N;. 9098.
Dinsdag; 15 October.
A°. 1889.
feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
ran fan- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 14 October.
Feuilleton.
HET GEHEIM
LEID8CH
DAGBLAD.
PBJJB DEZBB OOUEUJrr:
Tmi Leidtn ft I limla,.77777".. 1.10.
Viues ft peek1.10.
kftenduiyke Horamen0.00.
PRIJS DHR JLDVTSRTENTTEN:
Tm 1—6 regele 1.05. Ieder* regel m*er/0.17$.
Groot* re lettere uur plu te ruimte. Voor het in»
oueeeren buiten de eUd wordt 0.10 berekend.
Aan de universiteit alhier zyn de volgende
examens afgelegd door de heerenG. Noorman,
R. E. Tilman, G. O. A. De "Wit, J. De Groot,
allen het candidaats examen in de rechten;
N. J. C. Schermerhorn, het candidaats-examen
in de godgeleerdheid, eerste gedeelte; J. J.
Vermet, het eerste natuurkundig examen;
J. Korswagen, het voorbereidend examen in
de geneeskunde.
De pogingen, door de Leidsche afdeeling
der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde aangewend om de vergaderingen
voor leden niet-kweekerB aantrekkelijk te
maken, worden aanvankelijk, naar w| ver
nemen, met goeden uitslag bekroond. Immers,
bet is te verwachten dat men morgen, Dins
dag-avond, in de Loge-zaal alhier eene planten-
tentoonateking in miniatuur zal kunnen ge
nieten. Onder het ingezondene komt o. a. voor
eene verzameling bloeiende Orchideeén, terwijl
meerdere leden en kweekers door inzonding
van bloeiende en niet-bloeiende planten van
hunne belangstelling zullen blijk geven.
Door den heer dr. Fel. Von Luschan, te
Berlijn, is aan 's Rijks Ethnographisch Museum
ten geschenke gegeven het hieronder omschre
ven voorwerp, geïnventariseerd als serie 724.
No. 1. Figuur voor het Turksche schaduw
spel, uit bordpapier geeneden, boven-en onder
lijf ieder uit een afzonderlijk stuk, voorstele
lende eene vrouw, gekleed in een rooden man
tel met kap, welke ever het heofd ie geslagen,
de eene hand tegen de kin gedrukt, in de
andere een groen gekleurd voorwerp (waaier?)
houdende, de oogappel deer een open gat
vervangenomtrek dor oogen, wenkbrauwen,
neusgat, de ruimten tnsschen de vingers,
rand van de kap en de echoenen zwart ge
kleurd. De mantel ep eenigen afstand van
den onderrand met eene breede groene dwars-
streep.
Lang 26, grootste breedte 10.1 cM.
Door den schenker te Konstantinopcl ge
kocht en aldaar vervaardigd.
Zie des schenkers opstel: ,Da« Türkische
Schattenspiel" in Intern Archiv ftir Ethno
graphic, II (1889) p. 141.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd. (fits.-Of.)
Per Engelsche mail ontvingen we de
Baiaviasche bladen van 7 12 Sept. en de
„Deli-Crt." van 4-14 September.
Aan de Nederlandsche Gustaaf Adolf-
vereeniging is gelegateerd door wijlen den
heer J. G. Van Griethuysen, pred. teZutfen,
eene som van 200, vr(j van successie.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes, in partijen van 100, 60,
10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen
58, ƒ28.50, 5.80 en 2.90de laagste
55, 28, ƒ5.40 en ƒ2.85.
Ds. J. G. Verhoef, te Bodegrave, is naar
Vinkeveen beroepen.
Het stoomschip „Schiedam," van Am
sterdam naar de Plata Rivier, vertrok 11
Oct. van St.-Vincent; de „P. Galand" is 12
Oct. van Amsterdam te Nieuw-York aange
komen; do Zeolaad," va» Rotterdam naar
Java, passeerde 11 Oct. Ouessant; de „Con
rad" vertrok 12 Oct. van Batavia naar Am
sterdam.
Gemengd Nieuwe.
Opmerkelijk is het, dat in don
laal8ten tijd de branden alhier meestal op
Zondag plaats hebben. Dit was ook thans
weer het geval. Terwijl gistermorgen toch
de kerkklokken met haar zacht geklep de leden
van verschillende gezindten naar de onder
scheiden bedehuizen riepen, deed zich even over
halftien onverwacht de zware brandklok met
haar brommend, onheilspellend geluid hooren.
Ditmaal was de brand uitgebroken in het
magazijn van gemaakte heeren- en kinder-
kleeding van den heer W. C. C. Böge-
mann, op de Haarlemmerstraat. Kort nadat
het onheil ontdekt werd, hadden de eerste
vlammen zich reede aan de verschillende
kleedingstukken medegedeeld en weldra stond
het geheele gebouw, va» beneden tot boven,
in lichterlaaie. De vlammen sleegen overal
de rame» en hoog het stak uit.
Politie, schuttert! en infanterie moeeten het
terrein dns op een eerbiedigen afstand afzetten.
De bewoners, die zich by het ontstaan van
den brand met drie kinderen boven bevonden,
terwijl het vierde naar de kerk was en het
vijfde beneden met lucifers scheen geopeeld
te hebben en één daarvan brandende, nat onr-
ljjk ondoordacht, in eene lappenmand moet
hebben geworpen, hadden ternauwernood ge
legenheid zioh en hunne kinderen in veiligheid
te brengen. Niets kon gered worden.
De brandweer, welke vrij spoedig met hare
verschillende handspuiten kwam aanrukken,
had eene inderdaad zeer zware taak. Z(j mocht
er eehter in slagen het vernielende element zich
tot het éfce perceel te doen beperken. Toen
men den brand, welke em zjjne geweldige
hitte door de spuitgasten niet al te dichtbij
kon genaderd worden, onder de macht had,
moest men nog langen tijd op de puinhoopen
blijven spuiten, want deze bleken nog alles
behalve vertrouwbaar te z(jn en deden nog
lang eene geweldige rookmassa in den helderen
zonneschijn hemelwaarts stijgen.
De brand had zulk een Bnel verloop, dat
men zelfs niet in de gelegenheid was geweest
den gasmeter af te sluiten. Twee daarop
gerichte waterstralen waren «n machtig de
vlam daarvan te blusschen. Men moest de
straat opbreken en op deze wijze de gasleiding
afsnijden. Ook de in de woning aanwezige
waterleiding was stukgeraakt, zoodat deüihoud
daarvan een vrijen uitweg kreeg.
De belendende perceelen hebben, wonderlijk
genoeg, betrekkelijk weinig geledenaan de
eene zyde kreeg het brooddepot van de stoom-
broodfabriek „De Vereeniging" waterschade;
terwijl aan de andere zijde het schoenen
magazijn van den heer Hartwyk, behalve water
en eenige brandsshade o. a. aan de daklijst,
ook het verlies van een halven koeiekop heeft
te betreuren, te weten van een houten koeie
kop, welke, in verband met de in de woning
uitgeoefend wordende affaire, aan den gevel
uithing en door eene naar boven gehaalde
waterslang een geduchten knauw kreeg, welke
het verlies van een zijner horens ten ge
volge had.
Minder goed kwam het aan de overzijde
gelegen café van den heer Ephraïm er af.
De geverfde gedeelten daarvan en de veranda
werden doer de warmte geblakerd, de meeste
ruiten sprongen stuk en een gordijn van de
bovenkamer geraakte zelfs ln vlam. Men was
er echter dadelijk bij de hand om het af te
rukken en alzoo verdere onheilen te voorkomen.
Men had op die kamer wel een moei gezicht
op den brand, maar het was onmogelijk, we
gens de hitte, vlak achter de ramen te blijven
staan; men moest er zich naar achteren in
de kamer begeven.
Omstreeks halftwaalf konden de op de Haar
lemmerstraat werkende spuiten ophouden met
watergeven en werden ze vervangen door
twee aan de brandkrasen der waterleiding
verbonden Blangen, welke, in vereeniging met
de door eene op den Apothekersdyk uitko
mende poort werkende handspuiten-slangen,
het verder blusschingswerk der ruïne bleven
voortzetten.
Van het gebouw is niets dan de wankel
bare voor- en een gedeelte van den achter-muur
overgebleven.
Het eerste water werd gegeTen door de
Leidsche weesburgers, die juist gereed stonden
om naar de kerk te gaan, maar nu op het
eerste gerucht met hunne spuit uitrukten.
Ofschoon wel vroeger op het terrein, gaf toch
spuit No. 1 uit de Brandewjjnsteeg eerst
daarna, dus het tweede, water.
Het verbrande perceel, dat de bewoner in
huur had, was voldoende verzekerddoch de
inboedel, met den aanwezigen voorraad goede
ren, te laag.
Niettegenstaande het geweldige van den
brand heeft de stoomspuit toch geen dienst
gedaan om reden ze hare taak ditmaal al heel
zonderling opvatte en by het afrijden
van de Yrouwensteegs- of Kippenbrug tot het
kiezen van hare standplaats aan den Stillen
Rjjn.... te water gingII Eerst had ze
op genoemde brug gestaan, waar de paarden
werden afgespannen en stalwaarts keerden.
Later, terwyi de spuit reeds goed stoom had|
achtte men d«n walkant eene betere plaats voor
haar, deed haar de Aug afkomen, doch, om de
langs de huizen staande menschen te mijden,
nam de machinist, die de machine vooraan, aan
het stuurtoestel, echter zonder den disselboom,
dus uit de hand hanteerde, den draai te
kort, zoodat hy de goede richting niet
kon houden, de machine niet meer meester
was en deze, kantelende, van den wal naar den
kelder ging, den machinist in haren val mede»
sleepende, die gelukkig niet onder de machine
geraakte, maar dank z(j genoemde kanteling
spoedig weer naar beven werd geduwd.
"Weldra had men den machinist dan ook op
het droge, waarna hjj in een koffiehuis in
de Vrouweneteeg door den chirurgijn den
heer Longepee geneeskundig werd onderzocht,
waarby bleek dat hy geen ernstig letsel
had bekomen, hetgeen ook vervolgens in het
academisch ziekenhuis, waarheen hy daarna
werd vervoerd, werd geconstateerd, ofschoon
hy erg over p(jn in de boenen en de len
den klaagde. Ben z(jner voeten was eenigs-
zins geschaafd, doch gebroken was er niets.
Hy kon in den loop van den middag daar
om weer naar zyne woning werden ovorga|
bracht.
Nu de machine daar zoo in het water lag,
hetgeen natuurlyk heel wat bekyks veroor
zaakte en aardig wat toespelingen op veler
lippen bracht, was Leiden in last, doch slechts
voor korten tyd, want niet lang duurde het,
of het besluit werd opgevat het toestel van
Zink, dat te Amsterdam reeds zooveel zware
voorwerpen uit het water heeft gehaald, naar
hier te doen overkomen. De hoofdopzichter
der gemeentewerken, de heor Lancel, begaf
zich daartoe 's middags naar de hoofdstad,
onderhandelde met den heer Zink en met den
trein van 5 u. 48 m. kwam het toestel hier
van den Inspecteur van Politie.
5)
Ook deze lieten geen twyfel meer over.
Er waren er twee, beiden even bloederig.
De eerste toonde, behalve onderscheidene
plekken, waar de handen waren afgeveegd,
nog twee zeer duideluk afgeteekende, rechte
bloedstrepen, verscheidene duimen lang: blijk
baar de plaats, waar het moordwerktuig zorg
vuldig was schoongemaakt.
Dat zou ons van nut kunnen zyn 1 sprak
de politie-beambte, het feit in zyn notitie
boekje aanteekenende en den handdoek voor
zichtig opbergende.
Zyn pverig en haastig, maar niettemin
nauwkeurig en oplettend voortgezet onder
zoek deed den inspecteur weldra in het oog
vallen, dat de kleederen en andore voorwer
pen, het slachtoffer toebehoorende, in de
grootste wanorde in een hoek van de kamer
verspreid lagen. Een groote koffer van buiten-
landsch maaksel stond open en was blykbaar
van onder tot boven doorzocht. Japonnen,
linnengoed en andere vrouweipke kleeding
stukken waren op een hoop naast den koffer
op den grond geworpen, verscheidene kleine
voorwerpen van smaak en weelde waren er
naast gelegd en onder den voet getrapt, maar
wat in het byzonder de aandacht van den
enderzoeker trok, wao een klein, eenvoudig
schry(lessenaartje van notenhout, hetwelk op
het tafeltje zyne vaste plaats scheen te heb
ben gehad. Het was dicht, maar niet geslo
ten, en bleek by nadere beschouwing, even
als de koffer, ruw en haastig doorzocht te
zyn. Het onbeschreven papier was met eenige
enveloppen, losse stalen pennen en stukjes
lak in een hoek van het bovenvak geschoven,
dat overigens, evenals het laadje daaronder,
geheel ledig bleek te zyn. Geen enkel be
schreven blad was er in te vinden.
De onder-inspecteur wilde het deksel weder
sluiten, toen zyn oog plotseling getroffen
werd door een klein, ineengefrommeld stukje
papier, dat in eene reet was blyven steken.
Het was het afgescheurde hoekje van een
brief, waarop nog eenige letters leesbaar
waren. Voorzichtig haalde hp het fragment
voor den dag, streek het glad en dezelfde
politie-beambte, die met onverstoorbare koel
bloedigheid de bpzonderheden der afgryselyke
misdaad had nagegaan, - die een oogenblik
slechts een blik van medelpden had over ge
had voor het bloedigo lyk der wreedaardig
vermoerde jonge vrouw tuimelde met doo-
delyk ontsteld gelaat eene echrede achter
waarts, als had hem een schot in de volle
borst getroffen I
„Greote Godl" riep hjj «tamelend uit, „kan
het mogeiyk zyn1"
Hl.
Het geluid van naderende voetetappen ont
rukte den pelitie-inspecteur aan de verdoo
ving, waarin de laatste entdekking hem had
gestort. De commissaris, het hoofd derSand-
banksche politie, was, met eene wacht van
agenten, op de plaats des enheils verschenen.
De onder-inBpecteur hoorde hem met juffrouw
Gregory spreken e» haastte zich naar beneden.
De commissaris was een slank man, meer
dan zes voet lang, met een knap uiteriyk
en een keurig onderhouden blonden baard,
waarin zich eehter reeds eenige grijze haren
begonnen te vertoonen. Hy beantwoordde
het streng militaire saluut van zyn onder
geschikte met een kort knikje.
Eene leelyke historie, hoor ik, Power!
begon hy tot zyn onder-inspeeteur. Wy
moeten ons goedhouden en op den grond
van de zaak zien te komen. "Wjj hebben geen
tijd te verliezen, als we de kous niet op den
kop willen krijgen. Heb je al eens rondgekeken
De ender-inspecteur Power bracht zyn
dief op de hoogt» van de voornaamste bp
zonderheden en van hetgeen zyn onderzoek
helder en duideiyk aan het licht had gebracht.
Boven gekemen, wae de commissaris zoo
min als zyn onder-inspecteur in etaat in
het lyk iemand te herkennen, die zy vroeger
gezien hadden. De jonge vreuw was hun
volkomen vreemd.
Dan maar aan 't werk, Power! sprak
de commissaris, zich omkeerende; laten wp
alles, wat we zeker weten, goed nagaan,
opdat we spoedig met ons proces verbaal
klaarkomen! Als het eenigszins kon, zou ik
er die eigenwyze sinjeurs, die Londensche
detectives, graag uithouden; wp moeten
het zaakje zeiven zien op te knappen 1
De onder-inspecteur Power keek zyn chef
min of meer twyfelachtig aanblykbaar
deelde hy diens meening niet, dat het zaakje
zoo spoedig zou zyn op te knappen 1 Hy
zweeg echter en volgde den commissaris
naar het zitkamertje van juffrouw Gregory
boneden, waar zyn chef in een gemakkelpken
leunin gstoel plaats nam en door oen der agenten
het medegebrachte papier en schrijfmateriaal
voor zich op de tafel deed neerleggen.
{Wordt vcriolgd.)