Van don lieer W. F. A. "Wynen, tand
arts te Nijmegen, is eene brochure verschenen,
getiteld: „Iets populairs over het gezond-
houden dor Tanden", welke op franco aanvrage
aan belangstellenden wordt toegezonden door
den heer G. Pb. G. Moeys, apotheker aldaar.
D ze brochure verdient zeer de aandacht,
omdat zij op bevattelijke wijze uiteenzet wat
ieder kan en behoort te doen om te zorgen,
dat het kauwapparaat tot in hoogen ouderdom
gezond blijft. Uit alles blijkt dat reinheid
eigenlijk het geheele geheim is. „Laat dat
dan," zegt de bekwame tandarts, „ons aller
wachtwoord worden en we zullen ons meer
en meer in een voor de gezondheid in het
algemeen zoo noodzakelijk goed gebit kunnen
verheugen en de totnogtoe gevreesde tandarts
zal niet meer als schrikbeeld voor velen be
staan; doch men zal allengs leeren inzien,
dat, waar men in t ij d s z(jne hulp inroept en
goeden raad ter harte neemt, men voor zich
zelf het best heeft gezorgd."
Naar men aan de „N. R. C." meldt,
zouden thans onderhandelingen worden ge
voerd tusscben de Kegeering en de Holland-
sche Spoorweg-maatschappij, om door deze
de geheele lijn Leeuwarden-Stavoren-Enk-
huizen-Amsterdam te doen exploiteeren.
Zooals men weet, wordt thans het gedeelte
Leeuwarden Stavoren door de Maatschappij
tot exploitatie van Staatsspoorwegen, het
andere gedeelte door eerstgenoemde Maat
schappij geëxploiteerd.
Blijkens de 1ste lijst van de elfde jaar
collecte voor de Scholen met den Bijbel is te
Rotterdam gecollecteerd 3647, te Utrecht
1938 en in het kleine Wassenaar ƒ1028.
Blijkbaar is mèn dit jaar daar zeer mild ge
weest. Arnhem gaf 785.
Gemengd Nienwa.
Bj) het afrijdenvandebrugbij
de Trekvaart, op den Witten singel, reed
gisteravond per abuis een handwagen, be
laden met meubelen, welke verhuisd werden,
in het water. Spoedig was alles weer boven
en naast het nat. Dat de meubelen er niet
door in waarde gestegeu waren, en vooral
de boeken en platen niet, zal niemand ver
wonderen. Velen waren van het ongeval
getuigen.
Thans is een hond, w-elke ver
dacht wordt de kippen en de konijnen van vele
ingezetenen van Zoeterwoude doodgebeten
te hebben, door iemand, die het dier bij het
Wesleinde aldaar zag loopen, gedood. Het
beest behoorde daar ter plaatse niet thuis.
De logger „Stella" heeft den
21sten Augustus, 'e avonds te 8 uren, op 55
gr. 42 m. N. B. en 1 gr. 23 O. L. Green
wich, een oogenscbijnlijk Holland3Ch vis-
schersvaartuig (bom) drijvende gevonden
achter de vleet en vol water. De mast, waar
van de top, van bovenaf gerekend, rood, wit
blauw, wit blauw, wit geverfd was, lag
achteroverin het onderste wit bevonden
zich twee blauwe kringen. Niettegenstaande
men tweemaal dicht achter het vaartuig
heenzeilde, waren er geene menschen op te
bespeuren.
Vermoedelijk is dit de bomschuit van den
reeder Haring te Scheveningen, welke on
langs in den grond is gezeild en waarvan
de bemanning werd gered.
Een dienstmeisje in de Haar-
lemmermeer was zeer op een dun middeltje
gesteld en poogde dit langs den gebruike-
lijken weg te verkrijgen, door namelijk haar
korset zoo styf als maar even mogelyk was
te rijgen. Dat had ze al meer gedaan, en
met volharding de pijn gedragen, welke
daaruit voortkwam, maar toen ze het Zondag
nu nogeens deed, sprong haar het bloed uit
den neus, en viel zij in zwijm. De dokter
werd gehaald, en die verklaarde dat zjj
zich eene ernstige ongesteldheid op den hals
had gehaald. Of zij nu in 't vervolg voor
zichtiger zal zijn, is evenzeer de vraag als
dezeof andere meisjes en vrouwen zich
aan dit voorbeeld zullen spiegelen.
In het stoomgemaal „de L y n-
d n", te Haarlemmermeer, heeft een droevig
ongeluk plaats gehad. De stoker W. geraakte,
op welke wyze is nog eon raadsel, met het
hoofd tusschen een der balansen en werd
vresselijk verwond. De geneesheer te Sloten
legde het eerste verband en terstond werd
daarna de gewonde naar het academisch
ziekenhuis te Leiden vervoerd.
Men schryft ons uit Noordwjjk
aan Zee, dd. 30 Augustus:
Heden had hier een treurig ongeluk plaats.
Een knaapje van 10 jaren is by het baden
verdronken. Zooals dit sinds jaren geschiedt,
gaan de kinderen uit het dorp zonder opzicht
baden, maar blijven steeds dicht by het strand,
doch waarschynlyk door de Kalme zee uitge
lokt, waagden zij zich heden verder, zoodat,
terwyl het water wassende was, één hun
ner den wal niet meer kon bereiken.
Begunstigd door goed weder,
hadden te Stompwyk de aangekondigde hard
draveryen plaats. Des voormiddags, voor paar
den, die nooit een prys gewonnen hadden,
waren 13 paarden ingeschreven. De prys van
60 werd behaald door „Nelly," van C. De
Zeeuw te Hoogvliet, pikeur Schippers, en de
premie van 20 door „Mina," van A. Van
den Akker te Stompwyk.
Aan den namiddagwedstryd voor paarden,
die nooit hooger prys dan 200 hadden ge
wonnen, werd deelgenomen door 12 paarden.
De prys van 150 werd behaald door „Vogel,"
van J. H. De Mol te 's-Hage, pikeur J. F. De
Boer; de 1ste premie ad 75 door „Jonker,"
van D. Vermaat te Charlois, beryder Schipper,
en de 2de premie door „Willem III," van W.
H. J. Brom te Utrecht, beryder A. Bos.
Pryzen en premiën werden met eene flinke
toespraak door den burgemeester, als eere
voorzitter der commissie, uitgereikt.
Een geacht handelshuis te Bot
terdam werd dezer dagen de dupe van een
sluwen oplichter, wiens eigenlyke naam is
Laurie, vroeger kantoorbediende te Leith.
Die persoon stelde zich voor als James
Wath en eenige firmant van een handelshuis
te Leith, en hij toonde daarby zooveel kennis
van zaken, dat aan de waarheid aanvankeiyk
niet werd getwyfeld, zoodat men hem op zyn
verzoek het bedrag verstrekte, dat hy op naam
van zyne gewaande firma leende. Door cor
respondentie met die firma kwam men later
tot de wetenschap, dat men opgelicht was.
Zyn signalement is als volgt40 a 45 jaar
oud, lang van gestalte, langwerpig aangezicht,
dun, grysblond haar, grys kneveltje, gekleed
met bruinachtig kort jasje, bruin vest, zwarte
broek met gryze streep, lagen zwarten fantasie-
hoed en zwarte glacé handschoenen.
De politie is met de zaak iu kennis gesteld.
Gistermorgen vertrok de tweede
groep werklieden, uitgezonden door de Arn-
sterdamsclie commissie, met den eerBten trein
naar Parys, tot het brengen van een acht-
daagsch bezoek aan de wereldtentoonstelling.
Deze groep bestaat uit 24 beoefenaren van
verschillende vakken, ditmaal begeleid door
de bestuursleden C. B. Schneider, 2de secre
taris, en P. Nolting. Ook aan deze werklieden
is door den heer A. C. Wertheim een doel
matige gids voor Parys ten geschenke aan
geboden.
De heeren dr. Hubrecht en mr. Katz, leden
van 't uitvoerend comité, deden den vertrek-
kenden aan 't Centraal-Station uitgeleide.
Uit Hulst schryft men: Terwyl
de bewoners reeds ter ruste waren, ontstond
er Woensdag-avond te ongeveer 8 uren brand
op de hofstede „Kabron," onder Rapenburg,
gemeente Stoppeldyk, bewoond door don
landbouwer J. Rottier. De brand, gevoed door
het hooi en stroo, hetwelk zich in de schuren
bevond, nam zoodanig in hevigheid toe, dat
woning en schuren tot den grond toe af
brandden, terwyl acht koeien eene prooi der
vlammen werden. De gebouwen, de inboedel
en de oogst waren verzekerd. De oorzaak van
den brand is niet bekend.
Men schryft aan de „Haarl. Crt."
uit Heerenveen, dd. 29 Augustus
Verschillende boterkooplieden, die hoden
alhier ter markt kwamen, hadden uit Londen
telegraphisch bericht ontvangen dat de beide
stoombooten van Harlingen, met hare boter
geladen, lossende waren. Dit had oogenblik-
kelyk styging der pryzen ten gevolge. Men
betaalde tot 39,50, dat is 2 meer dan den
vorigen dag. Te Bolsward werd heden reeds
ƒ40 besteed.
Een der grootste boterkooplieden in deze
environs kon wegens de werkstaking der
Londensche dokwerkers zyne boter niet langs
don gewonen weg (via Harlingen) naar Londen
verzenden. Niet tegen de meerdere kosten
opziende, verzond hij de bezending via Vlie-
singen-Queensborough en ontving draadbe-
richt, dat zij goed en wel aan het adres was
gearriveerd, terwyl de andere boter uit Fries
land nog wachtende*was in de stoombooten
in de Londensche dokken.
De sneltrein van de Centraal,
welke des avonds te 6.25 Utrecht verlaat en
te 8 7 te Zwolle moet aankomen, is Donderdag
avond tusschen Nunspeet en Elburg-Oldebroek,
meer in de nabijheid van laatstgenoemd station,
ontspoord, gelukkig zonder dat daardoor per
soonlijke ongelukken zijn veroorzaakt. De weg
is echter voor een deel vernield, zoodat de
communicatie gestoord was. De reizigers, die
te 7.4 per sneltrein en te 7.11 per gewonen
trein van Zwolle waren vertrokken, konden
hun weg niet vervolgen en moesten uitstap
pen en zich in de richting van Nunspeet
begeven om op den hulptrein te wachten.
De reizigers uit den ontspoorden trein konden
na eenig oponthoud in de treinen, die van
Zwolle waren gekomen, den tocht naar Zwolle
voortzetten, maar kwamen eerst te 9.45 al
daar aan.
Door de goede zorg van den chef was
intusschen een extra trein gereed gemaakt
voor Leeuwarden en Groningen, waarmede
de passagiers voor't noorden te 10 uren hunne
reis konden vervolgen.
De reizigers,die met den laatsten trein
naar Kampen vertrekken om per nachtboot
te 12 uren de reis naar Amsterdam te doen,
liepen kans dat de boot zou vertrokken zyn
vóör zy kwamen, daar te verwachten was
dat ook de laatste trein aanmerkelyke ver
traging zou hebben. Men seinde en de kapitein
was bereid te wachten. De trein kwam te
12.30 aan van de richting Utrecht en kon,
onmiddellyk naar Kampen doorgaande, de
verbinding nog halen.
Een der reizigers, die in den ontspoorden
trein gezeten was, deelt ons het volgende mede:
„Kort voor het station Elburg-Oldebroek
(de trein liep met de gewone vaart) stootte
de wagen vreeselyk. Wy sprongen van onze
zitplaatsen op, het raampje werd geopend en
met kracht werd aan het koord van de rem
getrokken.
De trein stond spoedig stil en het bleek
dat onze wagen het kind van de rekening
was geworden.
Een der voorste wielen was naar binnen
afgeloopen, waardoor de oliepot enz. verwron
gen en vernield was.
Spoedig bleek het dat ook de voorlaatste
waggon in denzelfden toestand verkeerde, doch
daar was het wiel buitenwaarts uitgeloopen.
Ook in dezen waggon was met kracht door
de passagiers geremd.
Over een afstand van pl. m. 500 meter was
het op den weg zichtbaar hoe de waggons
voortgesleept waren. Men zei dat 't aan de
rails lag, maar dat zal een nader onderzoek
wel uitwyzen.
Alles liep gelukkig af, geene persoonlyke
ongelukken werden geconstateerd; de machi
nist en de conducteurs, het geheele trein
personeel was kalm en trad dadelyk han
delend op." (Zw. Ort.)
Van de volgende list wordt aan
de „Zw. Crt." mededeeling gedaan:
In eene onzer groote steden vervoegde zich
by een ingenieur eoner spoorwegmaatschappy
een heer, een gentleman van top tot teen,
uit Engeland. Hy had een uitstekend voor
wendsel voor zyn bezoek, was zeer onder
houdend, sprak met kennis van zaken over
't spoorwezen en luisterde belangstellend
naar de door hem gevraagde inlichtingen.
Kortom, zyn bezoek bleek welkom, en by
van zyn kant gaf gaarne gehoor aan eene
uitnoodiging om langer te biyven. Na een
paar dagen vertrekkende, had hy een bezwaar
hem ontbrak geld. Toen hem dit welwillend
werd aangeboden, weigerde hy pertinent het
aan te nemendat zou al den schyn hebben
alsof hy de gewone oplichtersmanier volgde,
en bovendien, was hy maar te daar
zon hy de noodige fondsen voor zyne verdere
reis wel vinden. Maar mynheer de ingenieur
kon hem op andere manier van dienst wezen
als hy hem volmacht gaf om de reis tot
en desnoods verder, op de locomotief te doen,
dan kon hy meteen de werking, de samen
stelling enz. daarvan nagaan; die reis zou
voor hem, als technicus, veel aardiger wezen,
enz. De iDgenieur voldeed aan dien wensch
en de gast vertrok op de locomotief.
Niet lang daarna kreeg de ingenieur bezoek
van een politie-inspecteur, die inlichting kwam
vragen omtrent den gewezen gast. Ze werden
gegeven, maar de Engelschman was weg.
Maar hoe was hy dan toch vertrokken?
Per spoor. Per spoor? en we hebben dien
heer, wiens signalement ons byzonder dui
delyk was opgegeven, zoo secuur mogeiyk
in alle treinen nagegaan, maar daar niets
gezien! Ja, nu bleek weldra verder uit
mededeelingen van den ingenieur, dat de reis
per locomotief gedaan was, en uit die van
don inspecteur, dat daarmede de haast onmo-
gelyke ontkoming van een zeer gevaariyk
individu bevorderd was, op eene wyze, die
slechts in 't brein van een slimmert kon be
dacht worden. Met geld was hy niet geholpen,
r—.I
want dit zou hem slechts op de gewone wijze
hebben kunnen doen reizen, en hij wist dat
hy zou nagespoord worden; daarom moest
hij eene plaats vinden op de locomotief, van
waar hy triomfantelyk het kon aanzien dat
de politie wagen voor wagen nazag, maat
slechts teleurstelling vond, wyl zy niet op
't idéé kwam den vluchteling by den machi
nist te zoeken. En zoo geschiedde het dat
een spoorwegingenieur der politie een slechten,
en een slimmen gauwdief een goeden dienst
beweesden eenigen zelfs, die hem nog voor
zyne ontvluchting helpen kon I
Men meldt aan de „N. R. C." uil
LeeuwardenGisterochtend te ongeveer 4 urec
is brand ontstaan in een pand, bewoond dooi
3 gezinnen, gelegen aan den Stienser straat
weg, naby de grens dezer gemeente. De be
woners, die ternauwernood aan de vlammen
ontkwamen, konden byna niets van hunns
inboedels redden. Van twee hunner was byna
niets tegen brandschade verzekerd. Het pand
is geheel uitgebrand; de brandweer slaagde
er in het belendende perceel geheel te be
houden. Vermoedelijk is de brand ontstaan
doordien by een der verzekerde buren de lamp
te hoog heeft gebrand, waardoor eerst de
lage zoldering en toen het rieten dak hebben
vuur gevat.
Te Brummen wilde een veertien
jarige knaap, belast met het toezicht op eene
schiettent, eenige omgevallen petroleumlamp
jes, welke ais doelwit op eene ry aangestoken
moesten staan, oprapenhy had het ongeluk,
dat daarby zyne kleeren in brand raakten. In
zyn schrik en angst vloog hy het tentje uit,
met het gevolg dat zyne kleeren weldra ge
heel in vlam stonden. Men rolde den jongen
in het gras, bluschte den brand zyner kleeren
met water, doch de knaap had toen reeds
belangryke brandwonden bekomen, en het
zal de vraag zyn, of men hem in het leven
zal kunnen houden.
Het gebeurde te Haastrecht van
.1.1. Zondag heeft zich aldus toegedragen:
De oudste zuster, die eene peer in handen
had, wilde iets van de tafel nemen en had
het ongeluk zich met het mes, dat op de
tafel lag, vry ernstig te verwonden. De jongste
zuster ging eenige oogenblikken daarna den
dyk op en wilde langs de kade van den IJ3el
huiswaarts keeren. By een hek komende,
wilde zy dit omloopen en is toen voorover
in het riet gevallen, waardoor zy verdronken is.
Twee jongelingen uit Utrecht
waren gisteren te Vreeswjjk met eene kano
op de Lek. De kano is door den wind omge
slagen. Een der jongelingen is gered, de ander
is verdronken.
Diefstal in het Museum te Dres-
den. In het museum van schilderyen te
Dresden is dezer dagen eene kleine schildery
van den Vlaamschen schilder Adriaan Brau-
wer gestolen. Die schildery was vastgehecht
aan den muur, evenals alle kleine doeken.
Dit doek stelt voor een boer, die onder den
arbeid den mond wijd opent en zich uitrekt.
Do directie van het museum heeft eene be
looning van duizend mark beschikbaar ge
steld voor hem, die het gestolene ontdekt.
Uit Bern wordt gemeld dat de
van brandstichting verdachte, te Muri in
arrest genomen Jakob Gloor, zeventig jaren
oud is en als stalknecht in de herberg
„Krone" te Zofingen twintig duizend franken
gespaard heeft.
Het eerste internationale phy-
siologen congres heeft te Bazel van 10 12
September plaats.
Een ongeval in een schouwburg.—
Bijna was in het Victoria-theater te Staly-
bridge, in Engeland, het stuk ten einde, toen
eensklaps de gordyn, ten gevolge van eene
verkeerde beweging, neerkwam op de hoof
den van eenige tooneeliéten. Velen hunner
werden hevig getroffen en twee verloren het
bewustzyn. Het incident bracht groote ont
steltenis in de zaal teweeg; een groot aantal
dames viel flauw.
Uit Michelstadt, in hetOden-
wald, heeft, een treurig sterfgeval plaats ge
had. De twintigjarige dochter van den apo
theker Hesz aldaar had kiespyn en wilde
daarvan gaarne genezen worden. Om de pijn
te verminderen, wendde de vader chloroform
aan. Het meisje geraakte daardoor in eene
verdooving, waaruit het niet weder ontwaakte.
Pogingen om haar by te brengen bleven
vruchteloos.
Het noorden van China en Japan
is geteisterd door hevige stormen, waardoor
vele jonken met hunne bemanning zyn ver
gaan. Het aantal der slachtoffers wordt alleen
in Japan op 5000 geraamd.