DAGBLAD. Na, 9100. 1 October. A0. 1889. Tmt Leid» per I munlo.1.10. tgourunt wordt dagelijks, mei uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 16 October. Feuilleton. HET GEHEIM FBUB DMHR OOURANT: fnaeo per port.1.40. ▲temdertyke Nommert.0.05. PRIJS DHR ADYXRTAN TJLEN: 1— 6 regel» 1.05. Iedere regel meer/0.17i. Greetere letter» neer pleeUroimte. Voor het in- oeeeeereo bulten de «ted wordt 0.10 berekend. Offldeitlo Ken a li BgeTlp^on. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adrea van A. KALMEIJER, emid, wonende alhier, houdende verzoek om vergunning tot oprichting van oene smederij, in het perceel Koenesteeg No. 6. Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet ran 2 Juni 1875 (Sta-atablad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiok dat ge noemd verzoek, met do bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter riaio gelegd isalsmede dat op Woensdag den 80sten Ootober 1889, 'a Yoormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren togen dat verzoek in to brongen. Burgemeester en Wothondera voornoemd. Leiden, DE KANTBR, Burgemeester. 16 October 1889. E. KIST, Secretaris. Aan de universiteit alhier z\jn d« volgende examens afgelegd door de heerenG. Brink en J. Brink, hot candidaats examen in de godgeleerdheid, 1ste godeelte; D. SUpkens, het candidaats examen ia de godgeleerdheid, 2de gedeelte; J. Van Breda de Haan, het docteraal-examen in de plant- en dierkunde. De plannen roor het bouwen van eene nieuwe Stadazaal z(Jn by Burg. en Wethe. van Ltiden ingekomen. Wy ontvingen heden een uittreksel uit het jaarverslag omtrent het Ryks Museum van Natuurlyke Historie te Leiden, loopende over het tydvak van 1 September 1888 tot 1 September 1889, door den directeur den heer F. A. Jentink. Daaruit blykt o. a. het volgende: Gedurende het studiejaar 1888/89 heeft het aan het Museum verbonden personeel geene wijziging ondergaan. Sedert den brand op 1 April jl. in het Museumgebouw, worden alle schoorsteenen aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen en.zoonoodig, geheel of gedeeltelyk vernieuwd. Daar dit ondorzoek nog niet ten einde is ge bracht, zal hier en daar voerloopig log niet gestookt kunnen worden. De schoorsteen, welke de aanleidende oorzaak van den brand is geweest en waarin twee kachels van het Geologisch Museum uitkwamen en geen enkele van het Museum van Natuurlyke Historie, is gelukkig uit de galery-kast verdwenen en staat thans in de Ruminantiën galery. In het spirituï-magazün en in degalery'on, waar voorwerpen op liquor tentoongesteld zyn, werden eenige houten hakken in den vloer gemaakt: deze bakken bevatten zand en dit zand moet dienen em eventueelen brand in do spiritus-collectie te blusschen, waartoe water natuurlijk niet dienen kan. Op de kleine plaats is een flinke steenen van den Inspecteur van JPolitie. 8) „'t Is waar!'t Is waarachtig waar!" riep de commissaris uit, met een blik van goedkeuring op zijn schranderen medehelper. „Schrijf het op, Thomas!" vervolgde hij tot zijn klerk, „en noteer den tijd, zooals de juf frouw dien opgeeft." IV. De inspecteur Power had door zijne schijn baar zoo eenvoudige vraag eene aaawijzing verkregen, welke ongetwijfeld van groot be lang zou blijken te zijn. De hoofdcommissaris bezat wel is waar niet die gave, die den mannon van zijn beroep van zoo onbereken baar nut kau zijn, de gave namelijk, om als het ware bij ingeving te raden, waar de draad te vinden is, welke tot het ware spoor moet leiden, maar hij was toch iemand van groote ervaring en zeer goed in staat om de waarde zijner ondergeschikten te beoordeelen en op pry's te stellen. „Die Power is niet dom!" dacht hij by zichzelven; ,ik ben bly, dat bak gemaakt tot het inweekea en macereoren van skeletten of doelen van groote skeletten. De brand op 1 April jl. heeft helder be wezen hoe ongeschikt en onveilig het Museum gebouw is en dat het niet in voldoenden toestand zich bevindt om zulke uitgebreide en precieuze collecties tegen bederf en onder gang te vrijwaren. Daarbij komt de groote mate van vochtigheid van het oude gebouw eu het enorm groote verschil in temperatuur van zomer en winter; al te gader zoovele oorzaken van verderf voor de collectie. En nog altijd kan er niet gestookt worden in de galerijen. Overigens laat de wijze, waarop het gebouw onderhouden wordt, niets te wenschen over. In het algemeen kan gezegd worden, dat het meubilair in voldoenden toestand verkeert, aangezien vernieuwingen' steeds gedaan worden waar zulks noodig blijkt te zijn. Eenige nieuwe Conchylién kasten zijn bij gebouwd, terwijl de oude kasten gebouwd zijn voor berging van Crustacea. Alle kasten in de zoogenaamde Vogelen galerij zijn geverfd, evenals in den nazomer van het vorige jaar die van de ben eden-galery. Dat daarmede een groote stap vooruit gedaan is, zal ieder bezoeker toegeven, vooral wan neer men zich herinnert, dat het grootste gedeelte der galery-kasten sedert menschen- heugenis stoeds in de grondverf stond. De brandblu8chmiddelen werden vermeer derd met eene nieuwe standpyp aan de Papen straat on met een groot aantal kleine extinc- teurs, die in de kamers der beambten, in de laboratoria en in de galery en geplaatst werden. De ervaring heeft geleerd, dat zelfs een vry hevige brand door extlncteurs kan gebluscht worden en dat groote extincteurs niet gemak- keiyk genoeg door iedereen verplaatst en niet snel genoeg aangebracht kunnen worden. De brandbluschmiddelen werden, evenals de bliksemafleiders, geregeld onderzocht en, waar het noodzakeiyk bleek, gerepareerd. Zy ver- keeren, voor zooverre de directeur het kan beoordeelen, in voldoenden toestand. De toestand der verzameling hangt natuur- lyk geheel samen met den toestand van het gebouw, waarin die verzameling moet bewaard worden. En waar nu het Museumgebouw oud, vochtig en totaal ongeschikt is voor het doel, zoo kan het niet anders of de kostbare ver zamelingen moeten er onder lydenhier te veel vocht, daar te veel zon, hier volslagen duisternis, daar veel te hel licht! Daarenboven gebrek aan behoorlijke expositie-ruimte! Dank zij de voortdurende zorg van alle ambtenaren, ik hem by my heb hy zal het wel uit vinden!" Onbewust van deu gunstigen indruk, wel ken zyn gelukkige inval op zyn chef had teweeggebracht, was Power weder in zyn vorig stilzwijgen teruggevallen, hetgeen hem echter volstrekt niet belette, het verder ver hoor met aandacht te volgen. De heer Grand ging er zonder verzuim mede voort. „Komaan!" begon hy, zich weder tot do weduwe wendende, „uwe huurster kreeg dus dien brief. Wat gebeurde er toen verder?" „Niets byzonders, voor zoover ik weet, mynheer!" luidde het antwoord. „Ik bleef be neden in de keuken en ben er niet by ge weest, toen ze hom las.Maar wacht een oogenblikze heeft er my later toch van verteld 1 Ik kwam binnen om over het eten te spreken, en toon zei ze tegen my", dat die kennis van haar eindeiyk geschreven had." „Ha zoo!" viel de commissaris haar drif tig in de rede. „Die kennis van haar had eindelyk geschreven? Goed zoo! Ga voort; wat zei zy toen verder?" „Zy vertelde my dat zy dien avond zou uitgaan, en dat zy zeker dacht, dat die kennis hier ook eene kamer zou huren." „Die kennis van haar? Zei ze dan niet of blyft de collectie voor ondergang bewaard: doch hiermede gaat enorm voel tyd verloren en er is hier toch reeds gebrek aan weten- schappeiyke werkkrachten. Onder de voorwerpen, In den loop van dit jaar verkregen, zal men vele gowoDe inlandsche vermen opmerken. Dit is een gevolg van de merkwaardige entdekking, die gemaakt werd by gelsgenheid van het catalogiseeren der dieren. Toen de directeur den catalogus der knaagdieren maakte, bleek hetj dat er in het Museum geen enkel skelet van onzen gewonen haas, Lepus timidicste vinden was. En thans komt het feit aan het licht, dat er skeletten ontbreken van de meest gewone inlandsche vogels, terwyl men van vreemde vogels, soms van zeer zeldzame, vaak een aantal skeletten bezit, ja, waarschyniyk meer dan eenig ander Museum in Europa aanwijzen kan. Door een aantal Nederlandsche en vreemde geleerden werd het Museum ten behoeve van hunne studiön bezocht, terwyl de hoogere ambtenaren aan anderen door drukke corres pondentie tal van inlichtingen konden ver schaffen, zoodat ook weder dit jaar het Museum in een aantal wetenschappeiyke werken werd aangehaald en vaak dankbaar herdacht. Ook van de Museum-bibliotheek, welke zleh steeds uitbreidt, werd door een aantal geleerden en ook door studenten veel ge bruik gemaakt. Van het tydschrift „the Notes from the Leyden Museum" verscheen een nieuw deel, deel X. Ysu den catalogus verscheen het XTIdo deel, door den directeur bewerkt. Het is getiteld „Catalogue eystématique des Mammifères (Rongeurs, Insectivores, Cheiroptères, Edontós et Marsupiaux)" en omvat 5379 dieren, be- hoorende tot 900 soorten. In bewerkingdoor den directeur is een ander deel van den catalogus, omvattende apen, verscheurende dieren, herkauwers, dikhuiden, sirenen en walvischachtigenhiermede zullen dan alle zoogdieren met hunne skeletten en schedels gecatalogiseerd zyn. Ter perse en voor een gedeelte reeds afgedrukt is het deel van den catalogus, omvattende de skeletten en schedels van vogels, reptielen, amphibieön en visschen dit deel wordt bewerkt door de heersn J. Büt- tikofer en Th. W. Yan Lidth do Jeude. Ook van den conchylién catalogus, bewerkt onder toezicht van dr. R. Horst, werden be raids eenige vellen gedrukt. Het Museum word bezocht door 53S4 per sonen, een aantal geringer dan vorige jaron dit verschijnsel vindt zyne verklaring daarin, het eene dame was of een heer?" vervolgde de commissaris, min of meer uit zyn humeur, dat hy geene duidelijker aanwijzingen ontving. „Ik heb hare vriendin zelvo gezien!" „Owacht eens, hadt u dat maar dadeiyk gezegdHeeft u hare vriendin gezien Is die dus inderdaad 's avonds hier gekomen?" „Zeker, mynheer! Het arme schaap ging 's avonds, tegen donker, zoo vrooiyk als ik haar nooit gezien had, de deur uit, en kwam een paar uren later met hare vriendin terug." „Hoe laat was het toen?" „Op slag van elven, mynheer 1 Ik hoorde de klok een paar minuten later slaan." „Er is een trein van Londen, welke om halfelf hier aankomt," merkte Power op. „Dat zou met den tyd goed uitkomen, als ze ten minste gewandeld hebben." „Volkomen juist!" beaamde de commissa ris, zich onmiddellijk weder tot de weduwe wendend „Kwamen zy met rytuig?" „Neen, mynheer, ze hadden geene vigilante genomen. Zy kwamen te voet." „Goed," sprak de heer Grand en ver volgde daarop met meer ernst: „Pas nu goed op, juffrouw Gregory! Tracht u alles zoo duideiyk mogeiyk te binnen te brengen. dat, ten gevolge van den brand en door het: verven der kasten, het gebouw sommige dagen geheel of gedeeltelyk voor het publiek geslo ten moest worden. Het bekende panorama van den heer Aug. Hulster, dat reeds eenige steden van ons land bezocht heeft en daar byzondere aandacht heeft getrokken, o. a. in Den Haag sedert Mei 1838 in de Nassau-laan, zal, naar wy vernemen, binnenkort ook hier ter stede in een perceel op de Hoogewoerd, vroeger be woond door den heer Benschop, worden ter bezichtiging gesteld. De expositie zal geopend worden met gezichten op de Parysche ten toonstelling. De ritmeester J. H. D. graaf Van Limburg Stirutn, van het 3de reg. huzaren te Leiden, is wegens in en door den dienst ontstane lichaamsgebreken afgekeurd en wordt op pen sioen gesteld. De heer S. J. Du Toit, super-intendent van onderwys in de Zuid-Afrikaanscho Repu bliek, zal op Vrydag a. s. voor de Zuid Afri- kaansche Vereonlging (studentenafdeeling Lei den) eene lezing komen houden op de eetzaal der sociëteit „Minerva". Yan onzen particulieren correspondent te Batavia ontvingen wy heden het telegraphisch bericht dat de gewezen vice-president van den Raad van Nederlandsch-Indiö, de heer Andree "Wiltens, is overleden. De vacature-kerkvoogd by de Ned.-Herv. gemeente te Benthuizen, ontstaan door het bedanken van den heer Jacs. Van der Knyff Jzn., is weder vervuld geworden door de be noeming van den heer J. Bogaards. De „N. R. C." spreekt het bericht van het „Vad." tegen dat de heer H. L. Bercken- hoff, haar redacteur-correspondent te Amster dam, zich zou gaan vestigen in Californië. Het nieuwe Centraalstation te Amster dam is gisteren zonder eenig feestbetoon in dionst gesteld. Vele bewoners van het Damrak vlagden. De tentoonstelling der antieke Egypti- scho portretten te Amsterdam blyft nog slechts gedurende eenige dagen geopend. Om thans een ieder in de gelegenheid te stellen deze schoone verzameling van oud- Egyptische kun6t te bezichtigen, is dotoegangs* pry's van af 17 dezer gesteld op 25 cents. Het stoomschip „Bromo", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 15 Oct. van Port Said. Z. M. heeft benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Alfen, don heer J. C. Spruyt-, notaris to Alfen. heeft gezegd, dat u ze zag binnenkomen, nietwaar?" „Jawel, mynheer, ik deed zelve de deur voor haar open. Zy kwam het eerst binnen om de andere dei* weg te wyzen; hare vriendin liep vlak achter haar." „Hoe zag die vriendin er uit?" „Ja, ziet u, het was nogal donker in de gang. Ik brand geen gas en de lamp stond in de keuken. Ik kan alleen zeggen dat het eene slanke vrouw was, en dat zy een reis- taschjo in de hand droeg." „Hebt ge haar gezicht gezien?" „Maar gedeeltelyk, mynheer! Het was erg koud dien avond, wy hebben vroeg winter van het jaar en ze had zich tot aan de ooren warm ingestopt, met een dik ken sluier voor het gezicht. Het eenige, wat ik gezien heb, is dat ze donker haar had, evenals de andere." „En heeft u haar dan niet nauwkeuriger kunnen opnemen, toen zo samen door de gang liepen?" {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1