LEIDSOH DAGBLAD. n*. 3074. Dinsdag IT ^epteiiB.I>ei*. A0. 1889. <£$2§ gourant wordt dagelijks, met uitsondering van ion- en $ssstd&gen, uitgegeven. git nommer bestaat nit TWEB Bladen. De Troonrede, Leiden, 16 September. Feuilleton. De lange Hollander. PRIJS DBEBR COURANT: f&ar Lsiden per 8 maaadaoA...... 1.10. Pnseo per poet1.40. &£»s&d«rl3ke Kommen.0.04. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Ven 16 regele 1.0Ö. Iedere regol meer/0.17^ Grootere letters nsitr nla&tsruimts. Voor hst ia* OMoeeron buiten de stad wordt 0.10 berobeaA welke morgen, Dinsdag-middag', om één uur blf de vereenlgdc zitting van de beide Hamers der Staten-Gencraal zal worden uitgesproken, zal zoo spoe dig mogelijk na ontvangst, omstreeks halftwee, aan het Bureel van het Leidsch Dagblad aangeplakt en daar mede voor de Abonné's worden ver- krygbaar gesteld. Slechts zelden wordt de begraafplaats by de Houtmarkt (voorm. Heerenpoort) alhier door zoovelen betreden, als hedenmorgen het geval was. Breed inderdaad kon de schare genoemd worden, die tegenwoordig was by de teraardebestelling van het etoffelyk overschot van Pieter Hoogervorst, in leven president der Chr.-Ger. Jongeliedenrereeniging „Timotheus" en vice-president der Chr. Ger. Jongelings- vereeniging „Obadja." Van bet sterfhuis op de Middelstegracht op welke gracht eenige woningen gesloten waren tot den doodenakker gingen aan weerszijden van den lykwagen vier vertegen woordigers van genoemde vereenigingen, die op de begraafplaats de kist met het stoffeiyk overschot van hun medelid en vnend graf waarts droegen. Aan de geopende groeve werd het eerst het woord gevoerd door den heer H. Beuker, predikant by de Christelyk-Geref. gemeente op de Hooigracht, die in gevoelvolle woorden den jongeling schotste, zoo vroeg, op 26-jari- gen leeftyd, heengegaan, die zyn leven ver geleek by eene bloem, geur en leven rondom zich verspreidende en nu plotseling van haren stengel gerukt, die don overleden jongeling noemde een voorbeeld voor alle jongelingen en het den aanwezigen leden dor vereeni gingen toeroep,Laat het voorbeeld van dezen jongeling steeds levendig voor uwe ziel biy ven staan 1" Met het oog op dit sterfgeval knoopte spr. hieraan nog eenige beschouwingen en vermaningen, maar ook troostryke gedachten vast; hy sprak inz.nderheid woorden van troost en bemoediging voor de betrekkingen des overledenen. De heer J. H. Donner Jr. wydde daarna eenige waardeerende woorden aan de nage- uachteni8 van Pieter Hoogervorst, dien hy in het byzonder als lid der reeds genoemde vereenigingen schetste. Ook de heer J. Holster, predikant by de Cbrist.-Geref. gemeente op de Heerengracht, sprak een kort woord, terwyl de heer Mizée, wyzende op de strenge rechtvaardigheid, welke Hoogervorst steeds bezielde, alle belangstel lenden bedankte voor de eer, zyn vriend be wezen. Op verzoek van den heer Beuker werd daarna door allen aangeheven Psalm 103 vers 8 en vervolgens, gedachtig aan het woord, door den heer Donner gesproken, dat er boven dit graf eene ster blonk, het negende vers van dien psalm. De broeder van de moeder des overledenen dankte ten slotte allen eveneens voor de laat ste eer, zyn neef bewezen, hetgeen hy eene weldaad voor zich en de overige bloedver wanten noemde. In het byzonder richtte hy het woord tot de aanwezige leden van „Timo theus" en „Obadja", wien hy harteiyk dank zeide. En daarna werd de kist in het kille graf noergelaten, in de diepte nagestaard door menig betraand oog. En weldra zou dat graf zich sluiten over het stoffeiyk omhulsel van den 26 jarigen jonkman, die door zyne bloedver wanten en vrienden niet gemakkelyk zal ver geten worden, ook niet door zyne vrienden ter drukkery der firma E. J. Brill, waar hy als letterzetter werkzaam was. By de heden gehouden openbare aanbe steding voor het verrichten van diepwerken binnen deze gemeente waren ingeleverd 0 in- schryvingsbil jetten, bedragende ƒ0.80, 0.75'/,, 0.59'/j, O.Bi, f 0.47 en 0.15'/, perkub. meter. Het werk is gegund aan den laag- sten Inschrijver P. Broere, te Krimpen aan den IJsel, voor 0.451/, per kub. meter. De Nederlandsche mail, met berichten uit Batavia tot 16 Augustus, wordt heden avond alhier verwacht De Fransche mail, met berichten uit Indië, wordt insgelyke heden alhier verwacht. By de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partyen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogBte pryzen 49, 25. f 5.— en 2.55; de laagste ƒ48, ƒ24.50, ƒ4.80 en 2.45. In de afgeloopen week slaagden in het notariëel staatsexamen, voor het eerste ge deelte, de heerenW. C. De Sraidt, te Hulst H. Posthumus, te Giekerk; S. J. v. Dieten, te Gastel; N. J. Dardenne Ankringa, J. A. Wilkens en M. J. Keiser, allen te Alkmaar; en voor het 2de gedeelte de heerenH. "W. Vollenhoven van Daalen, to Utrecht; Tb. J. H. Van Everdingen, te Eindhoven; M. H. L. A. Bongaerts, te Roermond, en K. Wiersum, te Groningen. De Vereeniging „Israël en Oranje" zal op een nader te bepalen dag een concert geven in het Gebouw „Diligentia" te 's-Hage, ten voordeele van de nagelaten betrekkingen van de slachtoffers by de Antwerpsche ramp. De Eerste Kamer zal morgenmiddag om 3 uren vergaderen. Hedenmiddag omstreeks 2 uren is per Rynspoor uit 's-Hertogenbosch in Den Haag aangekomen een eskadron van het 2de regi ment (blauwe) huzaren, sterk 5 officieren en 105 minderen, dat bestemd is om morgen de commissie, die de nieuwe zitting der Staten- Generaal zal openen, op haren weg naar de Kamer te begeleiden. Het eskadron zal den volgenden dag om 10 uren naar zyn garnizoen terugkeeren. Door Gedeputeerde Staten van Friesland is niet goedgekeurd het besluit van den ge meenteraad van Leeuwarden tot het onders hands aangaan eener geldleening ad 1 mil- lioen tegen 31/, pet., zynde de eerste serie der geldleening, waartoe besloten werd om verschillende 4-percents leeningen aftelossen. By nadere nota van wyziging in het wetsontwerp tot herziening der schoolwet, stelt de Regeering voor te bepalen, dat voor de by het in werking treden dezer wet be staande byzondere lagere scholen, die voor de Ryksbydrage in aanmerking komen, voor het jaar 1890, tot grondslag voor de toepas sing van art. 24, geldt het aantal kinderen, dat op 31 December 1889 als werkelyk schoolgaande bekend stond: voorts dat de bestaande bepalingen omtrent de examens ter verkryging der akten van bekwaamheid, vermeld in art. 56 onder a en b, en omtrent de vergelykende examens blyven gelden, totdat die onderwerpen over eenkomstig deze wet opnieuw zullen zyn ge regeld, doch niet langer dan 1 Januari 1891 en met dien verstande, dat de voorschriften in art. 65 met het tydstip van het in wer king treden dezer wet voor alle in dat artikel bedoelde examens van kracht zyn. De heer Michiels van Verduynen heeft voorgesteld het 3de lid van art. 4 der over gangsbepalingen aldus te lezon Indien do bydrage in de jaarwedden van onderwyzers, volgens het by dtze wet gewy- zigd art. 45 der wet van 17 Aug. 1878 (St.bl. No. 127), over elk der jaren 1891 tot en met 1898, voor de gemeente minder bedraagt dan de som der Ryksvergoeding in de kosten van het lager onderwys, niet medegerekend die voor het stichten van schoollokalen en onderwyzerswoningen en het aanschaffen van de noodzakolyke schoolmeubelen by eerste inrichting van nieuwe lokalen, waarop die gemeente krachtens evengenoemd wetsartikel, zooals dat luidt volgens de wet van 11 Juli 1884 (St.bl. No. 123), over 1889 aanspraak heeft, dan wordt aan de gemeente over de jaren 1891, 1892, 1893, 1894 en 1895 het verschil tusschen die sommen in zyn geheel, over het jaar 1896 voor drievierde gedeelten, over het jaar 1897 voor de helft en over het jaar 1898 voor één vierde gedeelte, van dat verschil als byzondere vergoeding uitgekeerd doch, wanneer de Ryksvergoeding in de koB- ten, naar den regel van laatstgenoemd wets artikel, over elk der jaren 1891 tot en met 1898 voor de gemeente minder zou hebben bedragen dan door haar over 1889 ie genoten, dan strekt dat minder bedrag tot grondslag van de berekening der byzondere vergoeding. De heer Nicolaï te 's-Hage deelt aan de ,H. Crt." mede dat het denkbeeld by hem gerezen ia, om ten behoeve van de nood- lydenden te Antwerpen eene uitvoering tot stand te brengen van het nieuwe oratorium voor koor, solo's en orkest van Peter Benoit, getiteld „De Rijn", woorden van Julius De Geyter en wel, zoo mogelyk, onder leiding van den componist zeiven. Geiyk wy reeds vermeldden, is mr. A. Van Naamen van Eemnes, lid der Eerste Kamer voor de provincie Overysel, door Z. M. den Koning benoemd tot voorzitter der Eerste Kamer. De heer Van Naamen van Eemnes heeft eene langdurige parlementaire loopbaan achter zich. Jarenlang vertegenwoordigde hy het district Zwolle in de Tweede Kamer, steeds verkozen door de liberale party. Voor de be langen van het onderwys - hy was school opziener véór de wet van '78 werd altyd met de meeste geestkracht door hem gepleit, terwyl hy zich, zonder in den strengen zin des woords partyman te zyn, deed kennen als aanhanger der gematigd liberale beginselen. Toen hy na oen vinnigen stryd zyn zetel in 1879 moest ruimen, werd hy door de Pro vinciale Staten waar hy reeds jarenlang zitting had tot lid van het ooilege van Ge deputeerde Staten gekozen ter vervulling der vacature, ontstaan door 't ontslag van den heer Sandberg. Na de benoeming van mr. J. A. G. baron De Vos van Steenwyk tot com missaris des Konings in Utrecht, werd de HAAR BIDOLrfl I.IMtAl. 30) De lange Hollander nam het geschenk dankbaar aan, liet het zorgvuldig nazien en begaf er zich, zoodra het in orde was, mede op de Wussong. Voor een snelvlietenden stroom met vele hindernissen en dikwyls sterken golfslag was het lichte vaartuig niet best berekend, zoodat Prati zich wel eens bezorgd maakte, of hy z(jn vriend niet een gevaarlyk geschenk had gegeven. Maar de lange Hollander was een der beste en zekerste roeiers vam de vreemdelingenkolonie en kon uitstekend zwemmen. Al mocht zyne boot ook omslaan, zoo was toch aan te nemen, dat hy zichzelven gemakkelyk er aan zou kunnen vasthouden, tot men hem ter hulpe kwam. Dat hy zich beneden de haven en buiten het bereik der schepen, die daar ten allen tyde voor anker lagen, zou wagen was eene dolzinnigheid, waaraan men niet behoefde te denken. Buchner toonde ook generlei lust, zoo iets te ondernemen, en zyne verste tochten strekten zich niet verder uit dan tot de overzyde der Wussong, waar Prati wist, dat de scherpe oogen der matrozen hem gadesloegen. Want Jack was natuuriyk overtuigd dat dit kleine ding wel eenmaal zou kenteren, en dat er dan een handvol dollars te verdienen zou zyn voor hem, die met zyne sloep het eerst er by was. De zomer ging voorby de dagen werden korter, de wandelingen moesten verkort en het varen op de Wussong geheel nagelaten wor den. De lange avonden kwamen en Buchner was dan niet zelden alleen. Edith had van het verlof, haar gegeveD, om met haren broe der by mevrouw Onslow samen te zyn, aan- vankelyk met bescheidenheid gebruik gemaakt. Maar die onschuldige bezoeken, hare eenige verstrooiing, waren gaandeweg menigvuldiger geworden. Met de huishouding had zy, geiyk alle vrouwen te Shanghai, niets te doen. Zy had ook niet geleerd, zich om keuken, tafel of wasch te bekommeren. Dat was het werk van den kok, den bediende en de kamermeid. Wat kon zy doen, terwyl George in het kan toor bezig was, op de Wussong voer of lange wandelingen maakte, die hem nu eenmaal eene behoefte schenen te zyn Bezoeken ont ving zy niet en had ze dus ook niet te be antwoorden. Zy kon toch niet den ganschen dag lezen of borduren en het was natuuriyk, dat zy somwyien naar eenig ander gezelschap verlangde dan naar dat van den teruggetrokken man, die des avonds in het eenzame salon over haar zat, wel vol liefderyke opmerkzaam heid, maar toch weinig spraakzaam en droevig gestemd, tot de klok eindeiyk, meermalen zeer gewenseht, aankondigde dat het tyd was om na de vermoeiende eentonigheid van den dag de nachtelyke rust te zoeken. Zy had niet zooveel behoefte aan rust. Zy wasjongl By mevrouw Onslow werd zy met open armen ontvangen, verwend, zooals zy het als meisje gewoon was geweest. Haar broeder had aller lei attenties voor haar. Morrisson bracht haar nieuwe boeken. Zelfs mynheer Onslow be taalde zyn tol, door haar het nieuws uit de wereld te Shanghai te vertellen, eene wereld, waar zy sinds haar huwelijk was buitengeslo ten, maar waarin zy toch steeds belangstelde. Het weder was ruw en onbebaagiyk ge worden. Drie avonden achtereen hadden Buchner en Edith alleen tegenover elkander gezeten. Prati was op eene van zyne veelvul dige uitvluchten in het binnenland en werd eerst binnen eenige dagen terugverwacht. „Wil je niet naar mevrouw Onslow gaan?" vroeg Buchner. „Maar dan zit je zoo alleen, myn beste jongen 1" antwoordde Edith. „Ik heb nog op het kantoor te werken ga maar, lieve!" „Als je het goedvindt." Hy hing haar den mantel om en hielp haat' in den draagstoel, welke haar naar mevrouw Onslow zou brengen. Daarop koerde hy in de stille kamer terug en liep die In gedachten op en neer. Eindeiyk opende hy de deur der veranda. De gulle wind blies in het vertrek, de lamp flikkerde hoogop. Hy sloot de deur achter zich en trad op het open, natte terras. Hy keek naar boven; hy zocht zyne ster; maar de donkere, dichte wolken hingen laag en zwaar er voor. Uit de verte hoorde hy het ruiechen der rivier. „Het moet hoog water zyn," zeide hy in zichzelven. Hy ging in de kamer terug. De tafel was met boeken be dekt. Hy nam er een op, een nieuwen roman, en begon te lezeD. Maar het boeide hem niet. Hy gaf het lezen spoedig op, wierp zich achter over, bedekte het gelaat met zyne rechter hand en zat onbeweegiyk, als een slapende. Eindelyk hoorde hij van uit den tuin het luide geroep der draagbaar-koelies. Hy stond op, «treek zich met de hand over het voorhoofd, haalde diep adem en ging zyne vrouw tegemoet. (Wordt veroolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1