N\ 9101. Vrijdag IS October A". 1889. fete fiourant wordt dagelijks, met uitzondering ran <gpn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 17 October. Feuilleton. HET GEHEIM LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PBUB DRZSR OOURART: ▼••r Lddta ft I auata.1.10. Vrameo por pooi..TT. 1.40. l&ondorl^ke Nommerm.0.04. PRIJS DHR ADVBRTBNTIEN: Tam 1—6 rogelm 1.05. Iedoro regel moer/0.174. Girooio re lettere naar plaatsruimte. Yoor hei in* cao see ren bulten de eiad wordt 0.10 berekend. Aan de universiteit alhier zyn door de volgende heeren de volgende examens afge legd J. H. Boudewynse, het cand. examen in de rechtenJ. H. De Roode, het cand.- examen in de godgeleerdheid, lste gedeelte, en H. Post, het voorbereidend examen in de godgeleerdheid. Den lOden November a. s. hoopt de Leidsche Tooneelvereeniging „Jacob Cat." haar 15-jarig bestaan te herdenken. Bij die gelegenheid zal in den Schouwburg eene too- neelvoorstelling met mime introductie gegeven worden, terwijl de feestviering, met zeer be perkte introductie, eenige dagen later op Zomerzorg zal plaats hebben. Maakten we dezer dagen melding van de wijze, waarop het 40 jarig priesterschap van den weleerw. pater A. L. Brunott alhier, directeur der Militairen-vereeniging, werd her dacht, door het feest comité werden maat regelen getroffen om dit feest ook nog op andere wijze te herdenken. De feestviering daartoe zal plaats hebben a. s. Vrjjdag-avond in de zaal der St.-Jozefs-gezellen-vereeniging op het Rapenburg, tot bijwoning waarvan natuur lijk ook de jubilaris (want hem wordt dit feestje aangeboden) is uitgenoodigd geworden en waar voor men een vrij uitgebreid programma heeft weten samen te Btellen, een programma, dat zeer vele schoone zangnummers voor koor en soli bevat, maar, na het welkomstlied, ook zeer veel afwisseling belooft. De heer dr. R. Horst, coaservator aan het Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden, hield Maandag -avond in het genoot schap .Nuttige Kennis" te Utrecht eene voor dracht over de onderzoekingen van de groote diepten van den Oceaan. Nu 17 jaren geleden is uit Engeland de „Challenger" uitgezonden, om de groote diepten van de wereldzeeën te onderzoeken en de natuur van den bodem dier zeeën, den aard van de planten- en dierenwereld, die er wordt aangetroffen, na te gaan. Na esn vierjarigen tocht is dat 6chip met een rijken buit uit de geheimzinnige wereld, die de peillooze diepten bewoont, teruggekeerd. Sedert zjjn die onderzoekingen onverpoosd voortgezet, en nog weinige weken geleden vertrok uit de haven van Kiel weder eene stoomboot, om in den golfstroom de daar levende dierenwereld te bestudeeren. Gisteren kwam te 's-Gravenhage de commissie van voordracht voor de benoeming van kerkelijke hoogleeraren bijeen om een drietal op te maken, waaruit de Synode eene benoeming zal doen voor een kerkelijk hoog leeraar te Amsterdam. Hare samenstelling was, doordat onderscheidene leden zich hadden laten vervangen door hunne secundi, belang rijk gewijzigd, en nu als volgt: Als afgevaardigde van hot prov. kerkbe stuur van Gelderland was tor vergadering gekomen de heer G. A. Fjjnvandraad, predi kant te Beesd, en zulks ter vervanging van den hoer C. H. Ten Harmsen van der Beek, predikant te Valburg; van dat van Zuid- Holland de heer E. César Segers, predikant te Leiden; van hot prov. kerkbestuur van Noord-Holland de heer A. G. Jans, predikant te Westzaan; van dat van Zeeland de heer J. H. Gezelschap, predikant te Vliseingen van dat van Utrecht de heer Ph. H. Nahuijs, predikant te Zeist, ter vervanging van den heer H. A. E. Heinecken, predikant te Ame- rongen; van dat van Friesland de heer J. Alingh Prins, predikant te Kortezwaag; van dat van Overysel de heer J. C. Eijkman, predikant te Steenwjjk, ter vervanging van dem heer E. Jansen, predikant te Heemse; van dat van Noord-Brabant met Limburg de heer dr. J. K. Koch, predikant te 's-Her- togenbosch; van dat van Drente de heer W. Van Houwing, predikant te Havelte; van de Waalache commissie de heer C. G. Chavannes, Waalsch predikant te Leiden, ter vervanging van den heer M. A. Perk, Waalsch predikant te Amsterdam. Tot president werd benoemd de heer A. G. Jans on tot secretaris de heer E. César Segers. Kennis werd genomen van de adviezen der kerkelijke hoogleeraren. Op de voordracht voor het ambt van kerkelijk hoogleeraar z(jn heden geplaatst de hoeren dr. A. W. Bronsveld, te Utrecht; dr. J. E. Daubanton, te Amsterdam, en dr. P. J. Muller, te Rotterdam. Onder vele bljjken van belangstelling herdacht de heer G. Stout, te Vjjfhuizen, (Haarlemmermeer) gisteren den dag, waarop hy vóór 25 jaren zijne betrekking als hoofd onderwijzer aanvaardde. Beroepen is te Nieuweschans ds. J. Van Waning Bolt, te Enst. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad van Amsterdam is o. a. op voorstel van B. en Ws. besloten afwijzend te beschikken op het verzoek van den heer J. G. De Groot, om subsidie voor zijne Hol- j landsche Opera. Voorts kwam aan de orde het voorstel van i B. en Ws. om de Rozengracht, eene der meest «tinkende grachten van dé zoogenaamde Jordaan, te dempen en om aan de uiteinden der gedempte gracht twee bruggen te bouwen, welke, gelijk uit de toelichting van den wethou der van publieke werken bleek, zóó laag zullen gelegd worden, dat de tram ze eventueel ge makkelijk berijden kan en zóó hoog, dat de scheepvaart geene belemmering zal ondervin den. De burgemeester deelde nog mede dan men de hier te maken kosten geheel of gedeeltelijk zou trachten vergoed te krijgen van eventueele concessionarissen voor eene tram over deze gracht. Na eenige discussie werd het geheele voorstel van B. en Ws. aangenomen, nadat een amendement van den heer Hovy om de brug aan de Prinsengracht en een van den heer Gerritsen om de beide bruggen weg te laten, waren verworpen. Bij koninklijk besluit van 9 dezer, opge nomen in de Staatscourant van heden, is bepaald dat, met afwijking in zoover van art. 51, eerste zinsnede, der wet van 25 Juli 1871, uitvoer van azjjn met afschrijving van den accijns kan plaats hebben in partijtjes van minstens 5 hectoliter. Het besluit is gegrond op de overweging dat in het belang van handel en nijverheid verlaging weneche- lijk is van de hoeveelheid aldus uitge voerde az|Jn. De Staatscourant bevat tevens een konink lijk besluit van 9 dezer, bepalende dat het kwaadaardig klauwzeer (zoogenaamd rot- kreupel) der Bchapen behoort tot de besmet telijke ziekten, bedoeld in art. 1 van het kon. besluit van 27 Maart 1888. Het geeft verder de maatregelen aan, welke tegen de verbreiding moeten genomen worden. Het stoomschip „Prins Maurits," van Paramaribo naar Amsterdam, is 17 Oct. te Havre aangekomende „Sumatra," van Am sterdam naar Batavia, vertrok 16 Oct. van Port Said; de „Gelderland," van Rotterdam naar Java, vertrok 16 Oct. van Port-Said;de „Noord-Brabant," van Java naar Rotterdam, vertrok 16 Oct. van Aden; de „Prinses Amalia," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 16 Oct. van Southamptonde „Zuid-Holland," va* Batavia naar Rotterdam, vertrok 16 Oct. van Colombo. Gemengd Nlenwa De a r r o n d.-r echtbank te 'sHage veroordeelde heden Frederik Priele aldaar tot 10 jaren gevangenisstraf ter zake van zware mishandeling, welke den dood heeft ten ge volge gehad. De rechtbank achtto niet be van den Inspecteur van Politie. 9) „Neen, mijnheer 1 't Was daar haast nog donkerder dan aan de deur. En toen zei de arme stakker daarbij nog tegen mjj: Dit is de vriendin, van wie ik u gesproken heb, juffrouw! Maar ze is zóó koud en vermoeid, dat wij dadelijk naar boven gaan, - en daarom drong ik er niet op aan, dat ze in mijne kamer zouden komen om wat te ge bruiken ik bad juist nog koud vleesch van 's middags over en alles klaar gezet maar ze maakte zoo'n vreeselyke haast. Ze hadden niets noodig, zei ze, en bedankte mjj nog. Toen klommen ze vlug de trappen op, en zag ik ze niet weer." „Zag u ze niet weer?" herhaalde de com missaris, eenigszins verwonderd en teleurge steld. „Dat is jammer!.... Hoe was die vreemde gekleed?" „Ze had zoo'n regenmantel aan met eene kap van donker goed - u weet wel, zooals do dames tegenwoordig op reis dragen en een gewonen hoed op. Over hare schouders droog zij een sjaaltje, dat z|j over haren mond en de ooren had getrokken, zoo los omgesla gen, weet u? met eene hangende punt over den schouder." „En wat voor indruk maakte zij op u? Zeide zj) niets tegen u?" „Geen enkel woord, mijnheer I Zy bleef maar stokstyf achter hare vriendin staan, maar ze zei niets, niet eene goeden dag of goeden avond. Ik dacht direct: dat is eene vreemde, die heelemaal geen Engelsch kent, zoo'n Fransche schoolmadam, dacht ik." „En toen gingen ze samen naar boven?" „Ja, mynheer 1" Ik had niets voor de andere in orde gebracht; dat was my ge vraagd door het arme schepsel boven. Zy konden beet in één bed slapen, zei ze; nu, dat is waar, mynheer, want het is een vol twee-pereoons-bed, mynheer; er zouden er wel drie in kunnen slapen, wat de ruimte betreft." „En hebt ge sedert geen enkel geluid ge hoord „Ik was in de keuken, mynheer, om het vuur in te rekenen en alles voor 's morgens vroeg klaar te zetten; dat doe ik altyd. Ik slaap met de kleine meid, die my hier zoowat helpt een zusterskind van me, mynheer! boven voor, op de tweede verdieping, als die kamer niet verhuurd isanders op zolder. Marie, mijn nichtje, sliep al, tosn ik boven kwam. Ik ging de kamer hierboven wel voorby, en toen praatten ze zeker samen, ofschoon ik niets gehoord heb, want ik luister nooit aan de deuren, mynheer; daar heb ik een hekel aan!" De heer Grand kon Riet nalaten by zich- zelven den wensch te uiten, dat juffrouw Gregory wat minder fijngevoelig van geweten op dit punt ware geweest, maar hy vond het beter zyne gedachten niet onder woorden te brengon. „En 'snachts? Heeft u 's nachts ook niets gehoord? Geen gil, geen gestommel, geen ge luid, van welken aard dan ook?" „Neen, mynheer, niets, hoegenaamd niets. Ik heb het overdag erg druk, mynheer! 's Avonds ben ik op van vermoeidheidik heb Goddank een goed geweten, en als ik eenmaal Blaap, dan slaap ik vastdat wil ik wel zeggen. Gregory zaliger kon my er wel eens mee plagen, de goede man!" „En dat meisje, dat nichtje van u, zooals ge zegt; hoorde die ook niets?" „Niets ter wereld, mynheer! Ze is den hoo ien nacht zoomin als ik wakker geworden. Wy slapen vóór, moet u denkenen dan eene verdieping hooger. Ze zouden nogal heel wat leven hebben moeten maken, voordat wy het kondon hooron, mynheer; dat is zeker." w;zen het opzet van beklaagde om A. De Kleer van het leven te berooven en nam alleen aan het opzet om zyn slachtoffer zwaar lichameiyk letsel toe te brengen. Naar het oordeel der rechtbank bestond in casu geen voorbedachte rade, daar niet gebleken is dat het mes door bekl. Is medegenomen om De Kleer te vermoorden, en het mes, waarmede de doodelyke wonde iB toegetracht, was een schoenmakersmes, zooals bekl. dat voor de uitoefening van zyn vak gebruikt. Het dienstmeisje, dat ten huize barer mees- teresse diefstal pleegde van verschillende lappen japonstof, werd opgezonden naar een Ryksopvoedingsgesticht tot 2 October 1894 terwyi de man, die in appèl was gekomen van een vonnie van het kantongerecht, waarby hy was veroordeeld tot eene geldboete van f 5, wegens verboden invoer van vleesch, ook door de rechtbank tot betaling dier boete werd verwezen. Niet de 13-jarige M., wonende aan don Morschweg, zal den 21sten dezer voor de Haagsche rechtbank terechtstaan wegens diefstal van geld, maar de 13-jarige W. Aan den Noordwal te 's-Hago wilde zich gisteravond een oude man ver drinken, die met zyne schoondochter twist had gehad. Hy werd met moeite gered. Naar „De Tyd" verneemt, moet reeds nu een der gebouwen, behoorende tot het nieuwe station te Schiedam, in zakkenden staat zyn. De zuidelyke helft namelyk van het gebouw der wachtkamers, bevattende de wachtkamer 3de klasse, wykt van de hori zontale lyn af, ten gevolge waarvan zich dan ook scheuren vertoonen bovea de ingangen van die wachtkamer. Als eene merkwaardigheid ver dient vermelding, dat te Rotterdam do vrouw van een bakkersknecht bevallen is van haren 15den zoon, waarvaa er 12 in leven zyn. Omtrent den moord in delste Goudsbloomdwarsstraat te Amsterdam meldt het „Nbl. v. Ned." nader het volgende: Zyne dagelyksche gewoonte getrouw, liet de melksiyter Jan Smit, wonende in de lste Goudsbloemdwarsstraat 10, Dinsdag nog in het late avonduur op zyne thuiskomst wachten. Zyne echtgenoote, Eibertje Van Vennik, en beide zonen hadden reeds eenige uren elkander veelbeteekenend en zwygend aangezien. Zy toch wisten maar al te goed by ondervinding, waar vader, wanneer hy niet thuis was, zich ophield. Het was in de kroeg, in de buurt, dat de penningen, waaraan hot gezin zoozeer behoefte had, voor jenever werden geofferd, „Dat mag zyn, zooals het wil, maar ik vind het toch heel vreemd, juffrouw," sprak de commissaris, uit zyn humeur gebracht. „Yan zulk slapen heb ik geen begrip. Myn lieve hemel! daar wordt iemand in huis vermoord, byna onder uwe voeten, en de vrouw, die den moord hoogstwaarschynlyk gepleegd heeft, rommelt in die kamer, wandelt de trap af naar benedon, doet de voordeur open, laat ziehzelve uit, en „Ho, mynheer! Neen!.... Zóó is het niet gebeurd. Nu vergist ge u schromeiyk!" viel juffrouw Gregory den commissaris triomfanteiyk in de rede, op een toon, als ware haar zelfs eene nieuwe gedachte te binnen geschoten. „Dat kan ze niet gedaan hebben, om eene heel eenvoudige reden. Gisteravond heb ik zooals ik iederen avond doe de voordeur afgesloten en er den ketting opgedaan, vóór ik naar boven ging, en vanmorgen vroeg vond ik de deur behooriyk, zeoals ik ze 's avonds gesloten had, met ketting en al." Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1