3tellen van een keurig plaatwerk, zal deze
wal begrepen hebben dat de kunstbeschouwing
„l'Émulation" op prys was gesteld. Wy althans
hoorden menige uitdrukking van tevredenheid.
lïc nrrkslaklng <c Rotterdam.
Met de werkstaking te Botterdam heeft het
gisteravond alweder oene nieuwe en naar het
zich l3at aanzien ook eene gunstige wending
genomen.
Er is namelijk gisteravond in het Verkoop-
lokaal aan den Goudschen Singel eene ver
gadering gehouden, die reeds op zichzelve
eene kenmerkende eigenschap had. De politie
werd gehandhaafd door de werkstakers zei
ven, en zij lieten niemand ioe, die niet tot
de werklieden der stoombooten behoorden.
Anderen, die zich aanmeldden en met kracht
van redenen op toelating aandrongen, werden
onverbiddelijk geweigerd. Uitzondering werd
slechts gemaakt ten aanzien van de verslag
gevers der pers, een paar bazen en zeer
enkele bekenden. Op die wjjze liep het veilings
lokaal vol. De „N. R. C." gelooft niet te
ver te gaan, wanneer zij beweert dat er onge
veer 500 werklieden van de stoombooten ver-
eenigd waren.
Er bleek een comité van vier leden te zijn,
door de werklieden zeiven gekozen, om hunne
belangen te behartigen.
De voorzitter van dat comité opende do
bijeenkomst met eene toespraak, waarin hij
duidelijk maakte dat zij belegd was uitsluitend
om te beraadslagen wat voor de werkstakende
bootwerkers en niet wat voor andoren wen
schelyk te achten is. Het comité heeft onder
handeld met verschillende aanzienlijken, en
toen ontwaard dat men in de meening ver
keert dat de werkstakende bootwerkers, omdat
zij tweemaal in het lokaal aan de Binnenrotte
vergaderden, tot de sociaal-democraten behoo-
ren. Hij heeft daarop een beslist ontkennend
antwoord gegeven, en verklaard dat zich onder
de bootwerkers geen tien socialisten bevinden.
Hy stelde nu in deze vergadering de vraag:
„zyn er socialisten onder u?"
Een oorverdoovend „Neenl" en een „Oranje
Boven!" strekte tot antwoord.
Een lid van het comité (Van der Kolk)
betuigde namens de werkstakende werklieden
der stoombooten leedwezen over de scher
mutselingen, die heden plaats hadden. ZQ
mogen ons niet geweten worden, zeide hy.
Geene opstootjes, geen geweld willen wy.
Wie wy kunnen aantrekken met goede woor
den, die nemen wy, maar wy wenschen het
niet met geweld te beproeven om anderen
van het werk af te houden. Met kwade hon
den is hot toch geen hazen vangen. Wy heb
ben ons allen kalm en fatsoeniyk te gedragen,
dan zullen wy vanzelf slagen. Het comité
heeft heden verschillende cargadoors en andere
heeren gesproken, die onze eischen niet ge
heel afwezen, maar er ook niet ten volle mede
instemden. Nadere onderhandelingen zouden
plaats hebben, maar door de schermutselingen
van heden kon het daartoe niet komen. Met
dwang kunnen wij niets bereiken, en onzer
zijds willen wij ons geen dwang laten op
leggen. Wy hebben onze eischen ingediend
en ons is ten antwoord gegeven dat wy wat
water in den wijn moesten doen. Wij zuilen
zi6n of en hoe dit kan geschieden. Een be
paald resultaat is derhalve hedenavond niet
mede te deelen.
Een der aanwezigen zegt dat de werk
stakers niet zonder den werkgever kunnen
en deze niet zonder den arbeider. Hy zal
wel niet willen wachten tot deze doodarm
geworden is, eor liy zijn antwoord konbaar
maakt. De eischen zyn dezerzijds gesteld.
Nu gewacht wat de patroon van zich doet
hooren.
Dit vond by val.
V. d. Kolk. Wij zullen dit afwachten, maar
als onze eischen niot worden ingewilligd, zyt
gy dan allen bereid te volharden?
Jal klonk het uit tal van monden.
Een der aanwezigen betwistte de juistheid
van de in het bekende ongeteekende stuk
openbaar gemaakte cyfers van loonen. Hy
beweert onder moer dat voor het lossen van
yzererts f 18 betaald is, waarvoor men heeft
moeten werken van des Maandags tot des
Zaterdags van 's morgens G tot 's avonds 10
uren. Voor het overige wenscht hy met liet
comité in alles mede te gaan en stelt voor
dat allen zich bij hotgeen het doet en ver
richt zullen noderleggen (Jal). Hy verdedigt
verder hot dubbele loon voor den Zondags
arbeid. Soms is er de geheele week geen 1
werk en dan wordt men plbtseling opgoroepen j
Zor.cags te werken. Licht dat dan daarvoor i
het dubbele loon betaald wordt. (Toejuiching.'
Een lastwerker verklaarde dat voor hem
en zyne vakgenooten verhooging van loon
niet strikt noodzakelyk is, maar zy hebben
gemeend zich het lot der anderen te moeten
aantrekken en zullen nu tot hei oinde toe
volharden. Hy vordert afschaffing van de
medewerking van jongens by den arbeid.
V. d. Kolk acht loonsverhooging voor de
graan werkers wel degelyk noodzakelyk, omdat
in verhouding tot vroeger de prys der eerste
levensbehoeften zoozeer gestegen is. Indien
thans 10 cent werd betaald zou het niet eens
gelykstaan met 7'/, cent van 10 jaar geleden.
Daar was er een, die meende dat uit dien
hoofde voor het graan nog een paar centen
meer behoorde betaald te worden. Voor het
yzer kon men dan wat minder vorderen dan
nu is geschied.
V. d. Kolk bestrydt dit. Aan de eens ge
stelde eischen is nu niets te veranderen.
De ander houdt vol, doch zal niettemin,
mits de jongensarbeid worde afgeschaft, met
alles medegaan en de werkstaking volhouden.
De lastdragers zullen met de anderen hun
laatste stuk brood deelen.
Een socialist: De rykelui's huizen zyn er
goed van voorzien. Denk daar maar om!
Van alle kanten volgt hevig protest. Den
werkman, die den uitroep deed, wordt de
deur gewezen.
De heer Willemse, ter vergadering toege
laten, betreurt het dat er heden bloed heeft
gevloeid. Hy was aanhoudend tusschen het
volk, en kan getuigen dat niet de werk
lieden der stoombooten, maar het canaille,
dat zich by hen wist te voegen, de ongere
geldheden stichtte. Hy spoort aan tot orde
by de verdediging van zyne rechten, tot het
verleenen van steun aan den burgemeester
en de politie en tot eerbied voor het gezag.
Dan, het kan niet anders, zal men slagen.
(Daverende toejuiching).
Een der sprekers verdedigde nu de ziens
wyze, dat het voor de werklieden en voor
den bloei van Rotterdam het beste ware
dat de werklieden, die de geöischte loons
verhooging verwerven, het werk morgen
ochtend hervatten en dat de anderen stand
vastig by de werkstaking volharden.
Dit lokte krachtig verzet uit. Er wordt
gesist. Men roeptNeen 1 Niemand of allemaal
aan het werkl
Da voorzitter verklaart mede, dat het noodig
is dat niemand het werk hervatte, zoolaDg
niet de wenschen van allen bevredigd zyn.
Hy treedt in eene becyfering op den grond
slag van een schip met 2250 ton yzererts.
Den charterbrief met de ligdagen in vergely-
king brengende en van de stelling uitgaande
dat het schip door de werklieden in viermaal
vier en twintig uren wordt gelost, komt hy
tot de slotsom dat de patroon alleen daarop
60 pd. st. in den zak steekt. Nu is hem
daarop duideiyk gemaakt dat de patroon met
het oog hierop zyne vrachten sluit, maar ik
heb daarop geantwoord, zegt spreker, dat
zoodoende de patroons met ons geld speen-
leeren on concurreeren. Ook daarom is het
niet goed den raad van den vorigen spreker
te volgen. (Neen! Neen! Allen byeenblyven!
Een ertswerker verklaart met zyn volk het
werk te hebben willen hervatten, omdat de
loonsverhooging'kem en den zynen was toege
staan. Do werkstakers hebben het hem belet,
en dan mag nu ook aan anderen de vergun
ning niot gegeven worden het werk te her
vatten, zoolang niet aan aller eischen voldaan
is. (Neen 1 Allen te zamen 1)
V. d. Kolk sluit zich daarby aan. Indien
de eischen van sommigen thans wordon inge
willigd, dan is het door de hulp hunner
medewerkers. Nu is de eene dienst de andere
waard en moeten de oerstbedoelden niet zon
der de laatstbedoelden het werk hervatten.
(Toejuiching).
Alsnu werd door eon der aanwezigen het
voorstel gedaan, dat men de uurwerkers hun
eigen weg zou laten volgen. Willen zy het
werk hervatten, omdat zy niet te eten hebben,
laat hen dan maar hun gang gaan.
Ook dit vond geen byval. De uurwerkers
zeiven verklaarden dat zy gemeene zaak met
de anderen wilden blyven maken.
Een dor sprekers liet zich over de aanne
mers (stuwadoors of bazen) in ongunstigen
zin uit, verweet hun zelfs dat zy den werk
lieden het bloed uit de teenon zogen.
Dat gaf aanleiding tot een langdurig debat,
waarbij do aannemers verdedigd en bestreden
werden, het laatste althans in dien zin, dat
wie de haver verdiende ze niet kreeg.
Het bleek dat tweo aannemers bereid zijn
de gestelde eischen toe te staan. Zy vroegen
op dien grond of zy nu morgenochtend weder
aan het werk mochten gaan.
Het antwoord der vergadering luidde be
slist ontkonnend.
V. d. Kolk deed uitkomen dat de welwil
lende bazen belemmerd worden door de con
currentie van andere aannemers, die met
jongens werken. Daardoor verbastert het loon.
Daartegen en tegen alle andere dergelyke
misbruiken moet voortaan worden gewaakt,
en daarom gaf hy in bedenking eene vaste
Vereeniging van de bootwerkers te stichten,
welke, onder goed bestuur, in aller belang
werkzaam blyft.
Er gingen nog verschillende stemmen op
tegen het bezigen van jongens by den arbeid
aan de stoombooten.
Een lid van het comité der graanwerkers
kwam alsnu met het bewy'sstuk in de hand
de mededeeling doen dat reeds acht graan-
factors schrifteiyk de loonsverhooging, onder
de daarby gestelde byzondere voorwaarden,
hadden toegestaan, en dat er hoop bestond
de overigen, die het comité nog niet had
kunnen bezoeken, eveneens tot de nieuwe
regeling te zien toetreden. Daarna zyn de
graanwerkers bereid het werk te hervatten,
maar niet met het volk van den kapitein of
mot vreemde lui, maar met het volk, dat het
werk gestaakt heeft.
In het algemeen bleek ook nu weder dat
de eeqe groep niet aan het werk wilde, zoo
lang aan de wenschen der andere groepen
niet door de werkgevers was voldaan.
Van der Kolk wees thans op de gunstige
wending, die de zaak beloofde te nemen, maar
meende toch do uurwerkers te moeten waar
schuwen te bedenken, dat do loonsverhooging
van 20 op 25 cent voor hen op zichzelf
genomen niet voldoende is. Lotsverbetering
is voor hen noodig, ook in dien zin, dat aan
al de andere eischen voldaan werd, zooals
het betalen van een halven dag loon, ook al
wordt slechts één uur van den voor- of na
middag gewerkt, het betalen van den geheelen
nacht voor het nachtwerk, ook dan, wanneer
het, door omstandigheden, van den wil des
arbeiders onafhankelyk, moet worden afge
broken, en dubbel loon voor arbeid op Zondag.
Do uurwerkers verklaarden by al die voor
waarden te willen volharden.
Van der Kolk verklaarde daarop dat thans
alles behandeld was, wat voor deze vergadering
was bestomd. Hy spoorde nogmaals aan tot
orde en kalmte, ook al duurt de werkstaking
nog zoo lang. Dan, riep hy uit, zullen wy
slagen en is onze overwinning zeker. (Leven
dige toejuiching.)
De vergadering ging daarna rustig uiteen.
Ieder ging naar huis, zonder dat op straat
eenig vertoon plaats had.
Gistermiddag had aan het Willemsplein eene
samenscholing plaats van eene groote menigte
werkstakers, waarby een Nederlandsche vlag
werd gedragen bywyze van vaandel. Door het
krachtdadig optreden der politie werd het volk
uiteengedreven, waarby de vlag afhandig
werd gemaakt, hetgeen echter met een hevig
verzet gepaard ging, waarby de persoon, die
do vlag droeg, verwond werd.
Eenigen tyd daarna werd terzelfder plaatse
door eenige kwaadwilligen do straat opge
broken en werden de onmiddellyk ter assisten
tie toegeschoten politie-beambten hevig met
steenen gegooid, ten gevolge waarvan drie
agenten van politie aan het hoofd verwond
werdenéén zelfs zoodanig, dat hy per rytuig
naar het ziekenhuis is moeten worden over
gebracht, terwyl een onder-inspecteur, die
eenige oogenblikken later met eenige agenten
het Vasteland passeerde, eveneens door een
steen aan het hoofd verwond werd. Aan een
agent, die met oene patrouille langs de Leuve-
haven ging, werd, vermoedeiyk met een mes,
eene wond aan eene der handen toegebracht.
In het geheel zyn gisteren in den loop van
den dag vier gekwetsten in het ziekenhuis
gebracht.
Gisteravond was het aan de Boompjes alles
rustig. Op geene enkele boot werd gewerkt.
Alloen op de „Starling", gisteren van Londen
aangekomen en bestemd om heden weder te
vertrekken, was de equipage aan het werk.
Niemand was by of in den omtrek van het
stoomschip te zien en alles ging daar rustig
zyn gang.
Ook aan de 'Willemskade werd op geene
eokele boot gewerkt. Alleen aan de Wester
kade was de Harwichboot „Princess of Wales"
met de gewone vaste werklieden aan den
arbeid. Deze boot zal dus heden op den ge
wonen tyd geladen vertrekken. De Wester-
brug was door do schuttery afgezet en eene
voldoende macht schutters was by de boot
en in den omtrek aanwezig om, zoo noodig,
de werklieden te beschermen.
De „N. R. C." verneemt dat, in verband
met de werkstaking de stoomschepen der
Ned.-Amerik. Stoomv.-Maatschappy, op dethuis-
reis Boulogne aandoende, aldaar instructie
zullen ontvangen in welke haven binnen te
loopen.
Gemengd Nieuwe.
Van de haringvisschery'zynte
Katwyk aan Zee aangekomen: KW. 68, „Op
Hoop van Zegen," van den reeder J. Van Holst,
met 206 kantjes en 14000 stuks steurharing;
KW. 74, „Katwyk aan Zee IV," van de Naam-
looze Vennootschap „Katwyk aan Zee," met
365 kantjes, en KW. 5, „de jonge Pieter,"
van den reeder F. E. Meerburg, met 325
kantjes pekelharing, 25 kantjes en 10,000
stuks steurharing.
De haringpryzen zynpekelharing f 10.25
tot f 10.50, yle f 7 per ton en steurharing
f 12.50 per 1000 stuks.
Voorbehoedmiddelen tegsn var
kensziekte. - Men schryft aan de „Haarl.
Courant": Geen wonder is het, dat, nu ge
noemde ziekte telkens als eene plaag voor
den landbouwenden stand, vooral voor den
kleinen landbouwer of arbeider, optreedt, alle
daartegen aanbevolene geneesmiddelen, of nog
liever „voorbehoedmiddelen", beproefd worden.
Onder deze is er één, dat volgens den leveran
cier „uitgevonden" is door dr. Opdam, Ryks-vee-
arts te Haarlem. Of het recht op beiderlei titels
vaststaat vermeldt de etiquette, waarop de naam
voorkomt, niet. Wel wordt er op medegedeeld,
dat het middel in vroegere jaren zich zoo
goed als onfeilbaar had getoond, en wordt
tevens de gebruiksaanwyzing gegeven. De
afd. Doesburg der G. O. M. van Landbouw
achtte het wenschelyk dit middel te doen
onderzoeken en droeg het onderzoek op aan
dr. L. J. v. d. Heust, leeraar aan 'sRyks
Veeartaenyschool.
Deze bevond dat het middel bestond uit
eene vloeistof, afgeleverd in eene flesch van
750 cM' (vorm en grootte van eene bier-
flesch) inhoud. De vloeistof was verdund
zwavelzuur (met water verdunde vitriool olie),
en wel van zoodanige sterkte, dat men ze
zelfs bereiden kan door 1 deel zwavelzuur
mot 3 deelen water te vermengen. De waarde
van den inhoud der fiesch aan zwavelzuur
(handelszwavelzuur) is 6 cent. Ware het
zuiver zwavelzuur, dan zou de waarde 18
cents bedragen, dit alles tot den hoogsten
prys berekend.
Evenwel betaalt men voor die waarde met
flesch, kurk en lak f 1,10. Hierby zy opge
merkt dat, indien men het middel zelf be
reiden wil, het zwavelzuur by kleine hoe
veelheden, liefst in een houten bak, by het
koude water moet gevoegd worden (en niet
omgekeerd), daarby het mengsel omroerende.
Tevens moet in het oog gehouden worden
dat een dergelyk mengsel niet onschadelijk
is, wanneer het by vergissing in de plaats
van een anderen drank gebruikt wordt. Of nu
het genoemde middel werkelyk een voorbe
hoedmiddel kan genoemd worden, is twyfel-
achtig. Wenschelyk is het, hieromtrent het
oordeel van wetenschappelyke veeartsen in
te winnen, evenzeer als het wenschelyk is,
dat andere afdeelingen of andere corporatiën
hot voorbeeld der afdeeling Doesburg volgen
en zg. „voorbehoedmiddelen", in hun kring
in gebruik, ter onderzoek geven, ten einde
belanghebbenden te kunnen inlichten omtrent
samenstelling en waarde.
Nadere borichten omtrent het ver-
ongelukkon van don luchtreiziger Charles
Leroux, by Reval, melden het volgende. De
aeronaut steeg by gunstig weder op, maar
werd op 5000 voet hoogte door een sterken
luchtstroom zeewaarts gesleept. Het gevaar
ziende, maakte Leroux zich, aan het valscherm
hangende, los van den ballon, doch te laat:
hy kwam in zee terecht en verdronk.
Drie stoombooten en 5 sloepen werden dade-
lyk op verkenning uitgestuurd, maar tot nog
toe is het lyk niet gevonden.
De schouwburg te Mantua is in
de asch gelegd, naar men zegt ten gevolge
van brandstichting, daar alle bluschmiddelen
den avond te voren onbruikbaar waren ge
maakt. Twee werklieden kwamen in de vlam
men om.
Te Angouléme hoeft een kind
van tien jaar een ander van vier, van zyne
pleegouders, naar het schynt uit yverzucht,
opzettelyk met oen geweer doodgeschoten.
Na zyne misdaad nam hy terstond de vlucht,
maar werd den volgenden dag gevat en naar
de gevangenis overgebracht.