en hielden alle sporen derhalve, zoo als vanzelf spreekt, hier geheel op. Het pad voerdo naar het houten hekje in den muur, hetwelk slechts met eene eenvoudige klink gesloten was. De moordenares had dus ook hier geene hindernis gevonden, welke hare ontsnapping kon bemoeilyken. „We hebben met een zeer geslepen porsoon te doen," zei de inspecteur tot zyn chef, die zich by hem in het achtertuintje had ge- voogd. „Zie maar: er is geen enkel spoor, waaraan wy ons kunnen vasthouden. Alles is even voorzichtig en bedaard uitgevoerd. Er is niets vergeten of verzuimd!" De heer Grand liet mistroostig het hoofd hangen. „De zaak blykt ingewikkelder te zyn, dan ik eerst dacht," erkende hy. „Ik vrees dat wy er nog last genoeg van zullen kry- genhet geheele geval is my duister. Het zal een zaakje worden voer de detectives, dat zie ik wel aankomen. Let maar op, ze zullen er óns gauw genoeg een uit Lon den sturen; ik had het zoo graag zelf op geknapt; maar het is tenminste een troost, dat zy óók met de handen In het haar zul len zitten." De jonge politiebeambte zweeg, niet zoozeer uit medelyden over de spyt, die zyn chef aan den dag legde, als wel omdat zyne eigen gedachten hem te veel bezig hielden. i Wordt vercolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1